donderdag 15 maart 2012

Geen brasem, maar snoekbaars

Weinig of geen wind en een zonnetje. Meer hadden Paul en ik als weerbericht niet nodig om samen de grote plas op te gaan om te vertikalen op snoekbaars.
Paul kwam, mijn afkeer voor vroeg opstaan indachtig, me pas om 8 uur ophalen zodat het reeds 11 uur was toen we met vissen konden beginnen.  En dit nadat we een trailerprobleem hadden moeten overwinnen. Er stond zo weinig water dat traileren ternauwernood lukte. "Geen probleem, we zitten er in en het water zal wel stijgen zodat we er vanavond gemakkelijker uitgeraken", zei ik nog. Hierbij twijfelde ik wel aan mijn eigen woorden, moet ik eerlijkheidshalve zeggen.
Een tiental boten waren druk in de weer. Het onafhoudelijk over en weer varen was voor mij al een indicatie dat het waarschijnlijk niet zo goed zat met de aanbeten.  En dat mochten wij ook ervaren. Ondiep, diep, shad, bladpilker of fireball, het maakte geen moer uit. In een kuiltje, langs het talud weg of er juist tegenaan, het maakte niets uit. Aanbeten kregen we toch niet.  In onze zoektocht naar vis, vonden we een traag aflopend talud van 12 naar 8 meter. Dit maar eens geprobeerd. De eerste drift kreeg ik al een keiharde aanbeet die me een mooie dikke snoekbaars opleverde. De snoekbaars had de witte berkley shad zo diep genomen dat hij volledig in de snoekbaarsbek verdwenen was. Bovendien zat het buikdregje in de kieuwen genesteld zodat het bloed uit de vis droop. Aangezien ik toch van plan was een snoekbaars voor consumptie mee te nemen, trouwens één van de weinige die ik jaarlijks meeneem, was dit exemplaar dat waarschijnlijk toch ten dode opgeschreven was, ideaal. De daaropvolgende driften brachten me nog twee kleinere snoekbaarzen op die zoals gewoonlijk direct terug hun element in mochten . Daarna niks meer.
Onvermoeibaar zochten we verder maar verder dan een baars en een gemiste aanbeet kwam ik niet. Paul moest het gedurende de volledige dag met slechts één misser stellen.
Alleen op de plas
Bij de terugvaart bleek het plots onmogelijk nog de trailerhelling te bereiken. Het water stond voor Pauls Orka, die toch enige diepgang heeft, ondertussen te laag. Er zat niets anders op voor Paul om het water in te springen om naar de auto te stappen en daarna naar de volgende trailerhelling, zo'n dertig kilometer verderop, te rijden.
Ondertussen vaarde ik op mijn eentje en moederziel alleen op de grote plas naar de trailerhelling. Tijd om te genieten van de ondergaande zon, de natuur rondom mij en de honderden ganzen die voor de boot het water uitvlogen. Ik was al zo'n tien minuten  in de haven aangekomen maar van Paul nog geen sein. Toen hij aankwam, bleek dat de politie hem aangehouden had met de vraag hoe het kwam dat hij 's avonds de parking aan de trailerhelling verliet zonder boot. Meer dan een uur later dan verwacht konden we uiteindelijk traileren en de rit huiswaarts aanvatten.

maandag 12 maart 2012

Geen snoekbaars, maar brasem

Niettegenstaande we nog deze maand van plan zijn een paar maal met de boot de grote plassen op te gaan om te vertikalen, doen we dit het liefst gedurende de week. Op de weinige windstille dagen is het in het weekend zo druk aan de trailerhellingen dat het niet leuk meer is. Het zou zondag dus feederen worden op één van de grote rivieren.
Het is eerder vroeg in het seizoen. We verwachtten nog geen grote vangsten. Enkele mooie blankvoorns, een grote winde of een paar mooie brasems zou al voldoende zijn om onze dag te doen slagen.
Om 11.00 uur zaten we op onze moeilijk toegankelijke stek aan de getijderivier. Paul en ik, zo'n tien meter van elkaar verwijderd, heavy feeder met 80 grams korf opgetuigd bij de hand. We begonnen beiden met een 2 oz top, maar vlug zou blijken dat dit te licht was en een 3 oz top onontbeerlijk was. Op de molen 30/100 nylon met als onderlijn 16/100 nylon met haakje 14. We vissen liever met behoorlijk zware nylon op een rivier vol steenstort met aangegroeide mosselen omdat nylon veel schuurbestendiger is dan dyneema. Als voer hadden we een mengeling van bruin paneermeel, beschuitmeel, polenta en nog een aantal geheime ingrediënten die Paul me niet wilde meedelen. Een handvol maden werd aan het voer toegevoegd. Ik kleefde het gaas van mijn voerkorf voor de helft af met plakband opdat het voer niet zo vlug uit de korf zou gaan.
De eerste brasem van de dag
De getijderivier stroomde behoorlijk hard, het afgaand tij was nog niet op z'n einde. We wierpen onze korven zo'n veertig meter ver, juist ver genoeg om ongeveer tien à vijftien meter voorbij het steenstort op de rivierbodem te liggen. Tot mijn grote verbazing had ik na tien minuten, vlak na het inwerpen van mijn tweede korf, al een heel mooie aanbeet. Alle spanning viel van de lijn, de feedertop veerde recht en ik stond een zwaar beukende vis aan het eind van de lijn te drillen. Omwille van mijn dunne onderlijn kon ik geen druk genoeg op de zit zetten waardoor hij zich vast zwom in de stenen met als gevolg dat ik korf en vis kwijt was. Daar baal ik nu van. Dit zou me vandaag niet meer overkomen. Ik besloot een onderlijn van 20/100 nylon met plat gesmede Mustadhaak nr.12 te monteren. Dit vind ik nu eens een heel zware witvismontage maar de stenen lieten me geen ander keuze toe. Paul viste ondertussen met 18/100 onderlijn. Naarmate de stroming geleidelijk afnam kwamen de aanbeten er goed in. De witvis had blijkbaar geen last van het nog ijskoude water. Paul wist de eerste vis van de dag, een dikke brasem van ruim twee kilogram, na een zware en lange  dril te landen. Deze rivierbrasems zijn toch van een ander allooi dan hun soortgenoten op stilstaand water. Waar we eerder blankvoorn of winde verwacht hadden, kregen we gedurende vijf uur aanbeet na aanbeet van brasem en dit tot het getij van richting veranderde. Tot dan hadden we nog geen last gehad van zwartbekgrondels maar plots kwamen die vervelende kwelduivels op de proppen waardoor we geen brasem meer vingen.
Maar we konden op een zeer geslaagde dag terug kijken. Op zes uur tijd wisten we drieëntwintig grote en ijzersterke brasems, tussen anderhalve en drie kilogram, te vangen en nog zo'n tiental kwijt geraken. Meestal omdat ze van de haak los schoten en nog éénmaal doordat een groot exemplaar zich tussen de stenen vast zwom. Verder vingen we nog een aantal zwartbekgrondels maar noch blankvoorn, noch winde was van de partij. Nochtans hadden we deze vissoorten eerder verwacht dan brasem.
We konden na een mooie visdag de terugreis naar huis aanvangen en sinds lang konden we nog eens visdag afsluiten in de McDonalds aan de grensovergang te Meer voor een portie chicken nuggets met een grote portie friet.

zondag 4 maart 2012

Einde seizoen

Eind februari sluit het snoekseizoen in Nederland en het houtduivenseizoen in België. Verleden week ging de aandacht zowel naar jagen als vissen uit. Voor het seizoen sloot, zouden er immers nog houtduiven geschoten worden en snoeken gevangen. Daar waren we zeker van.  
De laatste zaterdag van februari kwamen we samen bij Roland om met de vrienden voor de laatste maal dit jachtseizoen houtduiven te belagen. We waren met zijn vieren en zouden op verschillende plaatsen onze posities innemen, hopende dat we door verspreid schieten de duiven aan de vlucht zouden kunnen houden. Nog voor negen uur zat ik op de mij bekende plaats in het kleine eikenbos.  Patronen,eten en drinken bij de hand en mijn vertrouwde Perazzi in kaliber 12 in de aanslag. Het allesbehalve winderige weer zorgde voor weinig animo bij de houtduiven. Tot half elf in de  voormiddag waren er heel weinig te bespeuren. De voormiddag kabbelde langzaam weg zonder veel actie. Langzaam dommelde ik weg. Het merendeel van de duiven vloog te hoog en dus buiten schot voorbij.  Andere duiven, die naar het bos toe vlogen, hadden me meestal op tijd in de gaten en konden nog net aan een dodelijk schot ontkomen. Het einde van het jachtseizoen was heel goed aan het gedrag van de bosduiven te merken. Het merendeel had wel al eens kennis gemaakt met een jager en was bijgevolg heel voorzichtig geworden. De houtduiven op het einde van het seizoen zijn overlevers die zeker niet gemakkelijk te benaderen en te bejagen zijn.
Tegen de middag aan begon de wind wat op te steken wat bijna onmiddellijk in meer actie van de duiven resulteerde. Er begonnen er steeds meer over en weer te vliegen. Bovendien waren ze niet meer zo schuw zodat mijn kansen toenamen. Meer en meer houtduiven kwamen binnen schot. Over mijn resultaten kon ik echter niet tevreden zijn. Misser volgde op misser.  En in zo’n situatie begin je na te denken wat je fout doet en probeer je meer berekend te schieten. En iedere jager weet dat je dat juist niet mag doen omdat het je resultaten naar beneden haalt. Gelukkig kreeg ik na zo’n tien missers mijn oude elan terug en kon ik vlak na de middag afsluiten met dertien duiven. Ook mijn vrienden hadden het deze dag moeilijk gehad om een goed resultaat neer te zetten. Toen we allen aan het jachthuis  aangekomen waren en het tableau hadden uitgelegd, konden we  een eindresultaat van 44 duiven bekijken. Niet zo spectaculair, maar het zijn niet de aantallen die belangrijk zijn in het jachtplezier en de natuurbeleving. De vriendschap en de geanimeerde gesprekken des te meer en conversatie was er volop gedurende de voortreffelijke maaltijd, die Rolands echtgenote bereid had, en die bovendien vergezeld ging van enkel glazen uitstekende wijn. Jagers houden niet alleen van jagen en natuur, maar ook van goed eten en plezier en dat was er volop. De wilde zalm en de hazenpaté smaakten zo goed, de sfeer zat er dermate goed in dat  enkelen van ons hun afspraken vergeten waren. Ze kwamen veel te laat thuis wat hen geen goede punten bij hun vrouwen opleverde. Aan tafel hadden we het uitgebreid over het plezier dat jagen en vissen ons verschaft, maar ook over het vaak falende beleid in jacht- en viszaken en de publieke opinie die ons vaak niet weet te appreciëren of naar waarde te schatten.  Toen we afscheid namen mochten we Roland en echtgenote een goede visreis toewensen. Ze hebben immers het geluk op (vlieg)visreis naar Costa Rica te gaan. Bonefish en tarpon zijn alvast gewaarschuwd.
Zondag en woensdag werden doorgebracht in de polder. Zondag waren we in het Groene Hart. En met ons nog heel wat kunstaasvissers. Echt tientallen hengelaars liepen her en der in de oerhollandse polders waar er spijtig genoeg steeds minder van zijn. Ik heb de indruk dat naarmate  iets zeldzamer wordt, er steeds meer mensen willen aan participeren. Hoe minder jachtterreinen en hoe minder wild, hoe meer mensen er willen jagen. Het aantal deelnemers aan het jachtexamen blijft jaar na jaar stijgen. En hoe minder goede polders, hoe meer kunstaasvissers. En ondanks de crisis en de dure benzineprijzen, afstand geen bezwaar. Minstens de helft van de hengelaars komt uit België, zo leren de autoplaten ons.
Om aan de grootste drukte te ontsnappen, besloten we de auto te parkeren en te voet de polder in te trekken. Zo’n vier kilometer verder weten we immers een aantal weteringen liggen waar we al meer dan twintig jaar komen en waar zelden gevist wordt. Deze polder is echter niet meer zo goed als vroeger. Hij is immers voor een groot deel verland. Maar er valt altijd wel een snoekje te vangen, al was het zondag geen goed snoekweer. Noël ging met de shad aan de slag, ik met de Strike Pro Babybuster. Deze jerkbait is voor mij dé poldertopper. Goed te werpen, ondiep te vissen en vol actie. Ik heb deze Babybuster momenteel in negen verschillende kleuren en naargelang de omstandigheden vangen ze alle negen. Elke jerkbait vertoont diepe krassen van snoekentanden en zo heb ik het graag. Op het einde van de namiddag, als alle sloten in deze polder afgevist zijn, sluit Noël af met slechts één aanbeet. Ikzelf wist drie snoeken te vangen en er twee te missen.  Op onze terugtocht naar de auto houden we verschillende malen halt om de hazen in de polder  te aanschouwen.  Het is rammeltijd en de hazen lopen in groepjes van vijf tot acht hazen achter een moerhaas aan om te paren.  De hazen zijn in de paartijd volledig blind voor wat er rond hen gebeurt zodat ze goed te benaderen en te observeren zijn.  
Woensdag sluit ik in gezelschap van Paul het snoekseizoen af in een polder waar wij beiden de enige Belgische leden van de vereniging zijn. Er hangt een dikke mist. Terug zit het met de omstandigheden niet mee maar we laten ons niet afschrikken. Gevist en gevangen zal er worden.  We starten aan een  kilometerlange ondiepe boezemwetering. Niettegenstaande het ondiepe water en de lange vorst, is er geen vissterfte merkbaar. Paul vist met de baitcaster en jerkbaits, ikzelf met de nieuwe Fox Proshads. Ik kies een 17cm lange bruin/witte shad met een oranje staart, een grote pos met een opvallende staart. Het eerst uur krijgen we een paar volgers, meer animo is er niet. Peinzend vis ik verder tot ik opgeschrikt wordt van een roerdomp die plots voor mij uit het riet opvliegt. Een zeldzame reigerachtige die ik jaarlijks toch enkele malen op mijn pad ontmoet. Aangezien de beet er niet echt inzit, vissen we na een tijdje door op automatische piloot. Na de middag komt er toch een etensuurtje voor de snoek. Op korte tijd krijg ik acht aanbeten waarvan ik er vier weet te verzilveren. Telkens komt er een snoekje van rond de vijfenvijftig centimeter aan de kant.   Pauls jerkbaits leveren hem geen enkele aanbeet op. Afsluiten doen we in “ons” poldertje. Paul heeft ondertussen van kunstaas gewisseld en weet een mooie poldersnoek met een geel/groene shad te verschalken. Met een grijze Babybuster vang ik ook nog een snoekje. Ja, het snoeken zit er op. Als het weer het toelaat staat  in maart nog wat snoekbaarsvissen op groot water op het programma, evenals het feederen en trotten op de grote rivieren op winde en brasem. We kijken er al naar uit.