maandag 31 december 2012

Jaarafsluiting met dissonant

Veeleer dan ons te laten leiden door stekinformatie op allerlei websites of in hengelsportbladen zoeken we sinds jaar en dag zelf actief naar nieuwe stekken. Trouwens wanneer info over stekken aan het grote  hengelaarspubliek verstrekt wordt, mag je er quasi zeker van zijn dat de beste tijd meestal reeds voorbij is of het op zijn best niet lang meer gaat duren. Eén van de bekende voorbeelden is het trollen met kunstaas op forel op het Veerse meer. Eenmaal de hengelsportauteur, het was Bertus Rozemeijer als ik me niet vergis, zijn artikel over de vangsttactieken van zeer grote forellen op het Veerse meer gepubliceerd had, bracht dit een nooit geziene rush op dit water teweeg. Speciale met downriggers voorziene boten werden als zoete broodjes verkocht. Speciale trollepels voor forel werden uit Canada geïmporteerd. Tal van artikels werden over de nieuwe vorm van forelvissen in de lage landen geschreven. Aan de trailerhelling van De Piet was een uur wachttijd niet abnormaal. Voor zeer grote forellen zou men nimmer nog naar het buitenland moeten. Mis dus. Het heeft welgeteld een jaar geduurd. Het water werd door een meute vissers systematisch van zijn superforellen ontdaan. Waar eens rust was, trolde men in lange kolonnes rondjes.  Onnodig te zeggen  dat ik helemaal niet van dergelijke toestanden gecharmeerd ben.
Met de vergunningen op zak en de grote provincieatlas op de schoot gingen Paul en ik dus op zoek naar nieuwe stekken. Zoals gewoonlijk in Nederland was het terug moeilijk de juiste locaties te vinden. Helemaal zeker zijn, is vaak moeilijk. Plaatsnamen in vergunningen blijken vaak niet overeen te komen met de namen op de kaart, alhoewel de duidelijkheid in de vergunningen varieert tussen hengelverenigingen. Iedere visser in Nederland kent dit probleem wel, beschrijvingen zoals "het viswater langs de Tiendweg, vroeger de treksloot genoemd en in de volksmond bekend onder de naam de wetering van Jan" die zelfs op de kaart niet terug te vinden zijn.
Uiteindelijk kwamen we in een reeks van poldersloten, met helder water tot zo'n 70 cm diep, terecht. Dat er snoek zat mocht blijken op de vier mooie exemplaren die ik op enkel uren aan de roze Foxshad kon vangen. Blijkbaar hadden deze snoeken nog maar weinig kunstaas gezien want ze namen de shad met volle overtuiging. Paul zat het echter niet mee.
In de buurt van stuw zagen we een grote snoek aan de haal gaan. Kans verkeken. Tot mijn grote verwondering keerde de snoek toch terug om mijn shad in één hap te verzwelgen. De dril duurde echter maar een seconde. Tot mijn speld in de bocht doormidden brak. Zomaar. Een nieuwe, door mij steeds geroemde, Berkeleyspeld. Daar was ik toch niet goed van. Een grote snoek kwijt met een, weliswaar van weerhaakoze dreggen voorziene shad, vol in de bek. En een ongeluk komt nooit alleen. Paul wist toch wel deze zelfde snoek opnieuw te haken. Spijtig genoeg schoot hij los vlak voor we de snoek konden landen zodat we hem niet van de haken konden bevrijden.
De dag ging verder met een wrang gevoel. Paul wist een jagende snoek, die we met verschillende soorten kunstaas bestookt hadden, toch nog met een twister te vangen en we verspeelden nog enkele snoeken op een wetering waar, aan de dressuur te zien, wel vaker gesnoekt werd.
Om af te sluiten werd eigenlijk tegen onze principes in nog eens naar de stek der stekken gereden. We proberen immers niet te veel op dezelfde plaatsen te vissen. De vangst van een kanjersnoek met de streamer enkele jaren geleden indachtig tuigde ik ondanks de zeer harde wind mijn streamerhengel op. Het water was er helder genoeg voor. Op de anderhalf uur voor het donker werd, kon ik nog drie kleinere snoeken landen. Mijn laatste aanbeet, niet meer dan het gevoel van vastlopen in kruid, bleek van een grote snoek te zijn die zich na twee seconden van de haak wist te ontdoen.
Met een dissonant kwam aan hengeljaar 2012 een eind.
Luister naar http://www.youtube.com/watch?v=Ntip526E4HY en sluit het oudjaar in schoonheid af, wat ik nu ook ga doen.
Ik zie jullie in 2013 terug.
           
 

zondag 30 december 2012

Alleen in een bootje op de plas

Voor het jaar afloopt, heb ik de gewoonte alleen en eenzaam in een bootje op de plas rond te dobberen op zoek naar roofvis. Alleen, maar natuurlijk met de oortjes van de Ipod in. Met Exile on Main Street van The Stones en Hot Rats van Zappa op de achtergrond. Mijmerend over het afgelopen jaar en wat volgend jaar beter moet.
Voor het licht werd, waren tacklebox, hengels, schepnet, anker en proviand reeds in de boot geladen. Drie hengels had ik mee : een vertikaalstok, jerkbaithengel en vliegenhengel. Plaats was er toch voldoende voor handen.
Vandaag had ik voor de eerste maal een pas bij FTCN aangekocht warmtepak van Geoff Anderson aan. Het moet gezegd : dit pak is werkelijk van heel hoge kwaliteit, zit lekker soepel en is voorzien van tal van handige zakken. Voorlopig niets dan lof dus.
Met een harde zuidwestenwind was ik er van overtuigd dat dit zeker heel goed snoekweer zou worden.
Mijn plan was om, nu dat ik de boot voor mij alleen had, overwegend met de streamerhengel aan de slag te gaan. Tenminste als de harde wind het zou toelaten.
De Sparton General Flyrod aftma 9-11 werd te voorschijn gehaald en voorzien van een Hardy Marquis multiplier. Omdat de diepte van de plas varieert van 2 tot over de tien meter werd de hengel opgetuigd met een zwarte snelzinkende Wet Cel Hi-Speed Hi-D  met anderhalve meter 45/100 leader en spinstang. Naar gewoonte hing een 25 cm lange geel-oranje tandemstreamer aan de speld.
Om de twintig meter ging ik voor anker om gedurende zeker 20 minuten tot een halfuur het water rondom mij langzaam af te vissen. Je zou er immers van versteld staan hoe lang het soms duurt vooraleer een snoek toehapt. Door de harde en van richting wisselende wind was het werpen lastig in die zin dat ik steeds aandachtig moest zijn om met de tandemhaken mezelf niet te haken. Anderzijds kon ik door de harde rugwind de vliegenlijn telkenmale volledig uit de hengel schieten. Bij mijn eerste worp telde ik eerst het aantal seconden vooraleer de streamer de bodem raakte, om bij de volgende worp twee à drie seconden minder te tellen vooraleer binnen te strippen. Zo doet de streamer zijn verleidelijk werk net boven de bodem.
Om half tien kon ik mijn eerste snoek landen. Een zwaar vechtend en dik exemplaar van rond de 90 cm. Daarna bleef het echter angstwekkend stil. Stek na stek viste ik machinaal af. Ik was geenszins van plan op te geven vooraleer het pikdonker was. Tot half vier in de namiddag had ik op enkele halve en dus ook gemiste aanbeten echter geen succes meer. Daarna keerde het ij gelukkig toch nog. Met nog drie snoeken varierend tussen de 40 en 65 cm extra, kon ik vermoeid de dag afsluiten. Op de weg terug ontdekte ik opnieuw enkele onbekende vliegwerpspieren. Naar bed want morgen stond nog een visdag in de polder met Paul  op het programma.    

Drijfnat

De jachtdag, eigenlijk meer een gezondheidswandeling in de namiddag, weliswaar met geweer in geval van occasionele ontmoetingen met het wild, was omwille van de aanhoudende regenbuien reeds verlegd van woensdag naar vrijdag. Maar eigenlijk was het vrijdagnamiddag niet veel beter. Tientallen liters water per vierkante meter waren de afgelopen dagen gevallen waardoor een behoorlijk deel van de weilanden en akkers onder water stonden. Maar François stond erop. Er zou toch gejaagd worden.
Op de koop toe begon het opnieuw te regenen toen we startten. Naast onze reguliere drijvers was ook Paul van de partij om zijn nieuwe taak met glans te vervullen.
Zoals verwacht waren de hazen op de door en door natte terreinen niet meer aanwezig en wat er nog aan hazen over was, nam meer dan op tijd de lopers. Zoals iedere jager wel weet, liggen hazen niet vast als het aanhoudend regent. Eén haas was echter niet bij de les en bleef geruime tijd in zijn leger liggen om pas binnen schot op de vlucht te gaan. Het werd hem fataal. Eén schot en geveld.
Enkele minuten later vlogen plots twee fazantenhanen uit een rietkraag op. Dit leverde Thierry meteen een doublet op. Een puike prestatie.
In een gezapig tempo werden de meest droge weilanden en akkers bejaagd. Twee eenden die uit een watergang opvlogen konden ook geschoten worden wat meteen de labrador wat ver aporteerwerk bezorgde.
In een bosje stond Dominiques hond heel mooi een fazantenhaan voor. Pa na een minuut ging de fazant op de vleugels. Echter niet voor lang.
Bij de wandeling terug kon de hond nog een konijn uit het riet jagen. Nadat mijn eerste schot miste, bracht het tweede de buit binnen.
Al bij al was het mooie, doch drijfnatte namiddag. Eens temer werd bewezen dat ook degelijke en dure regenkleding na verloop van tijd water doorlaat. Meer dan tijd om te stoppen en een biertje te drinken.
      

vrijdag 28 december 2012

Een nieuw jaar komt er aan

Het mocht er niet aan ontbreken.
In deze tijd van wederzijdse nieuwjaarsgroeten, wens ik iedere lezer van deze blog, die ik niet persoonlijk ken (alhoewel ik af en toe steeds meer het genoegen heb er één te ontmoeten die ik nog niet kende) en mijn hengel-en jachtmakkers een vreugdevol en bovenal gezond 2013 toe. Ik hoop dat we steeds kunnen blijven vissen en jagen met respect voor elkaar en de vis en wild. Bovenal hoop ik dat iedereen veel plezier blijft beleven niet alleen aan deze buitenactiviteiten, maar ook aan de wederzijdse contacten.
Toen ik enkele jaren terug met deze blog startte, meer voor mezelf als een soort eigen dagboek en ter ontspanning tussen het werk door, had ik nooit kunnen vermoeden dat vandaag dagelijks tientallen lezers deze blog zouden bezoeken. Blijkbaar is de interesse groot, waarvoor mijn dank.Een reden te meer om er mee verder te gaan.    

woensdag 26 december 2012

Dodelijke paling

Zet http://www.youtube.com/watch?v=oTFvAvsHC_Y op, giet een trappist, bij voorkeur een Orval, uit (voor de Vlamingen gemakkelijker dan voor de Hollanders) en geniet. Dat doe ik ook na een dagje vissen in de drassige polder.
Vandaag werd na een lange rit gestart op de stek der stekken. Aan de lijn wel een heel speciaal stukje kunstrubber.
Gisteren vond ik tussen mijn hengelspullen een DeLong Kilr Eel, een jaloersmakende 20 cm lange nepaal uit stevige rubber, volgens de verpakking geheel handgemaakt en eigenhandig voorzien van een penetrante anijsgeur. En ik die dacht dat anijs een illegaal middel was om fazanten te lokken. Blijkbaar werkt het ook bij snoek en musky. Het ruikt in ieder geval beter dan de spiering waar mee ik occasioneel pleeg te vissen.
De Kilr Eel wordt door de firma DeLong (www.justmusky.com) sinds 1946 geproduceerd en bestaat in twee maten, de bescheiden 8 inch versie en voor wie het wat groter wil (en wie niet), de 13 inch  (meer dan 30 cm) versie in tal van kleuren. Volgens de fabrikant maakt deze soft jerkbait hele stammen snoek en musky niet alleen gek, maar ook behoorlijk woest zodat ze volkomen verdwaasd zich op deze ersatzpaling storten. De leuze van de firma is dan ook "Man... Do they catch fish". Zonder vraagteken weliswaar.  Naar Amerikaans gebruik is deze plastic paling voorzien van twee grote en vooral zware, dikdradige, enkele Mustadhaken die verbonden zij met een extra stevige 100 lbs. staaldraad. Breken zal het geheel waarschijnlijk nooit. Omdat ik de twee enkele haken qua inhakingskans maar weinig te vertrouwen vond, heb ik het geheel maar van een extra dreg voorzien.Volgens de instructies wordt de Kilr Eel best met een neerwaartse beweging binnen gejerkt waarbij hij een uitslaande en rollende actie zou vertonen.Interessant om te weten is ook dat deze superaal door het Duitse hengelsportwonder Uli Beijer geroemd wordt om zijn uitstekende vangsteigenschappen. Je hoort het hierbij ook eens van een echte expert.
Met de jerkbaithengel en de Kilr Eel ging ik dus aan de slag. De valse paling, die overigens van een uitdagende s-vormige kromming voorzien is, bleek goed op ondiep water te vissen zijn, maar van de beloofde en geroemde snoekverleidende actie viel niet veel te merken. Af en toe slaagde ik er in deze nepperd naar rechts, eigenaardig genoeg nooit naar links, te doen uitslaan en met veel geluk en intens armgezwier kreeg ik er soms een rollende actie uit.  Ware mijn kunstpaling niet geel geweest, was het eigenlijk meer een winterpeen die schokkend door het water ging. Maar aangezien dit kunstaas sinds 1946 bestaat en dit niet zonder reden kan zijn, hield ik, weliswaar steeds wanhopiger wordend, vol. En waarachtig. Ik kreeg een aanbeet. Van onder een rietpol kwam de razende roofvis toegeschoten, Spijtig genoeg raakte de snoek los. Dus een foto van snoek met bedrieglijke aal ontbreekt voorlopig nog. Aan het haaksysteem moet duidelijk nog gesleuteld worden. Aan mijn manier van binnenvissen ook, al betwijfel ik of ik ooit mee actie uit dit stuk plastic zal krijgen.
Ondertussen had Paul meer geluk met de Salmo Warrior Crank. Een mooie tachtiger werd zijn deel.
De rest van de dag gingen we op zoek naar nieuw viswater.Dat we ook vonden maar dat door het donkerbruine water niet te bevissen viel, maar dat komt later wel.
De dag ging snel voorbij. Veel (jagende) snoeken werden gezien, mar bijten, ho maar. Paul ving ondertussen wel nog een snoekje op "het bolletje", de Cormoran Belly Dog.
Afgesloten werd terug op de superstek. Maar nu ging ik met de streamerhengel (Sparton general flyrod aftma 9-11, Hardy Salmon 1 reel en Scientific Anglers Pike Taper WF10F) met een 25 cm lange geel-wit- oranje tandemstreamer aan de slag. Leuk dat deze uitrusting nog van onder het stof kon gehaald worden.En an een uurtje intens vlieghengelen werd ik beloond met mijn enige snoek van de dag. Paul had de aanbeet gezien. De snoek schoot vanonder een wilg vandaan om de streamer 4 meter verder weg volop te nemen. Eén snoek was meer dan voldoende om mijn dag goed te maken.      

dinsdag 25 december 2012

Aan de wilgen

Niet aan de wilgen maar aan
 een plataan. Let op het minuscule
Belgische vlaggetje boven het handvat
De  lichte baitcaster voor het wat grovere polderwerk met shads en lichte jerkbaitjes, die ik bij Cor Spinhoven naar mijn wensen heb laten maken, vind ik mijn beste koop in jaren. Steeds grijp ik terug naar deze, in mijn ogen, perfecte stok  van 2,30 meter lang (tegen rugklachten, je moet je immers niet zo buigen als bij korte spinhengels) en voorzien van een extra lang handvat dat steeds de nodige steun biedt. Met 40 gram werpgewicht is deze hengel niet te zwaar zodat je ook plezier beleeft aan de dril van een poldersnoek. Om Cor een heel klein beetje op stang te jagen is ook deze hengel van een Belgisch en geen Hollands vlaggetje voorzien. Natuurlijk vond Cor in zijn trots het wel nodig dit vlaggetje superklein te maken. Samen met een Shimano Calais vormt deze hengel een superteam.
Tussen het tafelen door heb ik vandaag enkele uren vrijgemaakt om op een Vlaams polderwatertje met shads en jerkbaits te proberen een snoek te vangen. Ik zeg wel proberen want het snoekvissen gebeurt voor een keer in Vlaanderen. Niettegenstaande dit water helder en vol waterplanten is, is het me terug niet gelukt. En dat ligt voor één maal niet aan mij. Dat ben ik zeker.
Een voorbijganger bevestigde mijn vermoedens. Niet de autochtonen maar andere nieuwe Europeanen hadden dit water vakkundig van roofvis ontdaan. Het is me toch wat.
Pas sinds kort is bij de Vlamingen het bewustzijn gekomen dat om snoek of snoekbaars te kunnen vangen, snoek best terug gezet wordt. En nu worden we toch wel terug met een mentaliteit, waarbij alle vis de pot in gekieperd wordt, geconfrontereed. Terug  bij af. Wat Vlaanderen betreft kan ik mijn spinhengel beter aan de wilgen hangen.  

maandag 24 december 2012

Kersttijd, knutseltijd

Als kind had ik al die momenten dat ik graag alleen was om te knutselen.
Zeker in de winter kroop ik bij oma gezellig op de zolder waar ik naast het kolenvuur urenlang modelvliegtuigjes en -tanks in elkaar kon lijmen. In feite heeft mijn zin in knutselen zich verder gezet op hengelvlak. Wat is er prettiger dan roofvis met zelf gemaakt kunstaas te misleiden en te vangen.
Waar er vroeger quasi niks van kunstaasonderdelen - op een paar losse spinnerbladen na - te verkrijgen was, zijn de mogelijkheden nu legio. De Nederlandse webshops www.pear.nl en www.lureparts.nl bieden een uitgebreide keuze aan onderdelen allerhande. Wie echt door de bomen het bos niet meer wil zien, kan terecht bij de Amerikaanse firma www.lakelandinc.com. Met een cataloog van 250 bladzijden is dit bedrijf uit Minnesota wel een heel grote speler op de kunstaasonderdelenmarkt. Lakeland Inc. richt zich als fabrikant op de eerste plaats op groot- en kleinhandels maar is tevens niet te beroerd ook aan particulieren kleine hoeveelheden te leveren. Deze firma, waar ik al vaak onderdelen aan kocht, munt uit in klantvriendelijkheid, is steeds bereid om direct info te verstrekken en zendt zelfs gratis stalen naar je toe.
Deze morgen zat ik wat in mijn zelfbouw- en vliegbindmateriaal te rommelen. Aangezien Paul gisteren een mooie snoek met een streamer-twistercombinatie van mij gevangen had, besloot ik met restjes bucktail en glitter voor mezelf enkele van deze supervangende kunstaasjes te maken. Mijn plan was die binnenkort met mijn oude splitcanehengel en Luxormolen te vissen.
De vliegbindvice werd op de eettafel gemonteerd, het bindmateriaal klaargelegd, Herman Broods lp "Shpritsz" (met de Brusselse virtuoos Dany Lademacher op gitaar)  opgelegd  en het binden kon beginnen.
De streamer-twistercombinatie bestaat uit een enkele haak Partridge Aberdeen perfect 6/0 of een Gamakatsu LS5013F 6/0  met daaraan, middels een rvs-stangetje van 80/100 mm verbonden, een Gamakatsu Worm 36 maat 5/0 of een F314 2/0. Een stukje siliconenslang zorgt voor een soepele, doch afdoende, verbinding. De streamer zelf wordt afwisselend met bucktail, fishhair, superflash en flashabou gebonden en afgewerkt met kettingoogjes of plakoogjes. Ik bind graag kettingoogjes in omdat ze de streamer een golvende gang door het water geven.
Ik was net Sweet Thing uit de lp David Bowie Live aan het beluisteren toen ik de laatste hand aan mijn derde streamercombinatie legde.  Hiernaast zie je het resultaat in verschillende kleuren. Het boek op de achtergrond is trouwens een klassieker van Barrie Rickards, een professor in de paleontologie maar bovenal een zeer enthousiast snoekvisser en gewezen voorzitter van de Lure Anglers' Society  van Engeland. Barrie Rickards overleed in 2009 op 71-jarige leeftijd en liet een erfenis van 700 hengelsportartikels en 30 boeken over (snoek)vissen na. Success with Pike is heel "British" in zijn benadering van het snoekvissen en besteedt zowel aandacht aan het vissen met dode en levende aasvis, als aan het kunstaasvissen, wat voor Engeland in 1992 (datum uitgifte boek) uitzonderlijk was. Barrie Rickards mag dan ook gezien worden als één van de eerste promotoren van het moderne kunstaasvissen in de UK, een discipline die nu steeds meer aan belang wint.

zondag 23 december 2012

Fantastische dag

De vrouw aan de tafel naast me in de Nederlandse McDonald's, waar we ondertussen traditiegetrouw de dag afsluiten, zei met luide en hyperenthousiaste stem tot haar familie : "Vandaag was het een reuze fantastische dag !". Hollandser kon het niet. Dat zal je een Vlaming nog niet te vlug op deze wijze horen zeggen. Daarvoor is de volksaard wat bedaarder.
Nummer één van de dag
Neemt niet weg dat we volop kunnen genieten van een mooie visdag. Met goed snoekweer, zuidwestenwind en een aangename temperatuur, voorspeld, vatten we de reis aan naar de verre Hollandse polder. De grote hoeveelheid regen, die het etmaal voordien gevallen waren, temperde evenwel voor een deel onze verwachtingen op een uitstekende snoekvangst. Veel weteringen waren dermate gezwollen dat ze over de oevers waren getreden, op veel plaatsen stond een sterke stroming en het water was door ingespoelde aarde dermate bruin dat het te troebel was voor kunstaasvissen. Een zichtdiepte van 5 cm kan bezwaarlijk ideaal genoemd worden.
De polder waren we normaal plegen te gaan was wel bevisbaar maar de helderheid van het water was dermate beperkt dat daar vissen weinig zin had.
Uiteindelijk kwamen we op drie verschillende locaties terecht. We konden meteen starten met vier mooie snoeken, qua aantallen netjes verdeeld tussen Paul en mij. De aanbeten waren onmiskenbaar. Geen enkele snoek werd gemist.  Ze werden gevangen op een Foxshad van 15 cm, een Cormoran Belly Dog in geel-paarse uitvoering en de Strike Pro Babybuster in oranje Nemokleur.
Het kleine bolvormige plugje van Cormoran met een gewicht van 24 gram is één van de favorieten van Paul , terwijl ik nog nooit het geluk had er ook maar één vis mee te vangen. Paul tunet wel de Belly Dog door de buikdreg te verwijderen om plaats te maken voor een klein spinnerblaadje dat bij het binnenvissen lustig onder de plug meetolt. Eén haak is immers op zo een kleine plug meer dan genoeg en weidelijker.
Stek twee bracht niet het verhoopte resultaat zodat verkast werd naar een wijde wetering met voldoende helder water. Een wetering waar ik steevast mijn snoeken weet te vangen, maar waar Paul nimmer goed succes had. Op zo'n twee uur vissen ving ik nog drie snoeken op de bruine Foxshad en miste ik er twee terwijl Paul de ban op dit water kon doorbreken met één snoek die gretig een creatie van mij, een tubefly met twisterstaart, nam.
Acht snoeken dus in totaal op zes uur vissen. We hebben al slechtere dagen gehad.

zaterdag 22 december 2012

Open hemelsluizen

Ik ken me best voorstellen dat ze in de Sahel vandaag heel blij zouden geweest zijn. Wij iets minder. Na de middag viel de jachtdag letterlijk en figuurlijk in het water. Echter helemaal niet zo erg. Bij nat weer vliegt en loopt het wild toch niet of niet goed, gaan hazen direct op de lopers (als we er al nog zouden willen schieten, want we zijn er zuinig op) en wordt als brildragende jager jouw gezichtsveld ten zeerste vertroebeld.
Het moest allemaal niet zo vlug gaan vandaag. Aangezien het al regende voor aanvang werd dan maar een borreltje extra genuttigd vooraleer te starten. Niet te veel natuurlijk, het moet veilig blijven.
Sjokkend door de polder
Hazen werden niet meer geschoten dus het jagen bleef beperkt tot fazanten, konijnen en eenden. Reeds vijf minuten na de start stond de Heidewachtel stokstijf aan een pluk riet. De fazantenhen die na enkele seconden plots opvloog werd vakkundig door Luc uit de lucht gehaald. Kort daarna spurtte een konijn voor zijn leven. Het sneuvelde net voor het de veiligheid van zijn pijp kon bereiken. Een volgend konijn gaf ons minder kans en werd gemist. Ondertussen viel de regen met bakken uit de lucht en begon stilletjes aan alles een beetje mis te gaan. Een drietal fazanten wist de dans te ontspringen. Noël en ikzelf wisten nog een fazantenhaan en twee hennen naar neer te halen. De haan was een prachtschot. Terwijl hij hoog boven de populieren vloog werd hij met één ver schot door Noël geraakt.
Net toen we helemaal doorweekt er de brui wilden aan geven, kwamen twee bewapende agenten van het Agentschap Natuur en Bos naar ons toegewandeld. De hevige regen deerde hen blijkbaar niet. Toen ze zich kenbaar gemaakt hadden, begon de routinecontrole van jachtverloven en van de gebruikte munitie. Enkele minuten later vroegen ze of ze autokoffer mochten controleren. Het geschoten wild werd door hen bekeken. Alles werd ok bevonden zodat we ze met een gerust gemoed prettige feesten konden toewensen.
Met een lunch van wildpaté, wild konijn met kroketjes en javanaisetaart werd de jacht voor dit seizoen in dit revier afgesloten. Morgen gaat de aandacht terug naar de polder uit. Streameren op snoek als het niet te veel waait tenminste.

donderdag 20 december 2012

Zuidoosten en lage temperatuur

Zware regenvlagen, komende uit het zuiden, in de namiddag in Nederland voorspeld. Krachtige zuidoostenwind.
Eigenlijk wisten we het al. Qua snoekvissen zou dit niet goed komen.
Maar we hadden onze zinnen gezet op een plassengebied in de buurt van Amsterdam en vissen zouden we. Te meer daar we onze trip combineerden met een bezoekje aan de bekende hengelbouwer Cor Spinhoven. Paul zou met de grote Foxshad aan de slag gaan, ikzelf zou een poging wagen het met een getakelde dode aasvis. Grote spieringen wel te verstaan waarvan ik er nog een voorraadje in de diepvrieskist herberg.  Met spiering vissen  is een goede zaak en niet alleen omdat het een topaas is. Bij iedere zakje spiering dat uit de diepvries haal, wordt immers de tevredenheid van mijn huisgenoten groter. Zij zijn het na al die jaren meer dan moe vanille-ijs met spieringsmaak te moeten eten. Zelfs de spieringkoteletjes, je raadt het al, smaken naar ...spiering.
Na een drie uur durende trip kwamen we bij de botenverhuur aan waar we zeer vriendelijk ontvangen en   verder geholpen werden. Om halfelf waren we klaar om te vissen. We besloten in de weteringen tussen de legakkers te vissen en niet op het grote open water omwille van de wind en de koude. De temperatuur bedroeg immers niet meer dan 3 graden.
Het viswater was in ieder geval veel belovend en de omringende natuur, diverse vervallen gebouwen op de eilandjes buiten beschouwing gelaten, best wel mooi. Een mooie biotoop met een rijkdom aan diverse vogelsoorten, waaronder een wel heel late boomvalk die op zoek naar prooi van eilandje naar eilandje vloog.
De uren gingen voorbij. Paul deed zich naam aan bekwaam schipper eer aan door nauwkeurig varend er voor te zorgen dat de mooiste plakjes met shad en dode aasvis konden bestookt worden. Spijtig genoeg mocht het niet veel baten. Na een dagje werpen en trollen kwam Paul niet verder dan een misser en een mooi gekleurde snoek van zo'n 80 cm. Een snoek met een afwijking want hij een eigenaardige kromming aan de ruggengraat maar dit deerde hem evenwel niet. Ikzelf zat er bij voor spek en bonen. maar ja, er zijn veel ergere dingen in het leven.
Goed natgeregend en redelijk verkleumd kwamen we aan bij de botenverhuur.
Op het einde van de visdag bleven we nog geruime tijd nakeuvelen. Uit de vangst van één van de  regelmatige snoekvissers bleek inderdaad dat het een sofdag was. Ook hij had maar één snoekje gevangen en hij kende het viswater als zijn broekzak.
De avond werd afgesloten in de hengelzaak van Cor Spinhoven. Paul had besloten een stevige vierdelige CJW kunstaashengel aan te schaffen zodat we van de gelegenheid gebruik maakten een bezoekje te brengen aan de plaats waar perfectie eindigt en Cor er pas mee begint.
Alhoewel Cor me al behoorlijk wat hengels bouwde, volgens sommigen zelfs té veel, had ik hem nog nooit in levende lijve ontmoet. De afstand tussen ons is letterlijk wat te groot. Wel onze ontmoeting viel heel goed mee. Cor deed zijn reputatie eer aan en al snel werd over van alles en nog wat gepraat rond het vuur. Zijn alom bekende kopjes koffie dienden we echter af te slaan. We hadden er immers al veel te veel op. Bovendien ontmoetten we enkele medebloggers. Peter en John, de ultralichte hengelaars wiens exploten te lezen vallen in de blog Struinen door de polder,een blog die ik ook al jaren volg. Altijd leuk om eens in real time kennis te maken. Met een order voor een nieuwe spinhengel konden we de verre terugreis aanvatten.    

dinsdag 18 december 2012

Speedia

Ik heb het altijd al moeilijk gehad om te kiezen. Toch op hengelgebied.
Na meer dan veertig jaar volg ik nog steeds zoveel mogelijk alle ontwikkelingen binnen de hengelsport op de voet en ik zal zeker niet nalaten moderne en vernieuwende zaken uit te proberen. Een mens moet met zijn tijd mee, vind ik.
Langs de andere kant heb ik echter ook te lijden onder relatief zware nostalgische trekken.  Een hang naar vroeger toen hengelen nog niet zo nodeloos gecompliceerd was als heden.
Eén zaak is zeker. Vroeger wisten ze ook uitstekend visgerei te maken en ermee te vangen. Materieel, zoals hengels in splitcane, dat zeker de tand des tijds doorstaan heeft en zijn kwaliteiten ruimschoots bewezen.
Websites over traditioneel hengelen zoals www.purepiscator.com , www.theintrepidpiscator.blogspot.be en www.traditionalfisherman.co.uk volg ik op de voet. Chris Yates bewonder ik voor zijn eigen stijl en flair. Zijn boeken, zoals The Deepening Pool, kan ik ten zeerste aanbevelen.
Links de Speedia Mk II met nauwe spoel, rechts het Deluxe
 model met wijde spoel  
Als ik terug zo'n nostalgische bui voel aankomen, grijp ik voor het spinvissen terug naar mijn splitcanehengels van Pezon et Michel. De Luxor Luxe 500 (een tiengrammer) en 1200 (een vijftiengrammer) zijn mijn uitverkoren spinhengels. Ze hebben naar splitcanenormen een relatief strakke actie en hebben een handige  lengte van 2,20 meter.
Voor het trottend vissen op blankvoorn, brasem en winde gebruik ik sinds enkele jaren intensief een centrepin. Ik had reeds lang een Adcock Stanton centrepin in mijn bezit maar het vissen ermee was toch nog niet zo gemakkelijk als ik me voorgesteld had. Te meer daar deze traditionele centrepin geen antiretour heeft wat telkens voor een overvloed van pruiken zorgde. Maar al doende leert men en, al zeg ik het zelf,  ik kan  nu behoorlijk met de centrepin overweg. Zelfs werpen met de Wallis cast lukt me, zij het maar af en toe.
Uit de lectuur van ettelijke Engelstalige artikels over het driftend vissen met de dobber op stromend water, kwam steeds een bepaald merk van centrepin naar voor. Een "budgetcentrepin" die natuurlijk al tientallen jaren niet meer gemaakt wordt  en ondertussen omwille van zijn kwaliteiten een hype geworden was. Een centrepin die in een normale en luxe versie geproduceerd werd en met een wijde of een smalle spoel. Een reel waarvan de geschiedenis in een waas van geheimzinnigheid gehuld  is.
Mijn nieuwsgierigheid was dermate aangewakkerd dat ik ook op zoek ging naar zo'n centrepin. Ik zou en moest er één hebben. Maar ik kwam ze, althans niet in goede staat, tegen op beurzen zoals de jaarlijkse verzamelaarsbeurs in het Van der Valk hotel te Eindhoven.
Maar vandaag kwam de post met een pakketje uit Engeland. Sinds deze morgen mag ik me, zoals dat heet,  de trotse eigenaar noemen van niet één maar twee Speedia's, een reel ooit geproduceerd door W.R. Products, Shepherd Bush te Londen.
De ene centrepin is de traditionele Speedia met smalle spoel, de andere het deluxe-model met wijde spoel. Beide centrepin hebben een diameter van 4 inch. Als toemaatje kreeg ik ook de originele dozen toegezonden. Over de prijs heb ik het liever niet.
Beide centrepins zijn oud. Ik schat zeker veertig à vijftig jaar. Ze missen hier en daar wat verf maar dat heeft zijn charme. Voor rest  functioneren ze zoals het hoort. En ze hebben een antiretour met een luide typerende ratel. Ik heb ze ondertussen een beetje opgepoetst en geolied. Nu nog nylon er op en zijn klaar voor de strijd.    

maandag 17 december 2012

Mooie dagen

Heel veel mensen eten met eindejaar wild maar toch blijven de meningen in Vlaanderen over de jacht uiterst verdeeld. Hoe het komt dat er een discrepantie is tussen degenen die wild eten maar toch tegen de jacht zijn, blijft voor mij een raadsel. Ook is er een groot verschil van opinie tussen stedelingen en inwoners van het platteland, voor zover er nog veel buitengebied resteert in Vlaanderen.
Nooit zal ik tegenstanders trachten te overtuigen van mijn passies. Langs de andere kant ben ik heel open over mijn jacht- en visactiviteiten. Ik schroom me er dan ook niet voor te zeggen dat ik veel plezier aan mijn activiteiten beleef. In mijn professionele omgeving weet iedereen dat ik jaag en vis en eerlijk gezegd, ik ervaar bijna geen negatieve kritiek.
De laatste tijd komt het ook meer en meer over dat men de wildstand zou moeten beheren met bij voorkeur een chagrijnige blik op het gelaat. Met de bureaucratisch regelneverij zullen we moeten leren leven, maar in feite komt alles toch neer op gezond verstand, respect voor elkaar en het wild, kameraadschap en plezier.
Het voorbije weekend werd intensief gejaagd enerzijds in ons jachtrevier, anderzijds in een uitgestrekt bos- en cultuurlandschap langsheen de grootste rivier van Vlaanderen.
Zaterdag werd voor de laatste maal een nog onbetreden deel van ons revier te bejaagd. Aangezien we ons zelf streng beperken qua hazenafschot teneinde het bestand op een gezond peil te houden, mochten nog twee hazen geschoten worden. Ik had er nog één nodig voor mijn vismaat, dus dat kwam goed uit. Op het einde van de namiddag kreeg ik mijn kans. Op zo'n vijfentwintig meter van mij dwarste een mooie haas het weiland. Dit zou de mijne worden .Eén schot in de flank en daar lag hij.  Niettegenstaande ik met zware staalhagel schiet en de haas vol geraakt was, was het dier terug niet direct dood zodat een tweede vangschot nodig was. Nog steeds krijg ik een heel wrang gevoel bij het verbod van het gebruik van loodhagel. Staalhagel  is omwille van zijn geringere slagkracht echt niet weidelijk in gebruik. Dieronvriendelijk, alhoewel misschien hier deze term ietwat misplaatst is. Bovendien maakt staalhagel van het wild een bloederig geheel wat opnieuw bleek toen ik 's avonds de haas stroopt en en schoon maakte. Voor volgend jaar neem ik me voor staalhagel nog enkel voor de jacht op houtduiven te gebruiken en voor de overige kleinwildjacht tungsten, hoe duur deze patronen ook mogen zijn.
Zondag was een heel intensieve en lange jachtdag waarbij het enkel de jacht op fazanten vrijgegeven was. De hazenstand liet geen verdere bejaging meer toe en op konijnen zou later met fretten gejaagd worden. Een achttal geweren met genoeg drijvers en vier honden waren enthousiast voor wat komen zou. De zon was van de partij en het bleef droog zodat een mooie dag in het verschiet lag. Bosperceel na bosperceel werd bejaagd in een gemengd systeem met geposteerde geweren en geweren in de trak voor terug vliegende fazanten te stoppen. Niettegenstaande de fazanten, mede door de wind, als raketten vlogen bleek iedereen zeer goed bij schot. Ook ikzelf had mijn oude vorm te pakken.  Over de middag werd kort onderbroken voor een glaasje en een hapje om daarna weer snel aan de slag te gaan. Supersnelle, superhoge fazanten en zeer bedreven schutters maakten deze dag tot één van de mooiste van het seizoen zodat we op het einde konden terug blikken op een totaal van 42 stuks. De ambiance achteraf was onovertroffen zodat iedereen met een goed gevoel naar huis kon terug rijden.  

donderdag 13 december 2012

De nagel op de kop

Bijna dagelijks bezoek ik gedurende mijn middagpauze het wonderlijke wereldwijde web, dat voor ons allen  toch wel regelmatig nieuwe inzichten te bieden heeft.
Ik neem meestal maar een half uurtje onderbreking tussen het werken door. Een tijdspanne waarin ik niet alleen vlug enkele dagbladsites bezoek, maar meestal ook een blik werp op vaak dezelfde hengelsites. Naast een aantal weblogs, behoren www.totalfishing.nl, www.baarsvissen.nl, www.chrismccully.co.uk,www.erikdenoorman.com, www.flyfever.nl en www.talesbytheriverbank.wordpress.com steevast tot mijn  favorieten.
Sinds de komst van het internet en vooral sinds het ontstaan van Facebook en Twitter wordt er wat afgehoerd in deze digitale wereld. Spijtig genoeg hebben velen vaak maar al te vlug hun hersenloze opinie klaar. Elkaar afbreken gaat blijkbaar vlugger of is aangenamer dan het geven van positieve feedback. Veel mensen drijven op negativisme.
Dit neemt niet weg dat op het internet ook vaak pareltjes van verhalen terug te vinden of onderbouwde kritiek.
Vandaag viel mijn oog op de bijdrage "Zelfreflectie", geschreven door ene Willem in de rubriek "Vraag en aanbod" van Total Fishing.
Met deze hengelaar ben ik het nu eens meer dan eens.
Hengelen is heden ten dage maar al te erg afgegleden naar platte commercie. Met "grote namen" die ons per se willen laten geloven dat de allernieuwste shad werkelijk véél, véél beter is dan onze oude modellen. Die zonder scrupules de laatste wonderplug in de bek van een megasnoek hangen. Een supervis, die echter wel voor dit doel in een privéwater met levend aas gevangen werd of zoiets. Het lijdt geen twijfel dat bij deze vormen van reclame het welzijn van de roofvis zeker niet op de eerste plaats staat.  Bovendien slaat de poserende superhengelaar met de onnatuurlijk bengelende plug toch maar een mal figuur.
Net zoals ik wedstrijdvissen, zeker op roofvis, niet passend vind, heb ik het evenmin voor deze bedriegelijke en snoekverprutsende handelspraktijken. Men doet de dingen goed of men nu terugzetten of opetenvan de vangst voor ogen heeft.
En wat ik ook al helemaal niet begrijp is waarom en hoe men door het vangen van een specimenvis of een groot aantal vissen, zich een uitzonderlijke hengelaarsstatus wil aanmeten. Doe toch eens normaal.
Geniet toch eens op een eenvoudig manier van hengelen. Zonder vangststress. Zonder commerciële verplichtingen.  Zonder opschepperij. Zonder nodeloze concurrentie en prestatiedrang. Maar met respect voor de natuur en vangst. Met plezier onder de vrienden. Met tijd voor een aangenaam gesprek. Mat aandacht voor het kleine. Vang ze volop maar vis bij voorkeur weerhaakloos en zet ze na eenvoudig fotootje zo vlug mogelijk terug. Of de enkele maal dat je vis op het menu zet, bestem ze direct met een harde klap tot de dis. Maar doe je omwille van de handel in ieder geval niet voor als sportvisser.

dinsdag 11 december 2012

High pheasants

Naar jaarlijkse gewoonte had Frans me uitgenodigd voor een dagje jagen in het prachtige beboste jachtrevier waar hij één van de vennoten is. We zien elkaar niet veel zodat het een hartelijk terugzien was, niet alleen van hem maar ook van de andere medejagers. Van 's morgens vroeg zat de ambiance er al goed in. Te goed zodat we lang aan tafel bleven zitten en pas na tien uur startten.
Meteen kregen we een zware regenvlaag over ons heen. Echter geen reden om niet door te zetten. De fazanten werden gedreven waarbij de vijf geweren telkenmale op kop en langs de zijkanten geposteerd stonden. Op deze manier werden vijf bosgebieden afgewerkt. De dag werd afgesloten met een uurtje jagen voor de voet langsheen rietkragen.
Vergis je niet : de reiger is wel degelijk van plastic
Terwijl mijn medejagers blijkbaar een goede nachtrust genoten hadden en goed bij schot waren, mocht het bij mij, zeker in het begin niet lukken. Op de me toegewezen  plaatsen kwamen aanvankelijk weinig fazanten over. De twee, die toch binnen schot kwamen, miste ik geen klein beetje. De fazanten waren zeer hoog. En snel. Boven de toppen van populieren vlogen ze. En vlug, gedreven door de wind. Maar toch binnen schot en ik had geen reden om te missen. Behalve dan de zware camojas die ik omwille van het koude weer aan had en me een toch beetje hinderde in mijn bewegingen.  
En zoals het onder jagers hoort, was ik natuurlijk het middelpunt van opmerkingen over mijn klungelige schietprestaties. Dat ze dit niet gewoon van mij waren. En dat het waarschijnlijk een teken was dat ik te oud voor de jacht geworden was. Ook dat ze nog een goede instructeur voor bijscholing kenden. Als jager moet je tegen dit soort goedmoedig gesar kunnen. En ik speelde het spelletje mee door de meest onmogelijke argumenten te verzinnen om mijn wanprestaties te vergoeilijken.
De dag, onderbroken door hete soep met broodjes, ging vlug voorbij. We kregen nog veel kansen op hoge en snelvliegende fazanten. En zowaar, na de lunch, miste ik geen enkele hoogvliegende fazant meer. Jagend voor de voet werd echter niets meer gestrekt. Ofwel vlogen de fazanten richting huizen zodat ze niet veilig konden beschoten worden, ofwel waren de konijnen ons in de groenbemesting te vlug af.
Met een mooi eindtotaal van 21 fazanten, 17 hennen en 4 hanen, kwam de dag tot een einde. Maar niet totdat nog enkel uren nagekaart was in het jachthuis waar bij een drankje steeds wilder wordende jachtverhalen opgedist werden.              
  

zondag 9 december 2012

Bedankt voor de compagnie

"Bedankt voor de compagnie" is een Vlaams gezegde waarmee men zijn gezelschap op het einde van een gezellig samenzijn, of het nu, ik zeg maar, een biljartpartijtje, kaartavond of jachtdag is, afscheid wenst.
Eerlijk gezegd, ik vond dit vroeger, toen ik nog jong was, een vreemde uitdrukking.  Goede vrienden en een goed gezelschap leken me immers zo vanzelfsprekend, dat ik het een beetje overdreven vond.  Nu en ouder geworden schat ik er de waarde veel beter van in. Het mag nog een rotdag zijn, een gezellig samenzijn onder vrienden met de het nodige eten, drinken en plezier tovert een baaldag om tot een topper.
De afgelopen dagen werd er gevist, zonder enig resultaat weliswaar en een paar maal gejaagd. Het seizoen loopt al een beetje op zijn einde en de resultaten zijn er ook naar. Een efficiënt wildbeheer noopt ons tot het beperken van het afschot zodat de laatst malen nog slechts 3 hazen, enkele konijnen en een vijftal fazanten gestrekt werden. Als verrassing bood zich plots een nijlgans, een in Vlaanderen ongewenste exoot en geheel het jaar bejaagbaar, zich aan. Dit leverde nog een mooi ver schot en een gelukkige schutter op. De nijlgans bleek echter oud en taai te zijn, zodat ze als voedsel voor de fretten bestemd werd.