Alhoewel ik regelmatig met vliegenhengel en streamer op snoek vis, ben ik alles behalve een ervaren reservoir- of riviervisser op forel. Jaren na jaar maak ik me het voornemen om er meer met de vliegenhengel op uit te trekken maar het komt er gewoonweg niet van.
Aan het daadwerkelijke vliegvissen ging echter een eerst een langdurige zoektocht vooraf. De hengel (mijn 11 voets Loomis) en een vliegenreel (een oude Hardy Marquis multiplier, een museumstuk vergeleken met de hedendaagse large arborreels) en vliegenlijnen (een iets te zware drijvende en traagzinkende aftma 9, mijn glaslijn bleek zoek) waren betrekkelijk snel gevonden. Maar het vinden van een waadpak, leadermateriaal, vliegen (wat in godsnaam mee te nemen ?) en ander toebehoren nam voor mij als occasioneel en twijfelend vliegvisser toch heel wat meer tijd in beslag. Op hoop van zegen raakte tenslotte alles toch verzameld.
Paul kwam me om 7.30 uur ophalen en reeds voor tien uur stonden we bij Roland en co aan het OVM, zoals dit meer bij de vliegvissende pers vaak genoemd wordt.
Alhoewel het meer me niet onbekend is en ik toch een beetje ervaring heb in dit soort van forelvissen, vroeger opgedaan op het Veerse Meer, weet ik steeds, wanneer ik de plas daadwerkelijk overschouw, in de verste verte niet waar en waarmee ik moet vissen. Waar leek ons makkelijker op te lossen dan waarmee. Aangezien het weken zo koud was geweest leek het ons aangewezen de diepste plekken vanaf de oever te bevissen. Het leek ons ook logisch hiervoor een traag zinkende lijn te gebruiken : Paul, een glaslijn en ik, bij gebrek er aan, een niet te snel zinkende Wet Cel 2. Om de één of andere reden vis ik graag met zinkende lijnen. Daar had ik alvast vertrouwen in. De vliegenkeuze van mijn medevissers is me totaal ontgaan, maar ik heb de volledige dag met een streamertje, gemaakt van een konijnenzonker, op haak 8 gevist. Een zelf gebonden streamertje van zo'n zes centimeter lang van konijnenbont, cactuschenille en voorzien van 2 paar zwarte rubber pootjes. Om de één of andere reden heb ik ook een voorliefde voor vliegen met rubber legs. Die zien er voor mij altijd net iets vangkrachtiger uit.
Prachtig, toch ! |
En dan begon de vliegvismarathon wetende dat het meestal enkel de volhardende vliegvisser gegeven is om beloond te worden met een mooie forel. Want die zitten daar wel in het OVM. Gelukkig vind ik werpen met de vliegenhengel al een plezier op zich, zodat ik daar alleen al wat vreugde kon uit putten mocht de vis niet willen bijten. Met mijn zelf aangeleerde techniek probeer ik steeds mijn afstand te verbeteren. Gelukkig waren er niet te veel pottenkijkers, want mijn zelf aangeleerde dubbelstrip is een (tragi)komisch spektakel op zich.
Het (beginners)geluk lachte me echter deze maal toe. Na anderhalf uur werpen en het nu eens diep, dan eens ondiep laten afzinken van de vlieg, kreeg ik plots een heel licht gevoel alsof er iets aan mijn streamertje knabbelde. Ik stripte verder tot de streamer aan de oever was echter zonder een aanbeet te krijgen. Een paar worpen later werd dan toch de streamer heel voorzichtig genomen. Langzaam begon een vis in het diepe te knokken. Heel hard drillen kon ik met een leader van 20/100 ordinair nylon niet zodat het verschillende minuten duurde vooraleer ik een pracht van een regenboogforel van zo'n 55 cm kon landen. Alle koude en vragen rond de wijze van vissen waren eensklaps vergeten. Wat een mooie regenboog. Vlug onthaakt er daar hij ging hij er vandoor. Dat smaakte naar meer. maar niet vooraleer ik van Paul 3 meter 24/100 fluorocarbon gekregen had zodat ik bij een volgende dril minder risico zou lopen.
En die dril liet maar een paar worpen op zich wachten. De streamer werd immers bij het afzinken van de lijn genomen en enkele minuten later was terug een mooie, net iets kleinere, regenboog een feit. Mijn dag kon niet meer stuk. Een paar uur later dacht ik opnieuw een regenboogforel te mogen drillen maar het mocht niet zijn. Het bleek immers een grote bot te zijn die evenmin mijn streamer kon weerstaan.
Spijtig genoeg was ik de enige gelukkige van de dag. Na zeven uur zwiepen hadden mijn kompanen niet geluk een forel te kunnen haken op dit, op het eerste zicht, visloze meer.
In ieder geval smaakt dit naar meer. Een reden om wat meer vliegen te binden en het vliegvismateriaal eindelijk eens op orde te brengen. De hoop is terug gekeerd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten