zondag 23 november 2014

Passie

Toen Jackie, een visvriend en ex-collega van mij, me enkele weken terug vroeg om op zijn verenigingsavond eens wat toelichting te komen geven over kunstaasvissen kon ik moeilijk weigeren.
De grootste van de dag
Enerzijds was het kort dag, anderzijds dacht ik wel wat te vertellen te hebben over het vissen met kunstaasop roofblei. We waren immers bij de pioniers wat deze visserij betreft.
Een ander aspect was dat ik de vereniging zelf een warm hart toe draag. In essentie zijn het bijna allen karpervissers maar dan volgens de traditionele methodes. Veelal met de pen, veelal gebruik makend van vintage hengels. Doordrongen van de literatuur van Schreiner en Jan B. De Winter. Hengelaars met een echte passie voor hun hobby in de natuur. Sportvissers met een hang naar het verleden. Nostalgici, daar hou ik wel van. Onder elkaar discussiërend over de voor- en nadelen van glasvezel- en splitcanehengels, de buiging van oude Jack Hilton karperhengel of de mooie curve van een Richard Walker Mark IV.
Niettegenstaande het onderwerp een beetje buiten hun comfortzone lag, zag ik toch welgemeende interesse en blinkende oogjes bij het zien van de roofbleifoto's.
Enkele dagen ervoor hadden Nico en ik een bezoek gebracht aan een Nederlandse polder, aan de rand van een stad weliswaar. Mijn voorliefde voor oude hengelmaterialen stak terug de kop op. Gewapend met een Pezon et Michel splitcane Luxor Luxe 1200, voorzien van een Luxor 100 molen (weliswaar met dunne gevlochten lijn)  en een grote tubefly werd opnieuw een poging ondernomen om enkele van de mooie snoeken die zich daar wel ophouden, te verschalken.
Net voor Paul naar de USA vertrok, enkele weken terug, was ik samen met hem ook al op deze nieuwe locatie geweest en aangenaam verrast door het aantal en de grootte van de snoeken. Toen had ik er één van ongeveer 90 cm weten te vangen, ook op de tubefly en een nog veel grotere gemist. Want ze zitten er zeker, zelfs in behoorlijke aantallen maar wel ook behoorlijk gedresseerd.
 De herkansing met Nico kon trouwens niet geslaagd genoemd worden. Oostenwind en zon gooiden roet in het eten. We vingen samen 3 kleine snoekjes. Aangezien we echter meer dan 20 volgers telden, zien ze ons bij betere weersomstandigheden op dezelfde locatie terug. Beste snoeken, pas op uw tellen.

maandag 17 november 2014

Terugblik op een zoveelste seizoen riviervissen

Ik blijf het benadrukken.
De hoeveelheid reclame die gevoerd wordt voor hengelen in het algemeen en kunstaasvissen in het bijzonder en de massa's artikelen en websites staan in schril contrast met de vangsten. Die gaan er op de grote rivieren en de deltameren in Nederland alleen maar (sterk) op achteruit.Ware het niet dat we occasioneel nog goede roofbleivangsten beleven, zou ik er sterk aan twijfelen de toch wel dure bootvisserij te blijven beoefenen.
Ik blijf het herhalen.
Volgens mij liggen de oorzaken bij het steeds zuiver wordende en dus minder voedselrijke water met minder biomassa per hectare, gecombineerd met de overbevissing, in de eerste instantie door de beroepsvisserij, niet te verwaarlozen de ontelbare aalscholvers en de explosieve toename van allerlei exoten , zoals de zwartbekgrondel, die er met de kuit van vele vissen vandoor gaan.
En op enig verzet of positieve actie tegen deze gang van zaken hoop ik wel, maar reken ik al lang niet meer. Niet van de sportvissers samen, noch van de hengelsportwinkeliers en - industrie, noch van Sportvisserij Nederland. En al helemaal niet uit politieke hoek. Wat kan het die dames en heren verdommen.
Zwarte Piet veroorzaakt blijkbaar veel meer commotie dan een steeds slechter wordende visstand. Het is maar waar je belang aan hecht.
De snoekbaarsvisserij gaat jaar na jaar achteruit. Pijlsnel.Om nog een paar van die (kleine) glasogen te vangen ben ik bijna verplicht onze levens op het spel te zetten op de snelstromende snelwegen van het scheepvaartverkeer waar gekoppelde duwbakstellen met metershoge golven hengelen vaak tot een hel maken. Die snoekbaarskanjers van weleer, tot 90 cm groot en groter, door ons steeds met liefde terug gezet zijn er lang niet meer.
Waar die goede baarsstand de laatste jaren gebleven is, God only knows.
En de vele windes die we tussendoor aan klein kunstaas vingen, die zijn er ook bijna niet meer. Deze zomer kwam op een twaalftal trips zelfs geen enkele snoek in de boot.
Gelukkig is er nog die ene exoot, die ondertussen behoorlijk ingeburgerd is, die onze dagen soms nog wat weet op te fleuren.
Alhoewel dit seizoen anders dan anders verliep. Omgekeerd . Normaal ligt het zwaartepunt van de vangsten in het tweede deel van ons seizoen,  vanaf september tot medio oktober. Nu was het eerder tegenover gesteld met topvangsten vanaf juni om later af te zwakken. Waarschijnlijk was de reden een totaal gebrek aan speldaas op de rivier in september-oktober.
Zowel oppervlaktekunstaas, als ondiep en dieplopende pluggen, vingen naargelang de omstandigheden goed. We ontdekten zwart als een zeer goede kleur voor topwater lures.
We moeten dit jaar in totaal met z'n drieën tussen de 40 à 50 roofbleien gevangen hebben, gemiddeld tussen de 60 à 70 cm in lengte. Al zaten er ook redelijk wat vissen van rond de 80 cm en 10 pond zwaar bij. De laatste van het visseizoen was meteen ook de grootste. 84 cm. En net zoals al onze grote roofbleien trollend
op grote diepte gevangen met een suspending Cotton Cordell Wally Diver  

vrijdag 14 november 2014

Zeker niet gestopt

Een aantal malen kreeg ik de vraag waarom de laatste maanden geen berichten toegevoegd zijn.
Eenvoudig : het ontbrak me niet alleen aan tijd ,maar vooral aan enige goesting.
Het leven spaart me, zeker dit jaar, niet.
Op korte tijd werd ik immers met een derde overlijden op zes maanden tijd geconfronteerd.
De dood van mijn partner in crime, medejager en dokter H. heeft er behoorlijk ingehakt, niet alleen bij mij maar ook bij mijn andere jachtvriend.  we zaten niet op elkaars lip maar we waren toch close, deelden elkaars interesses en voorkeur voor excentriciteiten.
Enkele weken voor zijn dood had ik hem nog gecontacteerd in verband met de organisatie van het komend jachtseizoen. En hem zoals altijd gevraagd hoe het ging met zijn gezondheid. Een afgezaagd grapje, waar hij toch nog steeds mee kon lachten. Als dokter stelde hij immers dagelijks tientallen malen deze vraag.
Er hangt een vreemde sfeer over dit jachtseizoen en het revier waar we samen zovele jaren samen jaagden.
Vandaag komen we er nog eens samen om hazen te jagen. De geest van H. zal terug nooit ver af zijn.