donderdag 31 maart 2011

De verschrikkelijke wraak van de zwartbekgrondel

Door drukke beroepswerkzaamheden kwam ik de laatste weken niet meer zo veel aan bloggen toe, vandaar een late tijding over de visexploten van verleden weekend.
Omdat we het in weekend te druk vinden aan de trailerhelling zijn we niet gaan snoekbaarzen, maar zijn Paul en ik voor de tweede maal dit jaar naar de grote rivieren getrokken om vanaf een krib te feederen.
Eens te meer bleek het betreden van een spekgladde krib, groen van de algen, een hachelijke onderneming. Eénmaal op de kop kon het vissen beginnen. Paul viste op de eerder ondiepe plaat tussen de kribben, ikzelf op de stroomnaad waar het zo' drie meter diep is. In tegenstelling tot de vorige maal liep er een behoorlijk stroom. Reeds na vijf minuten kregen we de eerste aanbeten. Vanaf dan zouden onze toppen eigenlijk niet meer stil staan.  Echter niet van blankvoorns, brasems of windes, maar van onnoemelijke aantallen zwartbekgrondels. Tientallen en tientallen hebben we er gevangen, in afmeting varierend tussen 5 en 15 cm. En allen slaagden ze erin mijn 2 oz. volcarbon top te doen bewegen. Na vier uur vissen hadden mijn vismaat en ik naast de vele grondels slechts elk 1 grote brasem. Van windes terug geen spoor.
De laatste uren voor donker ben ik naar het midden van de rivier en dus veel dieper, ik schat een meter of vijf/zes, beginnen vissen wat me naast een meute zwartbekgrondels ook nog een vijftiental blankvoorns opleverde. Verder verspeelden we nog twee grote vissen doordat ze zich vastzwommen in de stortstenen. Ook een vijftal zware rivierkorven raakte ik kwijt doordat mijn lijn in de mosselbanken kwam vast te zitten. 

Alhoewel de zwartbekgrondel, een emigrant uit het oosten, best een mooi en exotisch visje is, heb ik er geen goed gevoel bij. Miljoenen van deze visjes moeten er immers momenteel in de grote rivieren rondzwemmen wat onvermijdelijk tot voedselconcurrentie zal leiden.  Bovendien vrees ik dat dit visje massaal op de kuit van andere vissoorten zal azen. En voor het hengelen zelf is deze vissoort ook niet echt een aanwinst : andere vissoorten krijgen immers bijna geen kans meer om bij het aangeboden aas te komen.Hopelijk gaat het met deze exoot niet de verkeerde kant op.

maandag 21 maart 2011

Feederen in de zon

Als roofvisser kom in niet zo vaak aan witvissen toe. In het voorjaar mag ik wel graag eens plaats nemen langs de grote rivieren in Nederland om er met de feederhengel de winde en brasem te belagen.
Bijna 40 cm blankvoorn
Niettegenstaande heel wat stukken Lek, Merwede, Waal, Nederrijn en Ijssel in de lijst der viswateren ingebracht zijn, valt het soms zwaar tegen om een stekje te vinden dat het mogelijk maakt om van de oever af te vissen. Liefst vissen we immers vanaf een krib in de rivier. Op zoek naar mooie kantstekken hebben we ondertussen honderden kilometers rivieroever afgereden. Het resultaat viel zwaar tegen. Veel heel mooie kantstekken zijn gewoonweg niet bereikbaar of toch niet op legale wijze. Overal bordjes "verboden toegang", "natuurgebied" en onmogelijkheid te parkeren verhinderen het vanaf de oever te hengelen op plaatsen waar je op papier visrecht hebt. Ik schreef hierover al regelmatig naar Sportvisserij Nederland maar kreeg nooit afdoende gehoor. Nochtans ligt in het bereikbaar maken van kantstekken aan de rivier een mooie taak voor SN weggelegd. Veel kantvissers zouden tevreden zijn.
Gisteren was het onze eerste trip naar de grote rivieren. Een lange autoreis was nodig om de plaats van bestemming te bereiken. Na de auto geparkeerd te hebben haden we nog een lange voettocht voor de boeg vooraleer we plaats konden nemen op de krib. Nog een halsbrekende klim over losliggende stenen en we bereikten uiteindelijk de kop van de krib. Weinig wind, een warm zonnetje, maar spijtig genoeg geen stroming. Heavy feederhengel met een korf van 50 gram opgetuigd, voer met maden in de korf en vissen maar. We konden het weten. Geen stroming, geen vis. Bovendien had het 's nachts nog gevroren wat de bijtlust ook al niet ten goede komt. Vier uur aan een stuk werpen we volle korven uit en halen we lege binnen zonder ook maar één stootje te krijgen. In de late namiddag wordt de ban gebroken. Op vijf minuten tijd vang ik zowaar twee Kesslers grondels. Een half uurtje later een korte aanbeet. Iets trekt zwaar aan de hengel. Voorzichtig haal ik op 12/100 nylon en een haakje zestien de vis binnen. Het blijkt een hardvechtende rivierbrasem van zo'n drie pond te zijn. Vanaf dan krijgen we regelmatig miniscule aanbeten maar weten die niet te verzilveren. Uiteindelijk vang ik nog een heel mooie blankvoorn van rond de 40 cm om even later door lijnbreuk nog een heel mooie vis te verspelen.
Ondertussen is het avond geworden, Het wordt donker en we vangen de tocht naar België, met obligate tussenstop bij Mc Donalds aan de grens, terug aan. Volgende weken zullen de vangsten wel verbeteren. 

donderdag 10 maart 2011

De laatste doet het licht uit

Reeds geruime tijd laait op diverse websites, waaronder Total Fishing, de discussie omtrent de beroepsvisserij in Nederland regelmatig op en ik kan het begrijpen. Nu bekend raakte dat in grote delen van Nederland vanaf 1 april geen paling meer mag gevangen worden, waardoor de schubvisstand mogelijks in het gedrang komt, klinkt terug verontwaardiging over het beroep alom.
Als Vlaamse hengelaar, ben ik echt dankbaar dat ik al meer dan dertig jaar in Nederland kan hengelen. Niettegenstaande ik de ervaring heb dat de (roof)visstand ook in Holland  achteruit gaat, beleven we er nog steeds mooie hengeldagen.
Nederland, dat over alles een gefundeerde visie heeft, heeft die blijkbaar niet over de hengelsport. Het economische en sociale belang lijkt volledig aan de beleidslieden voorbij te gaan.
Hoe anders kan men het proces verklaren dat momenteel op gang is. Een evolutie waarbij er enkel verliezers zullen zijn.  Uiteindelijk zullen de beroepsvissers alle waardevolle vissen gevangen hebben en zullen alle hengelgroothandels en -winkeliers bij gebrek aan vis en vissers hun mooie hengelspullen niet meer kunnen slijten. Hengelaars zullen hun geliefde hobby verliezen en terug vol stress in het leven staan.
In een decennium, waarin ieder de mond vol heeft van duurzaamheid, is in de visserij de duurzaamheid wel erg ver weg. Alle vis is blijkbaar economisch te benutten en zo vinden zelfs vissoorten, die vroeger nooit bedreigd werden, zoals mooie blankvoorns, hun weg naar de vismeelsindustrie. 's Winters massaal weggevangen uit de havens waar ze vertoeven.  
Voor een buitenstaander is het op objectieve gronden heel moeilijk te begrijpen dat het beleid de beroepsvisserij zo voortrekt op de hengelsport. Economisch scoort de hengelsport immers ettelijke malen beter. En het is toch meestal de economie die op de eerste plaats telt, nietwaar ?Vissen brengt de mensen dichter bij de natuur op een niet vervuilende manier en wist alle dagelijkse zorgen weg. Kan het nog beter ?
Wat ook moeilijk te vatten is, is dat Nederland, dat zo gesteld is op regeltjes, de vrije hand aan de beroepsvisserij laat. Ik kan dan ook goed begrijpen dat een beroepsvisser niet graag stopt met zijn beroep. Men is immers vogelvrij en verkoopt een product dat naar aantal niet te controleren valt. Welke belastinginspecteur gaat nu afrekenen op een door hem bepaalde vangst. Lekker, zo kunnen schipperen. 
Er is maar één weg : kiezen voor het hogere en grotere belang, m.n. de sportvisserij. Aangezien de beroepsvisserij vaak bewezen heeft weinig betrouwbaar te zijn en veel van zijn kansen verspeeld heeft, lijkt het me dan ook logisch dat deze bedrijfstak zou geheroriënteerd worden. Ofwel de beroepsvisserij uitkopen en definitief, maar dan ook echt definitief, doen stoppen, ofwel de beroepsvisserij omvormen tot een bedrijf ten gunste van de sportvisserij. Op deze manier wist de USA zijn striperbestand te redden. Zelfs Ierland doet de laatste jaren zijn best om drijfnetten te verbieden en de zalmstand te redden. En noch de Amerikanen , noch de Ieren, doen dit op de eerste plaats uit liefdadigheid. Ze weten maart al te goed dat een vis gevangen door een hengelaar het meervoud opbrengt van één gevangen door een beroepsvisser. 
Was ik Nederlander, zocht ik gelijkgestemden, richtte ik een vereniging op en deed ik aan fondsenwerving.  Groot genoeg worden en dan druk uitoefenen op het beleid en lobbyen. Wees gerust politici kiezen steeds partij waar het meeste stemmen te rapen vallen. Dus dat kan moeilijk mis gaan.  Met al die gemotiveerde sportvissers, visgidsen, hengelsportwinkeliers en -groothandels moet dit toch kunnen. Wat in Frankrijk tot de partij Chasse, pêche, nature, traditions (CPNT) met politieke vertegenwoordiging geleid heeft, moet toch ook in Nederland mogelijk zijn. Handel dus nu het nog kan of het zal echt te laat zijn. Wie heeft de wil en de moed ?

woensdag 2 maart 2011

Snoekseizoen afgesloten in schoonheid

De laatste 10 dagen van het snoekseizoen heb ik viermaal telkens na het werk en voor donker nog vlug een anderhalf uurtje met kunstaas in de polder gevist.
Gedurende die visbeurten zat het weer nooit echt mee. Ofwel was het heel koud met wind uit het noordoosten, ofwel viel de regen met bakken naar beneden
Elke dag had ik wat anders in de speld hangen.  De eerste avond was dit een oranje Foxshad (oud model) van 17 cm. Na een halfuurtje vissen kreeg ik een miniem tikje wat me tegen alle verwachting een snoekje van rond de 60 cm opleverde.
De tweede maal ging ik omwille van het koude weer met een traag binnen geviste blankvoorn aan de slag. Het mocht niet baten. Geen enkele snoek deed de bek open waardoor deze visbeurt snoekloos bleef. Gedurende visbeurt drie kwamen jerkbaits aan de beurt zoals de Loz Harrop Darter. Met een grote zinkende Salmo Slider wist ik uiteindelijk nog een snoekje van 50 cm te vangen.
De laatste maal dit snoekseizoen ging een firetiger Foxshad, terug van het oude en beste model, aan de lijn. Na een kwartiertje had ik een snoek van rond de 60 cm op de kant. Het volgende uur bleef snoekloos. Ik miste wel nog een behoorlijke snoek die enkele seconden na het aanslaan los schoot. Toen ik in het donker terug naar de auto ging, besloot ik ter afsluiting van het seizoen nog vijf worpen te doen.  Uitgerekend de laatste worp kreeg ik een echt harde aanbeet. Een grote snoek bleek later de shad dwars aagevallen te hebben waardoor de dreg buiten de bek zat. De snoek bood bijna geen weerstand zodat hij na een dertigtal seconden reeds kon geland worden. Aangezien ik geen meetlint bij me had werd de snoek vlug eens langs de hengel gelegd. Ook de camera lag nog thuis, een foto nemen was er dus ook niet bij.  Bij nameten thuis bleek deze moddervette snoek evenwel 99 cm te zijn. Juist geen meter maar zeker een waardige afsluiter van het snoekseizoen.