woensdag 22 juni 2016

Reservoirpret

Laat ik nu toch wel eens het geluk hebben vlakbij een waterreservoir te wonen waar het heel prettig  vliegvissen is. De regenboogforellen zijn van groot formaat en meestal behoorlijke vechters zodat 20/100 nylon wel het minimum qua breeksterkte is. Door de geringe afstand, zowel tot mijn woonplaats, als tot mijn werk (het ligt er netjes midden in gelokaliseerd) breng ik er regelmatig enkele uurtjes door. Meestal rond dobberend in mijn Super Fat Cat bellyboot. En tussen de vissessies en plaspauzes door, een bij voorkeur Frans wijntje drinkend met mijn visvrienden.
Voor het vissen met de droge vlieg ben ik sinds Ierland fan van Falcon nylon met fluorocoating. Blijkbaar glanst dit nylon minder en is het daardoor minder zichtbaar voor schuwe forellen. Dit bleek toch op de glasheldere Ierse meren. Nu is het aantal dagen dat de forellen op "mijn " reservoir naar droge vliegen stijgen eerder beperkt. Maar wanneer het ze doen, is het meestal een waar festijn. Soms wordt de vlieg behoedzaam van de oppervlakte gezogen, soms kondigt een boeggolf van meters de aanbeet van een regenboogforel aan. De kunst van het vangen van regenbogen is echter om niet te vlug aan te slaan (dit in tegenstelling tot bruine forel waar men echt aandachtig dient te zijn) maar zelfs na al die jaren is het voor mij ook nog moeilijk mijn reflexen te bedwingen. Met als gevolg een gemiste forel en je krijgt al zo weinig kansen. Droge vliegen die het meestal doen zijn zwarte of donkerbruine hertenharen sedges, humpy's, adams en droog geviste muddler minnows op haak 10 of 12.
Het vissen met twee of drie buzzers verdeeld over een 6 meter lange leader en een drijvende of een intermediate lijn kan zeer effectief zijn met keiharde aanbeten maar de trage wijze van vissen ligt me niet zo. Meestal volstaat het immers om de vliegenlijn dwars op de wind in te gooien en gewoon te laten uitdrijven. Echt actief vissen is het niet.
Mijn voorkeur gaat derhalve uit naar het streamervissen waarbij ik worp na worp kan maken. En al dan niet traag binnen strippen. Naargelang het jaargetijde gebruik ik zowel snel zinkende, traag zinkende als intermediate en drijvende lijnen. Mijn leader is meestal zo'n 3 meter lang en bestaat uit 24/100 G-line met op ongeveer een meter van de punt een dropper met een kleinere streamer, een boobie of een natte vlieg. Mijn favoriete streamers zijn zwarte of olijfkleurige Wooly buggers of zonkers. Mijn vistechniek bestaat uit het heel actief op zoek gaan naar de forel, het zoeken naar de juiste diepte en de vangende inhaalsnelheid en -methode.
En dit jaar is het tot nu toe zeer goed vliegvissen. Verleden week met zaterdag 10 en zondag 9 gezonde, sterk knokkende regenbogen op mijn 7-hengel. Zaterdagnamiddag is alvast een nieuwe sessie gepland.

zondag 19 juni 2016

Mayfly season in Ireland 2

Wil je de energie van een dolenthousiast toppubliek nog eens beleven, dan kan ik de opname van "There always be an England" van The Sex Pistols  ( https://www.youtube.com/watch?v=o_SQI9kgqIc&t=2888s ) ten zeerste aanbevelen. Opgenomen in the Brixton Academy in 2007 naar aan aanleiding van het dertigjarig bestaan van deze legendarische groep. Momenteel mijn achtergrond bij het schrijven van deze post. Een beetje vreemde muziekkeuze voor een buitenmens, vind je misschien. Mijn  interesses zijn nu éénmaal heel ruim; vissen en jagen zijn er maar enkele van. En mijn leven nu al veel te kort.
Op dag 3 en 4 van ons verblijf stond het vliegvissen op één van de grootste Ierse meren in volle meivliegperiode op het programma. Van de 15 boten, die die dagen het meer opgingen, waren we de enige buitenlanders. De hatch van meivliegen was op zijn piek, de sfeer op zijn minst opgewekt te noemen en de verwachtingen en het enthousiasme van de Ieren groot. Moet je ooit eens beleefd hebben, ook al vang je niets.
Ierland blijf ik een fantastisch land vinden. Niet alleen omwille van zijn natuur, maar nog meer omwille van zijn ongelofelijke inwoners. Waar word je aan de trailerhelling welkom geheten door een lord in driedelig tweedpak met das die je verwelkomt en een mooie visdag toewenst. Waar vind je een lakeboot met drie hengelaars met een gezamenlijke leeftijd van 270 jaar, die samen nog nooit het jaarlijks meivliegseizoen gemist hebben ? De oudste hengelaar was 91 jaar, gekleed in meer dan verweerde regenkledij en droeg een reddingsvest die waarschijnlijk nog uit de tijd van de Titanic dateerde. Je weet wel enkele grote stukken kurk in een linnen vest ingenaaid. Ook bij deze nog zeer energieke bejaarde waren de vangstverwachtingen groot. Dat hij in de boot diende getild te worden omwille van te stijve ledematen, deerde hem totaal niet. And off they went. Aangezien ze met levende meivligen "dapten", vaarden ze eerst met een vlindernetje rond om de nodige meivliegen te vangen. Nooit gezien.
De eerste dag was er één op een windswept meer met hoge golven en oostenwind. We visten traditional loughstyle, dus met natte vliegen en dit geval met 1 dropper. Door de vlugge drift was zeker voor mij als leek heel moeilijk om contact te houden met de vliegen. Tal van meivliegen overal, maar geen stijgende forel te zien. Geen enkel aanbeet. Wat wil je in dergelijke condities. In de late  namiddag werd het wat rustiger zodat we toch nog enkel kanjers van bruine forellen zagen stijgen . Ik kreeg een aanbeet droog, op een Green Wulff, had de bruine forel voor een tiental seconden aan om daarna de vis kwijt te raken. Het was in ieder geval geen klein exemplaar.
Niettegenstaande de volgende dag er terug oostenwind stond was het kalm. 's Voormiddags wist ik een bruine forel op de natte vlieg, een Cock Robin, te vangen. 's Namiddags zagen we nu echt eens wat een rise van wilde bruine forellen op meivleigen betekent.  Over al waren meer of mindere discrete kringen van stijgende forellen te zien. Marc, onze gids, liet de boot telkens over honderden meters driften terwijl we met de hengel klaar stonden om stijgende bruine forel aan te werpen. Dit betekent inschatten welke richting de forel naar toe zwemt, om zo vlug mogelijk de droge vlieg een meter of twee voor de forel neer te zetten. Spannend, maar aartsmoeilijk. Roland wist er één te vangen, ikzelf kreeg verschillende kansen maar helaas. Maar wat een uitzonderlijke vliegviservaring.
       

zondag 5 juni 2016

Mayfly season in Ierland 1

Roland had reeds begin dit jaar vier dagen vliegvissen geboekt op het Ierse adres waar Paul en ik de laatste jaren verblijven. Op mij oud verblijfadres, waar ik de laatste 20 jaar regelmatig kwam, hadden we verleden jaar noodgedwongen al ons materieel, zoals bellyboten en waadpakken, dienen te verwijderen. De meer dan 80-jarige eigenaar was immers plots ernstig ziek geworden. Het huis kwam te koop te staan. Zo kwam aan 2 decennia persoonlijke contacten in een klein Iers dorpje plots, maar niet echt onverwacht, een einde.
Eén van de vele
Alhoewel het van in het begin de bedoeling was dat ik  Roland zou vergezellen, gooide een heropflakkering van een ziekte roet in het eten. Na verschillende weken herstel en een grondige check-up stond echter niets me nog in de weg om in extremis te boeken om samen met Roland enkele dagen gedurende het meivliegseizoen te vissen. De dagen voor vertrek werd regelmatig een Ierse Paddy gedronken om de ziektekiemen preventief de kop in te drukken.
Niet alleen forel
Niettegenstaande de heen- en terugreis door de situatie in Zaventem na de aanslagen en de stakingsdrift van onder meer de NMBS  alles behalve vlot verliepen, waren de dagen in Ierland zeer mooi en zonnig, zonder enige regen van betekenis.  Mooi weer betekende echter ook oostenwind en laat dit in de regel net geen echt goede windrichting zijn.
In plaats van direct de grote Ierse meren te bevissen, besloten we eerst een 700 ha groot forelmeer met een gemengde bezetting van wilde bruine forel en regenboogforel een kans te geven. De eerste dag dachten we met 27 forellen van gemiddeld 4 pond zo goed te vangen, dat we, een beetje tegen de zin van onze Ierse vriend en gids in, nog eens een dag op hetzelfde meer wilden doorbrengen. Op het einde van deze tweede dag en gedurende in totaal zo'n 15 uur vissen had we samen 93 regenboogforellen tot 5 pond en 1 bruine forel weten te landen. Roland voegde er nog 3 snoekjes, eveneens gevangen op forelvliegen, aan toe. Ettelijke grotere forellen raakte we kwijt door de keiharde aanbeten of doordat ze gewoonweg niet te houden waren om daarna in het riet vast te zwemmen. Een dergelijk resultaat op dit meer konden de locals zich niet herinneren. Wij hadden twee uitzonderlijke dagen mogen ervaren en hadden genoeg gevangen om de volgende dagen geduldig
de wilde bruine forel op de immens grote Ierse meren te belagen.