zondag 22 mei 2011

Nog eventjes aftellen

Nog eventjes aftellen en dan begint het roofvisseizoen terug.
De gesloten roofvistijd zit er dus bijna op. De snoeken, baarzen en roofbleien liggen op ons te wachten.
Niet dat ik tegen een gesloten visperiode wat heb. Integendeel, het is een rustige periode waarin eens een (roofvis)reisje naar het buitenland kan gemaakt worden, het internet kan afgezocht worden naar verrassend en supervangend kunstaas, het visgerei kan schoongemaakt en hersteld worden, meer aandacht naar familie en (semi-verwaarloosde) vrienden kan gaan, boeken gelezen en cd's beluisterd, culturele evenementen bezocht, noem maar op...
Mijn visboot ligt in ieder geval klaar in de haven. Gisterenmiddag heb ik na een ochtendvergadering gelukkig vlug de biezen kunnen nemen. Met de hulp van mijn vismaten Nico en Paul zijn we vervolgens naar ons viswater gereden. Na een halfuurtje wachten (wat was het druk zeg) hebben we uiteindelijk de boot kunnen traileren en na zo'n twintig kilometer varen de haven bereikt waar nog één leeg vertrouwd plekje op mijn boot lag te wachten.  Dat is terug geregeld. Als enige Belg lig ik terug met mijn boot in oerhollandse haven en dit al voor het twintigste jaar. Als je ziet wat een moeite een mens moet doen om een paar uurtjes te kunnen vissen, dat zet je toch wel aan het denken. Enfin, om 20 uur waren we thuis. Vlug frieten gehaald, de tafel gedekt, speciale biertjes op tafel en smikkelen maar. Bedankt voor de hulp, trouwe visvrienden.
Deze morgen ben ik om half vijf zowat uit mijn bed gebliksemd. Een hevig onweder met harde donderslagen was hiervoor verantwoordelijk. Aangezien slapen er toch niet meer in zat, heb ik er niets beter op gevonden om vlug het feedermateriaal in de Jeep te stoppen om na de onweersbui het thuiskanaal tijdelijk onveilig te maken. De moeite was niet voor niks. De beet zat er goed in. Na vier uurtjes vissen telde ik 3 reuzegiebels en 6 mooie brasems. Het visgedeelte van mijn zondag kan terug niet meer stuk. En nu aandacht voor andere zaken.

zondag 15 mei 2011

Licht feederen op het kanaal

Enkel deze voormiddag had ik vrij en wat doe je dan in de gesloten roofvisperiode als je wil vissen ? In mijn geval feederen in een Vlaams kanaal met mijn onlangs aangekochte Peter Van De Willik Short Distance Feeder 320.
Vandaag stond er bijna geen stroming, dus koos ik voor een 3/4 oz. glastop op de feeder. Als molen een Shimano Stradic, verder een Fox-korf en 12/100 onderlijn met haakje nr. 16. Very basic.
Om 7.00 uur zat ik al op mijn stekje. Worp na worp plaatste ik mijn korf op een viertal meter van de oever aan de overkant. Het eerste uur verliep aanbeetloos. Zouden de brasems verstek laten gaan ? Nog vervelender werd het toen 2 meerkoeten besloten op mijn voerplek te duiken en er met mijn voer aan de haal te gaan. Zo zou het zeker niet lukken. En zeker niet toen een motorboot het nodig vond op korte tijd tweemaal over de ondiepe voerplek te varen.  
Na ruim twee uur kwam de eerste aanbeet door en werd een klein brasempje tijdelijk het mijne. Ongeveer om het half uur kreeg ik beet, waardoor ik rond de middag kon afsluiten met 6 brasems waaronder een paar hele mooie. Niet spectaculair, maar toch een leuk resultaat voor een half dagje aan de waterkant. 
Ik heb er nog maar een paar maal mee gevist maar nu al vind ik deze lichte Peter Van de Willik feeder een tophengel. Deze hengel heeft niet alleen een uitstekende beetregistratie maar maakt tevens van een brasem geen luie dweil maar een behoorlijke vechter.Toch heeft deze feederhengel voldoende ruggengraat. Een hengel die ik voor echt (licht) witvisplezier kan aanbevelen.

zondag 8 mei 2011

Er even tussenuit

Als ik vandaag, na een snelle tussendoor feedersessie van zo'n vier uur, naar huis toe rij, overvalt me terug een nostalgische bui. De autoradio staat aan en op Joe Fm geven ze de top 30 van 1977. Nummers zoals "Sound and Vision" van David Bowie, "Go your Own Way" van Fleetwood Mac en "What can I say ?" van Boz Scaggs komen achtereenvolgens aan bod. Genoeg om me met een zalig gevoel terug te brengen naar mijn onbezorgde jeugdjaren die ik voor een groot deel aan de waterkant doorbracht (en een ander groot deel in de jeugdclub achter de draaitafels). Er was niet veel hengelwater in mijn dorp, doch enkele vissvijvers binnen fietsafstand volstonden voor mijn bijna dagelijkse vissessies. Aanvankelijk viste ik op blankvoorn, brasem en karper, maar al vlug schakelde ik over op roofvis. Eerst met levend aas. Hiervoor ving ik dagelijks zo'n tien grondels, ijzersterke aasvisjes, waarmee ik actief slepend behoorlijk wat snoek wist te vangen. Na een korte levendaasperiode kwam al vlug kunstaas aan bod. Kunstaasvissen heeft me sindsdien niet meer los geleten.
Ik kon het vandaag niet laten om mijn Peter Van De Willik Short Distance Feeder 320, die ik onlangs kocht voor het lichte werk op kleine kanalen en vijvers, uit te proberen op een kanaal in mijn buurt. Dus deze morgen vroeg was ik al op post.
Spijtig genoeg begon de dag al met ergernis. Aan een zitbank nabij het kanaal had men het gisteren blijkbaar nodig gevonden uitgebreid te barbecuen en daarbij al de rotzooi achter te laten. Het jaagpad ligt bezaaid met lege verpakkingen, tientallen lege flessen, etensresten , tot een weggeworpen stoel en tafel toe. Hier zal de milieudienst blij mee zijn.
Feederen zou vandaag niet gemakkelijk worden. Het kanaal is omgeven door populieren die momenteel in bloei staan zodat het water vol met witte pluizen drijft. En die pluizen blijven in je hoofdlijn hangen of zijn op sommige momenten zo overvloedig aanwezig dat vissen onmogelijk wordt. Bovendien stroomt het kanaal soms wel, soms niet. Is bovendien het water helder en ondiep en passeren er regelmatig plezierbootjes die het voer van je voerplek verspreiden zodat je opnieuw kan beginnen.
Van de zes bijgeleverde toppen, kies ik de 1 oz. glasvezel top. Dit is het op één na lichtste topje dat garant staat voor een optimale beetregistratie. Aan mijn gevlochten hoofdlijn gaat opwille van de stroming noodgedwongen een Fox-voerkorf van 28 gram. Als onderlijn 12/100 G-line en een haakje nr. 16 van Drennan. Mijn voer is zoals zo vaak vaak een basissamenstelling van broodmeel, polenta, biscuit, gemalen hennep en enkele additieven. Aan de haak twee maden.
De beet zit er op dit moeilijk water niet goed in. Gelukkig krijg ik achtereenvolgens gezelschap van een moedereend met kuikens, enkele agressieve meerkoeten en een hyperactieve waterrat. Aangezien ik langs het jaadpad zit, krijg ik bovendien de kans uitgebreid de principes van het feederhengelen aan een vijftal passanten nader te verklaren. 
In de vier uur vissen krijg ik een tiental aanbeten,waarvan ik er slechts vier weet te verzilveren. Ik vang achtereenvolgens een grote blankvoorn en twee kleine brasems. Voor een vierde brasem heb ik de hulp van mijn nieuw schepnet nodig. Ik kocht me onlangs een ovalen Korum barbeelschepnet met mazen die omgeven zijn door een rubbercoating. Nu al vind ik het een handig schepnet.
Een laatste brasem, de grootste van de dag, heb ik ongeveer dertig seconden aan de lijn, waarna hij los schiet. Als de zon door de wolken breekt, stoppen de aanbeten en is het tijd om naar huis te gaan. Daar wachten immers andere verplichtingen.

zaterdag 7 mei 2011

Prijs !

Ik heb de indruk dat naarmate ik ouder word, ik steeds harder moet werken en mijn tijd steeds korter wordt. Misschien omdat lichaam en geest niet zo goed meer mee kunnen ?
In ieder geval heeft een heel drukke week vol budgetterings- en investeringsplannen ervoor gezorgd dat ik geen minuut tijd gehad heb om aan hengelen te denken, laat staan actief te vissen. 
Mijn week werd echter plots opgevrolijkt door een berichtje dat ik van Jeroen Schonndergang ontving. Ik heb namelijk een Sakuma materiaalpakket voor de knutselende vliegvisser gewonnen. Echt benieuwd welke creaties ik daarmee zal kunnen maken. Als ik de tijd ervoor vind tenminste.
Vandaag heb ik, zoals altijd veel te laat, mijn visboot voor jaarlijks onderhoud naar de dealer gebracht. Volgende week kan ik mijn boot afhalen zodat ik nog net tijdig in de haven kan liggen voor het roofvisseizoen begint.
Ja, mijn boot ligt in de haven, omdat ik een hartsgrondelijke hekel aan traileren heb. Bovendien heeft mijn vismaat een gemakkelijk trailerbare boot zodat we toch niet aan één water gebonden zijn, maar bijvoorbeeld ook op de Oosterschelde op zeebaars en makreel kunnen vissen.
Na een vijftiental jaren met een Jumbo 475 van de firma Poelgeest gevist te hebben, vis ik sinds jaar of vijf met mijn droomboot, een Boston Whaler Montauk 170, die in plaats van met de gebruikelijke Mercury 90 pk van een 4-takt Yamaha 100 pk voorzien is. De Mercury, die standaard op de Boston Whaler stond, was een echte ramp, zodat ik het tweede jaar al verplicht was die te vervangen door een Yamaha. Dat was pas een opluchting. Sindsdien vaart mijn boot perfect, sneller en met een betere ligging aangezien de Yamaha 20 kg lichter weegt.
Over boten valt er veel te dicussiëren, maar voor mij is de Montauk 170 de ultieme visboot. Er bestaat voor deze lengte geen stabielere boot. Waar anderen bij harde wind reeds lang het water verlaten heb, kan ik nog steeds veilig varen en zelfs vissen.  Deze boot, die een middenconsole heeft, heeft veel visruimte, zodat we vaak met drie er op uitgaan om te kunstaasvissen en dit  zonder elkaar veel te hinderen. De Montauk 170 heeft volgens mij als enig nadeel dat hij zeer windgevoelig is. Door zijn geringe diepgang en zijn zeer hoog drijfvermogen, pakt deze boot  gemakkelijk veel wind en verlijert hij vlug. Dat is dit soms een nadeel is bij driftend vissen en bij het invaren van de ligplaats zal wel duidelijk zijn.
Aangezien het morgen moederdag is, zal er waarschijnlijk van vissen ook niet veel in huis komen. Misschien lukt het me nog om enkele uurtjes te feederen op een kanaal in de buurt. We zien wel.