zaterdag 23 februari 2013

Deacon blues

Om 19.00 uur rijd ik naar huis. Na het drinken van een Duvel. Eén maar, ik wil bij een alcoholcontrole niet positief blazen. Thuis wacht trouwens een fles Andron Blanquet 2006, een Saint Estèphe, op mij. Misschien niet de beste Bordeaux, maar toch ook geen rommelwijn. Voor één keer ga ik deze fles soldaat maken.
Bij het naar huis rijden Deacon blues van Steely Dan (http://www.youtube.com/watch?v=Ck1N1I-LzWc) op de cd-speler. Wat een fantastische muziek voor de auto.
Wat een topdag was dit. We gingen dan wel niet aanzitten op ree omdat het zo koud was maar begonnen de dag met jacht op houtduiven.
Wind uit het oosten, windkracht 4 tot 5, zonnig. We wisten op voorhand dat de bosduiven zouden vliegen. Al zitten er veel minder dan vorige jaren, vandaag waren de houtduiven wel van de partij. Snel en laagvliegend en dus moeilijk onder schot te krijgen.
En voormiddag op de duiven
Roland en ik startten elk in een bosje waar we meestal geposteerd staan. Al vlug zag ik dat de vluchtlijn van de duiven zo'n 200 meter verder op lag, nabij een paardenstal.  Plastic lokduiven dan maar naar een weiland verhuisd waar ik vermoedde dat de duiven makkelijker onder schot zouden komen.
Een camouflagenet had ik echter niet mee en in de stal stond ik te bloot waardoor ik genoodzaakt werd in een gracht met wat vergaan riet plaats te nemen. Een beetje mooi verwoord. In feite lag ik plat op mij zij opdat de duiven me niet in de gaten zouden krijgen. Er zijn makkelijker houdingen om te schieten.
Alhoewel het eerste uur er niet zoveel vlucht was, verbeterde het tegen de middag. Roland was goed op dreef hoorde ik aan het aantal schoten dat zo'n kilometer van mij weerklonk.
Mij passeerden tal van duiven. Spijtig genoeg net te ver. Meestal op zo'n vijftig meter. En dat is te ver op met die rotzooi van staalhagel houtduiven dodelijk neer te halen. 30 à 35 meter is wel echt het maximum. Veel duiven boden zich aan.  Belangrijk was goed uit te kiezen welke duiven binnen bereik waren. Duif na duif kon ik binnenhalen zodat ik tegen de middag 21 stuks had. Mijn leermeester Roland scoorde nog beter met 35 stuks. Een voormiddag met 56 duiven daar wel ik elke dag voor tekenen. Op de foto trouwens mijn aandeel in de voormiddag. Ik weet wel, ik krijg soms reacties dat dit niet kan. Dat vind ik nu eens totaal van de pot gerukt. Wie me kent weet dat er geen grotere natuurliefhebber is dan mij. Weinigen die zoveel respect hebben, al zeg ik het zelf. Maar dat wil niet zeggen dat we geen gebruik mogen maken van de natuur. Dat we niet mogen oogsten. Natuurbescherming zijn voor mij geen reservaten, deels gekocht met het geld van de jagers en vissers, die niemand mag betreden. En ja hoor, ik kan de donateurs van allerlei anti-jacht en visserijverenigingen wel begrijpen, maar zij mij niet. Ze weten spijtig genoeg niet beter.
Na de middagsoep (uien en kaas) had Roland nog zin om konijnen te fretten. We waren immers toch goed op dreef. Met de hulp en de inspanningen van de jachtwachter boekten we na twee uren een resultaat van elf konijnen. Waarna we besloten ook nog eens de avondvlucht houtduiven mee te nemen. Goed voor verre schoten en bijkomend 13 stuks.
Een dagtotaal met twee van 69 duiven en 11 konijnen, welke jager zou  daar niet voor tekenen ?
In ieder geval heb ik morgen werk genoeg. Duiven pluimen en konijnen villen. Voor natuurlijk wildbraad  moet je wel wat moeite willen doen.  

vrijdag 22 februari 2013

Vlug eens van me laten horen

Drukke werkdagen, vriesweer en griep hebben ervoor gezorgd dat van de gebruikelijke buitenactiviteiten niet veel in huis kwam.
Wel tussen door veel gelezen, veel muziek beluisterd en mijn hengelkamer opgeruimd. Uren en uren bezig geweest met het organiseren van mijn vliegbindmateriaal. Ik had er geen benul van dat ik er zoveel had. Eigenlijk ook niet verwonderlijk als je naast visser, ook jager bent, en regelmatig eendenveren en hazenvellen  mee naar huis neemt. Bij het ordenen vloog toch wel een mot uit een oude bucktail. Actie zal dringend moeten ondernomen worden. Mottenballen dienen aangerukt. Een tiental jaren geleden had ik immers al eens een mottenplaag. De vervelende insecten hebben toen zowat de helft van mijn vliegbindmateriaal opgevreten. En blijkbaar hadden ze een voorkeur voor de duurdere Metz-skins.
Alhoewel ik me voorgenomen had geen hengelboeken meer te kopen, kon ik het toch niet laten om "Rapfen, jäger der Flüsse", een boek over roofbleivissen van Florian Laufer te bestellen. Hopelijk krijg ik hierdoor nieuwe inzichten want het roofblei vangen lukt de laatst jaren hoe langer hoe slechter.
De laatste weken was ik slecht tweemaal buiten actief. Eénmaal jagend op de duiven met Roland en Gaby. Een koude windstille dag, waarop de duiven zoals verwacht verstek lieten en die we met een totaal van twaalf duiven besloten.
En verleden week zondag waren we in de polder actief. Terug windstil weer met hier en daar nog ijs en sneeuw. Paul met jerkbaits en shads. Ikzelf hoofdzakelijk met vliegenhengel en streamer. Op het einde van de dag was de stand gelijk. Elk een snoek. Toch was ik zeer tevreden met de 90 cm lange en superzware snoek die ik op een geel-oranje tandemstreamer ving. Dit exemplaar had, denk ik, nog nooit kunstaas gezien want op zo'n belabberde visdag nam deze snoek de streamer zo hevig dat het 25 cm lange tandemgeval volledig, maar dan ook volledig inde bek verdwenen was. Gelukkig kon de snoek vlot en ongeschonden onthaakt en terug gezet worden.
Morgen warm ingeduffeld nog een dagje houtduiven jagen voor het jachtseizoen sluit. Er wordt behoorlijk wat wind verwacht. De resultaten zouden dus beter moeten zijn. We zien wel.      

WebRep
Algemene beoordeling
Deze site heeft geen beoordeling
(niet genoeg stemmen)
WebRep
Algemene beoordeling
Deze site heeft geen beoordeling
(niet genoeg stemmen)

dinsdag 5 februari 2013

Terug op stap

Een tijd ging voorbij zonder enig bericht. Niet verwonderlijk. Beroepsmatig zijn de eerste maanden van het jaar voor mij de drukste. En ook het ijs was natuurlijk spelbreker. Van vissen kwam uiteraard niets in huis. Van jagen ook niet. De minister had de jacht immers tijdelijk geschorst.
Aangezien de gebruikelijke buitenactiviteiten toch niet doorgingen, trokken Paul en ik dan maar naar La fête de la pêche à la mouche, georganiseerd door de l'Amicale des pêcheurs à la mouche te Charleroi. Persoonlijk ben ik niet zo'n beurzenmens maar al bij al was het best gezellig bij onze Waalse vrienden. Wel overvol en een beetje chaotisch op zijn Waals. Zoals elk jaar neem ik me voor vliegen te binden om meer op reservoir en/of rivier te vissen. Het duurde dus niet lang vooraleer mijn zuurverdiende euro's in vliegbindmateriaal waren opgegaan. Een metertje chenille kost tegenwoordig meer dan een gram goud had ik het vermoeden toen ik mijn pas ingeslagen voorraad overschouwde. Zo weinig voor zoveel geld. En de Waalse economie steunen deed ik ook niet echt aangezien ik, onbewust weliswaar, voor het overgrote deel bij Vlaamse en Engelse zaken had aangekocht. Na een babbel met enkele leden van een Waalse vliegvisclub namen we ons voor dit jaar eens meer naar de Ardennen te trekken.
Ook in het nieuwe jaar binden we de strijd aan met de snoek
Verleden zaterdag brachten we door in de polder. Het weer zag er echt niet goed uit maar verbeterde vlug toen we de grote rivieren over waren. Maar het bleef de gehele dag koud. Vroeger kon ik daar best tegen maar nu niet meer zo.
Ik startte met de streamer. Niet echt zo'n goed idee als je warme handen wil hebben. Het water was ijskoud en ik had mijn latex handschoenen (dun maar lekker warm) vergeten. Een hand als een ijsklomp was het gevolg. Bovendien kwam de wind keihard van rechts. Laat ik nu net rechtshandig zijn en bovendien een beroerd linkshandig werper. Het gevolg liet zich raden.  De 25 cm lange tandemstreamer kwam steeds met een rotvaart op me af zodat ik me steeds moest bukken om niet gehaakt te worden. Prettig vissen is anders maar qua work-out kon het tellen. Ik kreeg één aanbeet. Twee seconden aan en dan los. Het kon ook niet anders. Mijn spinstang was mooi hoepelrond gebogen net voor de streamer. Een bewijs dat de snoek de streamer op kop genomen had en nooit was gehaakt geweest. Buiten een kolk van een kanjer kreeg Paul niets te zien.
Niet getreurd we kenden nog stekken. Dan maar de oude polder in. Ik mag dan nog jager zijn maar ik zie hazen net zo graag levend. We waren nog maar net het hek over en er ging er al een kanjer vandoor. En in de greppel, die voor drainage aangelegd was, lagen verschillende mooie hazen netjes met de rug naar de wind toe en met de kop in de zon. We gingen er met een boogje om heen om ze niet te verstoren.
En vanaf dat moment begon de successtory voor Paul. Snoek na snoek, keer op keer mooie exemplaren, wist hij met de Cormoran Bellydog te verschalken. Ik niet. Niettegenstaande ik van Paul voor mijn nieuwjaar zo'n supervanger cadeau had gekregen, kon ik er niet mee vissen. Hij lag immers nog thuis op de salontafel te blinken. Uiteindelijk en enkele hengelwaters verder kwam Paul tot zes snoeken en wist ikzelf mijn eer nog te redden met twee snoeken op een roze Foxshad. Ondanks het gure weer, toch een succesvolle dag met mooie grote en weldoorvoede snoeken. Ik blijf ervan overtuigd dat op weinig beviste waters de snoeken vaker mooier zijn dan in de overbeviste stads- en sierwateren die dagelijks door een meute hengelaars bezocht worden. Het is maar een idee van mij maar ik heb de indruk dat stressvrije snoeken beter gedijen. En zo zie ik het graag.
Afsluiten deden we traditioneel. Niet in stijl en eerder ongezond. Bij Mc Do.