zaterdag 28 januari 2012

Verder op zoek

Donderdag, iets over de middag, belt Paul me op het werk op met de vraag waar hij staat. "Hoe kan ik dit nu raden ", denk ik bij mezelf. Maar hij is me te vlug af. "Ik sta momenteel in de polder en ben een brede centrale wetering aan het afvissen. En wil je nu wat weten, mijn shad werd reeds tweemaal door twee verschillende grote snoeken met heel brede koppen gevolgd. Zeker meters plus. Maar ze bijten niet, er is misschien dressuur ", voegt hij er tenslotte nog aan toe.
Nog diezelfde dag belt hij me 's avonds thuis op met de mededeling dat hij in de stromende regen toch nog zes mooie snoeken heeft weten te vangen, waarvan het merendeel aan de kleine maat Suick, de verzwaarde versie in de geel/zwart gestreepte jailbirdkleur. We spreken af zaterdag opnieuw de polder in te trekken met als doelen verder ons tot nu toe onbekende hengelwaters te exploreren en de door Paul waargenomen metersnoeken proberen een oor aan te naaien. En we wachten beter niet te lang want vanaf zondag wordt een lange periode met vriesweer verwacht.  Zaterdag gaan we dus er op uit in polder.
Na een rit van zo'n twee uur komen we eindelijk ter bestemming aan. De wetering, op sommige plaatsen toch zeker achttien meter breed maar betrekkelijk ondiep, is me onbekend. Hier zouden dus Pauls monstersnoeken moeten huizen. Ik ga aan de slag met mijn baitcaster met aan de onderlijn een getakelde dode voorn. Paul vist met een grote geel-groene zonkerstreamer. Na meer dan een uur vissen verwissel ik de dode voorn voor een grote verzwaarde Foxshad. Na twee uur is de wetering afgevist en het resultaat wel heel mager. Paul heeft nog geen tikje gekregen, zelfs nog geen snoekje gezien. Ikzelf moet het doen met een misser op de shad : zo verspeel ik een piepklein snoekje dat zich vergrepen heeft aan de meer dan 20 cm lange Fox Proshad. Pauls monstersnoeken zijn zeker niet thuis.Om een referentiepunt te hebben, besluiten we naar een polderwatertje te gaan waar we zeker weten dat het snoekbestand er goed is. Ook hier geen aanbeten. We wijten het aan de oostenwind en de vis die voorzeker al vroegtijdig op het aankomend koudefront reageert.
Hup terug op weg, de auto in naar een ons onbekend polderwater, spijtig genoeg langsheen een heel druk bereden weg gelegen. Het water oogt heel mooi, is voldoende diep en glashelder met hier en daar nog wat restanten van plantengroei. Al vlug vangt Paul zijn eerste maar tevens ook laatste snoek van de dag. Een mooie zestiger heeft zijn chartreuse shad vol genomen. Op mijn grote Foxshad mis ik opnieuw een kleine snoek. Een grotere snoek volgt maar laat zich halverwege terug naar de bodem zakken.
Het laatste uur voor donker gaan we terug aan de slag op bekend water. Ik weet mijn dag nog te redden door de vangst van een mooie tachtiger. Vlak voor mijn voeten neemt deze snoek mijn getakelde dode voorn. Deze vis zit vol met bloedzuigers en parasieten, wat er volgens mij op wijst dat de snoek passief op de bodem ligt. Dit kan mogelijks onze slechte visdag verklaren.
We kunnen met de vangst van elk een snoek naar huis. Maar niet zonder in Goes halt te houden in de McDonalds, waar we al onze volgende visplannen smeden.    

maandag 23 januari 2012

Wie zoekt, die vindt soms

Je mag de beste kunstaasvisser zijn, maar als je viswater geen of een slecht snoekbestand heeft, vang je weinig of niets.
Vaak hoor ik in Vlaanderen, maar ook in Nederland, dat de snoek het niet doet. Hij bijt niet. Dit komt uiteraard wel eens voor. Meestal is er echter meer aan de hand. Vaak blijkt het immers over waters te gaan waar (bijna) geen snoek zit. En die bestaan zeker. Veel meer in Vlaanderen, dan in Nederland natuurlijk. Echter ook in Nederland kan het behoorlijk tegenvallen.
Naast een goede hengeltechniek valt of staat een succesvolle hengeldag met de aanwezigheid van de vissoort die je belaagt.
Alhoewel een mens nooit volleerd is, menen we van ons zelf dat we behoorlijk kunnen kunstaasvissen. Dus wordt veel tijd geïnvesteerd in het zoeken naar nieuwe en goede roofvisstekken. En soms slagen we daar zelfs in. Om vervolgens die stekken lekker voor onszelf te houden. Egoïstisch ? Helemaal niet in dit geval, vinden we. We hebben immers veel tijd, kilometers en het is nu eenmaal zo, ook geld  geïnvesteerd en dat zien we graag beloond in visplezier. Waarom zou je je stekken te grabbel gooien ? Je mag er immers zeker van zijn dat je enkele weken later  daar zelf niet meer hoeft te vissen. Om dan nog van die niet zo sportieve hengelaars te zwijgen of hengelaars die er financieel gewin trachten uit te halen Bovendien is eenieder vrij om, net zoals wij, zelf op zoek te gaan. Vissen mag volgens ons niet te gemakkelijk zijn.
Zo worden we regelmatig lid van nieuwe hengelsportverenigingen zodat we nieuw hengelwaters kunnen ontdekken. Dit is dikwijls een ware zoektocht aangezien vele hengelwaters vaak heel cryptisch en onduidelijk omschreven zijn. Veel hengelsportverenigingen beschikken heden ten dage nog steeds niet over goede viswaterkaarten. Hoe is het toch mogelijk ?
Paul en ik gingen dus gisteren naar Nederland op zoek naar nieuwe horizonten. We zouden enkele reeds bekende wateren combineren met onbekende.
Om onszelf te motiveren werd het eerste uur doorgebracht op een wetering waarvan we weten dat er in de winter behoorlijk snoek zit. Vandaag zaten ze er ook. Weliswaar klein van afmeting maar Paul wist twee snoeken te vangen op zijn nieuw aangekochte jerkbait van Abu, de Abu Rocket Jerk. Een mooi traag zinkende jerkbait met mooi uitslaande actie.
Deze gretige snoek had de 17 cm lange
 shad volledig binnen gespeeld. Dankzij
de weerhaakloze dreggen ging onthaken
supersnel.                                                     


Vervolgens werd gevist in een polder waar we al enkele malen - in onze onwetendheid -blijkbaar illegaal gevist hadden en we veel en heel mooie snoeken gevangen hadden. Vandaag zou het voor de eerste maal echt mogen. We hadden immers na veel zoekwerk dé passende vergunning te pakken gekregen. Onze grote verwachtingen werden niet ingelost. Op anderhalf uur vissen kregen we geen enkele aanbeet. Een lokale visser die even bij ons stopte wist ons te vertellen dat we te laat waren. De polder zou door hengelaars met aasketeltjes herhaalde malen afgevist zijn en de snoek meegenomen. Het zou inderdaad kunnen, maar we zullen nog eens proberen. Als het dan niets is, weten we genoeg.
Vervolgens kwamen een hele reeks ons onbekende oude poldergrachten aan de beurt. Zonder enig succes. De grachten bleken vaak verland en ondiep. Het water was eerder bruinig troebel. We kregen geen enkele aanbeet. Dit zag er niet zo goed uit.
Het laatste anderhalf uur voor zonsondergang werd afgesloten op een grote wijde wetering waar we al vaker visten. Hopelijk leverde dit nog wat op. Nog geen enkele aanbeet had ik immers tot nu toe gehad. Met de Foxsproshad verzwaard met 10 gram lood kon ik nog twee snoeken aan de kant brengen. De laatste was rond de  zeventig centimeter en had de shad volop genomen. Verder miste ik nog twee klein snoekjes van de rond veertig centimeter, waarvoor de shad blijkbaar te groot was.
Ons eindresultaat was al bij al magertjes. Maar dit is de prijs die je voor zoekwerk betaalt. De volgende keer zit het wellicht beter mee. 

zaterdag 21 januari 2012

Hoe is het mogelijk ?

Een bouwproject, waarvan het één en het ander misloopt, heeft me deze week in de greep gehad. Willen of niet, het was stressen. Enkele uurtjes vissen zouden meer dan welkom zijn.
Eerst was ik van plan een uurtje vroeger te stoppen met werken om net voor donker nog met wat kunstaas aan de slag te gaan, maar het mocht niet zijn. Het enige waar ik deze week tijd voor had was een heel kort blitzbezoek aan de hengelsportzaak. Jaren had ik geen vertrouwen in drijvende jerkbaits, laat staan in de drijvende Salmo Fatso 10. Echter keer op keer weet Paul met deze jerkbait, met zijn minimale wobbel, snoek te vangen wanneer ik er niet in slaag. Dus hop, vlug naar de winkel waar ik nog één exemplar vond : een drijvende Salmo Fatso 10 in een sombere baarskleur.
Alhoewel ik maar een drietal uren tijd had, zou dit wonderaasje, steeds weer geroemd door mijn vismaat, door mij vandaag getest worden. Mijn oog viel op een wetering in de Hollandse polder waar ik anders nooit vis omdat de oevers rijkelijk met riet begoeid zijn en daardoor zeer moeilijk toegankelijk zijn en ook omdat de wetering omringd is door een steil en diep talud. Op sommige plaatsen ligt dit water soms anderhalve tot twee meter dieper dan de omringende weilanden. Moeilijk toegankelijk en ongemakkelijk vissen dus.
Na een ritje van een uur was ik ter bestemming. De jerkbaithengel (ééndelige Spinhoven 70 gram) met druppelreel (Shimano Calais) en 30 ponds dyneema had ik thuis reed opgetuigd met de Salmo Fatso. Het was dus uitstappen, aankleden en vissen maar.
Reeds bij de tweede worp kreeg ik in het midden van de wetering een heel geniepige aanbeet. Slaan, hangen en los. In dit ondiep water zag ik nog net een heel behoorlijke snoek wegdraaien. Ik hou niet zo van vroege aanbeten, vaak zijn het voorbodes van een slechte visdag. Maar deze keer zou het nog meevallen.
De volgende uren baan ik me voorzichtig een weg door het riet daar bij telkens het talud afdalend en vervolgens opnieuw opklimmend. Een behoorlijk intense en lastige bezigheid. Ik ben te zwaar gekleed en het zweet staat dan ook al vlug op de rug.Bovendien stroomt de wetering behoorlijk snel en worden heel wat plantenresten meegevoerd. Ook blijken in de oeverzone nog redelijk wat algen aanwezig te zijn. Bijna iedere worp moet ik het kunstaas vrijmaken van planten en algen zodat ik niet vlot kan doorvissen. Hier baal ik echt van.
Na een half uurtje vissen krijg ik opnieuw een heel korte aanbeet. Opnieuw mis ik. De volgende worp neemt de snoek echter de jerkbait volop en de eerste snoek van de dag is een feit. Een mooie dikke vis van rond de 70 cm. Het volgende anderhalf uur krijg ik nog twee weinig beduidende aanbeten waarop ik eveneens mis sla. Deze jerkbait weet duidelijk snoek te bekoren.
Bij het terugkeren naar de auto vis ik de plek, waar ik de eerste grote snoek miste, nog eens goed af.  En ja hoor, na een vijftal worpen neemt de snoek opnieuw de drijvende Fatso. Opnieuw lost de snoek. Ik besluit de jerkbait te wisselen voor een grote Fox Proshad. Het oude, supergoede model.  De volgende worp is het raak. Nu wel een keiharde aanbeet, een intense dril en na een tijdje ligt een moddervette snoek van ruim negentig centimeter beneden op haar zij, klaar om onthaakt te worden. Maar daarvoor moet ik wel het anderhalf meter diepe talud naar beneden. Ik laat me naar beneden glijden. De snoek schrikt hiervan en gaat er opnieuw vandoor, enkele meters dyneema nemend. En dan niets meer. Eerst denk ik nog dat de snoek de lijn doorgebeten heeft. Het gebeurt wel eens dat  de stalen onderlijn tussen de tanden geraakt. Maar het blijkt zo niet te zijn. Mijn splinternieuwe Berkley crosslock is gewoon gebroken. Daar gaat mijn vertrouwen in deze spelden waar ik tot nu toe nooit problemen mee had. Ik staar teleurgesteld naar het restant spinstang. Teleurgesteld omwille van het feit dat een snoek nu met een grote shad met twee dreggen in de bek rondzwemt. Weerhaakloze dreggen, weliswaar. Maar toch zie ik het somber in. De snoek zat immers op al de dreggen gehaakt. Als goed bedoelende snoekvisser heb ik het er moeilijk mee, maar zulke zaken vallen niet altijd te vermijden. Maar toch vertrek ik naar huis met een wrang gevoel.

maandag 16 januari 2012

Vrieskou en houtduiven

Met een verkoudheid onder de leden om zes uur opstaan valt me zwaar. Maar er zit niets anders op, wil ik tijdig het jachtrevier van mijn vriend 50 km verderop bereiken om de eerste maal dit jaar houtduiven te bejagen. Het is eveneens voor de eerste keer in 2012 dat het vriest. Alles ligt mooi wit gevroren. Gelukkig zijn de wegen met zout bestrooid zodat het niet glad ligt. Het is echter windstil en iedere jager, die achter de duiven aan zit, weet dat dit niet het beste weer is om houtduiven te bejagen.
Verschillende jachtvrienden hebben me al gemeld dat er momenteel niet zo veel houtduiven aanwezig zijn. In ieder geval veel minder dan de voorgaande jaren, schijnt het. Ook zou er voor nieuwjaar een ziekte onder de bosduiven geweest zijn die de aantallen zou gedecimeerd hebben. Maar we zien wel. Ik zelf heb er op het terrein weinig van gemerkt, maar het kan streekgebonden zijn. Ik kijk in ieder geval naar deze jachtdag uit.
Om halfnegen heb ik mijn positie op de hoogzit ingenomen, geweer en patronen bij de hand.  Behoorlijk grote groepen bosduiven vliegen vanuit hun slaapplaatsen op weg naar hun foerageergebieden voorbij.   Al vlug cirkelen wat duiven rond het bosje waarin ik verscholen zit. Aangezien er geen wind is, vallen ze, na wat behoedzaam rondvliegen, willekeurig in, meestal net buiten schot. Mijn eerste zes, zeven schoten, op snel invallende duiven zijn er flagrant naast.  Nog niet goed wakker, zeg ik tegen me zelf. Dit moet beter.
Na een halfuurtje wordt toch een patroon merkbaar. De meeste duiven komen het bos aan de zijkant ingevlogen, net buiten mijn bereik. Het is met veertig meter net te ver, bovendien staat er een grote spar in de weg. Ik besluit de hoogzit te verlaten en onder dekking van de spar onder de vluchtlijn positie in te nemen. Een ideale plaats want ik zie in dit helder weer de houtduiven al van honderden meters ver komen aanvliegen over weiden en akkers.
Al vlug vind ik mijn oude routine terug. Regelmatig komen duiven onder schot en steeds minder worden er gemist. De open ruimte voor het bos laat me toe mooie verre schoten te doen. Rond de middag sluit ik af met 18 houtduiven. Ze hebben me 38 patronen gekost. Na het ochtenlijk geklungel ben ik met mijn resultaat behoorlijk tevreden.

zondag 15 januari 2012

Pechdag met een gouden randje

Vrijdagmiddag belde Paul me op op mijn werk. "Je zal geen zeeaas moeten halen. Ik krijg immers mijn buitenboordmotor niet aan de praat. De koeling werkt niet meer".
Daar sta je dan. Enkele malen per jaar, als weer en wind meezitten, gaan we de zee op. Wijtingen en scharren vangen. Wat lekkere en gezonde zeevis inslaan. Dit zat er zaterdag dus niet in.
We besloten dan maar in de polder te vissen, wetende dat de eerste vrieskou, gecombineerd met weinig wind, niet bekend staat als hét snoekweer.
In de voormiddag had ik niets anders dan ellende. De pas opgespoelde dyneema bleek alleen maar te kinken zodat ik op een uur tijd vier maal uiterst moeilijke knopen diende te ontwarren en stukken verse dyneema  diende weg te knippen. Na een goed uur vissen resteerde nog zo'n veertig meter op mijn spoel. Terug 20 euro de vuilnisemmer in. Bovendien attendeerde Paul me er op dat ik een deel van mijn Quantum werpmolen kwijt geraakt was. Inderdaad het beschermdopje van mijn slinger was zoek. Ook iets dat nergens meer te vinden zal zijn
En aanbeten ? Wel, die kreeg ik niet. En toen ik na vier uur werpen dan toch een korte tik op mijn shad kreeg, was ik nog net op tijd om een kanjer van een snoek mijn shad te zien uitspuwen. Een shad, een goede oude Foxshad dan nog, die ik trouwens vijf minuten later reddeloos op de bodem parkeerde. Paul scoorde uiteindelijk een minisnoekje en miste een groter exemplaar.   
Verder kreeg ik het 's namiddags plots superkoud zodat ik 's avonds koorts constateerde. Een verkoudheid is wat ik heel zeker missen kan. Niet alleen is het superdruk op het werk, zondag staat mijn eerste jachtdag op de duiven op het programma.
Was dan alles kommer en kwel ? Welnee. Paul ving immers met een grote Salmo Slider de vis van de dag. Weliswaar niet op de gebruikelijk wijze maar in de rugvin.  "Een baars", riep hij. Maar het was een kanjer van een ruisvoorn. 40 volledige centimeters lang. Jaren en jaren geleden dat ik nog zo'n kanjer zag. We weten nu in ieder geval een stek waar we met vlieg en vlok op kanjerruisvoorns terecht kunnen. Eéntje zit er zeker.

maandag 9 januari 2012

Eerste polderuitje in 2012

De afspraak was vlug gemaakt.  Op zaterdag visten we in de Hollandse polders. Een aantal kleine weteringen en boezemwaters, waar we voorheen nog niet hadden gevist, waren ons doel.
Al vlug bleek dat op papier en kaart sommige polders er heel aantrekkelijk uit zien, maar dat dit in de praktijk behoorlijk tegenvalt door bordjes "natuurgebied -verboden toegang" of door zeer geringe waterdieptes.
Er werd begonnen op een wetering die rondom de polder liep en waar we vroeger ook al eens met succes ons geluk hadden beproefd. Vandaag leverde het echter niets op. Pauls Salmo Warrior Crank en mijn Kopyto Relaxshad bleven onberoerd.
Na wat zoekwerk vonden we nog een voldoende diepe wetering die kaarsrecht door de polder liep. Een wetering zonder veel kruisingen en lijnrecht, niet bepaald het type dat direct op onze voorkeur geniet. Een ijskoude wind woei hard uit het noordwesten. Bij Paul hing een medium Suick Thriller, een zagende jerkbait, aan de speld, bij mij een zinkende oranje Salmo Slider 10 S. Na een uur vissen had Paul een snoek verkeerdelijk, ergens buiten de bek gehaakt. De snoek schoot dan ook los. Ikzelf kreeg welgeteld één flauwe aanbeet, die ik natuurlijk miste.Het zag er niet goed uit.
Bij een volgende halte aan een duiker tussen twee weteringen kreeg Paul één aanbeet op een Savage 4Play in firetigerkleur. Een mooie poldersnoek had deze swimbait volop genomen.
Bij een volgende stop zag de polderwetering op het eerste zicht er heel mooi uit. Bij mijn eerste worp bleek echter dat mijn kunstaas maar tien centimeter diep zakte en dan nog in het midden. Een verlande wetering dus, vlug verhuizen was de boodschap.
In een volgende polderwatertje, slechts zo'n drie à vier meter breed,  kreeg ik bij mijn eerste worp op een Babybuster een snoeiharde aanbeet van een snoek die van onder een gezonken tak te voorschijn schoot. Hij hing enkele seconden aan de haak maar raakte los. Enkel een enorme kolk restte nog. Paul had ondertussen een snoek gevangen op een drijvende Salmo Fatso 10 F in voornkleur. Een half uur later later slaagde hij erin de snoek, die ik gemist had, nu wel te vangen. Zij bleek 90 cm lang te zijn en graatmager. Waarschijnlijk was de vis al afgepaaid. Normaal gezien veel te vroeg, maar ik had dit jaar nog berichten gehoord van andere snoekvissers die nu reeds paaiende snoeken meldden. Onmogelijk was het dus niet.
Het laatste anderhalf uur van de dag werd op een breed maar relatief ondiep boezemwater gevist. Paul kreeg geen aanbeten meer, maar ik wist nog drie, eerder kleine snoeken, op een oranje Salmo Slider te vangen zodat ons eindtotaal op zes kwam. Het nieuwe jaar is in ieder geval met snoek ingezet.

dinsdag 3 januari 2012

Hopelijk een verrassend nieuw jaar

Ondertussen zijn alle feestelijkheden achter de rug en ben ik 2012 binnen gegleden. De tijd gaat vlug want deze blog bestaat inmiddels al meer dan een jaar en eerlijk gezegd ben ik aangenaam verrast dat ik zoveel lezers heb. Iedereen wens ik dan ook het beste toe in 2012 en bovenal een goede gezondheid. Het klinkt misschien al te doorsnee, maar je weet pas wat je mist als je ernstig ziek wordt.
De laatste week van december brachten we jagend door. We maakten enkele wandelingen door verschillende jachtrevieren waar we nog enkele fazanten en eenden konden strekken. In januari en februari zal alle aandacht uitgaan naar de jacht op houtduiven, die echter momenteel nog niet in al te grote getale aanwezig zijn.
Op tweede kerstdag waren Paul en ik terug in de polders van het Groene Hart. Aangenaam vissen was het niet. Veel te veel vissers overal. Net alsof ze er een blik van open getrokken hadden. Terwijl Paul spijtig genoeg tevreden moest zijn met één enkele aanbeet, kreeg ik er zeven waarvan ik er vier kon verzilveren. Vier mooie poldersnoeken. De Strike Pro Babybuster deed het opnieuw voor mij.
De laatste dag van het jaar had ik genoegen op een privéwater te mogen kunstaasvissen. Zeven uur vissen met de baitcaster brachten 2 snoekbaarzen op de Salmo Warrior jerkbait en 4 snoeken op een magnum Bulldawg in de boot. De grootste snoekbaars mat zo'n 70cm, terwijl de grootste snoek een behoorlijke 90 cm lang was. Veel groter waren echter de drie snoeken die ik niet tot aanbijten kon verleiden. Op drie verschillende plaatsen werd driemaal de firetiger Bulldawg, overigens een goede imitatie die ik kocht bij de hengeldiscount te Oldemarkt, door drie meer dan een meter lange snoeken gevolgd. Alle inspanningen en kunstaaswissels ten spijt kon ik geen enkele van deze snoek doen aanbijten. Echter niet getreurd. Met een tevreden gevoel kon ik 's avonds aan de feestdis aanschuiven.
In 2012 blijf ik verder bloggen al zal het waarschijnlijk de eerste maanden niet zoveel zijn. Mijn werk heeft immers ook zijn verplichtingen.