zondag 30 oktober 2011

Het haasje

Vlaanderen is het landsdeel waar de meest gebrekkige ruimtelijke ordening genadeloos toegeslagen heeft. Eindeloze lintbebouwing heeft bijna overal de open ruimte doen verloren gaan. Velden en akkers zijn op veel plaatsen ingesloten door rijen huizen zodat men vaak de indruk heeft in tuinen te jagen. Massale ruilverkavelingen uit het verleden hebben kleine, met riet en bomen afgezoomde percelen in grote vegetatieloze zones voor agrarische massaproductie veranderd.
Ondanks de vaak weinig aantrekkelijke biotopen en de lelijke landschappen blijven we jagen. Je moet jager of drijver zijn om dit te begrijpen. Jagen is immers veel meer dan schieten. Het zijn voor ons wekelijkse bijeenkomsten onder vrienden, waarbij gegrapt en gegrold wordt, lol getrapt en zeker niet voorbij gegaan wordt aan culinair plezier.Ondanks de omstandigheden trachten we er gewoonweg het beste van te maken. Nu hebben we wel het geluk in nog min of meer landelijke jachtrevieren te jagen. Jachtterreinen die we al bij al zo goed mogelijk trachten te beheren.
Zonder goede en enthousiaste drijvers geen wild.
 Een borrel (of twee) hadden ze meer dan verdiend. 
Gisteren kwam een buitenstedelijk gebied aan bod. Het was zeer mooi weer, te warm voor de tijd van het jaar. Geen echt jachtweer, maar meer weer zoals het vroeger tijdens de patrijzenjacht was. De warme temperaturen zouden ons evenwel noodzaken geschoten wild zo vlug mogelijk te koelen. Om negen uur stipt was er iedereen klaar voor, behalve de geweren blijkbaar. Zowel Herman, als ikzelf, wisten op de meest klungelige manier de enige eend, die de vijver afvloog, te missen.  Bij de eerste drift op een oud weiland wisten drie hazen voortijdig het welbekende pad te kiezen. De hazen lagen zeer los en liepen vroegtijdig en buiten schot het perceel af. Eén haas was blijkbaar niet zo snugger als zijn kompanen en liep recht op de geweren af maar werd gemist. Hij had het ongeluk mij binnen schootsafstand te passeren. Mijn tweede schot bracht een zware haas binnen. Tijdens het afjagen van een bietenperceel ging terug een haas op de lopers. Met één welgemikt schot ging deze haas morsdood over de kop. Vervolgens werden achtereenvolgens bosjes, rietkanten, grotere maïsstoppels en graspercelen bejaagd. Het niveau van schieten was ondertusen steil omhoog geklommen. Iedereen was aandachtig en dat liet zich merken. In de loop van de dag werden nog 8 hazen aan het tableau toegevoegd.  In totaal waren dus tien hazen het haasje. Tijd om te stoppen. Een hazenbestand is immers zeer gevoelig voor voor bejaging. We oogsten nooit meer dan dertig à veertig procent van het hazenbestand zodat er een voldoende groot bestand overblijft voor voortplanting en als buffer tegen ziektes, stroperij en roadkills. We waren bijzonder tevreden. Geen enkele haas werd te ver of te dicht aangesproken, geen enkele haas werd gekwetst. Minstens evenveel hazen konden tijdig ontsnappen zodat ook het nageslacht verzekerd blijft. Ook wisten een tiental fazanten de dans te ontspringen. Vaak waren ze ons veel te snel af door vroeg en onder bescherming van dekking weg te vliegen. Ook konden ze niet altijd aangesproken worden omdat ze te laag op de vleugels gingen zodat een veilig schot niet mogelijk was. Toch konden we nog één haan en drie hennen aan ons totaal toevoegen. Twee konijnen en een wilde eend vervolledigden het tableau. Het was een zeer mooie jachtdag met een mooi resultaat maar bovenal gekenmerkt door jacht met respect voor het wild. Van ziek geschoten of onoordeelkundig aangesproken wild daar balen we immers van.
Het zal jullie dan ook niet verwonderen dat tijdens het diner met mooie gerechten en heerlijke wijn, deze jachtdag en vele andere uit het verleden nog lang besproken werden. En natuurlijk werden zoals altijd (heel) oude koeien uit de gracht gehaald en oude jachthistories opgedist. Moe door de vele kilometers ploeteren door het land maar tevreden, reden we 's avonds laat naar huis. Dat ik thuis direct als een blok in slaap zou vallen, stond nu al vast.

vrijdag 28 oktober 2011

Wees tevreden met weinig

Met ozo-wind, zon, geen bewolking, superhelder water en weinig stroming een rivier bevissen, lijkt op voorhand een kansloze missie. Maar dit weet je echter maar nadat je, tegen alle kansen in, een poging ondernomen hebt.  
Frank had sinds lang nog eens vrijaf, Paul was zoals altijd van de partij en ik geniet in de herfst van mijn doorheen het jaar opgespaarde verlofdagen, zodat we met ons drieën met mijn boot de rivier op konden. 
Frank  wist vandaag toch nog een snoekbaars te vangen
Zoals altijd werd rond de middag gestart. Ditmaal met een ietwat valse start want we waren nog maar enkele minuten aan het vissen toen de Rijkspolitie kwam aanvaren voor een uitgebreide documentencontrole.  Na veel zoekwerk vond ik uiteindelijk mijn algemeen stuurbrevet (vaarbewijs in Nederland). Eerst dacht ik nog dat het thuis lag, want ik had het onlangs nodig gehad om mijn internationaal vaarbewijs aan te vragen, maar gelukkig bleek dit niet zo. Alle papieren waren bij iedereen in orde zodat we tot de orde van de dag konden overgaan. En dat was afwisselend vertikalen en trollen met kleine pluggen.  Noch het één, noch het ander, bleek vandaag succesvol zodat we na uren vissen nog steeds tegen de nul aankeken. Gelukkig hadden we honderden ganzen, enkele kiekendieven en grote zilverreigers die ons gezelschap hielden. De vis daarentegen liet ons in de steek. Enkel het laatste uur wist Frank nog twee baarzen en een mooie snoekbaars op een HT-Sneakyshad te vangen. Paul en ik bleven visloos. Voor mij was dit de eerste maal in vijfentwintig jaar op mijn thuiswater. Voor alles moet een eerste keer zijn, nietwaar ?  Vanavond vlug nog jachtgerei en catering (ketel soep, wijn, bier, beleg, enz.) klaar zetten want morgen gaan we nog eens op hazenjacht. Had ik al gezegd dat het najaar een drukke periode voor mij is ?    

donderdag 27 oktober 2011

Het heet vissen

Onze passie heet vissen en niet vangen. En dat heb ik deze voormiddag opnieuw mogen ervaren.
Voor de tweede maal dit najaar was ik in de polder. Een heel mooie polder, die helaas heel wat (veel ?) te lijden gehad heeft. Hengelaars,die het niet zo goed meenden met de snoek, kwamen deze polder op het spoor. Enkele maanden vissen en meenemen waren voldoende om het bestand te decimeren. Niets is zo gemakkelijk als een water van snoek ontdoen.
Toch geef ik de moed niet op. Er moeten er toch nog minstens een paar zitten. 
Deze morgen was ik bij het ochtendgloren paraat. Het water stond niet alleen heel laag, maar stroomde ook behoorlijk. Het gemaal was in werking. Waarom ze nu juist de waterstand verlagen, is me een raadsel. Bovendien was het ondiepe water zeer helder en kwam de wind uit oostelijke richting. Geen al te goede omstandigheden.
Werkloos vandaag

Daar stond ik aan de waterkant vol verwachting, mijn 25 jaar oude streamerhengel in de hand. Ik vis in de polder steeds met een ietwat onorthodoxe streamerhengel, namelijk een driedelige Loomis European single hand Salmonrod geschikt voor een aftma 9 lijn. Ik hou enorm van deze 3,30 meter lange hengel die me toelaat met alle gemak over brede rietkragen te vissen. Op mijn Hardy Marquis multiplier reel zit een Cortland WF 9 floating. Als leader een meter 50/100 en een meter 40/100. Mijn streamer hangt aan een spinstang van zo'n 15 cm.
Na twee uur intensief streameren langsheen rietkragen en kruidbedden, wist ik het. Het zou niets worden. In twee uur tijd zelfs niets gezien, laat staan een aanbeet gekregen. Toch zou ik nog niet opgeven. De volgende drie uur ging ik met de spinhengel aan de slag. Achtereenvolgens hingen een 15 cm lange shad, de kleinste maat Cranebait, een authentieke Grandmaplug in opgewekte kleuren (wat een actie hebben die pluggen toch), een paars/gele Cormoran Belly Dog (een knaller van een plug, een aanrader) en een Babybuster aan de speld. Het was echter een maat voor niets. Het resultaat bleef nul. Vijf uur vissen zonder enige actie. Zelfs de ijsvogels, die normaal gezien altijd mijn pad kruisen, waren niet op het appel. Langzaam begint de twijfel toch de overhand te krijgen. Zou het echt zo zijn dat in deze eens zo goede polder er (bijna) geen snoek meer zit. Ik weet het niet. De omstandigheden waren niet zo goed dus neem ik me voor het er nog een keer (of twee) op te wagen maar dan bij harde zuidwestenwind. Als dan de aanbeten uitblijven dan weet ik het wel, denk ik. 

woensdag 26 oktober 2011

Eén en één blijft twee

Een mooie baars van 40 cm en een snoekbaars van 60 cm was het resultaat van zes uur vissen op een snelstromende rivier die door een harde zuidoostenwind tot windkracht zes opgezweept werd. Ook de buienrader had het mis. In plaats van droog weer regende het onophoudelijk en soms heel hard. Ook de politie te water vond het blijkbaar verdacht dat we in dergelijke omstandigheden aan het vissen waren want ze kwamen spontaan bij ons informeren of we soms in moeilijheden waren. Wat gelukkig niet het geval was. Ik hou er eigenlijk wel van om in avontuurlijke omstandigheden rond te varen. In feite waren de omstandigheden te ruw om goed te kunnen vissen. Maar we hadden zo ver gereden, waarom het niet proberen  ?
De baars werd al trollend gevangen op een Hornet SDR5 in firetigerkleur, de snoekbaars greep een schoeploos zwart/witshadje. Op het einde van dag waren al het materieel en wijzelf door en door nat. Gelukkig konden we alsnog twee vissen aan ons totaal toevoegen. Beter dan niks.  

maandag 24 oktober 2011

Reins ultralicht hengeltje uitgetest

Eén op de dropshot en één op de twister
Ik berichtte al over de aankoop van een ultralicht hengeltje van het merk Reins. Dit fluogroenhengeltje met wit topdeel is een eigenaardig hebbedingetje. Het heeft een zeer dunne soepele top en een zeer strak tweede deel waardoor het redelijk wat body heeft. Volgens mijn info wordt dit hengeltje vaak gebruikt bij het vissen op kleinere zeevissen die zich tussen de rotsen bevinden. Voor het betere peuterwerk dus. Het strak onderdeel laat toe met dit lichte hengeltje toch redelijk zware vissen te drillen. Ik zou er mee aan de slag gaan op zoetwater.
Gisteren waren Nico en ik aan het kanaal. Een goede gelegenheid om mijn nieuwe aankoop te testen. Nico ging met zijn lichte dropshothengel aan de slag, ikzelf met het Reinshengeltje en 5 cm lange twisterjes op tweegramskopjes. En ja hoor voor het zeer lichte peuterwerk is dit een uitstekend stokje. Maar toch vind ik nog steeds aan de dure kant. Maar het moet gezegd worden : voor de ultralichte visseij op baars, snoekbaars en dit geval voornamelijk zwartbekgrondel doet het zijn werk uitstekend.  Trouwens met de vangst van zwartbekgrondels op minitwisters heb ik een nieuwe visserij ontdekt. De grondels zijn vaak klein, maar wat een aanbeten geven die toch.  Al moet gezegd worden dat je maar één op de vijf à tien aanbeten kunt verzilveren.
Op het einde van de voromiddag hadden we beiden samen vijf baarzen en vijftig zwartbekgrondels, waarvan een vijftiental gevangen op kunstaas. En neem van me aan : een grote zwartbekgrondel op licht materiaal geeft nog behoorlijk wat strijd ook. Van de nood een deugd maken, noem ik dit.

zaterdag 22 oktober 2011

Voormiddagje jagen

Herman en Noël, mijn medejagers, waren paraat, zo ook Willy, Freddy en Cyriel, onze drijvers. Iedereen op post. Het weer was uitstekend. Lichte vorst onder de ochtend, verder weinig wind en zonnig weer. Alle ingrediënten voor een paar uurtjes ontspannen jagen.
Alleen het wild wilde niet zo mee. Zeker de hazen niet, want daar zagen we er maar één van. En die werd dan nog gemist.
Verder legden twee konijnen het loodje. Blijkbaar had myxomatose ze niet allen het leven gekost.
Drie mooie fazanten, twee hennen en een haan, ontsprongen evenmin de dans door evenveel welgemikte schoten. Al kostte de de recuperatie van de haan ons behoorlijk wat moeite. Geleewiekt viel hij na het schot neer om het vervolgens om een rennen te zetten, direct de dekking van een dichtbegroeide gracht in. Zijn schuiloord bood de haan nog enkel miniuten respijt maar daar bleef het bij.
Dit deel van het revier stelde ons qua wildbestand teleur. Maar daarom hadden wij allen niet minder plezier. Zeker niet de volgende uren die wij in het dorpscafeetje vlak onder de kerktoren doorbrachten.

vrijdag 21 oktober 2011

Net zoals vroeger

Het is geen geheim dat de laatste jaren de vangsten op de grote rivieren steeds maar slechter worden. Je moet maar eens kijken naar de recente resultaten van het NK Snoekbaarsvissen of er vangstmeldingen op naslaan. Deze niet positieve tendens zal waarschijnlijk door een veelheid van oorzaken komen. De intensieve en vaak niet duurzame beroepsvisserij is zeker een een negatieve factor.  Het water zelf is door doorgedreven waterzuivering veel helderder en dus voedselarmer geworden waardoor een kleinere biomassa per hectare voorkomt.
Ondanks de vaak tegenvallende resultaten, zijn we toch regelmatig op de grote rivieren te vinden. We doen dit al tientallen jaren, waarom zouden we stoppen ? De omgeving is nog steeds even mooi, de natuur even prachtig. Steeds meer verschillende soorten vogels merken we op. Het is niet al wanhoop. Voor het geringere aantal snoekbaarzen en baarzen hebben we roofblei, meer snoek en zelfs zeeforel in de plaats gekregen. Zo slecht is nog altijd niet in Nederland. Spijtig dat de hengelsport niet meer economisch benut wordt door het creëren van betere hengelwaters. Spijtig dat nog steeds veel voorrang gegeven wordt aan de beroepsvisserij, die vaak meent dat een water onuitputbaar is.
Gisteren gingen we terug het water op. Enkele regenbuien maakten vlug plaats voor droger weer en zonneschijn. De wind was matig uit het noordwesten. Er liep voldoende stroming en dit zou de gehele namiddag zo blijven. We visten van 's middags tot donker, zo'n zeven uur in totaal.
Reeds na vijf minuten wist ik een mooie dikke snoekbaars van zo'n 65 cm op een Illex Nitrosoft Darter 110 te vangen. Wij allen op de boot zien niet graag een vroege vangst. Maar al te vaak wordt daarna niks meer gehaakt. Zo was het gisteren ook. Althans het eerste uur. Elke aanbeet bleef uit.
Er werd besloten een tiental kilometer verderop te varen om op een goed stuk op baars te trollen. Paul ving al vlug een baars van 40 cm op een klein plugje. Een half uur later kreeg Nico een hevig ruk aan de hengel. Na een dril van enkele minuten kon een hevig vechtende riviersnoek van zo'n 75 centimeter op een oranje X Rap Shad  gevngen worden. De baars leek echter niet aanwezig, aanbeten bleven uit. Net toen we er de brui wilden aan geven, kreeg ik een keiharde aanbeet op een gele Cotton Cordell Wallydiver. Mijn lichte baars/roofbleihengel boog diep tot in het handvat, de slip gierde. Aangezien ik op baars en roofblei steeds met 20/100 nylon vis, was voorzichtigheid zeker geboden. De vis vocht diep tegen de bodem aan. Het voelde zeker niet als een snoekbaars of baars aan. Een heel grote roofblei misschien ? Na vijf minuten was het mysterie opgelost toen we voor de eerste maal de schim van een grote snoek langs de boot zagen passeren. Enekele minuten later was het zo ver. Na een mislukte scheppoging kon met veel moeite een heel dikke bijna-metersnoek met het te kleine net geland worden. De plug zat mooi vooraan dwars in de bek zodat onthaken geen enkel probleem was en de snoek dra terug in haar (zulke snoeken zijn in de regel vrouwelijk) element zwom. De dag kon toen voor mij al niet meer stuk.
Na nog wat succesloos trollen en roofbleihengelen zouden we de hengeldag afsluiten met nog een anderhalf uur vertikalen.
De eerste drift leverde me meteen een gemiste aanbeet en een snoekbaars van 70 centimeter op. Ook de volgende poging bracht vis in de boot : een hardknokkende snoekbaars van 75 cm. Uiteindelijk sloten we de visdag af met nog 10 snoekbaarzen in alle maten van groot tot klein.  Vandaag bleek de Illex Darter van 110 mm terug favoriet.
Tijdens de lange weg naar huis waren we het roerend eens. Deze visdag kon aan de resultaten van jaren terug tippen. Met 2 snoeken, 2 baarzen en 10 snoekbaarzen, waaronder enkele heel mooie, waren we dik tevreden. Voor één keer werd de Mc Donalds niet bezocht. Het was reeds laat en morgen moest er gewerkt worden.
's Morgens contacteerde Nico me met het bericht dat door een verkeerde instelling op zijn apparaat 20 foto's verloren gegaan waren. Spijtig, heel spijtig.  De herinneringen blijven enkel in mijn geest.

woensdag 19 oktober 2011

Vos

Het zag er mooi uit deze morgen, maar juist nadat we geposteerd stonden aan de eendenvijver, gingen de hemelsluizen open. Regen en zelfs hagelstenen vielen met bakken naar beneden. Alsof dit niet genoeg was reed uitgerekend op dit moment een hengelaar de oprijlaan naar de vijver op waardoor tientallen Canadese ganzen en zeker honderd wilde eenden voortijdig en buiten schot opvlogen. Ik kon nog juist een houtduif uit de lucht plukken. En Willy slaagde er met een ver schot in toch nog een eend binnen te krijgen.
Een paar kleine bosjes leverden ons drie fazantenhanen en één -hen op. Ondertussen waren ook drie houtduiven op het tableau gekomen.
Ondertussen was het weer beter geworden. Hoog tijd om enkel tientallen hectaren wei- en grasland te bejagen op zoek naar hazen. Werd me dat een ontgoocheling. Velden waar we vroeger ettelijke hazen konden doen lopen. bleken leeg. Geen spoor van hazen, geen legers. Enkele oude legers bleken leeg. Na uren gezwoeg hadden we vijf hazen gezien, waarvan er door Jos een gestrekt was. In deze omstandigehden konden we ons niet permitteren er meer te schieten. De jachtrechthouder was er het hart van in. Een veelvoud van oorzaken meldde zich aan : grootschalige landbouw, bestrijdingmiddelen, stropers en de steeds groter wordende vossenplaag. Een plaag waarvan de groene jongens vovertuigd zijn dat ze zich zelf zal oplossen. De theorie luidt : zo lang er prooien zijn, zijn er vossen, wanneer er uiteindelijk geen prooien meer zijn, zullen er geen vossen meer zijn. Wat ze wel vergeten te vermelden, is dat ondertussen alles opgegeten is. Logisch toch .Bejaging zou niet helpen want een vermindering van het vossenbestand zou de vossen er toe aanzetten meer jongen te werpen. Kan zijn, maar toch pleit ik voor een effectieve vossenbejaging en - bestrijding. Niet dat er geen enkele vos meer mag voorkomen - het is per slot van rekening een prachtig dier - maar de aanwezigheid van vossen in aanvaardbare evenwichtige aantallen zodat een diversiteit van fauna gegarandeerd blijft.
In de namiddag stonden we oog in oog met één van deze hazeneters. Hij was ons echter te slim af door tijdens de drift naar achter te lopen naar een plaats waar natuurlijk geen geweer stond. 1 -0 voor deze sluwe rakker. Het is het hem of haar van harte gegund. En dat meen ik. Maar beste vos, wees op je hoede voor de volgende ontmoeting.  

zondag 16 oktober 2011

Opening

Ijskoud was het gisterenmorgen. Die eerste koude komt hard aan. Het is nog wennen. De eerste vorst van dit najaar had ervoor gezorgd dat alles mooi wit lag. En toen de zon zich ook liet zien, wisten we het dat een heel mooie jachtdag ging worden.
Geweren en drijvers waren om 9 uur stipt van de partij. We gingen enkele uren voor de voet jagen in beperkt gezelschap. Drie geweren en vier drijvers zijn ruim voldoende voor een klein jachtterrein.
Een eerste fazantenhen ging achter mijn rug op. Recht in de zon kijkend, schoot ik grandioos mis. Mijn jachtvriend miste de eerste haas van het seizoen. Ja, de eerste jachtdag is het nog even wennen.
Anderhalf uur ging voorbij zonder enig wild op de tableau. De nog grote aanwezige partijen maïs maakten jagen moeilijk. Het stille weer zorgde ervoor dat de hazen te vlug het bekende pad kozen.
Een eerste bosje bracht ons succes. Nadat vier fazanten ons te slim af waren door reeds in het begin van de drift zijdelings en buiten schot op de wieken te gaan, trotseerden drie andere fazanten onze geweren. Het werd ze fataal. Een mooie wilde fazantenhaan en twee dito hennen, waren binnen.
Aangezien we vijf hazen nodig hadden, besloten we op een groot stuk grasland verder te jagen.
Op weg er naar toe deden we nog vlug een vijver aan. Even kijken of er eenden zaten. Ook hier bleken een vijftiental wilde eenden ons te vlug af door vroeg en buiten schot weg te vliegen. De volgende keer zouden we er zeker enkele van hebben. Daar waren we zeker van.
Een eerste groot stuk grasland leverde geen hazen op. Het verwonderde me niet. Het gras was me iets te lang en te dichtbegroeid. Hazen houden niet van een terrein waar ze niet het overzicht kunnen behouden en liggen dus zelden op dergelijke gronden. Ik vond ook geen enkel leger dat de aanwezigheid van hazen verraadde.
Het was stralend weer
Het volgende stukken grasland leverden ons zeven hazen op, een achtste werd door mij gemist toen die vlak achter mij er vandoor ging. Ik stond op de verkeerde voet en mijn stuntelige poging tot schieten leverde mij enkel een gigantische misser op. Ik was er meters naast. Hilariteit alom. Een lessenpakket hagelschieten werd me spontaan door mijn medejagers aangeboden. Echter geen probleem, de haas was zeker niet geraakt of gekwetst.
Tot slot deden we nog enkele weilanden aan. De daar verblijvende hazen hadden het veel te vroeg in de gaten en kozen voor zekerheid door op de vlucht te slaan.
We besloten te stoppen. We waren in ieder geval tevreden, we hadden veel wild gezien. We komen wel eens terug als de maïs van de akker is.
We besloten met een mooi diner. Gezellig met zijn allen aan tafel en maar verhalen opdissen. Maar eerst werden enkele flessen champagne op het nieuwe seizoen gekraakt.

vrijdag 14 oktober 2011

Zon

Ik wist het deze morgen al. Een ijskoude nacht, weinig wind uit de slechte richting en veel zon. Kunstaasvissen op snoek in het glasheldere water, dat ik voor ogen had, zou niets worden.
Na een half uur vissen in de polder wist ik het zeker, het was niets. Niet de minste aanbeet, zelfs geen halve volger. Mooi weer, maar dat was alles. Behalve verschillende schitterende ijsvogels, die steeds mijn pad kruisten en die me, samen met de muziek van de oer-Amerikaanse Bob Seger and the Silver Band, ertoe overtuigden te volharden, alhoewel ik de afloop reeds kon raden. Meer dan vier uur aan een stuk met lepel, shad, jerkbait en plug met als eindresultaat nul. Het door mij beviste water had redelijk wat te lijden gehad onder snoekmeenemers, maar het kon toch niet zijn dat er niets meer zat.
Ondertussen begon ik me wat grieperig te voelen zodat ik vlug naar huis gereden ben om er onder de wol te kruipen. Morgen mag ik niet missen, dan start immers het jachtseizoen. Ik kijk al uit naar de gemoedelijke sfeer van jachtvrienden onder elkaar, iets wat niet-jagers moeilijk kunnen vatten en door jagers moeilijk te beschrijven valt. 

donderdag 13 oktober 2011

Apocalyps

Het moet niet altijd snoekbaars zijn
Mijn boot lag reeds drie weken werkloos in de haven te dobberen wegens Ierlandtrip en terug te veel wind om te vissen. Wat is dat toch met die wind de laatste jaren ? Zeldzaam zijn de rustige dagen geworden.
In ieder geval hoog tijdom samen met Nico nog eens de rivier op te gaan. Na een kwartiertje schoonmaken, in dit geval groene aanslag en bladeren verwijderen, konden we gisteren het water op.
Er liep een beetje stroming. Het zicht was beperkt door laaghangende bewolking en een dichte mist waaruit aanhoudend een druilerige regen viel. De dieptemeter/gps gaf een watertemperatuur van 15,5 C graden aan. Nog steeds hoog genoeg om een kans te maken op roofblei.
Na een half uurtje werpen met kleine plugjes bleek de roofblei op de ons bekende stekken niet huis te zijn.
Dan maar gevertikaald. Binnen het uur hadden we een moddervette snoekbaars van rond de 65 cm, een babysnoekbaarsje en een baars, om af te sluiten met een bot. Deze laatste gaf een keiharde aanbeet om daarna een beetje in de stroom rond te fladderen.
Ondertussen kreeg ik het steeds kouder. Een vluchtige controle leerde me dat mijn dik neopreen jacket van het merk Bronco, gekocht in Amerika bij Merrick Tackle in Shandaken, New Yersey en 99 % waterproof, zijn belofte niet kon waar maken. Mijn neopreen vest had meer van een gigantisch zeemvel en was volledig van water doordrongen,evenals ik. Ik was nat tot op mijn vel. Gezond is anders. Gelukkig had ik nog een tweede pullover bij mij zodat ik het toch nog enigszins warm kreeg. Maar een lekker warm gevoel was er niet meer bij.
We waren steeds verder gevaren, toen plots het zo donker als de nacht werd. Het zicht werd beperkt tot enkele meters door de plots neerkletterende regen. Alsof dit nog niet genoeg was begon het plots heel hard te waaien tegen de stroming in, waardoor er heel hoge korte golven ontstonden. Niet echt een probleem om te varen, maar vissen was op het randje. Er hing een onwezenlijke sfeer. Zo beelde ik me het vissen gedurende de apocalyps in. En dat net op he togenblik dat we al trollend grote baars na grote baars begonnen te vangen. De teller stond reeds op zeven stuks en daar bleef het spijtige genoeg bij. Het vissen werd te moeilijk en te riskant zodat we dienden te stoppen. Volgende week wellicht een herkansing.

zaterdag 8 oktober 2011

Eerste indruk

"First impressions often lie, they often fool the naked eye ("http://www.youtube.com/watch?v=0ToaPuOr99E) klinken de bewoordingen uit het nummer Pretty Paracetamol van Fischer Z.
Ik hoop dat het zo is want mijn eerste indrukken van de langverwachte ultralichte hengel van Reins, die ik in een opwelling bestelling besteld heb, zijn niet zo goed. 180 euro voor een middelmatig, fluo groen-wit, hengeltje van Chinese makelij verdomme. Dit laatste werd me maar al te duidelijk gemaakt door een petieterig klevertje dat bij het uitpakken van de hengel van het handvat viel. De helft van de Franse streetvissers vist er mee, dus ik liet me verleiden om er één te kopen. Nu zit er mee. Voorlopig vind ik het te veel geld voor wat ik kreeg. Flashy, dat wel. Maar voor de rest. We zien wel. Eerst eens mee vissen op baars en dan oordelen. Jullie horen mijn bevindingen dan wel. Maar het moet me van het hart, Cor Spinhoven, dat is toch andere koek.
Vandaag gaan vissen met Paul. Onze eerste bijeenkomst na onze Ierlandtrip. Ouderwets vissen vanuit een bootje. Geen motor, maar roeien. Doe ik graag en al zeg ik zelf, ik kan het behoorlijk. We hebben in weer en wind, stortregen en zon, een volledige dag ons waarlijk een breuk geworpen en ondertussen ook nog eens gevertikaald voor een resultaat van een vals gehaakte brasem. een kanjer dat wel, maar toch maar een brasem gehaakt in de rugvin. Vier kleinere snoeken hebben we wel gezien,  maar daar bleef het bij. Eén snoek bleef welgeteld drie seconden aan de haak en daar moesten we het mee stellen.
Toch nog een leuke afsluiter van de dag gehad bij Herman, één van mijn jachtvrienden, die we op de terugreis vlug bezochten. Innerlijk verwarmd door verschillende glazen vodka orange, aangemaakt met echte Russische vodka. Want daar staat hij op.  En ik hou van principiële mensen.
 

woensdag 5 oktober 2011

Hungry pike

Paul kwam vanavond de memorystick met de foto's van onze recente trip naar Ierland thuis brengen.

Domme, hongerige Ierse snoek

Nadat we enkele jaren terug gelijktijdig al trollend op respectievelijk de grootste maat Nilsmaster en een Rapala Magnum één en dezelfde snoek van 80 cm  vingen, hadden we dit jaar gelijktijdig dezelfde metersnoek terwijl onze dode aasvissen zeker 10 meter uit elkaar dreven. Na de aanbeet bij Paul ging even later mijn dobber onder, om vervolgens allebei dezelfde snoek te drillen. In mijn veertigjarige vissercarrière nog nooit meegemaakt. Wel al gehad :  een pas teruggezette snoek die opnieuw dezelfde spinner nam, een op de doodaastakel verspeelde snoek die 's avonds op dezelfde plaats met takel en al gevangen werd en een snoek van 1,10 meter die ik zeker zeven maal in één jaar tijd met sardien op dezelfde plaats wist te vangen. Ook heb ik tweemaal een weddenschap gewonnen door  te zeggen dat ik bij de volgende worp een snoek van 87 cm ging vangen en het vervolgens ook deed. Wat een standvastige en niet snuggere snoek was me dat.
Ondertussen ken ik mijn Pink Floyd-revival. Wat is het genieten van het éénmalige korte reuniecondert ter gelegenheid van Live 8 (http://www.youtube.com/watch?v=eGOFDy7T_aM).  Eigenlijk wel ontroerend. Na meer dan twintig jaar ruzie over muziek- en andere rechten staan David Gilmour en Roger Waters opnieuw op het podium. Waters zichtbaar genietend en ieder woord meelippend. Gilmour nors en direct na het concert proberend het podium te verlaten om uiteindelijk door Waters teruggeroepen te worden voor een groepsfoto. Rillingen. 

maandag 3 oktober 2011

100 !!!

100 posts reeds. Wie had dat ooit gedacht ?
Een tweede terugblik op de voorbije vistrip. Voorlopig zonder foto's want die zitten nog op de digitale camera van Paul. Ondertussen zit de eerste superdrukke werkdag er op. 500 mails in tehalen. Waar gaat dit naar toe ?
Een allergie heeft ondertussen toegeslagen. Mijn lichaam jeukt als gek. Daarenboven doen mijn ribben nog steeds pijn van de daglange rit door an congested England and Wales. Een slechte houding in de auto gedurende een schier eindeloze rit. Wie zei al weer dat visreizen leuk waren ?
Het begon al bij het uitrijden van de ferry te Holyhead. De plaatselijke customs hadden geen vertrouwen in deze duistere Belgen en deden ons natuurlijk stoppen. Toen ik zie dat we terug van een vistrip kwamen en enkel doorheen de UK op weg naar huis reden, geloofden de plaatselijke wetsdienaars ons niet. "We were too much too clean to be fishermen", they said. Ik vreesde al een urenlang oponthoud waarbij onze bagage en leden volledig doorzocht werden, maar gelukkig konden we het tij keren. "If they didn't believe us, they could smell our nets and clothes in our bags", we said in return. Als rechtgeaarde hengelaars dragen we immers gedurende onze hengelweek traditioneel hetzelfde kloffie and that smells. Ze lieten ons beiden dan maar verder rijden.
Plots stonden we stil nabij Chester. De zuidelijke autoweg naar Birmingham en London plots afgesloten. Zonder enige aankondiging of omleidingsweg. Duizenden auto's waren plots het zuiden kwijt. Geen communicatie whatsoever. Dit was verdomd nog slechter dan een wegomlegging in België. Op zulke momenten hunker je naar je thuisland.
Dan maar 100 km terug om vervolgens diagonaal door Wales en Engeland te rijden. Veel keuze aan routes was er niet. Er was er maar één. Een meer dan 100 km lange verstopte tweevaksbaan die ons door talloze kleine traditionele stadjes, volgepropt met snelheidsbeperkende borden en flitscamera's, uiteindelijk naar de ring rond Birmingham leidde zodat we de zuidelijke route naar Londen en Dover konden aanvatten. Echt een troosteloze rit naar huis. En natuurlijk werden we geflitst, dit op het moment dat Paul het lumineuze idee had opgevat een snelheidsovertredende  BMW te volgen. Zagen we een flits, dan zouden we vertragen. Het onverwachte gebeurde. Een raadsel voor ons. De snelle BMW werd niet geflitst, wij daarentegen met volle overtuiging en twee flitsen wel. Zouden deze flitscamera's selectief flitsen ? Who knows ?
What kept the spirit high? Muziek natuurlijk !
Op deze reis werd Pink Floyd met een live uitvoering van The Dark Side of the Moon op de cd Pulse herontdekt.
The definitive collection of Steely Dan bleek echte automuziek te zijn, een supermix tussen jazz en rock die de auto makkelijker leek te doen verder glijden.
Natuurlijk mocht in de buurt van Liverpool de blauwe verzamel-cd van The Beatles niet ontbreken, noch For Your Pleasure van Roxy Music, Ziggy Stardust van Bowie, A Life of Surprises van Prefab Sprout and the crazyness van Devo en Zappa.
En als de vermoeidheid toesloeg, waren er nog steeds de ultieme liveregistraties Rock 'n Roll Animal van Lou Reed en in Frankrijk évidemment Gainsbourg Live.
Een visser moet immers bij tijd en wijle een beetje aan zijn muziekcultuur werken natuurlijk.

zondag 2 oktober 2011

Vierendertig en één

Verleden week woensdag, rond middernacht, zijn Paul en ik, de Mercedes break overvolgeladen met materiaal, vertrokken naar Ierland. 12 feet Portabote op het dak, dieptemeter, 4 pk viertakt- en elektromotor in de koffer en voor de rest hopen (regen)kledij en een oerwoud van hengels, kunstaas-, witvis- en doodaasmaterieel.
Veel, veel te veel, zeulden we met ons mee. Maar je weet immers nooit in welke omstandigheden je terecht komt en Pauls motto is "we need more tackle". Ongelofelijk hoeveel materiaal hij elke dag in zijn kleine Portabote weet te stouwen.
Een autoreis biedt het voordeel dat je alles kan meenemen wat je denkt nodig te hebben. Langs de andere kant is een dergelijke trip wel degelijk zeer vermoeiend. Gelukkig is Paul een zeer vlotte en attente chauffeur.
Eerst 150 km naar Calais, vervolgens anderhalf uur ferry, dan 600 km door een zeer verkeersdruk Engeland en Wales, 2 uur met de speedferry van Holyhead naar Dublin en dan nog honderden kilometers door Ierland, zijn niet altijd een pretje. En dat om een snoek te vangen. Hoe gek moet je zijn ?
Donderdagavond kwamen we op onze vertrouwde bestemming aan. De bejaarde B&B-eigenaars, die ik al ruim twintig jaar ken, stonden ons al op te wachten. Zoals altijd was het de eerste dagen wennen aan het koude, kille en klamme Ierland.
De vrijdag werd doorgebracht met de voorbereiding van de visweek. Hengels, doodaasmaterieel en kunstaas klaarmaken. En proberen grote voorns te vangen, die ingevroren werden en later als deadbait zouden dienen.
De volgende week zou het weer betrekkelijke warm en hoofdzakelijk bewolktblijven. Occasioneel hadden we een zware regenbui. Verschillende dagen hadden we windsnelheden tot 50 km/uur zodat we vaak noodgedwongen kleinere meren dienden te bevissen. 
We waren gekomen om grotere snoek te vangen zodat op de eerste plaats driften en trollen met dode aasvissen aan bod kwam en in tweede orde spinnen en trollen met groot kunstaas. 
Dat de vangsten in september zeker niet zo groot zouden zijn als in het voorjaar, dat weten we reeds lang uit ervaring. Dat het zo'n moeilijke week zou worden, hadden we gezien het goede snoekweer, toch niet verwacht. Getuige van de slechte vangsten in die week was een forelwedstrijd op een reservoir, waaraan een tiental boten deelnamen en waarbij geen enkele vis kon gevangen worden.
Op onze beste dag wisten we met verschillende methoden dertien snoeken te vangen. Driftend met doodaas was ons grootste succes een tiental aanbeten op een dag.
Er was terug bijna geen snoek te vinden langsheen de nochtans rijkelijk met riet begroeide randen van de meren. Quasi alle snoek kwam uit dieptes tussen de zes en tien meter, al moet gezegd worden dat de grootste snoek van de week door Paul met een zinkende grijs/blauwe Van Bruchemplug (Troutshark 18 cm) op 4,5 m diepte gevangen werd.  Na een stevig robbertje vechten kon deze zware snoek van 1,05 meter met moeite geland worden. Het rubbernet bleek toch een beetje langs de kleine kant te zijn, zodat de snoek er een paar keer wist uit te springen. Gelukkig vist Paul met een stevig reel en dyneema met een hoge trekkracht.
Verder ving ik nog een metersnoek, die op zes meter diepte een makreelkleurige Rapala Magnum van 18 cm nam en in geen tijd naar de oppervlakte kwam, om vervolgens een halve meter hoog te springen. Zijn truuk mocht echter niet baten. Binnen een vijftal minuten kon hij geland worden.
De meest merkwaadige vangst was de vangst van een metersnoek op dood aas op 8 meter diepte. We waren elk met een dode voorn achter de boot over de lengte van het meer aan het driften toen plots Pauls dobber langzaam onder ging. Terwijl Paul een tiental seconden wachtte om aan te slaan, liep ook mijn dobber, die een tiental meter verder dreef, met een rotvaart weg. Aan mijn doodaastakel een voorn van 25 cm. Dit moest en zou een behoorlijke snoek zijn. "Nu sta je er alleen voor", zei ik tegen Paul, "ik heb immers ook beet". Toen we quasi gelijktijdig aansloegen, was onze verbazing zeer groot. We drilden immers beiden dezelfde metersnoek, die ons beider haken in de bek had.
Ook een zware snoek van rond de 95 cm werd door Paul met doodaas op zeven meter diepte gevangen.
Gedurende een week vissen kwamen in totaal 34 snoeken en 1 baars (gevangen op een Rapala Magnum van 18 cm !) in de boot. Een vijftiental snoeken werden gemist, merendeels omdat ze te klein waren voor het grote doodaas dat we visten en we niet lang wachten met aanslaan om slikken te voorkomen.
Met een gemiddelde van vijf snoeken per dag is de beloning wel niet evenredig met de inspanningen die geleverd worden, maar de natuur en het stressloze Ierland maakten terug veel goed.
Na een zware terugreis door kilometerslange verkeersopstoppingen in Engeland kwamen we uiteindelijk deze morgen om vijf uur aan.