dinsdag 24 december 2013

It's not counting the fish

Al wat naar competitie neigt op hengelgebied is niet echt aan mij besteed.
Zoals een visvriend het verwoordt : "It's not counting the fish, it's the fishing that counts. Geef me maar gewoon een dagje buiten met vrienden. Jagen of vissen, het maakt me niet uit. Zolang het maar in een gemoedelijke sfeer verloopt. En natuurlijk appreciëren we wel op tijd en stond de vangst van een mooie snoek (liefst op streamer) of het neerhalen van een verre fazant.
Hopelijk kunnen we onze fieldsports, zoals de Engelsen het zo mooi verwoorden, blijven uitoefenen.
In deze overgemediatiseerde wereld is het door de vele sombere berichten soms moeilijk optimistisch te blijven. Nu eens vangen volgens de internetberichten de beroepsvissers alle roof- en witvisbestanden weg om de Russische markt te bevoorraden, dan weer nemen "sportvissers" het niet zo nauw met de regels.
Momenteel circuleert op het internet een petitie tegen de exploitatie van de witvisbestanden door de beroepsvisserij :  http://petities.nl/petitie/stop-beroepsvisserij-op-schubvissen De beleidsmakers hebben nog steeds niet begrepen dat sportvisserij aan de noden van veel meer mensen tegemoet komt en economisch veel belangrijker is.  In een wereld waar men de mond vol heeft van duurzaamheid, blijft men toch waardevolle visbestanden vernielen. Begrijpe wie kan. Men kan enkel hopen dat het ooit beter wordt.
Langs de andere kant raakt de doorsnee medemens steeds meer vervreemd van de natuur en het buitenleven. Ik keek toch even op dat National Geographic Channel bij een aantal van hun series voorafgaand waarschuwt dat de inhoud  van hun programma het doden van wilde dieren en het consumeren ervan inhoudt. Langs de ene zijde vindt men het dus normaal dat visbestanden onverantwoord commercieel geëxploiteerd worden, langs de andere kant dient gewaarschuwd te worden voor natuurlijke handelingen.
Optimisme en vertrouwen in een betere toekomst blijft echter een morele plicht. Ondertussen blijven we dus op een verantwoorde wijze verder jagen en vissen.
Zo mochten we op een paar tripjes toch een aantal snoeken vangen met de streamer. En kon ik in mijn eigenste Vlaanderen toch vier snoeken met de Babybuster verschalken. Twee waren rond de 75 cm wat voor België eigenlijk groot te noemen is.
Door een voorzichtig beheer van onze jachtrevieren waren ook dit jaar de afschotresultaten aan hazen en fazanten behoorlijk. En de voor mij mooiste tijd van het jachtseizoen moet er nog aankomen. Momenteel zijn ze er nog niet,
maar binnen enkele weken kunnen we zeker een behoorlijk aantal houtduiven schieten.
En ook het grootse forellenreservoir van Nederland hebben we ondertussen met een bezoekje vereerd. Paul en ik zat het niet echt mee met enkel gemiste vissen, waaronder een echte kanjer van een regenboog die met een korte ruk de 24/100 leaderpunt brak en er met mijn weerhaakloze zonker vandoor ging. Nico had echter het geluk aan zijn zijde met drie kleine forelletje en een echt mooi exemplaar.
Als het weer wat meezit, gaan we er zeker nog op uit dit jaar. Nu een prettig kerstfeest aan allen.



woensdag 4 december 2013

Na een lange pauze terug

De laatste maanden was het me niet gelukt om tijd te besteden aan mijn blog wat niet wegneemt dat er ondertussen toch behoorlijk wat gevist en gejaagd werd.
Mijn visboot staat terug op stal waardoor het visseizoen op de grote rivieren voor mij tot juni volgend jaar afgesloten is.
Waren de voorgaande jaren op de rivier eigenlijk slecht te noemen, dit jaar was er een kentering. Qua snoekbaars zal het door het steeds helder wordende water waarschijnlijk nooit meer zijn wat het geweest is, toch konden we de eerste maanden na de opening niet veel maar grote en zware snoekbaarzen vangen. Regelmatig kregen we terug grote baarzen aan de haak en Paul wist met metersnoek op een baarsplugje het baarsseizoen af te sluiten.
Maar de grootste verrassing was dat de roofbleien terug van de partij waren. Grote, snelle en krachtige roofbleien die we de voorbije twee jaren node moesten missen. We mogen dit jaar echt niet klagen met meer dan zestig roofbleien in de boot waarvan verschillende de 80 cm-grens benaderden. Op een avond waren ze echt los en wisten we er op een goed uur tijd 29 te landen. Roland wist na vier vruchteloze trips zijn eerste roofbleien te vangen, de ban was gebroken.
Dit jaar heb ik veel met oppervlaktekunstaas op roofblei gevist. Een fantastische visserij waarbij men over goed hart en stalen zenuwen dient te beschikken. De roofbleien nemen immers vaak de popper vaak met een enorme kolk aan de oppervlakte. Hierbij is het belangrijk niet op zicht aan te slaan maar pas wanneer je de vis voelt, anders ben je immers te vroeg. Alhoewel elk oppervlakte kunstaas met een walking-the-dog-actie, zoals de Heddon Super Spook, vangt, gaat mijn uitgesproken voorkeur sinds dit jaar naar de Lucky Craft Gunfish 115 uit.
Deze relatief grote oppervlakte plug die een combinatie tussen een plug, jerkbait en popper is, werpt immers als een speer, heeft een onnavolgbare actie en verleidelijke ratel die roofbleien zelfs vanuit 3 meter diep water naar boven haalt. In ieder geval was de Gunfish verantwoordelijk voor bloedstollende aanbeten van grote en snelle roofbleien, waaronder mijn grootste roofblei die de 80 cm benaderde.
Dit jaar was voor mij ook de terugkeer van de vliegenhengel. Aangemoedigd door Roland nam ik opnieuw de vliegenhengel meer in de hand. Na een eerste succes op het OVM, ben ik terug op diverse reservoirs beginnen vissen. En dat ging veel beter dan dat ik ooit verwacht had. Eén dag ving ik zelfs de limiet van 15 forellen, een paar andere dagen zat ik er dicht bij.
Roland in zijn nopjes met één van de vier
 grote roofbleien, die hij die avond ving
Alhoewel initieel mijn voorkeur uitging naar het vissen met streamers vaak met (traag)zinkende lijnen had ik mijn mooiste momenten bij het vissen met de droge vlieg. Slecht drie van de vijftien dagen, dat ik op reservoir viste, had ik het geluk dat de forel steeg en droge vliegen nam. De eerste maal had ik geen droge vliegen bij, maar kon ik toch op een droog geviste muddler minnow vier forellen verschalken. Een volgende keer had ik er drie, o.a op een sedge en floating f'ry. Maar het meest van al staat me een warme augustusdag bij waarop de forel weinig bijtlustig was. Na drie uur streameren had ik met moeite een licht aanbeet gehad. Dobberend in de bellyboot in het midden van het reservoir besloot  ik aan de punt een zwarte goddard sedge op haak 10 aan te knopen en op de dropper een klein minimaal nimfje van hazenoor. Ik wierp de vliegenlijn zo ver ik kon en liet me in het rustige weer dobberen ondertussen op een koek knabbelend. Af en toe haalde ik heel voorzichtig de vlieg naar mij toe om ze terug een poos te laten liggen. Na een half uur had ik nog helemaal niets gezien en was mijn vertrouwen naar een dieptepunt gezakt. Totdat ik de sedge terug een twintigtal centimeter voorzichtig binnen stripte. Vijf meter van de sedge vandaan zag ik plots een grote forel in de oppervlakte  met een grote  boeggolf naar mijn vlieg toezwemmen. In een grote kolk verdween de sedge. Door eerdere fouten wijzer geworden wachtte ik totdat ik vis voelde en sloeg aan. Na een dril van ettelijke minuten op een lichte leaderpunt kon ik  een regenboog van over de vijftig centimeter landen. Mijn onverwachte successen bij het vliegvissen hebben Paul en ik er van overtuigd vanaf nu veel vaker met de vliegenhengel op andere soorten dan snoek te vissen. Volgend jaar doen we verder met het vissen op reservoir en zijn we van plan (terug) op de rivieren te beginnen. In eigen land maar ook In Ierland, Oostenrijk of Tsjechië. Om een keuze te maken in eigen land wachten we de release van de dvd-set van Luc Buelens, Vissen in de Belgische Ardennen, af (zie : http://www.flyfishingpassion.net/ ).
De polder in Nederland, waar we steeds goed snoek vingen, daarentegen, zullen we spijtig genorg niet vaak meer bevissen. Ook deze unieke plaats werd ontdekt en blijkbaar op het internet te grabbel gegooid met alle gevolgen van dien. Populaire polders in het Groen Hart bezoeken we al lang niet meer wegens te druk, overbevist , te veel beperkingen (natuurgebied !) en steeds minder en ondieper, verland water. We zullen op zoek moeten gaan naar ander locaties om te streameren op snoek. Maar die plaatsen worden steeds zeldzamer.


zondag 15 september 2013

Een super fantastische dag op de rivier

Verleden week kwamen we van een koude kermis thuis. De wind woei genadeloos over de rivier zodat vissen quasi ondoenlijk was. In schier onmogelijke omstandigheden wist ik vertikaal nog twee snoekbaarsjes te vangen maar daar bleef het bij.
Alhoewel het weerbericht me in eerste instantie afschrok, hebben Paul, Frank en ik gisteren toch terug 400 km heen en terug afgelegd om toch nog eens onze kansen op baars, snoekbaars, snoek en roofblei te wagen. September is immers een opperbeste baars- en roofbleimaand.
Het werd tegen alle verwachtingen in een topdag. Alvast een foto voorsmaakje.
Nu ontbreekt het me aan tijd dus kom ik later uitgebreid terug op de vis- en jachtavonturen van de laatste weken. Want wat werd er gevist en gejaagd.
 

woensdag 28 augustus 2013

Liever in andere omstandigheden

Liever had ik dit bericht in andere omstandigheden geschreven.
Al is het dat de muziek op de achtergrond dik in orde is, namelijk Q: Are we not men ? A: We are Devo ! in geremasterde versie, gevolgd door The Essential Songs of Nick Drake, mijn gezondheid is dit niet. Ook die van mijn vismaat Nico zit trouwens diep in het slop. Samen in hetzelfde bootje gezeten, letterlijk, samen ziek. Beiden hebben we een reuze keelontsteking (grote witte vlekken !, slikproblemen ! en wat dies meer) opgelopen waardoor we nu al een week het bed dienen te houden. Al moet gezegd dat ik vandaag mijn krachten voel terug komen. Dus geen aanzitjacht op de reebok, vliegvissen op roofblei en forel of snoekbaarsvertikalen de laatste tien dagen. Tot nu toe zelfs niet de minste zin voor gehad. Wel af en toe 's nachts  voor een keer plezierige koortshallucinaties waarbij ik allerlei aangename gebeurtenissen uit mijn verleden de revue zag passeren. Als sterven met zo'n aangename gewaarwordingen, al zijn ze virtueel, gepaard gaat, hoef je niet te vrezen voor de dood.  Alhoewel ik voor dat laatste zeker niet op de eerste rij sta. Zoveel heb ik in dit leven nog te doen en te beleven.
Voordat ik ziek werd, had ik nog een uitje met de bellyboot op het vliegvisreservoir waarbij ik op een zeven uur vissen 8 forellen wist te vangen. Deze maal was het niet met een zinkende lijn te doen. Aanbeten kreeg ik er wel mee, maar het was maar wat knibbelen op de maraboustaartjes van mijn damselnimfen. Ik bedacht dat mijn nimfen te snel door het water gingen en ging met een drijvende lijn aan de slag, aangevuld met een leader van 4 meter met een goudkopdamsel op de punt en twee meter vandaar een kleinere onverzwaarde damselnimf op de dropper. Deze combinatie bleek een schot in de roos met 8 grote regenbogen en een baars op twee uur vissen en een viertal gemiste exemplaren. Opvallend was dat zes forellen gevangen werden op de dropper terwijl ik op droppers meestal weinig of niets vang.
Enkele namiddagen later, ik was eigenlijk reeds ziek, bracht ik met Nico door op zijn boot trollend met kleine plugjes op baarsjes en een occasioneel snoekje. De baarsjes waren goed los met meer dan 50 exemplaren op vier uur vissen. En dit dankzij de kleiner maten Gloog Hector-plugjes in 35 en 40 mm uitvoering. Echte baarskillertjes, figuurlijk dan. Baars na baars vingen we op onze driegrammertjes totdat teveel koorts een vroegtijdig einde aan de visdag maakte met na een letterlijk koortsachtige rit huiswaarts zeven dagen bedrust.
Verleden maal had ik over gekochte kunstvliegen. Nu kan ik wel goed mijn mannetje staan in het binden van snoekstreamers en grotere forelvliegen, kleinere vliegen op haakjes 14 en kleiner liggen me niet zo. En aangezien mijn voorraad reservoirvliegen niet zo groot was en bindtijd onvoldoende voorhanden, besloot ik de gok te wagen en een voorraad gebonden kunstvliegen in te slaan in Engeland zodat ik op het forelreservoir aan de slag zou kunnen gaan.. Op goed geluk kwam ik op de website www.theessentialfly.com terecht.  Eerlijk gezegd had ik weinig vertrouwen in de vliegen die ik de bestelde De bestelling kwam spoedig toe, alle vliegen per soort in aparte stevige doosjes verpakt. Zeer mooie, weliswaar in Kenia gebonden, vliegen voor 0,75 euro tot een euro per vlieg. Ik was echt onder de indruk van de kwaliteit van het bindwerk zelf. Dat dit voor zo'n prijs kan. De eerlijkheid gebiedt me echter te zeggen dat de kwaliteit van de haken niet altijd even goed is , maar meestal voldoen ze wel en bieden deze vliegen echt waar voor hun geld. Ook de service is onberispelijk. Echt een firma voor de vliegbinder met weinig tijd of de beginnende vliegvisser. Hopelijk dit weekend weer volledig in vorm.    

vrijdag 16 augustus 2013

Fantastische inhaalbeweging

Klaasjan, de auteur van de hengelblog "Tussen kop en staart", zit in een hengeldipje geloof ik. "Nog steeds niet te melden " (op hengelgebied) is de titel van zijn zijn laatste post. Wees gerust Klaasjan, geen paniek. Vroeg of slaat slaat het hengelvuur plots terug toe. In alle hevigheid. Meestal gepaard gaand met onverwachte uitgaven ten voordele van de hengelsportindustrie. Ik weet dit uit ervaring. Vaak ben ik ook het hengelen moe geweest. Soms maanden lang. Zelfs eens een jaar waarin ik nauwelijks aan vissen toe kwam. Maar toch begin je opnieuw als je een "echte" bent.  Dat kan ik verzekeren. Net zoals het Epstein Barr-virus zit vissen immers voor altijd in je bloed.
Verleden maand was voor mij ronduit fantastisch. En niet alleen op hengelgebied.
De beats, maar bovenal de bijna onwereldse ambiance en de betoverde sfeer van Tomorrowland, gonzen nog na in mijn hoofd. Voor sommigen over the top, misschien lichtjes decadent, maar bovenal een superevenement met een positieve vibe die je blijft pakken, ook zou ik zelf volgens de statistieken niet meer tot de doelgroep behoren. Bovenal een dikke pluim voor de nog jonge organisatoren Manu en Michiel die ik doorheen de jaren steeds beter heb leren kennen en appreciëren, zowel op professioneel als menselijk vlak.
En wie nu dacht dat er tussendoor niet zou gehengeld zijn, slaat de bal behoorlijk mis.
Met een grote inhaalbeweging breng ik jullie dan ook graag op de hoogte
Alleen of met vrienden waren we op drie vlakken actief : al kunstaasvissend op de grote rivieren, al vliegvissend op reservoir en al witvissend met de centrepin en baarsspinnend op ons Vlaams thuiskanaal.
Dat er nog vele roofbleien mogen volgen
In tegenstelling tot de voorbije jaren waren de boottrips op grote Nederlandse rivieren dit jaar tot nu toe ronduit fantastisch. Beter kan bijna niet. Zeg nu zelf : naast vele andere snoekbaarzen, zes exemplaren boven de tachtig centimeter, mooie snoeken, baarzen tot 45 cm (en dit terwijl het echte baarsseizoen nog moet beginnen), winde op kleine plugjes en roofblei. Ja, roofblei. Tot nu toe een vijftiental exemplaren tot 75 cm, meestal gevangen op plugjes met de onvermijdelijke blauwe Rapala Shad Rap deep runner van 7 cm en de Megabass Vison 110 redhead als toppers.  Verder zijn oranje pluggen zoals de kleine versie van zinkende Rapala Magnum dit jaar eveneens uitstekend. En de Lucky Strike Sammy. Een oppervlakteplug die je beslist niet mag gebruiken als je last hebt van hartritmestoornissen en dichtgeslibte kransslagaderen. Als het wat rustiger wordt op het water, ga ik de roofblei te lijf met de streamerhengel. Dit worden vast spannende momenten.
Het is Roland die er me toe aangezet heeft het vliegvissen of reservoirforel opnieuw op te nemen. En wat ik eigenlijk niet verwacht had : binnen de kortste keren was ik opnieuw "hooked". Wat natuurlijk resulteerde in de aankoop van een nieuwe hengel, nieuwe reel, nieuwe vliegenlijnen en een onverantwoord grote hoeveelheid vliegbindmateriaal. En omdat ik bovendien geen tijd genoeg had om voldoende vliegen te binden een aankoop van een heleboel kunstvliegen : blobs, terrestrials, damselnimfen, comorans, zonkers, nomads en wat vliegbindgekken tegenwoordig nog allemaal uitvinden en binden voor het betere forellenwerk. Aangezien ik normaal gezien mijn vliegen zelf bind was het een gok vliegen aan te kopen bij een Engelse firma. Maar het bleek een enorme meevaller : zeer mooi gebonden vliegen voor een goedkope prijs. Enig minpuntje soms : de kwaliteit van de haken. In een volgende post kom ik er uitgebreid op terug. Ook het reservoirvissen was ronduit fantastisch. De warme temperaturen hadden blijkbaar weinig invloed op de bijtlust van de vis. Eénmaal de forellen op de juiste diepte gevonden, was het vangen geblazen. Soms was hiervoor zelfs een Airflo Sixth Sense Di 8 nodig. Op vijf maal reservoirvissen wist ik in totaal vijfendertig forellen te landen. Bijna allemaal op hetzelfde zwarte marabou streamertje gevangen. Waarom had ik nu toch een investering van 300 euro kunstvliegen gedaan ?
En het kanaalvissen in eigen land op baars en voorn ? Je raadt het al : ronduit fantastisch. Met tientallen weliswaar kleine baarsjes op plugjes en pilkertjes en honderden blankvoorns tot 30 cm op maden, maïs en hennep.  
Begrijp je nu waarom ik op visgebied een uiterst tevreden mens ben ?
Nu nog tijd maken om een reebok te schieten voor het seizoen sluit.

zaterdag 13 juli 2013

Noordenwind brengt vis in de boot

Woensdagnamiddag besluiten Nico en ik om toch nog eens vlug naar mijn boot te rijden. Een trip heen en terug van bijna 400 km, wie maalt daar nu om ?
De heenreis verloopt voorspoedig. We kunnen zelfs aan de haven parkeren, wat heel uitzonderlijk is. Eenmaal uit de auto valt een eerder koude en harde noordenwind op. Windkracht vijf à zes schatten we. Echt wel hard om goed te kunnen vertikalen. Traag driften zal er niet echt bij zijn.
We tuigen elk een spinhengel en een vertikaalhengel op. Haasten moeten we ons niet want de rivier staat op zijn laagst en de stroming moet er nog in komen.
Wanneer het een goed half uur later het water langzaam begint op te komen en het dan toch begint te stromen, komen de eerste snoekbaarsaanbeten al vlug op de shad. Wel op betrekkelijk grote diepte. Dit verwondert ons niet want het rivierwater heeft door de zon een zichtdiepte van meer dan twee meter.
Snoekbaars op weg naar het net
Aangezien de aanbeten op de shad niet alleen op diep water zijn, maar ook heel voorzichtig, verliezen we tijdens de dril drie heel mooie snoekbaarzen. Dat ze groot zijn, twijfelen we na al die jaren vissen niet aan. Snoekbaars, die de eerste dertig seconden, niet meteen van de bodem weg te trekken is, is immers niet klein.
De namiddag en de avond kabbelt verder weg zonder nog veel actie. We besluiten een tiental kilometer verderop te varen om met diep en ondiep lopende pluggen te spinnen. Wie weet vangen we geen baars of roofblei.  
Een aantal stekken worden vruchteloos met pluggen bestookt. Totdat we op een stek komen waar ik wel, maar Nico nog nooit, een vis gevangen heeft. Ik weet hem nog te vertellen dat het één van de betere snoekplekken op de rivier is. Het zal wel, hoor ik hem denken.
Op het einde van de eerste drift parallel aan de oever krijg ik een harde aanbeet op een blauwe Rapala Shadrap. Ik vis vandaag ultralicht met een 2,50 m lange 10 grammer van Cor Spinhoven.  Het gevolg is dat de hengel als een hoepel doorbuigt en de vis er als een speer vandoor gaat. Die heeft echter niet op de combinatie Spinhoven-Shimano Stradic 2500FB- gevlochten lijn gerekend zodat enkele minuten later een ruim zeventig centimeter lange snoekbaars in het net ligt. De volgende drift mag ik zelfde nog eens overdoen. De volgende drift is Nico aan de beurt met een loeiharde aanbeet op een Storm Hot 'n Tot, een hier moeilijk te verkrijgen plug, maar met zijn onregelmatige actie, een vanger van formaat.  Nico's hengel buigt tot op het handvat maar uiteindelijk moet na een lange dril  de vis zich gewonnen geven. Omdat ik in het heldere water stippen denk te zien, meen ik aanvankelijk dat Nico een zeeforel aan de haak heeft geslagen maar uiteindelijk blijkt het een mooie riviersnoek te zijn. Nu heeft Nico geen reden meer om mij niet te geloven.
Langzaam gaan we naar de avond toe. Ik vang nog een kleine roofblei. Samen vangen we vertikalend bovendien nog drie heel mooie snoekbaarzen. De duisternis levert ons geen vis meer op. H
et is opgehouden te stromen en dan is vangen moeilijk. Tijd om deze vissessie af te sluiten. Met onder andere vijf snoekbaarzen boven de zeventig centimeter en een mooie snoek zijn we meer dan tevreden.    
          

zaterdag 6 juli 2013

Beulah

Enkele dagen geleden ontving ik via postorder mijn lang verwachte Beulah Switchrod, 11 1/2 voet lang voor een 7/8 lijn van P&S Flyfishing te Koersel. Koersel ligt niet bij de deur dus werd de hengel via mail besteld. Nu ik toch bezig was, werd - waarom niet ?, een mens leeft toch maar éénmaal - een bijpassende Guideline Haze V2 79 HD reel, met reservespoelen, bijbesteld. Tevens werden op advies van Patrick Steenhout, eigenaar van deze hengelsportfirma, de bijpassende switchlijnen, een drijvende en een intermediate, bijgeleverd. Overigens niets dan lof voor Patrick voor de geboden service. Zo werden mijn vliegenlijnen,  netjes op de vliegenreel gespoeld en voorzien van backing geleverd.
Alhoewel ik nog nooit met een switchrod geworpen had, zag ik wel mogelijkheden in het concept om zowel één- als tweehandig te kunnen vliegvissen.
Vandaag werd de hengel op het grootste vliegvisreservoir van België uitgetest. Het werpen met deze drijvende switchlijn, in essentie een zware schietkop met geïntegreerde volglijn, ging me in het begin niet zo goed af. Ik heb de gewoonte om nogal wat vliegenlijn in de lucht te houden en dat moet je nu net met een schietkop niet doen. Een te lange lijn heeft direct het zakken van de lijn, vastraken in het decor en een slechte worp tot gevolg. Na wat oefenen ging het vlotter en vloog zowaar het grootste gedeelte van de volglijn uit mijn lijntray. Problemen had ik af en toe nog wel met het strekken van de lange leader. Hier zal ik nog een oplossing moeten voor vinden.
Dit belooft. Deze hengel heeft nu al mijn hart gestolen en zal het zeker zeer goed doen op de rivier op roofblei en snoekbaars, overigens de hoofdreden waarom ik deze hengel aangeschaft heb.
Niettegenstaande ik enkele weken geleden op dit reservoir 4 forellen op de muddler ving, waaronder een exemplaar van 62 cm dat op een meter na de integrale backing van mijn reel haalde, ging het vandaag niet zo goed. Althans niet voor mij. Op visgebied zit ik de laatste week echt wel in een dipje.
Op mijn derde worp ving ik wel een mooie regenboog op floating fry, waardoor de drilcapaciteiten van de switchrod meteen getest werden, maar daarna bleef het heel lang stil. Toen vis- en jachtvriend Roland ook aankwam, besloten we samen op zoek te gaan naar actieve forellen. Die we vonden, maar ik niet kon vangen. Tenminste op één exemplaar na dat ik terug op floating fry ving. Voor de rest miste ik een zestal exemplaren op een kleine zwarte drijvende sedge en een CDC emerger, die Roland me gegeven had. Roland stak me de loef af met zes mooie forellen. Gebraden door de eerste, echt warme
zomerzon, stopten we om 16.00 uur om samen onze dag in het dorpscafé met een heerlijke frisse Duvel te besluiten.

vrijdag 5 juli 2013

After work-actie op de rivier

Eigenlijk is het niet meer normaal om op ietwat oudere leeftijd 's morgens gedurende een rit van drie kwartier naar het werk te rijden, om daarna vijf uur te werken, terug huiswaarts te keren, om vervolgens samen in de auto te stappen, om pas twee uur later in de onze vertrouwde Nederlandse haven aan te komen om dan nog de rivier op te gaan. Maar aangezien we toch tot ons zeventig jaar zullen moeten werken dankzij de verspilzucht van anderen proberen we nu al arbeid met vrije tijd zo optimaal mogelijk te combineren.
Dus Nico en ik trokken er op uit. Niettegenstaande ik na de terugkeer 's nachts doodop was en de morgen daarna op het werk nog meer, heeft het me niet gespeten. Integendeel. Het vissen was ouderwets goed. Met een licht bruin gekleurde rivier en voldoende stroming waren alvast alle ingrediënten aanwezig voor succesvol vertikalen op snoekbaars. En gedurende zes uur kregen we tegen alle verwachting in aanbeet na aanbeet. Het tij lijkt gekeerd. De slechte jaren voorbij.Meestal kregen we voorzichtige aanbeten, maar ook soms keihard. Zo ving Nico na een spannende dril een kneiter van een snoekbaars op zo'n tien meter diepte. Zwaar want eigenaardig genoeg nog vol kuit op dit tijdstip van het jaar. Een vis die uiteindelijk 86 cm lang gemeten werd. Lang geleden dat nog zo een snoekbaars in het zalmschepnet lag. En dat terwijl dit tien jaar en langer geleden toch wel zo'n 10 à 20 maal per seizoen gebeurde. Uiteindelijk bleek ik de koning van de aanbeten en de gemiste snoekbaarzen te zijn. Hoe het kwam weet ik niet maar na elke aanslag had ik elke snoekbaars zo'n meter of twee aan de haak waarna ik de vis kwijtraakte. Met mijn haken was niets mis  met mijn reflexen ook niet, denk ik. Het kan blijkbaar niet altijd meezitten. Nico ving echter snoekbaars na snoekbaars zodat ons vangsttotaal uiteindelijk zo'n 15 snoekbaarzen kwam en 2 baarzen. De grootste, 47 cm lang, ving ik op een lichtblauwe Rapala shad rap van 7 cm die voor roofblei bestemd was. Roofblei waar overigens geen spoor van te bekennen viel. Maar dat komt nog wel later op het seizoen.  De toon is dus gezet. Hopelijk blijven de vangsten dit seizoen zo verder gaan. Besluiten doe ik met één van onze bedlegerige vismaten een voorspoedig herstel toe te wensen. Morgen wordt he
t beter dan vandaag.

zondag 30 juni 2013

Nooit gedacht

Een week geleden ben ik aan de tweede helft van mijn leven begonnen. Althans dat mag ik hopen. Nooit gedacht dat ik het met deze verjaardag zo lastig zou gehad hebben. Wat was me dat zeg. Bovendien lieten welgemeende felicitaties gedurende meer dan een week me niet toe aan iets anders te denken. Een paar feestjes verder is het tijd geworden om te veel verleden achter mij te laten. Hoe moeilijk dit ook zal zijn.
De laatste weken trokken we er maar weinig op uit.
Medio juni zijn we uiteindelijk in geslaagd om de boot naar de haven te brengen. Meteen werd van de gelegenheid gebruik gemaakt om te vertikalen op snoekbaars. Het rivierwater was behoorlijk troebel en er liep wat stroming. Dit zou moeten lukken. En dat deed het ook. Op enkele uren kregen we toch wat aanbeten, die uiteindelijk resulteerden in de vangst van zeven snoekbaarzen. Geen grote snoekbaarzen en ook geen uitzonderlijk aantal, maar het kon slechter. Ondertussen werd spijtig genoeg de tijd niet meer gevonden om er met mijn boot op uit te trekken.
Na het werk werd tijd gevonden om met Nico's boot een poging te wagen op een Vlaams kanaal. Met klein kunstaas op baars. Trollend en waar we wat actie zouden zien van jagende baars, werpend. Met wind uit het noorden werd het al heel vlug koud op het water. Ik had dit qua kledij niet goed ingeschat zodat ik tegen middernacht totaal verkleumd aan de trailerhelling kwam en blij was in mijn warme auto naar huis te kunnen rijden.  Door de koude was de vis helemaal niet actief. Na meer dan 10 km trollen met kleine plugjes langsheen de kanaaloever aan de ene zijde van de boot en langsheen het talud langs de andere kant van de boot vingen we uiteindelijk een baars en tweede minisnoekjes. Een derde, ietwat grotere snoek, raakte ik vlak na het aanslaan kwijt.
Verleden vrijdag trokken Roland, Nico en ik er nog eens op uit naar het grootse openbare forellenmeer van Nederland. Het weer was voor onze doeleinden uitstekend  met een aangename kabbel uit het zuidwesten en bewolking maar daar had de forel blijkbaar geen weet van. Na zeven uur gewapper met de vliegenhengel kon Roland na enkele missers uiteindelijk twee forelletjes verschalken. Nico had er één. Ik zelf was er ietwat beter af met drie missers en drie forellen waaronder één exemplaar van rond de 55 cm gevangen op een witte minkie. Bij het vissen vanaf de dammetjes deed ik nog een uitzonderlijke vondst die meteen mijn dag wat opvrolijkte. Naast enkele eieren lag in een nest ook een rubberen kikker die bij aanraken zelfs kwaakte. De meeuw zal de vreemde kikker in het nest zeker niet missen zodat dit mijn mascotte voor de komende jaren wordt.
   
  

zondag 2 juni 2013

Een veelbelovende dag was het wel

Telkens ik het lijst van "volgers" (wat een vreemd woord, past eigenlijk meer bij een sekte) bekijk, valt me steeds weer een trouwe lezer uit Mountain View, California, op.
Wikipedia leert me dat deze stad met zijn 75.000 inwoners in de Silicon Valley ligt. Zo leert een mens via zijn blog nog eens wat bij. Hopelijk valt er in de omgeving wat te hengelen maar daar twijfel ik eigenlijk niet aan : de zee ligt immers vlakbij en waarschijnlijk zijn er (forel)rivieren en meren in de buurt. In ieder geval mijn allerbeste groeten aan deze mysterieuze lezer uit de USA. Hopelijk heb je wat aan mijn schrijfsels.
Gevangen aan een naamloos zwart nat vliegje
Aangezien samen aan verlof toe, trokken Nico en ik donderdagmorgen al vroeg op pad. Zo vroeg in de ochtend was het nog rustig aan het grote zoutwatermeer. De lucht was bewolkt en aan de oppervlakte waren her en der kringen van azende forel zichtbaar. Dit kon niet misgaan.
Tegen alle logica en beter weten in, moest ik natuurlijk met eed traagzinkende lijn en een streamer aan de slag in de hoop één van de grote regenbogen te vangen maar dit had ik nu net beter niet gedaan. Vijf gemiste aanbeten verder, stak ik dan maar een nieuwe spoel met drijvende lijn op mijn in Ierland aangekocht Grey GX 500 reel. Een budgetreel (zo'n 60 euro dacht ik) met 3 plastic spoelen; maar ruim geschikt voor het reservoirvissen en voorzien van een goede slip. Aan mijn leader kwam een klein zwart nat vliegje op haakje 12.  Nico viste met een stekelbaarsimitatie. Een viertal uur later hadden wij beiden zo'n vijftien aanbeten gehad en elk twee forelletjes kunnen landen. Het liep gelijk op want ook wisten we allebei een joekel te verspelen. Nico kreeg een keiharde aanbeet maar sloeg mis. Evenals ik. Een grove beginnersfout. Ik zag de forel de vlieg nemen en sloeg aan op zicht en niet op gevoel met als gevolg een heel kortstondig gehaakte regenboog.
Zoals verwacht namen tegen  de middag de aanbeten af.
Tijd om naar de Zeeuwse stromen af te zakken voor een sessie geepvissen. Niettegenstaande het uitstekende geepweer was in de wijde omtrek geen enkele medevisser te bespeuren. Geen goed teken. Ik had al gelezen dat er zo weinig geep gevangen werd. Zou het dan toch waar zijn ?  Ja, natuurlijk was het zo. Maar we nemen dit maar aan na een ernstige poging.De zon scheen, het was quasi windstil, de stroming zat er goed in, geepweer - en omstandigheden zoals die behoren te zijn maar het mocht niet baten. Geen enkele aanbeet kregen we. Met moeite konden we enkele gepen waarnemen die een paaipoging in het blaaswier ondernamen, maar daar bleef het bij. En aangezien we beiden een hekel hebben aan kansloze missies, reden we maar naar
huis toe.  

zaterdag 25 mei 2013

Het zit niet altijd mee

Nas wist het maar al te goed : life's a bitch and then you die.
Na onze Ierlandtrip is het me niet echt goed voor de wind gegaan.  Ik weid er liever niet over uit. Maar ook aan deze tegenvallende episode in mijn leven komt best wel een einde. Daar ben ik van overtuigd. Een cyclisch aandeel weet zich immers toch ook steeds te herstellen ? De problemen namen meteen mijn zin in vissen ook voor een groot deel weg.
Voor het trotten haalde Nico
 zijn oude getrouwe matchhengel
nog eens boven
We zijn er maar twee keer op uit geweest. Niet op de geep of de zeebaars, die door het slechte weer nog niet goed aanwezig is. Niet op zee omwille van de aanhoudende wind. Niet op forel in Het Oost-Voornse Meer. Maar op het kanaal. Met de dobber trottend op brasem en voorn.
Geheel in de lijn van de verwachtingen was het daar ook teleurstellend. Ellende troef. Mijn trip met Paul bracht geen van ons ook maar één aanbeet. Het voormiddagje witvissen met Nico was dan toch iets beter met een tiental mooie blankvoorns en brasems. Maar echter helemaal niet zoals we in andere jaren gewoon zijn tijdens deze periode.Niet alleen het koude weer is een spelbreker maar het kanaal zelf ook. De harde stroming die normaal dit water typeert is afwezig of niet consistent wat de vangstkansen zeer negatief beïnvloedt.
Verder is het wachten tot mijn boot in de haven ligt. Misschien doen de roofblei en de snoekbaars het dit jaar toch eens wat beter, maar veel hoop heb ik er na verschillende tegenvallende jaren niet meer in.
In ieder geval ga ik steeds meer met de vliegenhengel op stap. En aangezien je nooit te weinig hengels kunt hebben, overweeg ik nu de aankoop van een Beulah Switchrod voor een 7/8 lijn. Lijkt me handig om de roofblei op rivier en de forel op het OVM op lange afstand te belagen.  

maandag 29 april 2013

Great expectations

Zelfs al vingen we de vorige maal bitter weinig, toch blijven we hoge verwachtingen koesteren. Toch blijven we onze snoektrips minutieus voorbereiden. Toch blijven we aarzelen welk kunstaas we in onze beperkte bagage al dan niet zullen meenemen. Toch wagen we onze telkens opnieuw aan de eindeloze reis over de Noordzee en de woelige Ierse zee. Doorheen België, Frankrijk, Engeland en Wales naar Ierland, vergetend hoe langzaam de vorige keer de kilometers vooruit gingen.
Deze maal waren we met drie in de wagen.
Paul, Frank en ikzelf voor de zoveelste maal op weg naar het snoekeldorado (van weleer ?) Ierland. Paul en ik gingen met de boot vissen. Aan bellybootvissen durfde ik me niet te wagen wegens een onbetrouwbare knie. Enkele maanden geleden hadden tijdens een jachtpartij de ligamenten van mijn rechterknie me immers totaal onverwacht en genadeloos in de steek gelaten. De tand des tijds knaagt genadeloos maar in alle stilte verder.
Frank verkoos zijn bellyboot en had de keuze om door ons elke dag op op een ander maar kleiner meer, speciaal voor hem alleen, afgeleverd en afgehaald te worden of door ons naar alle mooie baaitjes en verleidelijke hoekjes van de grotere meren, die we met de boot bevisten, gesleept te worden middels een meters lang dik touw.
Zoals altijd gingen Paul en ik, vaak gebruik makend van diepduikende grote pluggen zoals de grootste Nilsmaster en Big Ernie, voor het grotere wild, terwijl Frank zijn taktiek eerder op alle snoeken klein en groot afgestemd was. Traditiegetrouw sleepte hij een schier oneindig hoop kunstaas met zich mee wat alleen maar zijn keuze kon bemoeilijken om uiteindelijk, zoals zo vaak, naar zijn vertrouwde Pako LS of firetiger shad terug te grijpen.
Great expectations. Not so difficult. But turning them into reality ?
Wat de mogelijke resultaten zouden zijn, waren we nochtans gewaarschuwd. Enkele van onze visvrienden hadden immers enkel weken voordien geen potten gebroken. Geen sprake van de fabelachtige vangsten van weleer waarvan wij kennis konden nemen in de hengelsportpers en -websites. Koude en oostenwind stonden de gebruikelijke supervangsten in de weg.  
Wij zouden het wel beter doen. Kenden we niet van meer dan 100 Ierse meren alle mogelijkheden, de dieptes, de bodemgesteldheid en de zijde van het meer waar de snoek zich meestal ophoudt ? Je gelooft het misschien niet maar ieder Iers meer heeft zijn goede zijde waar de snoek steeds ligt en zijn slechte zijde en dit ongeacht de wind. En die goede plekken veranderen doorheen de jaren zelden.
Doe eens beroep op de bellyboottaxi.
Achteraf gezien, hadden we anders moeten weten. Maar achteraf is steeds makkelijk. Was daar immers niet het artikel van de Lonesome Piker op zijn gelijknamige blog. Terwijl de titel "Ireland april 2013, part 1" nog het beste liet verhopen, bracht de inhoud ons direct terug naar de quasi snoekloze realiteit.
Wij zouden slagen. Maar helaas. Ijdele hoop. Zeven dagen, ontelbare worpen, kilometers diep trollen en een onmogelijke variëteit aan kunstaas verder weten weten we het wel. Of eigenlijk wisten we het na een uur al. Maar een mens maakt geen trip naar Ierland voor een uur.
Dit jaar zou geen snoekgeschiedenis geschreven worden. Niet qua aantallen, niet qua afmetingen. Niet dat het zo nodig moet maar een mens vangst vangt graag wel eens een vis na al die kilometers en inspanningen.
Frank ving uiteindelijk enkele tientallen snoeken dankzij zijn onvermoeibaar geëxperimenteer en bovenop ook nog een kou, inclusief diep rochelende hoest.Hij had naast een totaal van zo'n veertig snoeken, ook een rasechte Ierse bronchitis gescoord.
Paul en ik hadden met veel pijn en moeite twintig snoekjes. Enkel één snoek van een eind in de negentig centimeter, de grootse tijdens de gehele trip, nam zich de moeite de 120 gram zware lichtblauwe Nilsmaster Invincible (nochtans een super Ierlandplug !) te onderscheppen. Paul hoefde enkel deze bewegingsloze en ijskoude, bijna diepgevroren,  snoek binnen te draaien en dat was het.
Superkoude nachten, sneeuw op de heuvels, ijsregen en hagelstenen, gecombineerd met een niet aflatende noordenwind, hebben ons zeker de das omgedaan. Een heel zwak resultaat in een mooi landschap.
Deze morgen kwamen we na een twintig uur durende tocht aan. Safe and sound.
Thuis vond ik een brief van het ANB met een samenvatting van de nieuwe Vlaamse hengelreglementering. Hier kom ik later op terug. Hier is spijtig genoeg immers het laatste nog niet over
gezegd.


 

 

zondag 7 april 2013

Regenbogen in industriegebied

In normale jaren waren we nu al weken aan het feederen op de grote rivieren. Of waren we in maart de snoekbaars aan het belagen. Of misschien aan het zeevissen. Niets van dit alles dit jaar. De laatste weken was het immers zo koud, zo berekoud, dat we allen van oordeel waren dat vissen geen zin had. Te koude nachten, een immer door merg en been snijdende oostenwind en wellicht geen of bitter weinig vangstkansen hielden ons thuis. Dus niet alleen de slechte economische toestand en het hersenloos politiek gekrakeel is om depressief van te worden. Tijdens een verjaardagsfeestje afgelopen zondag liet Roland me op zijn Iphone een foto van een mooie regenboogforel, gevangen op een Vlaams reservoir, zien. Hij had er wel de bijtende koude moeten voor doorbijten maar was er toch in geslaagd een 52 cm lange regenboog op een zalmeitje op de dropper te vangen. Hij had bovendien nog een exemplaar verspeeld. Dit verhaal gaf me enige hoop om terug uit vissen te gaan. Na wat aarzelingen over al dan niet vissen en wat over en weer getelefoneer, besloten Paul en ik naar die immense zoutwaterbak vlakbij de Europoort te rijden om daar een poging te ondernemen om met de vliegenhengel een forel te vangen. Daar zouden we Roland en zijn kleinzonen, beiden nog jong maar reeds volop vliegvisser, ontmoeten.
Alhoewel ik regelmatig met vliegenhengel en streamer op snoek vis, ben ik alles behalve een ervaren reservoir- of riviervisser op forel. Jaren na jaar maak ik me het voornemen om er meer met de vliegenhengel op uit te trekken maar het komt er gewoonweg niet van.
Aan het daadwerkelijke vliegvissen ging echter een eerst een langdurige zoektocht vooraf. De hengel (mijn 11 voets Loomis) en een vliegenreel (een oude Hardy Marquis multiplier, een museumstuk vergeleken met de hedendaagse large arborreels) en vliegenlijnen (een iets te zware drijvende en traagzinkende aftma 9, mijn glaslijn bleek zoek) waren betrekkelijk snel gevonden. Maar het vinden van een waadpak, leadermateriaal, vliegen (wat in godsnaam mee te nemen ?) en ander toebehoren nam voor mij als occasioneel en twijfelend vliegvisser toch heel wat meer tijd in beslag. Op hoop van zegen raakte tenslotte alles toch verzameld.
Paul kwam me om 7.30 uur ophalen en reeds voor tien uur stonden we bij Roland en co aan het OVM, zoals dit meer bij de vliegvissende pers vaak genoemd wordt.
Alhoewel het meer me niet onbekend is en ik toch een beetje ervaring heb in dit soort van forelvissen, vroeger opgedaan op het Veerse Meer, weet ik steeds, wanneer ik de plas daadwerkelijk overschouw, in de verste verte niet waar en waarmee ik moet vissen. Waar leek ons makkelijker op te lossen dan waarmee. Aangezien het weken zo koud was geweest leek het ons aangewezen de diepste plekken vanaf de oever te bevissen. Het leek ons ook logisch hiervoor een traag zinkende lijn te gebruiken : Paul, een glaslijn en ik, bij gebrek er aan, een niet te snel zinkende Wet Cel 2. Om de één of andere reden vis ik graag met zinkende lijnen. Daar had ik alvast vertrouwen in. De vliegenkeuze van mijn medevissers is me totaal ontgaan, maar ik heb de volledige dag met een streamertje, gemaakt van een konijnenzonker, op haak 8 gevist. Een zelf gebonden streamertje van zo'n zes centimeter lang van konijnenbont, cactuschenille en voorzien van 2 paar zwarte rubber pootjes. Om de één of andere reden heb ik ook een voorliefde voor vliegen met rubber legs. Die zien er voor mij altijd net iets vangkrachtiger uit.
Prachtig, toch !
Na wat waden kwamen we op een dammetje nabij wat dieper water te staan. Goedgekleed viel het weer best mee, alleen mijn voeten waren net ijsklompen bij gebrek aan een neoprene waadpak. In mijn extra dik neoprene waadpak kan ik niet meer (een vermageringskuur dringt zich bijgevolg op), mijn andere waadpakken lopen ofwel in of liggen in Ierland en daar heb ik nu ook even niets aan.
En dan begon de vliegvismarathon wetende dat het meestal enkel de volhardende vliegvisser gegeven is om beloond te worden met een mooie forel. Want die zitten daar wel in het OVM. Gelukkig vind ik werpen met de vliegenhengel al een plezier op zich, zodat ik daar alleen al wat vreugde kon uit putten mocht de vis niet willen bijten. Met mijn zelf aangeleerde techniek probeer ik steeds mijn afstand te verbeteren. Gelukkig waren er niet te veel pottenkijkers, want mijn zelf aangeleerde dubbelstrip  is een (tragi)komisch spektakel op zich.
Het (beginners)geluk lachte me echter deze maal toe. Na anderhalf uur werpen en het nu eens diep, dan eens ondiep laten afzinken van de vlieg, kreeg ik plots een heel licht gevoel alsof er iets aan mijn streamertje knabbelde.  Ik stripte verder tot de streamer aan de oever was echter zonder een aanbeet te krijgen. Een paar worpen later werd dan toch de streamer heel voorzichtig genomen. Langzaam begon een vis in het diepe te knokken. Heel hard drillen kon ik met een leader van 20/100 ordinair nylon niet zodat het verschillende minuten duurde vooraleer ik een pracht van een regenboogforel van zo'n 55 cm kon landen. Alle koude en vragen rond de wijze van vissen waren eensklaps vergeten. Wat een mooie regenboog. Vlug onthaakt er daar hij ging hij er vandoor. Dat smaakte naar meer. maar niet vooraleer ik van Paul 3 meter 24/100 fluorocarbon gekregen had zodat ik bij een volgende dril minder risico zou lopen.
En die dril liet maar een paar worpen op zich wachten. De streamer werd immers bij het afzinken van de lijn genomen en enkele minuten later was terug een mooie, net iets kleinere, regenboog een feit. Mijn dag kon niet meer stuk. Een paar uur later dacht ik opnieuw een regenboogforel te mogen drillen maar het mocht niet zijn. Het bleek immers een grote bot te zijn die evenmin mijn streamer kon weerstaan.
Spijtig genoeg was ik de enige gelukkige van de dag. Na zeven uur zwiepen hadden mijn kompanen niet geluk een forel te kunnen haken op dit, op het eerste zicht, visloze meer.
In ieder geval  smaakt dit naar meer. Een reden om wat meer vliegen te binden en het vliegvismateriaal eindelijk eens op orde te brengen. De hoop is terug gekeerd.
           

zaterdag 16 maart 2013

Capreolus capreolus

Deze namiddag was ik even op de bank gaan liggen om vlug een tv-programma te bekijken dat ik opgenomen had. Enkel de begingeneriek heb ik gezien. Na enkele minuten was ik al in dromenland. Blijkbaar was ik de voorbije weken net iets te diep gegaan.
Na mijn dagtaak had ik de voorbije weken enkele uren de tijd om te snoekbaarzen op het kanaal.
Een drie uur durende sessie met Nico leverde echter niet het verhoopte resultaat op.
Twee avonden wapperen met de streamerhengel om met een snelzinkende lijn en midgetstreamer een snoekbaars of baars te vangen, was evenmin succesvol.  Maar ik putte al plezier uit het (ver)werpen op zich. Een beetje oefenen met de vliegenhengel kan bovendien nooit kwaad.
Net voor het jachtseizoen op reegeit en reekitsen sloot, vond ik ook nog tijd om twee maal 's morgens vroeg te gaan aanzitten.
Op de uitkijk, wachtend op wat komen kan
Dit betekende echter ontiegelijk vroeg opstaan om nog in het donker op de hoogzit plaats te nemen, op weg naar het jachtrevier gladde wegen en natte sneeuwbuien trotserend. Ik werd echter tweemaal beloond met prachtige zonsopgangen, ontwakende fazanten en houtduiven, rondhuppelende konijnen, een frivole eekhoorn en, wat dacht je, reeën.
De eerste ochtend stonden na meer dan een uur rond staren, plots een zestal reeën aan de rand van het bos. Het waren ofwel bokken, ofwel niet aan te spreken kitsen. Tot een reegeit te voorschijn kwam. Niet geaarzeld. Zo stil mogelijk mijn oude vertrouwde Tikka .243 genomen, veiligheid af, ree in het dradenkruis, uitademen en een zo goed mogelijk bladschot op zo'n goede 100 meter afstand geven. De ree tekende op het schot en we vonden ze een eindje verder. De inslag bleek op de perfecte lijn te zitten maar net ietsje te laag. Ik twijfelde of mijn kijker nog wel goed afgesteld stond tot ik zag dat ik een kogel met een iets zwaardere kop gebruikt had dan die waarmee ik ingeschoten had. Waarschijnlijk lag daar de reden.
De tweede dag begon met een zonsopgang in volle glorie, met het gebruikelijke kleinwild en drie reeën die echter met grote snelheid van het ene naar het andere bos wisselden en me geen enkele kans gaven. Hoe dan ook het is mooi, maar vermoeiend geweest.  

zaterdag 2 maart 2013

Rapfen, Jäger der Flüsse

Al een paar jaar zijn mijn roofbleivangsten tanende, dus waarom eens geen vakliteratuur gekocht uit landen waar ze al langer ervaring hebben met roofblei.
Het pas verschenen boek "Rapfen, Jäger der Flüsse" van ene Florian Laüfer leek me een goede keuze. Duits is wel niet mijn favoriet taal. Ik neig meer naar de Angelsaksische landen. Maar ja, voor meer kennis dient af en toe eens een taalbarrière doorbroken te worden. Bovendien is de Duitse degelijkheid overal geroemd. En toevallig had ik net een cadeaubon van de Standaard boekhandel gekregen. Kon ik die mooi ten gelde maken.
Niets dan lof overigens over de Standaard boekhandel die zich veel moeite getroost heeft om op zoek te gaan naar dit voor hen wel heel verrassend boek. Over het algemeen verkopen ze immers kookboeken, reisgidsen en romans.
Na enkele dagen kreeg ik van de vriendelijke dame van de boekhandel een mailtje dat ze het boek gevonden hadden en dat ik het dra zou kunnen afhalen.
Sinds gisteren ben ik de gelukkige bezitter van dit Teutoons werk over de Zielfisch "Rapfen" of Roofblei. Naast een boekje met foto's van kunstvliegen met een Duitse titel is dit overigens nog maar het tweede Germaanse werk in mijn boekencollectie.
Ondertussen ben ik tot de vaststelling gekomen dat naarmate je ouder wordt, je blijkbaar minder slaapt. Soms vervelend, maar nu een opportuniteit. Dus nam ik vannacht dit boek met 220 bladzijden uitsluitend over roofbleivissen al eens globaal door.
Naast de obligate beschrijving van de Zielfisch, gaat veel aandacht uit naar stekken, spinnen met plugs, spinners, lepels, vissen met Sbirolino's en vliegvissen. En om elke rechtgeaarde roofbleivisser lekker warm te maken voor het nieuwe seizoen op deze wonderbaarlijke hardknokkende visetende witvis, wordt besloten met een aantal Rapfenstorys. Echte thrillers voor wie een gevoelige natuur heeft.
Laat me beginen met te zeggen dat dit een uitstekend boek is voor wie op roofblei wil beginnen vissen (tenminste als de hengelaar in kwestie een minimale kennis van Duits heeft, want zoveel plaatjes staan er niet in), maar dat het merendeel van de reeds jaren experimenterende roofbleivissers in de lage landen veel reeds vertrouwde zaken zal terugvinden. Interessant is bijvoorbeeld de gedetailleerde beschrijving van wobbler (plugs), stick- en jerkbaits, oppervlakte- en ratelpluggen, die het volgens de auteur zeer goed doen voor roofblei. Enkele van de genoemde kunstaasjes zoals de drijvende Shallow Shad Rap 7 van Rapala, de Rattlin' Chug Bug 7 van Storm en de drijvende Minnow 7 van Salmo behoren sinds jaren ook tot mijn favorieten.
Voor mij ging het interessantste deel het luik over vliegvissen op roofblei omdat over deze materie niet zo veel terug te vinden is. Materiaal en vliegen worden in een dertigtal bladzijden toegelicht. Interessante bindpatronen zijn in het boek opgenomen.
Zonder het boek grondig gelezen te hebben, kan ik het nu al aanbevelen. Zoveel boeken behandelen immers niet het roofbleivissen. Misschien ben ik wat verwend, maar de foto's vond ik een beetje ouderwets aandoend. En sommige kunstvliegen zien er echt verfomfaaid uit. Een kniesoor die daar echter op let.
  


zaterdag 23 februari 2013

Deacon blues

Om 19.00 uur rijd ik naar huis. Na het drinken van een Duvel. Eén maar, ik wil bij een alcoholcontrole niet positief blazen. Thuis wacht trouwens een fles Andron Blanquet 2006, een Saint Estèphe, op mij. Misschien niet de beste Bordeaux, maar toch ook geen rommelwijn. Voor één keer ga ik deze fles soldaat maken.
Bij het naar huis rijden Deacon blues van Steely Dan (http://www.youtube.com/watch?v=Ck1N1I-LzWc) op de cd-speler. Wat een fantastische muziek voor de auto.
Wat een topdag was dit. We gingen dan wel niet aanzitten op ree omdat het zo koud was maar begonnen de dag met jacht op houtduiven.
Wind uit het oosten, windkracht 4 tot 5, zonnig. We wisten op voorhand dat de bosduiven zouden vliegen. Al zitten er veel minder dan vorige jaren, vandaag waren de houtduiven wel van de partij. Snel en laagvliegend en dus moeilijk onder schot te krijgen.
En voormiddag op de duiven
Roland en ik startten elk in een bosje waar we meestal geposteerd staan. Al vlug zag ik dat de vluchtlijn van de duiven zo'n 200 meter verder op lag, nabij een paardenstal.  Plastic lokduiven dan maar naar een weiland verhuisd waar ik vermoedde dat de duiven makkelijker onder schot zouden komen.
Een camouflagenet had ik echter niet mee en in de stal stond ik te bloot waardoor ik genoodzaakt werd in een gracht met wat vergaan riet plaats te nemen. Een beetje mooi verwoord. In feite lag ik plat op mij zij opdat de duiven me niet in de gaten zouden krijgen. Er zijn makkelijker houdingen om te schieten.
Alhoewel het eerste uur er niet zoveel vlucht was, verbeterde het tegen de middag. Roland was goed op dreef hoorde ik aan het aantal schoten dat zo'n kilometer van mij weerklonk.
Mij passeerden tal van duiven. Spijtig genoeg net te ver. Meestal op zo'n vijftig meter. En dat is te ver op met die rotzooi van staalhagel houtduiven dodelijk neer te halen. 30 à 35 meter is wel echt het maximum. Veel duiven boden zich aan.  Belangrijk was goed uit te kiezen welke duiven binnen bereik waren. Duif na duif kon ik binnenhalen zodat ik tegen de middag 21 stuks had. Mijn leermeester Roland scoorde nog beter met 35 stuks. Een voormiddag met 56 duiven daar wel ik elke dag voor tekenen. Op de foto trouwens mijn aandeel in de voormiddag. Ik weet wel, ik krijg soms reacties dat dit niet kan. Dat vind ik nu eens totaal van de pot gerukt. Wie me kent weet dat er geen grotere natuurliefhebber is dan mij. Weinigen die zoveel respect hebben, al zeg ik het zelf. Maar dat wil niet zeggen dat we geen gebruik mogen maken van de natuur. Dat we niet mogen oogsten. Natuurbescherming zijn voor mij geen reservaten, deels gekocht met het geld van de jagers en vissers, die niemand mag betreden. En ja hoor, ik kan de donateurs van allerlei anti-jacht en visserijverenigingen wel begrijpen, maar zij mij niet. Ze weten spijtig genoeg niet beter.
Na de middagsoep (uien en kaas) had Roland nog zin om konijnen te fretten. We waren immers toch goed op dreef. Met de hulp en de inspanningen van de jachtwachter boekten we na twee uren een resultaat van elf konijnen. Waarna we besloten ook nog eens de avondvlucht houtduiven mee te nemen. Goed voor verre schoten en bijkomend 13 stuks.
Een dagtotaal met twee van 69 duiven en 11 konijnen, welke jager zou  daar niet voor tekenen ?
In ieder geval heb ik morgen werk genoeg. Duiven pluimen en konijnen villen. Voor natuurlijk wildbraad  moet je wel wat moeite willen doen.  

vrijdag 22 februari 2013

Vlug eens van me laten horen

Drukke werkdagen, vriesweer en griep hebben ervoor gezorgd dat van de gebruikelijke buitenactiviteiten niet veel in huis kwam.
Wel tussen door veel gelezen, veel muziek beluisterd en mijn hengelkamer opgeruimd. Uren en uren bezig geweest met het organiseren van mijn vliegbindmateriaal. Ik had er geen benul van dat ik er zoveel had. Eigenlijk ook niet verwonderlijk als je naast visser, ook jager bent, en regelmatig eendenveren en hazenvellen  mee naar huis neemt. Bij het ordenen vloog toch wel een mot uit een oude bucktail. Actie zal dringend moeten ondernomen worden. Mottenballen dienen aangerukt. Een tiental jaren geleden had ik immers al eens een mottenplaag. De vervelende insecten hebben toen zowat de helft van mijn vliegbindmateriaal opgevreten. En blijkbaar hadden ze een voorkeur voor de duurdere Metz-skins.
Alhoewel ik me voorgenomen had geen hengelboeken meer te kopen, kon ik het toch niet laten om "Rapfen, jäger der Flüsse", een boek over roofbleivissen van Florian Laufer te bestellen. Hopelijk krijg ik hierdoor nieuwe inzichten want het roofblei vangen lukt de laatst jaren hoe langer hoe slechter.
De laatste weken was ik slecht tweemaal buiten actief. Eénmaal jagend op de duiven met Roland en Gaby. Een koude windstille dag, waarop de duiven zoals verwacht verstek lieten en die we met een totaal van twaalf duiven besloten.
En verleden week zondag waren we in de polder actief. Terug windstil weer met hier en daar nog ijs en sneeuw. Paul met jerkbaits en shads. Ikzelf hoofdzakelijk met vliegenhengel en streamer. Op het einde van de dag was de stand gelijk. Elk een snoek. Toch was ik zeer tevreden met de 90 cm lange en superzware snoek die ik op een geel-oranje tandemstreamer ving. Dit exemplaar had, denk ik, nog nooit kunstaas gezien want op zo'n belabberde visdag nam deze snoek de streamer zo hevig dat het 25 cm lange tandemgeval volledig, maar dan ook volledig inde bek verdwenen was. Gelukkig kon de snoek vlot en ongeschonden onthaakt en terug gezet worden.
Morgen warm ingeduffeld nog een dagje houtduiven jagen voor het jachtseizoen sluit. Er wordt behoorlijk wat wind verwacht. De resultaten zouden dus beter moeten zijn. We zien wel.      

WebRep
Algemene beoordeling
Deze site heeft geen beoordeling
(niet genoeg stemmen)
WebRep
Algemene beoordeling
Deze site heeft geen beoordeling
(niet genoeg stemmen)

dinsdag 5 februari 2013

Terug op stap

Een tijd ging voorbij zonder enig bericht. Niet verwonderlijk. Beroepsmatig zijn de eerste maanden van het jaar voor mij de drukste. En ook het ijs was natuurlijk spelbreker. Van vissen kwam uiteraard niets in huis. Van jagen ook niet. De minister had de jacht immers tijdelijk geschorst.
Aangezien de gebruikelijke buitenactiviteiten toch niet doorgingen, trokken Paul en ik dan maar naar La fête de la pêche à la mouche, georganiseerd door de l'Amicale des pêcheurs à la mouche te Charleroi. Persoonlijk ben ik niet zo'n beurzenmens maar al bij al was het best gezellig bij onze Waalse vrienden. Wel overvol en een beetje chaotisch op zijn Waals. Zoals elk jaar neem ik me voor vliegen te binden om meer op reservoir en/of rivier te vissen. Het duurde dus niet lang vooraleer mijn zuurverdiende euro's in vliegbindmateriaal waren opgegaan. Een metertje chenille kost tegenwoordig meer dan een gram goud had ik het vermoeden toen ik mijn pas ingeslagen voorraad overschouwde. Zo weinig voor zoveel geld. En de Waalse economie steunen deed ik ook niet echt aangezien ik, onbewust weliswaar, voor het overgrote deel bij Vlaamse en Engelse zaken had aangekocht. Na een babbel met enkele leden van een Waalse vliegvisclub namen we ons voor dit jaar eens meer naar de Ardennen te trekken.
Ook in het nieuwe jaar binden we de strijd aan met de snoek
Verleden zaterdag brachten we door in de polder. Het weer zag er echt niet goed uit maar verbeterde vlug toen we de grote rivieren over waren. Maar het bleef de gehele dag koud. Vroeger kon ik daar best tegen maar nu niet meer zo.
Ik startte met de streamer. Niet echt zo'n goed idee als je warme handen wil hebben. Het water was ijskoud en ik had mijn latex handschoenen (dun maar lekker warm) vergeten. Een hand als een ijsklomp was het gevolg. Bovendien kwam de wind keihard van rechts. Laat ik nu net rechtshandig zijn en bovendien een beroerd linkshandig werper. Het gevolg liet zich raden.  De 25 cm lange tandemstreamer kwam steeds met een rotvaart op me af zodat ik me steeds moest bukken om niet gehaakt te worden. Prettig vissen is anders maar qua work-out kon het tellen. Ik kreeg één aanbeet. Twee seconden aan en dan los. Het kon ook niet anders. Mijn spinstang was mooi hoepelrond gebogen net voor de streamer. Een bewijs dat de snoek de streamer op kop genomen had en nooit was gehaakt geweest. Buiten een kolk van een kanjer kreeg Paul niets te zien.
Niet getreurd we kenden nog stekken. Dan maar de oude polder in. Ik mag dan nog jager zijn maar ik zie hazen net zo graag levend. We waren nog maar net het hek over en er ging er al een kanjer vandoor. En in de greppel, die voor drainage aangelegd was, lagen verschillende mooie hazen netjes met de rug naar de wind toe en met de kop in de zon. We gingen er met een boogje om heen om ze niet te verstoren.
En vanaf dat moment begon de successtory voor Paul. Snoek na snoek, keer op keer mooie exemplaren, wist hij met de Cormoran Bellydog te verschalken. Ik niet. Niettegenstaande ik van Paul voor mijn nieuwjaar zo'n supervanger cadeau had gekregen, kon ik er niet mee vissen. Hij lag immers nog thuis op de salontafel te blinken. Uiteindelijk en enkele hengelwaters verder kwam Paul tot zes snoeken en wist ikzelf mijn eer nog te redden met twee snoeken op een roze Foxshad. Ondanks het gure weer, toch een succesvolle dag met mooie grote en weldoorvoede snoeken. Ik blijf ervan overtuigd dat op weinig beviste waters de snoeken vaker mooier zijn dan in de overbeviste stads- en sierwateren die dagelijks door een meute hengelaars bezocht worden. Het is maar een idee van mij maar ik heb de indruk dat stressvrije snoeken beter gedijen. En zo zie ik het graag.
Afsluiten deden we traditioneel. Niet in stijl en eerder ongezond. Bij Mc Do.
    


zaterdag 19 januari 2013

Houtduiven in de sneeuw

Het is bijna een week geleden dat ik in bij Roland geïnviteerd was om in de voormiddag op houtduiven te jagen.
Tegen dat we goed en wel op onze posten waren, was het reeds negen uur gepasseerd. We hadden bij de koffie en het ontbijt wat blijven napraten en waren zo een beetje het uur uit het oog verloren.
Roland zette me met de jeep af in het bosje met de hoogzit, terwijl hijzelf zo'n kilometer van mij in een andere bos plaats nam. Kwestie van een beetje verspreid te zitten en zo door het schieten de duiven vliegende te houden.
Het landschap was door de vele sneeuw, die recent gevallen was, echt adembenemend mooi. Het was trouwens veel jaren geleden dat we nog eens bij sneeuw duiven konden jagen. Nu de wetgeving gewijzigd is, kan het opnieuw. Zolang het echt niet te hard vriest, moet jagen wel kunnen, meen ik.
 Er zouden er nog volgen
Aangezien ik laat op mijn post toe kwam, waren de buitenste bomen van het bosje reeds ingenomen door tientallen duiven, die, zodra ze me in de gaten kregen, op de vlucht gingen.
Ik nam plaats in de hoogzit maar zag al vlug dat dit geen goede keuze was. De houtduiven kwamen van een kant aangevlogen waar ik geen goed zicht had, zodat ik ze te laat in het vizier kreeg. Raak schieten was op deze manier quasi onmogelijk.
Zo goed als mogelijk posteerde ik me tussen enkele bomen zodat ik voor de aanvliegende duiven toch niet te veel zou opvallen. Sommige duiven hadden het door en gingen nog buiten schot ijlings op de vlucht. Andere houtduiven kon ik dicht genoeg laten komen zodat ik ze kon aanspreken. Tot ongeveer half twaalf kwamen duiven aanvliegen, zodat ik regelmatig in actie kon komen. En alhoewel het terug reeds een poosje geleden was, ging het vlot. Na een drietal uren stopten we. Roland had 23 duiven en ikzelf 18. Een mooi tableau voor een voormiddagje jagen.  Heerlijk voor in de soep.  

zaterdag 12 januari 2013

Binden

Aangezien ik steeds solidair met vrienden en collega's ben, heb ik meteen ook maar hun verkoudheid overgenomen. Koorts en keelpijn hebben me genoodzaakt gisteren wat vroeger het werk te verlaten in een poging om thuis met warme drank en bedrust het tij te keren.
Vandaag voelde ik me te goed om nog langer in bed te liggen en nog te beroerd om zoals altijd te handelen.
Het beetje calvinist in mij laat echter niet toe te luieren waardoor ik maar besloot achter de vliegbindvice plaats te nemen.
Resultaat van vele uren noeste arbeid
Aanvankelijk was mijn doel me een voorraadje reservoirvliegen te binden. Reeds jaren neem ik me immers voor wat meer met de vlieg op forel te vissen. Vliegbindboeken met patronen, waaronder Bob Churchs drieluik : Guide to Trout Flies, Guide to the Champions' Fly patterns en Guide to New Fly Patterns , die onmisbare referentieboeken zijn, heb ik meer dan voldoende. Vliegbindmateriaal heb ik ook redelijk voorhanden. Het probleem is echter altijd dat je quasi bij elk vliegbindpatroon toch nog een specifiek onderdeel mist, waardoor je de vlieg niet kunt binden. Nu ben ik wel voor improviseren en het inbinden van andere materialen maar het mag niet te veel schelen. Al vlug kwam ik tot de conclusie dat ik te veel specifiek materiaal ontbrak om op een deftige manier forelstreamers en -nimfen te binden.
Mijn forelvliegbindplan werd dus redelijk snel afgeblazen en vervangen door een rondje tandemstreamers voor snoek binden. Bucktail heb ik steeds in alle kleuren in huis. Niet alleen voor het vervaardigen van snoek- , snoekbaars- en baarsstreamers maar ook om spinners en spinnerbaits op te vrolijken.
Het resultaat van een dagje binden waren vier tandemstreamers in mijn geliefde geel/oranje en grijstinten combinaties.
De geel/oranje tandemstreamer met flashabou en grizzlyhackles, gebonden op twee met dacron verbonden haken 4/0 of 6/0,  is bij het snoekstreameren bijna altijd mijn eerste keuze. Net zoals ander kunstaas, vis ik in water tot zo'n meter diep, streamers steeds binnen op een manier dat ik ze altijd kan zien. En geel/oranje is een kleur die je extra goed ziet.  Aangezien ik veel met deze kleurencombinatie vis, vang ik er dan ook veel mee. Maar ik blijf toch overtuigd dat het met geel/oranje streamers goed snoeken is.
Voor het snoekbaarsstreameren met snelzinkende lijnen daarentegen geef ik de voorkeur aan streamers in gele, chartreuse, witte of een combinatie van deze kleuren. Snoekbaarsstreamers zijn best zo'n tien à twaalf centimeter lang, upside down gebonden (op keelhooks als je ze nog ergens vindt) en voorzien van kettingoogjes.
Verder heb ik ook nog twee tandemstreamers in grijstinten gebonden. Een paar jaar geleden ving ik een behoorlijk snoek, die naast mijn Sandra softbait, ook nog een fikse grijze waterrat in de bek had zitten. Een grijze snoekstreamer moet dus zeker mogelijkheden bieden.
Terwijl ik dit schrijf , krijg ik een telefoontje van Roland. Duiven schieten morgen ? "Dat zal wel lukken", antwoord ik. Geweer en patronen klaar zetten en met warme drank vroeg naar bed. Nog even de eindstrijd tegen de virussen voeren, hoop ik.

maandag 7 januari 2013

Voor geen meter

Blij dat ik nog in één stuk ben.
Toen ik daarnet, komende van mijn werk, de tunnel in reed, viel enkele auto's voor mij een auto door pech plots stil. Aangezien er in de tunnel geen pechstrook is en ik niet naar links kon, zat er niets anders op dan volop op de rem te gaan staan. Gierende banden en verbrand rubber waren het gevolg. Ik kwam een meter voor het stilstaand voertuig tot een stop. Een vrachtwagen, vlak achter mij, kon me ternauwernood ontwijken. Dit kon gemakkelijk verkeerd afgelopen zijn.
Zon en snoek : meestal geen goede combinatie
Anderhalf uur nadien tril ik nog steeds na. Ik was van plan nog enkele snoekstreamers te binden maar dit zal niet lukken, denk ik.
Gisteren waren we terug op verkenning in de polder. Een aantal hoofdweteringen bleken quasi niet bevisbaar omwille van het zeer troebele water. Er werd nog steeds volop gepompt, vandaar.
De temperatuur was hoog voor de tijd van het jaar. 12 graden. Tegen de weervoorspellingen in brak de zon tegen de middag door. Zon en windstil weer. Dit kon niet goed zijn.
Zeker voor mij ging dit op. Ik ving voor geen meter. Op twee aanbeten na, die ik niet kon verzilveren, zag ik de volledige dag niets van actie. Ik had nochtans speciaal mijn Pezon et Michel Luxor Luxe 1200 splitcanehengel meegebracht maar het mocht echt niet baten.Alsof de hengel enig verschil maakt. Voor de eerste maal viste ik met wat de Amerikanen soft jerkbaits noemen. De op één na grootste maat Lunker City Fin S op een speciale  5/0 Texposer haak. En wat ik niet verwacht had : wat een  actie hebben die softbaits wanneer je ze jerkend binnen vist. Uitslaand van links naar rechts en af en toe rollend. Net als een hybride jerkbait. En waarempel na een half uur kreeg ik er aanbeet op. Van best een mooie snoek. Die ik miste. Een enkele haak en een nogal slappe hengel zijn niet de beste combinatie, zag ik nu in. Spijtig genoeg verspeelde ik even later het kunstaasje zodat verdere experimenteren ermee er niet meer inzat. Maar dit kunstaas biedt bovenstebeste opportuniteiten. Daar ben ik zeker van.
Paul zat het beter mee. Hij ving in de voormiddag twee mooie snoeken op een roze en een groene foxshad. Daarna speelde de zon hem ook parten en bleven de aanbeten uit.
' s Avonds kregen we bij de laatste worpen nog het gezelschap van een watervleermuis dat rond onze hoofden rondfladderde. Misleid door de warmte uit zijn winterslaap gekomen. Hopeloos op zoek naar insecten want die waren er niet.  Gaat het dan toch totaal verkeerd met de natuur ?

WebRep
Algemene beoordeling
Deze site heeft geen beoordeling
(niet genoeg stemmen)

vrijdag 4 januari 2013

Zomaar een overpeinzing

Volgens Mahatma Gandhi is de beschaving van een volk te meten aan de mate van respect waarmee ze met hun dieren omgaat.
Het mag misschien wel eigenaardig overkomen dat ik als passioneel jager en visser deze quote over neem. Ik geef er evenwel mijn eigen invulling aan. Onder respect versta ik immers niet het vaak overdreven, zelfs wereldvreemde, gedrag, waarmee baasjes met hun huisdieren omgaan. Ik mag dan een honden- en  kattenvriend zijn. Het gaat me echt te ver als huisdieren op een ziekelijke manier vermenselijkt worden.
Het gaat me in deze eigenlijk meer over het volgende.
Nu voor mij terug een drukke periode van beroepsactiviteit aangebroken is, pleeg ik wel eens na gedane arbeid een wandeling langs het viswater te doen. Daarbij viel enkele dagen terug mijn oog op een snoekdobber die steeds maar rondjes door het water deed. Een aangezien dobbers dit niet uit zichzelf doen kon het niet anders of er hing nog een snoek aan vast. De volgende dag vond ik de dobber met onderlijn terug evenwel zonder snoek. De hoofdlijn bestond uit licht nylon, eigenlijk te licht om mee te snoeken, en de onderlijn uit gevlochten lijn die doorgebeten was. Resultaat een verspeelde snoek met een haak in zijn strot.  Deze snoek ging waarschijnlijk een ellendige dood tegemoet. Duidelijk het gevolg van de daden van een onwetende hengelaar. Dit noem ik nu eens gebrek aan respect. Als je vist doet het dan ook zoals het hoort. En daar ontbreekt het vaak aan.
Je mag natuurlijk niet veralgemenen. Heel veel vissers hebben het beste voor met hun buit. Zeker karpervissers, zonder roofvishengelaars te kort te doen, blinken hier in uit. Zachte onthaakmatten en wondverzorging na het onthaken zijn ondertussen gemeengoed geworden. Dit is het andere uiterste van het verhaal.
Langs de andere kant zijn er echter nog tal van hengelaars die echt niet weten hoe het hoort. Die het misschien  wel goed bedoelen maat toch maar wat aanmodderen. Intriest eigenlijk.
Zowel in de jacht, als bij het vissen, zijn levende levens het essentiële onderdeel van je natuurbeleving. Ze verdienen dan ook het grootst mogelijk respect. In wezen is er weinig verschil tussen jagen en vissen toch liggen de voorwaarden die gesteld worden om de activiteit te mogen beoefenen mijlenver uit elkaar. Pas na een lange opleiding en het slagen in een door de overheid georganiseerd theoretisch en praktisch jachtexamen kan men zich een beginnend jager noemen, terwijl eenieder zomaar geacht wordt de hengelreglementering en de praktische handelingen onder de knie te hebben. Alsof een karper of een snoek veel minder respect verdient dan een haas of een fazant. Ik kan er eigenlijk niet goed bij.
En ja, ik weet het. We worden platg egooid met bureaucratische regeltjes. Maar zou het toch niet beter zijn mocht een visvergunning pas na het slagen in een theoretische en praktische test uitgereikt worden ?