Als de paling loopt staat het peurgerei klaar, zit er tong of wijting voor de kust gaan we 's nachts vanaf het strand vissen, een kring in het wateroppervlak volstaat om de vlokhengel uit de kast te halen, de vangst van de eerste zeebaars is voldoende om met het waadpak aan op een breker in volle stroming te staan en in de winter wordt de havenblankvoorn met de nimf belaagd.
Ook nieuwe vissoorten wekken onze interesse op. Zo waren we bij de eersten die op roofblei visten en er ook vingen. Ondertussen hebben we er al meer dan honderd in de boot gehad.
Velen vinden de diverse soorten grondels, zoals zwartbekgrondels, Kesslersgrondel en marmergrondels, die nu overal in de grote rivieren voorkomen flink vervelend. Wij ook. Ze nemen direct je aas dat voor andere vissen bestemd is met een verschrikkelijke vraatzucht. Je feedertop plooit door alsof een 4 ponds brasem er met je voerkorf vandoor gaat. Niets van. Het is een zwartbekgrondel van hooguit 10 cm. Bovendien zijn we bang voor het biologisch evenwicht. Deze grondels, die gelet op de vele aanbeten die we krijgen, in onwaarschijnlijk hoge aantallen moeten aanwezig zijn, zijn echte alleseters en we vrezen een ernstige predatie op de eieren van andere vissoorten. Het kan bijna niet anders dan dat de voortplanting van vissoorten, zoals baars en snoekbaars, in het gedrang zal komen.
Maar zoals altijd maken we van de nood een deugd door gericht op deze supervervelende grondels te vissen. We zullen ze een lesje leren ! Ultralicht met een dropshothengeltje en 3 tot 5 gram lood. Met een haak nr. 4 en een stukje zager.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten