zaterdag 19 januari 2013

Houtduiven in de sneeuw

Het is bijna een week geleden dat ik in bij Roland geïnviteerd was om in de voormiddag op houtduiven te jagen.
Tegen dat we goed en wel op onze posten waren, was het reeds negen uur gepasseerd. We hadden bij de koffie en het ontbijt wat blijven napraten en waren zo een beetje het uur uit het oog verloren.
Roland zette me met de jeep af in het bosje met de hoogzit, terwijl hijzelf zo'n kilometer van mij in een andere bos plaats nam. Kwestie van een beetje verspreid te zitten en zo door het schieten de duiven vliegende te houden.
Het landschap was door de vele sneeuw, die recent gevallen was, echt adembenemend mooi. Het was trouwens veel jaren geleden dat we nog eens bij sneeuw duiven konden jagen. Nu de wetgeving gewijzigd is, kan het opnieuw. Zolang het echt niet te hard vriest, moet jagen wel kunnen, meen ik.
 Er zouden er nog volgen
Aangezien ik laat op mijn post toe kwam, waren de buitenste bomen van het bosje reeds ingenomen door tientallen duiven, die, zodra ze me in de gaten kregen, op de vlucht gingen.
Ik nam plaats in de hoogzit maar zag al vlug dat dit geen goede keuze was. De houtduiven kwamen van een kant aangevlogen waar ik geen goed zicht had, zodat ik ze te laat in het vizier kreeg. Raak schieten was op deze manier quasi onmogelijk.
Zo goed als mogelijk posteerde ik me tussen enkele bomen zodat ik voor de aanvliegende duiven toch niet te veel zou opvallen. Sommige duiven hadden het door en gingen nog buiten schot ijlings op de vlucht. Andere houtduiven kon ik dicht genoeg laten komen zodat ik ze kon aanspreken. Tot ongeveer half twaalf kwamen duiven aanvliegen, zodat ik regelmatig in actie kon komen. En alhoewel het terug reeds een poosje geleden was, ging het vlot. Na een drietal uren stopten we. Roland had 23 duiven en ikzelf 18. Een mooi tableau voor een voormiddagje jagen.  Heerlijk voor in de soep.  

zaterdag 12 januari 2013

Binden

Aangezien ik steeds solidair met vrienden en collega's ben, heb ik meteen ook maar hun verkoudheid overgenomen. Koorts en keelpijn hebben me genoodzaakt gisteren wat vroeger het werk te verlaten in een poging om thuis met warme drank en bedrust het tij te keren.
Vandaag voelde ik me te goed om nog langer in bed te liggen en nog te beroerd om zoals altijd te handelen.
Het beetje calvinist in mij laat echter niet toe te luieren waardoor ik maar besloot achter de vliegbindvice plaats te nemen.
Resultaat van vele uren noeste arbeid
Aanvankelijk was mijn doel me een voorraadje reservoirvliegen te binden. Reeds jaren neem ik me immers voor wat meer met de vlieg op forel te vissen. Vliegbindboeken met patronen, waaronder Bob Churchs drieluik : Guide to Trout Flies, Guide to the Champions' Fly patterns en Guide to New Fly Patterns , die onmisbare referentieboeken zijn, heb ik meer dan voldoende. Vliegbindmateriaal heb ik ook redelijk voorhanden. Het probleem is echter altijd dat je quasi bij elk vliegbindpatroon toch nog een specifiek onderdeel mist, waardoor je de vlieg niet kunt binden. Nu ben ik wel voor improviseren en het inbinden van andere materialen maar het mag niet te veel schelen. Al vlug kwam ik tot de conclusie dat ik te veel specifiek materiaal ontbrak om op een deftige manier forelstreamers en -nimfen te binden.
Mijn forelvliegbindplan werd dus redelijk snel afgeblazen en vervangen door een rondje tandemstreamers voor snoek binden. Bucktail heb ik steeds in alle kleuren in huis. Niet alleen voor het vervaardigen van snoek- , snoekbaars- en baarsstreamers maar ook om spinners en spinnerbaits op te vrolijken.
Het resultaat van een dagje binden waren vier tandemstreamers in mijn geliefde geel/oranje en grijstinten combinaties.
De geel/oranje tandemstreamer met flashabou en grizzlyhackles, gebonden op twee met dacron verbonden haken 4/0 of 6/0,  is bij het snoekstreameren bijna altijd mijn eerste keuze. Net zoals ander kunstaas, vis ik in water tot zo'n meter diep, streamers steeds binnen op een manier dat ik ze altijd kan zien. En geel/oranje is een kleur die je extra goed ziet.  Aangezien ik veel met deze kleurencombinatie vis, vang ik er dan ook veel mee. Maar ik blijf toch overtuigd dat het met geel/oranje streamers goed snoeken is.
Voor het snoekbaarsstreameren met snelzinkende lijnen daarentegen geef ik de voorkeur aan streamers in gele, chartreuse, witte of een combinatie van deze kleuren. Snoekbaarsstreamers zijn best zo'n tien à twaalf centimeter lang, upside down gebonden (op keelhooks als je ze nog ergens vindt) en voorzien van kettingoogjes.
Verder heb ik ook nog twee tandemstreamers in grijstinten gebonden. Een paar jaar geleden ving ik een behoorlijk snoek, die naast mijn Sandra softbait, ook nog een fikse grijze waterrat in de bek had zitten. Een grijze snoekstreamer moet dus zeker mogelijkheden bieden.
Terwijl ik dit schrijf , krijg ik een telefoontje van Roland. Duiven schieten morgen ? "Dat zal wel lukken", antwoord ik. Geweer en patronen klaar zetten en met warme drank vroeg naar bed. Nog even de eindstrijd tegen de virussen voeren, hoop ik.

maandag 7 januari 2013

Voor geen meter

Blij dat ik nog in één stuk ben.
Toen ik daarnet, komende van mijn werk, de tunnel in reed, viel enkele auto's voor mij een auto door pech plots stil. Aangezien er in de tunnel geen pechstrook is en ik niet naar links kon, zat er niets anders op dan volop op de rem te gaan staan. Gierende banden en verbrand rubber waren het gevolg. Ik kwam een meter voor het stilstaand voertuig tot een stop. Een vrachtwagen, vlak achter mij, kon me ternauwernood ontwijken. Dit kon gemakkelijk verkeerd afgelopen zijn.
Zon en snoek : meestal geen goede combinatie
Anderhalf uur nadien tril ik nog steeds na. Ik was van plan nog enkele snoekstreamers te binden maar dit zal niet lukken, denk ik.
Gisteren waren we terug op verkenning in de polder. Een aantal hoofdweteringen bleken quasi niet bevisbaar omwille van het zeer troebele water. Er werd nog steeds volop gepompt, vandaar.
De temperatuur was hoog voor de tijd van het jaar. 12 graden. Tegen de weervoorspellingen in brak de zon tegen de middag door. Zon en windstil weer. Dit kon niet goed zijn.
Zeker voor mij ging dit op. Ik ving voor geen meter. Op twee aanbeten na, die ik niet kon verzilveren, zag ik de volledige dag niets van actie. Ik had nochtans speciaal mijn Pezon et Michel Luxor Luxe 1200 splitcanehengel meegebracht maar het mocht echt niet baten.Alsof de hengel enig verschil maakt. Voor de eerste maal viste ik met wat de Amerikanen soft jerkbaits noemen. De op één na grootste maat Lunker City Fin S op een speciale  5/0 Texposer haak. En wat ik niet verwacht had : wat een  actie hebben die softbaits wanneer je ze jerkend binnen vist. Uitslaand van links naar rechts en af en toe rollend. Net als een hybride jerkbait. En waarempel na een half uur kreeg ik er aanbeet op. Van best een mooie snoek. Die ik miste. Een enkele haak en een nogal slappe hengel zijn niet de beste combinatie, zag ik nu in. Spijtig genoeg verspeelde ik even later het kunstaasje zodat verdere experimenteren ermee er niet meer inzat. Maar dit kunstaas biedt bovenstebeste opportuniteiten. Daar ben ik zeker van.
Paul zat het beter mee. Hij ving in de voormiddag twee mooie snoeken op een roze en een groene foxshad. Daarna speelde de zon hem ook parten en bleven de aanbeten uit.
' s Avonds kregen we bij de laatste worpen nog het gezelschap van een watervleermuis dat rond onze hoofden rondfladderde. Misleid door de warmte uit zijn winterslaap gekomen. Hopeloos op zoek naar insecten want die waren er niet.  Gaat het dan toch totaal verkeerd met de natuur ?

WebRep
Algemene beoordeling
Deze site heeft geen beoordeling
(niet genoeg stemmen)

vrijdag 4 januari 2013

Zomaar een overpeinzing

Volgens Mahatma Gandhi is de beschaving van een volk te meten aan de mate van respect waarmee ze met hun dieren omgaat.
Het mag misschien wel eigenaardig overkomen dat ik als passioneel jager en visser deze quote over neem. Ik geef er evenwel mijn eigen invulling aan. Onder respect versta ik immers niet het vaak overdreven, zelfs wereldvreemde, gedrag, waarmee baasjes met hun huisdieren omgaan. Ik mag dan een honden- en  kattenvriend zijn. Het gaat me echt te ver als huisdieren op een ziekelijke manier vermenselijkt worden.
Het gaat me in deze eigenlijk meer over het volgende.
Nu voor mij terug een drukke periode van beroepsactiviteit aangebroken is, pleeg ik wel eens na gedane arbeid een wandeling langs het viswater te doen. Daarbij viel enkele dagen terug mijn oog op een snoekdobber die steeds maar rondjes door het water deed. Een aangezien dobbers dit niet uit zichzelf doen kon het niet anders of er hing nog een snoek aan vast. De volgende dag vond ik de dobber met onderlijn terug evenwel zonder snoek. De hoofdlijn bestond uit licht nylon, eigenlijk te licht om mee te snoeken, en de onderlijn uit gevlochten lijn die doorgebeten was. Resultaat een verspeelde snoek met een haak in zijn strot.  Deze snoek ging waarschijnlijk een ellendige dood tegemoet. Duidelijk het gevolg van de daden van een onwetende hengelaar. Dit noem ik nu eens gebrek aan respect. Als je vist doet het dan ook zoals het hoort. En daar ontbreekt het vaak aan.
Je mag natuurlijk niet veralgemenen. Heel veel vissers hebben het beste voor met hun buit. Zeker karpervissers, zonder roofvishengelaars te kort te doen, blinken hier in uit. Zachte onthaakmatten en wondverzorging na het onthaken zijn ondertussen gemeengoed geworden. Dit is het andere uiterste van het verhaal.
Langs de andere kant zijn er echter nog tal van hengelaars die echt niet weten hoe het hoort. Die het misschien  wel goed bedoelen maat toch maar wat aanmodderen. Intriest eigenlijk.
Zowel in de jacht, als bij het vissen, zijn levende levens het essentiële onderdeel van je natuurbeleving. Ze verdienen dan ook het grootst mogelijk respect. In wezen is er weinig verschil tussen jagen en vissen toch liggen de voorwaarden die gesteld worden om de activiteit te mogen beoefenen mijlenver uit elkaar. Pas na een lange opleiding en het slagen in een door de overheid georganiseerd theoretisch en praktisch jachtexamen kan men zich een beginnend jager noemen, terwijl eenieder zomaar geacht wordt de hengelreglementering en de praktische handelingen onder de knie te hebben. Alsof een karper of een snoek veel minder respect verdient dan een haas of een fazant. Ik kan er eigenlijk niet goed bij.
En ja, ik weet het. We worden platg egooid met bureaucratische regeltjes. Maar zou het toch niet beter zijn mocht een visvergunning pas na het slagen in een theoretische en praktische test uitgereikt worden ?