zaterdag 16 maart 2013

Capreolus capreolus

Deze namiddag was ik even op de bank gaan liggen om vlug een tv-programma te bekijken dat ik opgenomen had. Enkel de begingeneriek heb ik gezien. Na enkele minuten was ik al in dromenland. Blijkbaar was ik de voorbije weken net iets te diep gegaan.
Na mijn dagtaak had ik de voorbije weken enkele uren de tijd om te snoekbaarzen op het kanaal.
Een drie uur durende sessie met Nico leverde echter niet het verhoopte resultaat op.
Twee avonden wapperen met de streamerhengel om met een snelzinkende lijn en midgetstreamer een snoekbaars of baars te vangen, was evenmin succesvol.  Maar ik putte al plezier uit het (ver)werpen op zich. Een beetje oefenen met de vliegenhengel kan bovendien nooit kwaad.
Net voor het jachtseizoen op reegeit en reekitsen sloot, vond ik ook nog tijd om twee maal 's morgens vroeg te gaan aanzitten.
Op de uitkijk, wachtend op wat komen kan
Dit betekende echter ontiegelijk vroeg opstaan om nog in het donker op de hoogzit plaats te nemen, op weg naar het jachtrevier gladde wegen en natte sneeuwbuien trotserend. Ik werd echter tweemaal beloond met prachtige zonsopgangen, ontwakende fazanten en houtduiven, rondhuppelende konijnen, een frivole eekhoorn en, wat dacht je, reeën.
De eerste ochtend stonden na meer dan een uur rond staren, plots een zestal reeën aan de rand van het bos. Het waren ofwel bokken, ofwel niet aan te spreken kitsen. Tot een reegeit te voorschijn kwam. Niet geaarzeld. Zo stil mogelijk mijn oude vertrouwde Tikka .243 genomen, veiligheid af, ree in het dradenkruis, uitademen en een zo goed mogelijk bladschot op zo'n goede 100 meter afstand geven. De ree tekende op het schot en we vonden ze een eindje verder. De inslag bleek op de perfecte lijn te zitten maar net ietsje te laag. Ik twijfelde of mijn kijker nog wel goed afgesteld stond tot ik zag dat ik een kogel met een iets zwaardere kop gebruikt had dan die waarmee ik ingeschoten had. Waarschijnlijk lag daar de reden.
De tweede dag begon met een zonsopgang in volle glorie, met het gebruikelijke kleinwild en drie reeën die echter met grote snelheid van het ene naar het andere bos wisselden en me geen enkele kans gaven. Hoe dan ook het is mooi, maar vermoeiend geweest.  

zaterdag 2 maart 2013

Rapfen, Jäger der Flüsse

Al een paar jaar zijn mijn roofbleivangsten tanende, dus waarom eens geen vakliteratuur gekocht uit landen waar ze al langer ervaring hebben met roofblei.
Het pas verschenen boek "Rapfen, Jäger der Flüsse" van ene Florian Laüfer leek me een goede keuze. Duits is wel niet mijn favoriet taal. Ik neig meer naar de Angelsaksische landen. Maar ja, voor meer kennis dient af en toe eens een taalbarrière doorbroken te worden. Bovendien is de Duitse degelijkheid overal geroemd. En toevallig had ik net een cadeaubon van de Standaard boekhandel gekregen. Kon ik die mooi ten gelde maken.
Niets dan lof overigens over de Standaard boekhandel die zich veel moeite getroost heeft om op zoek te gaan naar dit voor hen wel heel verrassend boek. Over het algemeen verkopen ze immers kookboeken, reisgidsen en romans.
Na enkele dagen kreeg ik van de vriendelijke dame van de boekhandel een mailtje dat ze het boek gevonden hadden en dat ik het dra zou kunnen afhalen.
Sinds gisteren ben ik de gelukkige bezitter van dit Teutoons werk over de Zielfisch "Rapfen" of Roofblei. Naast een boekje met foto's van kunstvliegen met een Duitse titel is dit overigens nog maar het tweede Germaanse werk in mijn boekencollectie.
Ondertussen ben ik tot de vaststelling gekomen dat naarmate je ouder wordt, je blijkbaar minder slaapt. Soms vervelend, maar nu een opportuniteit. Dus nam ik vannacht dit boek met 220 bladzijden uitsluitend over roofbleivissen al eens globaal door.
Naast de obligate beschrijving van de Zielfisch, gaat veel aandacht uit naar stekken, spinnen met plugs, spinners, lepels, vissen met Sbirolino's en vliegvissen. En om elke rechtgeaarde roofbleivisser lekker warm te maken voor het nieuwe seizoen op deze wonderbaarlijke hardknokkende visetende witvis, wordt besloten met een aantal Rapfenstorys. Echte thrillers voor wie een gevoelige natuur heeft.
Laat me beginen met te zeggen dat dit een uitstekend boek is voor wie op roofblei wil beginnen vissen (tenminste als de hengelaar in kwestie een minimale kennis van Duits heeft, want zoveel plaatjes staan er niet in), maar dat het merendeel van de reeds jaren experimenterende roofbleivissers in de lage landen veel reeds vertrouwde zaken zal terugvinden. Interessant is bijvoorbeeld de gedetailleerde beschrijving van wobbler (plugs), stick- en jerkbaits, oppervlakte- en ratelpluggen, die het volgens de auteur zeer goed doen voor roofblei. Enkele van de genoemde kunstaasjes zoals de drijvende Shallow Shad Rap 7 van Rapala, de Rattlin' Chug Bug 7 van Storm en de drijvende Minnow 7 van Salmo behoren sinds jaren ook tot mijn favorieten.
Voor mij ging het interessantste deel het luik over vliegvissen op roofblei omdat over deze materie niet zo veel terug te vinden is. Materiaal en vliegen worden in een dertigtal bladzijden toegelicht. Interessante bindpatronen zijn in het boek opgenomen.
Zonder het boek grondig gelezen te hebben, kan ik het nu al aanbevelen. Zoveel boeken behandelen immers niet het roofbleivissen. Misschien ben ik wat verwend, maar de foto's vond ik een beetje ouderwets aandoend. En sommige kunstvliegen zien er echt verfomfaaid uit. Een kniesoor die daar echter op let.