donderdag 23 januari 2025

Het kriebelt terug

 Eenmaal hengelaar, altijd hengelaar.

Spijtig genoeg kwam ik verleden jaar niet voldoende aan vissen toe. Na het overlijden van mijn moeder, overleed, niet geheel onverwacht maar toch plots, mijn vader. De volksmond zegt dat het altijd te vroeg is, maar toch kan ik terugkijken op de vele mooie jaren die zij samen mochten doorbrengen en de vele leuke momenten met het gezin. De talrijke uitstapjes en reizen waarbij een hengel nooit in de koffer ontbrak en waarbij bij iedere halte, natuurlijk aan de oever van een meer, rivier of plas, gevist werd, meestal zonder vergunning.

Zo herinner ik me een vismoment aan de Koningin Astridkapel te Kuessnacht aan de oevers van het Vierwoudstedenmeer in Zwitserland. Ik moet zo’n jaar of tien geweest zijn en gewapend met een wit volglashengeltje waadde ik in korte broek het meer in. Veel ervaring en vertrouwen had ik toen nog niet in kunstaas, maar toch lanceerde ik worp na worp de Mepps Aglia 3 met blauwe stippen richting midden het meer. En plots kreeg ik een aanbeet. Een mooie baars werd mijn deel. Het kon dus toch, vangen met kunstaas.

Op dat eigenste moment startte mijn kunstaascarrière, die in een stroomversnelling geraakte toen ik als veertienjarige snaak de kans kreeg om regelmatig in de oer-Hollandse polders te  vissen. Wat in België door een belabberd roofvisbestand ternauwernood lukte, was daar wel mogelijk. Vele jaren met vele snoeken, baarzen, snoekbaarzen en roofbleien zouden volgen.

Eenmaal hengelaar, altijd hengelaar.

Het mooie van vissen is dat de voorbereiding en het naar de hengeldag of -reis toeleven, op zijn minst even leuk zijn als het vissen zelf. Vliegen binden en kunstaas maken nemen ook vaker meer tijd in beslag dan het vissen zelf. 

Het oude vuur is terug aangewakkerd.  Tijdens de spaarse avonduren worden terug forelvliegen gebonden en wordt de oude map met nieuwe snoekstreamers, veelal in mijn lievelingskleur oranje, gevuld.

Hopelijk terug naar Ierland, waar ik vele mooie snoekavonturen met de bellyboot mocht beleven.



donderdag 4 januari 2024

Waar gaat het uiteindelijk over ?

 Deze week nam ik afscheid van mijn hoog bejaarde moeder. Sinds vijf jaar dementerend. Anderhalf jaar verblijvend in wat een woonzorgcentrum genoemd wordt omdat voor mijn 91-jarige vader de situatie thuis voor hem alleen, zelfs met hulp, niet meer haalbaar bleek. Elke dag opnieuw reed hij naar mijn moeder met zijn oude jeep. Zelfs op een autoloze zondag, want wie houdt nu een bejaarde man tegen die zijn vrouw wil bezoeken ? Elke dag hield hij haar hand een namiddag lang vast terwijl hijzelf in slaap viel. Elke dag bracht hij drank, mandarijntjes en chocola voor zijn vrouwtje mee. Totdat hij onvermijdelijk afscheid diende te nemen. Niettegenstaande voorbereid, viel het hem heel zwaar. Pa en ma, meer dan 65 jaar gehuwd, tot nu toe onafscheidelijk en nu voor eeuwig uit elkaar getrokken. Mijn pa was het die me de passie voor het vissen meegaf.

Hengeldromen op verre, visrijke bestemmingen heb ik steeds gehad. En deels gerealiseerd. Samen met mijn visvrienden, had ik fantastische visdagen in Ierland, Frankrijk en Zweden maar in IJsland, Noorwegen en Patagonië raakte ik nooit. Ik moet er dringend werk van maken want ook mijn levensklok tikt ongenadig verder.

Sinds mijn Boston Whaler op het droge ligt, rest ons voorlopig enkel kantvissen. In Noord-Frankrijk vissen we met de vlieg op de chalkstreams. Heel mooie, vaak ongerepte en heel heldere rivieren met een bestand aan bruine forel en mooie, grote vlagzalm. Mooie natuur in een rustige, landelijke omgeving. Maar wel aartsmoeilijk vissen. 

Beter waren we af op de Franse rivieren net onder Parijs, die een mooi bestand aan grote barbeel herbergen. We waren er verschillende malen en na het betalen van het nodige leergeld kwamen de resultaten in de vorm van mooie, dikke, gouden, gestroomlijnde barbelen. Krachtig dat die vissen daar zijn. Daar kunnen de Ardense exemplaren niet aan tippen. Bij elke aanbeet werd immers de hengel bijna uit de steun getrokken. Laat ons in 2024 op dit elan verder gaan. Ook mijn tijd kort immers. 






zaterdag 31 december 2022

Jaarlijkse eindejaars vistrip

 Het is nu toch wel al ruim 30 jaar dat we telkens op het einde van het jaar naar deze oer-Hollandse polder trekken om er de laatste snoeken van het jaar proberen te vangen. En meestal lukt dit dan ook nog.

Spijtig genoeg heeft deze polder veel van zijn vroegere grandeur verloren. Verschillende weteringen zijn verland door gebrekkig onderhoud. Veel water is niet langer toegankelijk : in natuurgebied vis je volgens de groene adepten beter niet.

Toch heeft deze polder voor ons nog steeds een bijzondere aantrekkingskracht. Hij staat immers in verbinding met een veenplassengebied waardoor zeker in de laatste maanden van het snoekseizoen de kans op grote snoeken niet gering is. Kanjers van snoeken die het meer uitzwemmen naar ondiepere paaigronden.

Alhoewel het echt snoekweer was met harde zuidwestenwind en hoge temperaturen voor de tijd van het jaar, vlotte het vissen aanvankelijk niet zo goed. Niet dat Nico op zijn streamers en ik op mijn jerkbait  geen aanbeten kreeg, maar de snoeken sloegen enkel een kolk of beten niet door.

We visten zo’n vijf uur, kregen 30 aanbeten en kolken te zien en wisten uiteindelijk samen tien snoeken te landen. Figuurlijk dan, want we onthaken onze snoeken liefst in het water. De grootste was 75 cm, de kleinste 40.

Een snoek van zo’n 65 cm werd tijdens de dril door een metersnoek gegrepen, waardoor ik een snoek met diepe en grote bijtwonden landde.

Al bij al sloten we 2022 met een leuke visdag af.








woensdag 9 november 2022

Barbelover

 Reeds jarenlang had ik het plan om in onze mooie Ardennen of op de Grensmaas op barbeel te vissen. Of op de Lot of de Rhône. Dat laatste vind ik nog steeds een goed idee. Nancy en ik zijn er deze zomer wel geweest, maar onze stemming ging op dat moment naar andere voorkeuren uit. En zonder hengels is het moeilijk vissen.

Barbeelvissen met de feederhengel of trottend met stroomdobber en centrepin, had ik me voorgenomen. Vergunningen had ik klaar liggen. Maar steeds kwam er iets tussen en werd uitstel, afstel.

Wie me echter met zijn YouTube video’s uiteindelijk over de streep getrokken heeft en het barbeelvuur opnieuw aangewakkerd heeft, is Jean-Marc, een zeer gepassioneerde en kundig barbeelvisser op de Ardense rivieren, Grensmaas en Somme.

Toen ik trouwens mijn vismaat attent maakte op Barbelover vond hij aanvankelijk enkel fetish filmpjes van mannen die zich aangetrokken voelden tot al dan niet mannelijke partners, die meer dan goed voorzien waren van baarden en dito andere lichaamsbeharing. Ben je zeker dat de YouTube barbeelvisser wel degelijk “Barbelover” noemt, vroeg mijn vismaat. Moet het niet “Barbellover” zijn ? Maar het is “Barbe”. Waals dialect voor barbeel, als ik me niet vergis.

Ere wie ere toekomt : Jean Marc zijn video’s, 113 ondertussen, zijn van een betoverende schoonheid. Uit iedere video blijkt zijn diepgaand respect voor de natuur en voor het welzijn van barbeel. Iedere donderdag neemt hij je trouw mee op zijn barbeelavonturen en het dient gezegd deze man kan vissen. De zin in barbeelvissen neemt bij iedere gevangen barbeel, maar ook kopvoorn en karper, behoorlijk toe. Je kan niet vlug genoeg aan een Ardense rivieroever zitten. Tenminste als vissen echt in je bloed zit.

In zijn video’s maakt Jean Marc je wegwijs in feederhengels, baitrunners, voerkorven en rigs. Hij deelt zijn voer- en aasgeheimen. Leert je hoe je barbeelstekken kunt vinden, zonder stekken te benoemen (wat ik fantastisch vind aangezien je dan zelf moeite dient te doen om in steeds wisselende omstandigheden,waterstanden en debiet visspots te vinden). Niets geeft immers meer genoegdoening om op een zelf gevonden stek beloond te worden met de vangst van mooie vissen.

Het kan niet genoeg gezegd worden :Jean-Marc heeft echt watersense, is een fantastisch goede en gepassioneerd  hengelaar en een uiterst minzaam man, die elke barbeelvraag met zijn uitgebreide kennis beantwoordt. 

Kijk “Barbelover” op YouTube, relax, geniet en leer zeker bij.










Barbus barbus

 Op zich is het een gemakkelijke visserij. Een stevige, niet al te lange feederhengel, een behoorlijke molen met sterk nylon, een voerkorf aangepast aan de stroming en een al dan niet lange onderlijn met bijvoorbeeld een pellet aan een hairrig, verbonden met een stevige haak. Inwerpen op een gunstige stek en wachten maar tot die (kei)harde aanbeet volgt. Daar doen we het immers voor.

Toch heeft het ons heel wat zoekwerk en enkele jaren heen en weer gerij gekost om op de Ardense rivieren goede stekken, die bovendien toch nog een beetje obstakelvrij zijn, te vinden. Zeker op de Amblève en de Ourthe hebben de overstromingen van verleden jaar er voor gezorgd dat de rivieren nog steeds bezaaid liggen met obstakels allerhande. Je houdt het niet voor mogelijk wat je op jouw stek kunt aantreffen. En, zoals iedereen wel vermoedt, drilt een ijskast echt niet makkelijk.

Om een lang verhaal kort te maken : we hebben een nieuwe uitdaging gevonden in het barbeel vissen. Een vissoort die we in het prachtige, natuurlijke kader van de Ardennen kunnen bevissen. Een regio, waar het buiten de vakantieperiodes, rustig en aangenaam vertoeven is. Bovendien een sportvis, waar we verschillende technieken, kunnen op loslaten.

Deze prachtige, gestroomlijnde, vis met zijn stevige runs heeft toch wel ons hart gestolen.

Verleden week hadden we terug het genoegen in de Ardennen te kunnen barbeelvissen. 

Terug op een nieuwe stek waar we aan de uitloop van een stroomversnelling een diepere geul meenden te zien, die er best barbeelachtig uitzag.

Twee feederhengels met 75 grams korven uitgeworpen en wachten maar.

Na twee uur sloeg de twijfel toe. Het zou terug toch geen visloze dag worden, zoals we al meer dan eens mochten meemaken. Ik begon al stilletjes mijn visspullen te verzamelen om een nieuwe visstek te proberen, toen ik uit mijn ooghoek plots mijn feedertop gevaarlijk zag doorbuigen.

Een mooie dril later, kon mijn vismaat een barbeel van eind de zestig cm scheppen. En een poos later werd hij eveneens met een barbeel bedacht. Twee barbelen in een zeer heldere rivier, die deze zomer erg onder de laagwaterstand te lijden had, op een vijftal uren vissen : we mochten niet klagen, zo dachten wij er althans over.






dinsdag 10 november 2020

Een dagje op het kanaal en een namiddag in de polder

 België zou goed snoekwater kunnen bezitten als deze roofvis maar naar waarde zou geschat worden. Maar al te vaak wordt echter snoek meegenomen. En elke snoek is er één te veel want veel hengelwater is er niet en het snoekbestand verre van optimaal. Bovendien wordt er vaak amateuristisch geklungeld door vissers die niet kunnen onthaken of snoeken te lang en verkeerd manipuleren. Getuige hiervan de twee snoekjes die we dood aantroffen en een snoek met uitgescheurde kaak, die toch nog de moed vond mijn kunstaas te grijpen. Op het vlak van weidelijkheid en techniek valt er dus nog veel te leren.

Verleden week vonden we tijd om een dagje op het steeds maar meer beviste kanaal te vissen. Met twee gingen we op dit 3 meter diepe kanaal met de verzwaarde Mepps en Vibrax aan de slag. Mijn andere vismaat met pluggen en shads. 6 uur werpen leverden ons slechts 3 kleine snoekjes en een paar baarsjes op. Een medevisser, die we aan de trailerhelling ontmoeten was hierover niet verwonderd. “Veel te druk voor zo’n  klein water en er wordt wel heel veel snoek meegenomen want controle is er bijna niet”, besloot hij.

Een paar dagen later ging onze aandacht naar onbekende en ondiepe kanaaltjes uit. Kanaal 1 bleek snoekloos  te zijn. Een zomersterfte was hiervan de oorzaak, bleek later.

Buiten alle verwachting leverde kanaal 2 ons zeven aanbeten op. De wind en regen deerde ons niet langer. Twee mooie en twee kleinere snoekjes maakten onze namiddag goed. Deze dag lag de streamer op kop en mocht de jerkbait weinig bekoren. Er is toch nog hoop in Vlaanderen.

vrijdag 16 oktober 2020

Twee baarzen en twee snoekjes

 Twee baarzen en twee snoekjes waren het resultaat van een goede twee uur ouderwets spinnen in een Vlaams openbaar hengelwater.

Aangezien hengelen in Nederland voorlopig door corona onmogelijk is, ben ik noodgedwongen aangewezen op Vlaanderen. En roofvissen in Vlaanderen stelt me altijd een beetje teleur.  Soms doe je wel eens een ontdekking, die je probeert geheim te houden voor andere kapers op de kust. Maar lang lukt dit nooit. Een drietal goede snoeksessies, met als topdag een dag met 9 snoeken, op een onooglijk watertje eindigde toen enkele plaatselijke hengelaars het nodig vonden om dit water van snoek te ontdoen.
Zo verging het me ook jaren geleden op het kanaaltje dat ik gisteren nog eens beviste. Gedurende een maand had ik daar een heel leuke snoeitijd. 40 snoeken op een zestal sessies, met als uitschieter een dag van 13 stuks en verschillende exemplaren boven de 80 cm, dat zie je niet zo vaak in Vlaanderen. Tot ook hier mijn vangsten opgemerkt werden en men het nodig achtte dit snoekbestand te decimeren.

Na jaren dit water niet meer bevist te hebben, stond ik er gisteren terug met een Pezon et Michel Luxor Luxe 1200 splitcanehengel in de hand en een ouderwetse grote zilveren Tourbillonspinner in de speld van mijn staaldraadje. Een spinner, die ik na een verkeerde worp, zou verliezen aan een els en vervangen door een al even oude zilveren terrible spinner van 60 mm.

Nog steeds vis ik even graag met mijn splitcanehengel. Weliswaar zwaar in de hand maar tegelijkertijd een plezier om mee te werpen en gevoelig naar aanbeten toe. En door de massa extra power bij het aanslaan. Vissen met een splitcanehengel is gewoonweg anders, ook trager en brengt je meteen terug naar die eerste jaren na Wereldoorlog 2 toen het kunstaasvissen vanuit Frankrijk naar ons kwam overgewaaid.

Het kristal heldere water en de omringende natuur waren nog even mooi als jaren terug. Zelfs de ijsvogel ontbrak niet op het appel.
Wat wel veranderd was, was het aantal kunstaasvissers dat ik ontmoette. Vijf hengelaars op zo’n klein stukje viswater, dat is echt wel veel.
Toch wist ik op een rustig stukje nog twee baarzen en twee snoekjes te vangen. Er is nog een klein beetje hoop voor het roofvissen in Vlaanderen.