woensdag 31 augustus 2011

Roofblei...driemaal

Aangezien ik het volledige weekend druk bezet zou zijn met de opvolging van alweer een evenement, het weerbericht er veel belovend uitzag en ik uit ervaring weet dat vanaf nu de roofbleien behoorlijk actief worden, reden Nico en ik gisteren terug naar mijn boot voor nieuw roofvisavontuur.
In de haven maakten wij ons in alle rust klaar voor de visdag. De tijd dat we ons haastten om toch maar geen seconde vistijd te laten verloren gaan, ligt reeds lang achter ons. Als ze niet bijten duurt de visdag heel lang, waarom zouden we spoed maken ?
Plots maakte Nico me attent op een kleine bruine, reigerachtige vogel die op een tak van één van de wilgen, die de haven omringt, zat. Het leek wel een roerdomp, maar dan in miniatuuruitvoering. Ik vermoedde dat het een woudaapje was. Nico dacht van niet omdat volgens hem deze reigerachtige gelig van kleur was en dit exemplaar hier was bruin gestreept. Toen ik de vogelgids er later op de avond op nasloeg bleek het toch een woudaapje, maar dan wel een juveniel, te zijn.  In ieder geval een verrassende waarneming van een vogelsoort waarvan er in Nederland minder dan vijftig broedparen zijn en die bijgevolg op de rode lijst staat.
We zijn al gewoon langs ons viswater heel wat lepelaars, zilverreigers, brilduikers, kiekenduiven en zelfs eens een visarend te zien, maar dit was wel een unicum.
Niettegenstaande de vele regen van de laatste weken, liet de stroming ons terug in de steek. Gedurende de acht uur dat we visten, hadden we slechts een drietal uur redelijk behoorlijk stroming. Als je weet dat roofblei hoofdzakelijk bij loeiharde stroming aast, waren de vangstmogelijkheden wel echt beperkt.
In de periodes dat er weinig of geen stroming liep, legden we ons daarom toe op het hengelen op snoekbaars en baars, vissoorten die ook onder minder gunstige omstandigheden soms te vangen zijn. Zo wisten we vier baarzen van rond de veertig centimeter al trollend op de plug te vangen en drie snoekbaarzen van rond de vijftig centimeter al vertikalend.
Voor onze kunstaasvisserij op roofblei wachtten we tot de stroming het hardst liep en het bijna avond was. Al met al hadden we maar een uur om drie goede stekken die zo'n 10 kilometer van elkaar lagen te bevissen.
Het werd alles of niets.
Op de eerste stek liep de stroming tegen de wind in zodat we in een heksenketel van hoge korte golven lagen te vissen. Het leek wel zeebaarsvisserij in een grondzee voor de kust van Westkapelle. Bij de eerste twee worpen werd Nico's Berkley Frenzy plugje telkens door een grote roofblei gevolgd. Bijten was er echter niet bij. Waarschijnlijk viste hij te traag binnen.  Ikzelf had met een Megabass Vision 110 in de kleur redhead meer geluk. Mijn eerste, zeer snel binnen geviste, worp leverde me meteen een snoeiharde aanbeet, een lange dril en een roofblei van meer dan zeventig centimeter op. De volgende tien, minuten bleven verdere aanbeten uit, zodat we ons naar de tweede stek haastten waar de  roofblei niet thuis bleek.
Restten ons nog dertig minuten om vijf kilometer verder te varen en nog één stek te bevissen terwijl het nog kon.
Ik had ondertussen de Megabassplug vervangen door een Rapala Shad  Rap deep runner van 7 cm in de blauwe rapalakleur. Dat dit geen slechte keuze was bleek vlug. Op mijn eerste worp kreeg ik direct een keiharde aanbeet die bijna de hengel uit mijn hand trok. Direct ging 10 meter lijn van de slip en ging de roofblei aan het knokken. Meer dan vijf minuten later konden we het grootste exemplaar van de dag, een vijfenzeventig centimeter groot en moddervet specimen landen. Mijn daaropvolgende worp werd plug opnieuw gegrepen, ditmaal door een iets kleiner exemplaar van zo'n zeventig centimeter. De worp daarop viste ik met een Sammy aan de oppervlakte wat resulteerde in drie volgers, drie aanbeten en evenveel missers. Daarna bleef elke aanbeet uit. Blijkbaar had ik door met het oppervlaktekunstaas te vissen de school roofblei uit elkaar getrokken zodat er op de stek zelf geen vis meer aanwezig was. Enkele minuten later viel de stroming er volledig uit en was van effectief vissen geen sprake  meer. We voeren de haven binnen met terug tien vissen aan ons lijstje toegevoegd.

zondag 28 augustus 2011

Zondagnamiddag met Dusty in Memphis

Sinds lang nog eens een weekend vrij al gaat om te beginnen een halve zaterdag vistijd verloren aan administratief werk dat nog dient ingehaald te worden. 's Namiddags begint het echter zo hard te regenen en te onweren dat een avondje hengelen er niet meer in zit. Dan maar de telefoon genomen en afgesproken met Nico om deze morgen ons experiment streetfishing verder te zetten.
Ik geraak moeilijk uit bed en ben nog steeds half slapend als Nico me komt ophalen. Eigenlijk heb ik niet zoveel zin om te vissen. Ook Nico ziet er niet zo best uit. Strompelend en met een pijnlijke blik komt hij uit de wagen. Terug nierstenen, denkt hij. Toch rijden we nieuwe visavonturen tegemoet. 
Er zit overduidelijk behoorlijk wat vis in het kanaal. Regelmatig zien we kringen van azende vissen. Af en toe doorbreekt een staart van een karper of een brasem de oppervlakte. Enkele futen zijn eveneens zeer actief. Het ziet er zeer belovend uit, het is het echter niet. De futen vangen vis, wij bijna niet. Vier stekken en vier uur laten sluiten we deze voormiddag af met één enkel baarsje en twee gemiste vissen. Dat is alles behalve goed. We laten het echter niet aan ons hart komen.
In de namiddag brengt Dusty Springfield troost. "Just a little lovin", http://www.youtube.com/watch?v=pdgWLxqZkC4 , brengt me onmiddellijk terug in de sfeer van de jaren zestig, een tijdperk waarin alles modern was en alles mogelijk leek. Alles kon alleen maar beter worden toen.Terug nostalgie naar mijn kindertijd door Dusty in Memphis.

vrijdag 26 augustus 2011

Kanjer roofblei,... bijna

Tijd, heel veel tijd, daar ontbreekt het me al maanden aan. Al weken niet meer op mijn boot geweest, laat staan gevist. Een occasioneel uurtje, waarin ik vijf zwartbekgrondels en een baars ving, niet te na gesproken.
Alle vistijd in rook op gegaan. Week na week evenementen georganiseerd en begeleid. Gemanaged en gevloekt.
Onthaasten is voor mij een loos begrip geworden. Helaas.
Na drie dagen hardcore techno, is vissen echter meer dan nodig voor een jonge ziel in een ouder lichaam.
Een mislukte poging tot bootvissen dinsdag. Storm, bliksem en regen laten immers verantwoord vissen niet toe.
Herkansing gisteren met Nico. Mijn boot lag nog in de haven. Altijd geruststellend dat hij niet gestolen is of dat er op zijn minst geen essentiële onderdelen van gedemonteerd en ontvreemd zijn. Een beetje verwaarloosd en vuil, maar wel volledig operationeel. En zonder meerkoetennest zoals ik enkele jaren geleden mocht ervaren na drie weken afwezigheid.
Beiden tuigden we een vertikaalhengel en een sleep/werphengel op. De rivier lag glashelder met een zichtdiepte van meer dan twee meter, met weinig of geen stroming en zo zou het toch wel de gehele dag blijven zeker. Jonge jeneverklaar water, met op momenten veel wind en immens grote wierbedden en drijvend vuil maakten het vissen er terug allesbehalve gemakkelijk op. En dan kwam ook nog eens die vervloekte zon op de proppen.
Toch waren vlug twee mooie baarzen al trollend gevangen. Een uurtje later kon Nico de grootste vis van de dag aan ons lijstje toevoegen : een mooie moddervette snoekbaars van 72 cm.
Maar dan was het dan ook helemaal gedaan. Fini. Schluss.Geen visplezier meer. Gedaan met de leute.
Vertikalen op betrouwbare stekken leverde helemaal niets op. We waren het dan ook vlug beu.
Onze succesdag van verleden jaar indachtig zei ik tegen Nico : "Laten we het eens op roofblei proberen, je weet nooit".
Nico op de traditionele manier met een ondiep duikend langwerping blauw plugje, een goedkope Frenzy Berkley met dito haken. Ikzelf ging het boven de kruidbedden met een oppervlakteplug proberen. Een al te dure Sammy van Luckycraft met waanzinnig scherpe dreggen. Ik had niet alleen mijn opblaasbare reddingsvest vergeten. Spijtig genoeg had ik me ook in mijn haast vergist en had ik alleen de grootste uitvoering Sammy's bij mij. Een uitstekende keuze voor snoek en zeebaars, maar niet voor roofblei zoals zou blijken. Lady Luck had een off-day.
Na uren werpen heb ik uiteindelijk vier aanbeten op de Sammy gehad, waarvan éénmaal een grote roofblei gedurende een paar seconden gehaakt werd en bijna even vlug los schoot. Indrukwekkende aanbeten dat wel. De Sammy leek te groot, de muil van de roofblei te klein of allebei.
Nico stak me vandaag de loef af.
Nico verspeelde twee roofbleien. De laatste, daar zullen we nog lang over spreken. Nico had na het inwerpen pas een metertje ingedraaid tot hij plots een enorme klap op zijn hengel kreeg. Ik zag en keek er naar. Zijn spinhengel plooide dubbel in een hoek van negentig graden, de slip krijste onheilspellend. Maar niet voor lang. Slechts een enorme kolk aan de oppervlakte was nog getuige van de massale roofblei die enkele seconden voorheen nog aan de haak hing, maar nu vanzelfsprekend niet meer. Teleurstelling alom. Een beetje geveinsd dat wel, want we zijn wel het één en het ander gewoon. Maar terug een visverhaal rijker.
Op mijn vraag controleerde Nico zijn dunne doch goedkope dreggen. Zoals ik vermoedde was de haakpunt volledig uitgebogen waardoor de roofblei zich van het kunstaas verlost had. Goedkoop bleek terug duurkoop.
Als er naast een meer dan behoorlijke viskunde iets is wat Nico heeft, is het een bovennatuurlijke aanleg voor het kwijtspelen van vis.
Een tiental jaren geleden raakte Nico na een dril van een kwartier vlak voor de boot een enorm grote zalm kwijt door een ietwat verouderde nylonlijn (10+ jaar oud volgens hem), twee jaar terug een massieve snoekbaars (waarschijnlijk onze grootste ooit) die na tien minuten erin slaagde zich te bevrijden door de lijn op de scherpe schelpjes aan de rand van het talud kapot te schuren en nu deze 80+ roofblei. Het geluk mag voor hem wel eens keren. Maar daar kan hij zelf wel een handje aan meewerken. Langzaam aan begint bij hem dit besef door te dringen. Ik probeer hem hierin te begeleiden. We komen er ooit wel.

dinsdag 2 augustus 2011

Street

Martha and the Vendellas dansten reeds in the street. Naast het meesterwerk Shpritsz, vind ik ook Herman Broods lp Street nog steeds fantastisch. Ook het hengelen mocht niet achterblijven en heeft sinds enkele jaren als nieuwste modetrend streetfishing met de daarbij horende merchandising zoals streetfishinghengels en -kledij. En natuurlijk mogen in de naam van het commerciële opperwezen ook streetfishingwedstrijden niet ontbreken. Met gratis goody bag.
Nog voor de huidige followers-of-fashionhengelaars in de grachten en parken van dichtbevolkte steden  visten, deden wij het al. Wat dacht je wel ? Geslepen op gemakkelijke roofvisvangsten zoals we waren. Nog steeds herinneren we de verbaasde blikken van de Hollandse stedelingen toen we ons met onze camouflagekledij aan en de opgetuigde hengel in de hand via de koopcentra en winkelstraten verplaatsten van gracht naar parkvijver en stadswal. Eendenvoederende oma's en hun kleinkinderen verrassend.Verbazing alom toen we gelaarsd (stedelijke hondenpoepbescherming is meer dan nodig) met volledig uitrusting, regenbroek inbegrepen,  in het overvolle stadscentrum van een randstad plots uit de auto te voorschijn kwamen. Wel even de parkeermeter vullen natuurlijk. Superroofvisvangsten in stedelijk gebied, het kunstaas sturend tussen verzonken fietsen en winkelkarren, hebben we twintig jaar, dus lang, geleden gehad. Dertig à veertig snoeken op een dag waren echt geen uitzondering. Tot een snoek van 1,15 meter en kneiters van nsoekbaarzen toe. We hielden het voor ons en we hoopten dat dit zo kon blijven. Aan iedereen verklaarden we altijd dat we nog geen staart gevangen hadden. Domme belgen, hé. Nu het urbane vissen door verregaande communicatie in hengelsportbladen en digitale media een echte hype geworden is, zijn de vangsten exponentieel afgenomen. Het kan dus voor ons weinig  kwaad meer jullie te doen kwijlen van onze mooie vangsten van destijds. Maar men spreekt daar graag nog eens over. Nostalgie.
Neemt niet weg dat ons occasioneel, veel minder dan vroeger uiteraard, de lust bekruipt om onze viskansen in de dichtbevolkte,drukke, vervuilde, multiculturele, noem maar op...omgeving te wagen. Eens hengelaar, altijd hengelaar, nietwaar ? Vrijdag probeerden we voor het eerst op Belgische grond. Zoals vroeger waren de blikken van de omstaanders verbaasd. Eendjes werden plots niet meer gevoerd, een omkijkende fietser knalde zowaar van verbazing bijna tegen een kinderbuggy aan. Ja, zo is het als je in het stadscentrum vist. Het viswater rook echter niet zo lekker als in Nederland. Een lichte rioolgeur, behoorlijk vervuild. Kon ook bijna niet anders want in mijn kindertijd zag ik de schroeven van de voorbijvarende schepen dit zwarte stinkende kanaalwater tot wit opwaaiend schuim kloppen. In ieder geval vissen we nu in een stadswater dat twintig jaar geleden meer dan dood was. Zou het lukken ? Ultralicht met een driegrammer met een jigkopje en kleine twisters en ietwat zwaarder met een jigkopje van 7 gram met een kleine gele  saltshaker.
Drie uur vissen en hoezee ! Vreugdekreet. Het eens dode water geeft een snoekbaarsje van 40 cm en 6 kleine baarsjes prijs. De buit, hoe klein ook, is binnen. Een overwinning door ons vertrouwen en onze volharding. Bijna even gelukkig als door de grote vangsten van weleer. Vlug naar huis. Handen wassen met vloeibare desinfecterende zeep. Zo gezond kan het immers ook niet zijn.