Deze week nam ik afscheid van mijn hoog bejaarde moeder. Sinds vijf jaar dementerend. Anderhalf jaar verblijvend in wat een woonzorgcentrum genoemd wordt omdat voor mijn 91-jarige vader de situatie thuis voor hem alleen, zelfs met hulp, niet meer haalbaar bleek. Elke dag opnieuw reed hij naar mijn moeder met zijn oude jeep. Zelfs op een autoloze zondag, want wie houdt nu een bejaarde man tegen die zijn vrouw wil bezoeken ? Elke dag hield hij haar hand een namiddag lang vast terwijl hijzelf in slaap viel. Elke dag bracht hij drank, mandarijntjes en chocola voor zijn vrouwtje mee. Totdat hij onvermijdelijk afscheid diende te nemen. Niettegenstaande voorbereid, viel het hem heel zwaar. Pa en ma, meer dan 65 jaar gehuwd, tot nu toe onafscheidelijk en nu voor eeuwig uit elkaar getrokken. Mijn pa was het die me de passie voor het vissen meegaf.
Hengeldromen op verre, visrijke bestemmingen heb ik steeds gehad. En deels gerealiseerd. Samen met mijn visvrienden, had ik fantastische visdagen in Ierland, Frankrijk en Zweden maar in IJsland, Noorwegen en Patagonië raakte ik nooit. Ik moet er dringend werk van maken want ook mijn levensklok tikt ongenadig verder.
Sinds mijn Boston Whaler op het droge ligt, rest ons voorlopig enkel kantvissen. In Noord-Frankrijk vissen we met de vlieg op de chalkstreams. Heel mooie, vaak ongerepte en heel heldere rivieren met een bestand aan bruine forel en mooie, grote vlagzalm. Mooie natuur in een rustige, landelijke omgeving. Maar wel aartsmoeilijk vissen.
Beter waren we af op de Franse rivieren net onder Parijs, die een mooi bestand aan grote barbeel herbergen. We waren er verschillende malen en na het betalen van het nodige leergeld kwamen de resultaten in de vorm van mooie, dikke, gouden, gestroomlijnde barbelen. Krachtig dat die vissen daar zijn. Daar kunnen de Ardense exemplaren niet aan tippen. Bij elke aanbeet werd immers de hengel bijna uit de steun getrokken. Laat ons in 2024 op dit elan verder gaan. Ook mijn tijd kort immers.