zaterdag 30 juni 2012

Voor nieuwe visavonturen, heel even geduld maar

Twee grote dozen maden staan al meer dan een week in de koelkast. Ze zijn ondertussen grotendeels verpopt.
Mijn spinhengels staan onaangeroerd. Op één van mijn spinmolens dient de draad dringend vervangen te worden. Maar het zal nu nog niet zijn.
Zelfs de haken van van mijn plug, die bij de laatste maal roofbleivissen door een balorige roofblei totaal verbogen zijn, zijn nog niet vervangen.
Dus al een hele tijd niet meer gevist. De gebruikelijke excuses zoals te veel werk. En ook een heel klein beetje mijn gezondheid, die me bij tijd en wijle een beetje in de steek placht te laten. Vermoeid, tengvolge van oude virale infectie die af ten toe nog eens de kop opsteekt.
Zie de door roofblei uitgebogen haken. Zijn
 die soms niet zo sterk meer als vroeger ? 
Morgen komt het er ook niet van. Een prachtig feest in een feeëriek kasteel, gegeven door één van mijn jachtvrienden, staat op het programma. Zoals velen wellicht kijk ik er een beetje tegen op. Maar ik weet, éénmaal ik er ben, zal ik er ook niet meer weg te slaan zijn. Maar morgen zeker geen Drambuie voor mij. De laatste keer was me te heftig.
Roland is ondertussen terug van zijn vierdaagse vliegvistrip in Ierland Hij had wel enkel zeeforellen en een grilse, maar echt fantastisch was het niet. We zullen, hopelijk dinsdag , het trachten beter te doen. Want dan gaan we samen de rivier op in een poging roofblei te vangen. Roland in de eerste plaats met de vliegenhengel, ikzelf met de spinhengel.
Dinsdag gaan we dus op roofbleiexpeditie. Je hoort er nog wel van.

donderdag 21 juni 2012

De rivier op

Al tientallen jaren vis ik met dezelfde vismaten op dezelfde Hollandse benedenrivieren. Mijn boot ligt nog steeds in dezelfde haven als twintig jaar geleden. We kunnen dus wel over een ruime periode terugblikken. En dat er in die periode veel veranderd is, staat voor ons vast.
Wat ons ieder jaar meer en meer opvalt, is dat het klimaat wel degelijk gewijzigd is. Waar vroeger er veel dagen waren dat je het grote water op kon,  is dat nu heel wat minder geworden. We kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat het de laatste vijf jaar niet alleen veel meer waait, maar ook vaak veel harder.
Het water zelf is veel en veel helderder geworden, vaak bij zon met een zichtdiepte van twee of meer meter. Helder water daar hou ik wel van, maar te helder hoeft voor mij helemaal niet en zeker niet voor de snoekbaars. Mede door het zuiverder en klaarder worden van het water is ook het visbestand drastisch gewijzigd. Op veel rivieren zijn de grote snoekbaarsvangsten van weleer een rariteit geworden. De laatste vijf jaar zien we onze snoekbaarsvangsten dan ook zienderogen achteruit gaan.
Waar de baars gebleven is, dat weten we evenmin. Waar vijf jaar terug dagen van 50 baarzen geen uitzondering waren, vangen we er nu nog hooguit een paar per visdag. Snoek daarentegen blijkt langzaam aan wel meer voor te komen.
Ook de roofblei is volgens ons een beetje op zijn retour. Na de explosie van het roofbleibestand een jaar of vijf terug, is roofblei nog steeds aanwezig maar toch in mindere mate.
Toch geven we het riviervissen vooralsnog niet op. Gisteren werd de Boston Whaler nog eens van stal gehaald en voeren Nico en ik de rivier op nieuwe avonturen tegemoet. Aan onze lichte spinhengels kleine plugjes voor de roofblei en andere geïnteresseerde rovers. Verder een paar vertikaalstokjes bij de hand. Kortom , onze gebruikelijke uitrusting
Vrijwel meteen zagen we op een plek een vijftal meeuwen duiken. Meestal een teken dat roofvis bij het jagen aasvis naar boven drijft.  Op deze, voor het overige, weinig zeggende stek, zagen we met de regelmaat van de klok kolken en rugvinnen van azende roofblei.
Twee uur duurde dit spektakel. Twee uur van werpen met alle soorten kunstaas die we bij ons hadden.  Twee uur intensief werpen werd enkel beloond met twee aanbeten op lichtblauwe Rapala Shad Raps. Aanbeten die ik gelukkig wel wist te verzilveren. Mijn eerst roofblei dit jaar vocht een behoorlijk robbertje en mat zo'n 75 cm. Mijn tweede was kleiner maar toch nog altijd rond de zestig centimeter. Nico moest het zonder aanbeten stellen. De rest van de namiddag en de avond was het terug huilen met de pet op. Ik kon enkel nog een baars op de shad vangen. Voor Nico bleef het een aanbeetloze dag. Wat is er toch aan de hand met het visbestand ?    


vrijdag 15 juni 2012

Vissen als therapie

Een rotweek op het werk heeft me vanavond naar de matchhengel doen grijpen. Recht van de werkvloer naar het kanaal. Dobbervissen met de centrepin als instant therapie.
Voor een keer waag ik me met mijn oude terreinwagen langsheen het wel zeer hobbelig jaagpad. Ik ken namelijk een heel mooie stek waar een waterloop via een gemaal in het kanaal uitmondt. En laat het nu net veel geregend hebben zodat de gemaal volop pompt. Hier moet vis zitten.
Het is te ver sjouwen te voet dus moet het maar met de wagen. Een paar maal vrees ik dat ik me zal vastrijden maar ik geraak er toch.
Voor de monding van het gemaal staat zo'n drie meter water. Met tussenpozen zorgt de pomp voor een hevige stroming om daarna plots maar een flutstrominkje te produceren.
Ik monteer een Drennan Stickfloat van zo'n 4 gram met 12/100 onderlijn en haak nr. 14. Na een behoorlijke voersessie gaan twee maden te water.
Ik start met de onderlijn licht slepend over de bodem maar moet na een drift of twee met deze methode al stoppen. De bodem blijkt begroeid met een soort haarachtige algen waar de haak en het aas steeds blijven in hangen.
Dan maar net boven de bodem gevist.
Opnieuw blijven aanbeten uit. Op deze manier wordt het echt wel een heel slecht jaar. Pas na drie kwartier krijg ik een uiterst korte aanbeet. Toch weet ik een mooie voorn te landen.Ondertussen stroomt het water volop. Plots schiet mijn pen weg en voor ik het goed besef trekt een karper meer dan twintig meter lijn van de centrepin. Langzaam zwemt hij aan de overkant van het kanaal met de stroming mee steeds maar meer lijn nemend. Voor dergelijke karpers is mijn materiaal veel te licht. Ik probeer toch en kan de karper zeker tien minuten aan de lijn houden waarna plots de onderlijn het begeeft.
Vijf minuten nadat ik opnieuw ingegooid heb, krijg ik terug een mooie wegloper. Opnieuw een karper maar ik voel het direct dat hij van een veel kleiner slag is. Toch duurt de dril op de centrepin nog meer dan vijf minuten. Uiteindelijk weet ik een schubkarpertje van zo'n drie pond te scheppen. Mijn drie uur durende vissessie sluit ik af met een mooie winde. Terug geen fabelachtig vangstresultaat maar tenminste toch vis. En bovenal even alle zorgen (bijna) vergeten.

zondag 10 juni 2012

Alles geprobeerd

Ligt het aan het weer ? Is het water te zuiver en dus minder visrijk geworden ? Is in Nederland de invloed van de beroepsvisserij op het roofvisbestand nu duidelijk merkbaar  ? Zijn de diverse hengelwaters, die ik uitkies, plots totaal visloos geworden ? Kan ik plots niet meer vissen ? Is het een samengaan van al deze factoren ? Ik weet het niet, maar één zaak staat vast : ik kan me de tijd niet herinneren dat ik zoveel (quasi) visloze vistrips na elkaar had.
Een geluk dat vissen en jagen voor mijn vrienden en ikzelf een totaalbeleving zijn waarbij vangsten en buit natuurlijk welkom, maar zeker niet alles bepalend zijn. Een ijsvogel, een plots uit het niets opvliegende roerdomp, een bewegingsloze zilverreiger starend in het water, hazen die elkaar in paringsdrift achterna hollen, zelfs een plots wegvluchtend konijn geven kleur aan onze dag. Evenals in zomerjurkjes voorbij fietsende dames en verleidelijk zonnebadende exemplaren in bi- of monokini.
Werk, privéléven en hengelen verzoen ik door het regelmatig inlassen van korte vissessies van gemiddeld zo'n twee à drie uur. Hengels, toebehoren en viskledij liggen dan meestal ook standaard in mijn wagen.
Mijn eerste snoekje ooit op dit Vlaamse kanaal
De laatste weken ondernam ik verschillende vispogingen. Vlak na de opening had ik een meer dan twee uur durende kunstaassessie op een Vlaams kanaaltje, waarvan ik vermoedde dat er weleens een snoek zou kunnen huizen. Vlaanderen heeft spijtig genoeg weinig of geen openbare hengelwaters waar het roofvisbestand voldoende is om een leuke dag te beleven maar ik blijf proberen. En soms lukt dat wel. Het droevige is dat er in Vlaanderen bij veel roofvissers nog steeds geen goede mentaliteit heerst. Het is verbeterd, meer hengelaars zijn overtuigd van catch and release, maar toch. Ik heb al vaak ervaren dat wanneer hengelaars je een snoek zien vangen en terugzetten dit vaak het startsein is voor een intensieve snoekvangst- en meeneemcampagne Het ie een eigenaardig fenomeen maar sommige Vlaamse hengelaars kennen pas rust als alle snoek uit het water gehaald is, bij voorkeur middels het vissen met en laten slikken van levend aas.. Vandaar dat ik steeds zo low profile  mogelijk vis en zeker niet uitpak met vangsten en stekken op een manier waarop schade zou kunnen berokkend worden. Zeker behoorlijk asociaal, maar zwijgen is vaak de enige methode om je vissucces een tijdje te verlengen. Ook lukt dit niet altijd. Vlaanderen is dicht bevolkt en altijd heeft iemand wel iets gezien.
Ik ging dus aan de slag in een oud Vlaams kanaaltje, dat eigenlijk maar sinds een tiental jaren over een behoorlijke waterkwaliteit beschikt. Bij dergelijke pogingen vis ik meestal met een shad. In dit geval de nieuwe Foxshad van  zo'n 13 cm lang. Niet te groot kunstaas zodat de kans op een snoekbaars of een grote baars ook reëel blijft. Na zo'n half uur vissen, zie ik plots dat de roze shad gevolgd wordt. Vlak voor de oever slaat het snoekje toe en mijn eerste roofvis hier is een feit. Klein weliswaar, maar een bewijs dat ze er zitten. Dat geeft goede moed. Spijtig genoeg blijft het erbij. Het intensief afvissen van oeverzones en kruidplekken levert niets meer op. Maar er zit blijkbaar snoek, zeker één. Hier probeer ik zeker nog eens.
Verder hebben Nico en ik ons roofvisgeluk uitgeprobeerd op een aantal kanalen in de ons omringende regio. Vissend met kleine en grotere shadjes op baars en snoekbaars. Deze laatste vissoort moet er zeker ook voorkomen, want verleden jaar heb ik nog één gezien vlak voordat hij van de haak schoot. Helaas, we vissen samen vier uur en vangen niets. Op het grote kanaal zien we zowel Vlaamse hengelaars als Oost-Europeanen met zware werphengels en kleine levende aasvisjes verschillende mini-snoekbaarsjes vangen. Deze dertig centimeter grote visjes zullen niet meer groeien want ze worden genadeloos is emmers gegooid om te sterven. Smaken heerlijk in de frituur weten ze ons nog te verzekeren. Hier draait onze maag echt van om. Ik denk dat ik nog eens contact opneem met de (onderbezette) dienst beteugeling van het Agentschap voor Natuur en Bos, want dit is me echt te gortig. Zonder enige toekomstvisie van de inbreuk plegende hengelaars ook. Zij zullen immers de eersten zijn om te klagen dat er geen vis meer zit. Nico en ik  houden deze dag de nul op het bord. Wat we ook proberen, we vangen niets.
Tot slot probeer ik enkele dagen later nog een witvispoging op het kanaal waar ik dit voorjaar al trottend toch behoorlijk wat voorn kon vangen. Mijn verwachtingen zijn hoog, de vangsten niet. Na drie uur hengelen sluit ik af met nul aanbeten. Waar gaat dit naar toe ? Van een serieuze dip gesproken.

zaterdag 9 juni 2012

Strand

Het tij zat goed.  Laag water werd verwacht rond 23.00 uur. Bovendien was het springtij wat veel stroming en een heel lage waterstand inhoudt. Een stond een redelijke hard wind maar uit het zuidoosten. Voor de Zeeuwse kust aflandige wind en dus gemakkelijk om ver te werpen en rustig te vissen.
Volgens de boekjes ideaal tongweer met een laagtij in het donker.
Theoretisch mogen de omstandigheden dan wel een goed zitten maar om te vangen moet er wel vis aanwezig zijn. De laatste jaren waren op gebied van tongvisserij zo belabberd dat ik reeds drie jaar niet meer vanaf het strand gevist heb. En dit terwijl dit echt een leuke visserij is. Lekker aan de zee, wind in het haar. Ontstressend na het werk en laat ik daar juist tegenwoordig veel nood aan hebben. En strandvisserij is echt niet zo lomp als velen denken. Het is vaak een technische visserij waar een ander soort onderlijn vaak het verschil maakt tussen vangen en niet. Het is een heel actieve visserij waarbij je met je materiaal steeds de laagwaterlijn aanhoudt. Vaak verkassen is dus noodzakelijk. Bovendien dien je in de zomer zeker om de 7 à 10 minuten in te halen om je aas te controleren. Krabben en garnalen weten immers heel snel je aas van de haken te halen. Bovendien moet je over een redelijk goede werptechniek beschikken. Nu eens zit de vis dicht, een andere keer heel ver en dan maakt ver kunne werpen echt het verschil.
Geen vis, maar een mooie regenboog in de plaats
Enkel hoopgevende berichten over een beterende tongbestand dit jaar hadden me bereikt zodat we deze visserij nog eens een kans wilden geven.
Donderdagavond heb ik na het werk vlug het aas zagers en Franse tappen afgehaald. Toen ik thuis kwam, laadde ik de Zziplexhengels, de viskist, mijn karretje en de hoofdlampen in. Kort daarna kwam Jan aan. Enthousiast zoals hij altijd is. Verleden jaar ontmoette ik Jan op een jachtpartij en hij bleek ook een zeer actieve visser te zijn. Hij wou de strandvisserij eens meemaken, vandaar dat we afgesproken hadden.
Toen we op de parking aankwamen, bleken reeds verschillende strandvissers aanwezig te zijn. Geen nood, plaats genoeg. We begonnen met vissen zo'n goede drie uur  voor laag water. Ideaal om direct met drie hengels met drie verschillende onderlijnen, van afhouders tot wapperlijnen, van start te gaan. Na een half uur werden we wel door een wel heel intense regenbui verrast. Op een kwartier tijd was alles doorweekt, al kon een prachtige regenboog achteraf wel een glimlach op ons gelaat toveren. Evenals de zeehond die plots zijn kop op het einde van de breker boven stak en achteraf een veel betere visser dan ons bleek te zijn.
Uren gingen voorbij. Hengel na hengel werd ingehaald, beaasd en opnieuw ingeworpen. Andere onderlijnen werden geprobeerd. Zonder enig resultaat. Ook onze medevissers wisten niets te vangen zodat we tegen onze gewoonte vlak na laagwater naar huis toereden. Een illusie rijker. Langer vissen had immers geen zin meer.