maandag 31 december 2012

Jaarafsluiting met dissonant

Veeleer dan ons te laten leiden door stekinformatie op allerlei websites of in hengelsportbladen zoeken we sinds jaar en dag zelf actief naar nieuwe stekken. Trouwens wanneer info over stekken aan het grote  hengelaarspubliek verstrekt wordt, mag je er quasi zeker van zijn dat de beste tijd meestal reeds voorbij is of het op zijn best niet lang meer gaat duren. Eén van de bekende voorbeelden is het trollen met kunstaas op forel op het Veerse meer. Eenmaal de hengelsportauteur, het was Bertus Rozemeijer als ik me niet vergis, zijn artikel over de vangsttactieken van zeer grote forellen op het Veerse meer gepubliceerd had, bracht dit een nooit geziene rush op dit water teweeg. Speciale met downriggers voorziene boten werden als zoete broodjes verkocht. Speciale trollepels voor forel werden uit Canada geïmporteerd. Tal van artikels werden over de nieuwe vorm van forelvissen in de lage landen geschreven. Aan de trailerhelling van De Piet was een uur wachttijd niet abnormaal. Voor zeer grote forellen zou men nimmer nog naar het buitenland moeten. Mis dus. Het heeft welgeteld een jaar geduurd. Het water werd door een meute vissers systematisch van zijn superforellen ontdaan. Waar eens rust was, trolde men in lange kolonnes rondjes.  Onnodig te zeggen  dat ik helemaal niet van dergelijke toestanden gecharmeerd ben.
Met de vergunningen op zak en de grote provincieatlas op de schoot gingen Paul en ik dus op zoek naar nieuwe stekken. Zoals gewoonlijk in Nederland was het terug moeilijk de juiste locaties te vinden. Helemaal zeker zijn, is vaak moeilijk. Plaatsnamen in vergunningen blijken vaak niet overeen te komen met de namen op de kaart, alhoewel de duidelijkheid in de vergunningen varieert tussen hengelverenigingen. Iedere visser in Nederland kent dit probleem wel, beschrijvingen zoals "het viswater langs de Tiendweg, vroeger de treksloot genoemd en in de volksmond bekend onder de naam de wetering van Jan" die zelfs op de kaart niet terug te vinden zijn.
Uiteindelijk kwamen we in een reeks van poldersloten, met helder water tot zo'n 70 cm diep, terecht. Dat er snoek zat mocht blijken op de vier mooie exemplaren die ik op enkel uren aan de roze Foxshad kon vangen. Blijkbaar hadden deze snoeken nog maar weinig kunstaas gezien want ze namen de shad met volle overtuiging. Paul zat het echter niet mee.
In de buurt van stuw zagen we een grote snoek aan de haal gaan. Kans verkeken. Tot mijn grote verwondering keerde de snoek toch terug om mijn shad in één hap te verzwelgen. De dril duurde echter maar een seconde. Tot mijn speld in de bocht doormidden brak. Zomaar. Een nieuwe, door mij steeds geroemde, Berkeleyspeld. Daar was ik toch niet goed van. Een grote snoek kwijt met een, weliswaar van weerhaakoze dreggen voorziene shad, vol in de bek. En een ongeluk komt nooit alleen. Paul wist toch wel deze zelfde snoek opnieuw te haken. Spijtig genoeg schoot hij los vlak voor we de snoek konden landen zodat we hem niet van de haken konden bevrijden.
De dag ging verder met een wrang gevoel. Paul wist een jagende snoek, die we met verschillende soorten kunstaas bestookt hadden, toch nog met een twister te vangen en we verspeelden nog enkele snoeken op een wetering waar, aan de dressuur te zien, wel vaker gesnoekt werd.
Om af te sluiten werd eigenlijk tegen onze principes in nog eens naar de stek der stekken gereden. We proberen immers niet te veel op dezelfde plaatsen te vissen. De vangst van een kanjersnoek met de streamer enkele jaren geleden indachtig tuigde ik ondanks de zeer harde wind mijn streamerhengel op. Het water was er helder genoeg voor. Op de anderhalf uur voor het donker werd, kon ik nog drie kleinere snoeken landen. Mijn laatste aanbeet, niet meer dan het gevoel van vastlopen in kruid, bleek van een grote snoek te zijn die zich na twee seconden van de haak wist te ontdoen.
Met een dissonant kwam aan hengeljaar 2012 een eind.
Luister naar http://www.youtube.com/watch?v=Ntip526E4HY en sluit het oudjaar in schoonheid af, wat ik nu ook ga doen.
Ik zie jullie in 2013 terug.
           
 

zondag 30 december 2012

Alleen in een bootje op de plas

Voor het jaar afloopt, heb ik de gewoonte alleen en eenzaam in een bootje op de plas rond te dobberen op zoek naar roofvis. Alleen, maar natuurlijk met de oortjes van de Ipod in. Met Exile on Main Street van The Stones en Hot Rats van Zappa op de achtergrond. Mijmerend over het afgelopen jaar en wat volgend jaar beter moet.
Voor het licht werd, waren tacklebox, hengels, schepnet, anker en proviand reeds in de boot geladen. Drie hengels had ik mee : een vertikaalstok, jerkbaithengel en vliegenhengel. Plaats was er toch voldoende voor handen.
Vandaag had ik voor de eerste maal een pas bij FTCN aangekocht warmtepak van Geoff Anderson aan. Het moet gezegd : dit pak is werkelijk van heel hoge kwaliteit, zit lekker soepel en is voorzien van tal van handige zakken. Voorlopig niets dan lof dus.
Met een harde zuidwestenwind was ik er van overtuigd dat dit zeker heel goed snoekweer zou worden.
Mijn plan was om, nu dat ik de boot voor mij alleen had, overwegend met de streamerhengel aan de slag te gaan. Tenminste als de harde wind het zou toelaten.
De Sparton General Flyrod aftma 9-11 werd te voorschijn gehaald en voorzien van een Hardy Marquis multiplier. Omdat de diepte van de plas varieert van 2 tot over de tien meter werd de hengel opgetuigd met een zwarte snelzinkende Wet Cel Hi-Speed Hi-D  met anderhalve meter 45/100 leader en spinstang. Naar gewoonte hing een 25 cm lange geel-oranje tandemstreamer aan de speld.
Om de twintig meter ging ik voor anker om gedurende zeker 20 minuten tot een halfuur het water rondom mij langzaam af te vissen. Je zou er immers van versteld staan hoe lang het soms duurt vooraleer een snoek toehapt. Door de harde en van richting wisselende wind was het werpen lastig in die zin dat ik steeds aandachtig moest zijn om met de tandemhaken mezelf niet te haken. Anderzijds kon ik door de harde rugwind de vliegenlijn telkenmale volledig uit de hengel schieten. Bij mijn eerste worp telde ik eerst het aantal seconden vooraleer de streamer de bodem raakte, om bij de volgende worp twee à drie seconden minder te tellen vooraleer binnen te strippen. Zo doet de streamer zijn verleidelijk werk net boven de bodem.
Om half tien kon ik mijn eerste snoek landen. Een zwaar vechtend en dik exemplaar van rond de 90 cm. Daarna bleef het echter angstwekkend stil. Stek na stek viste ik machinaal af. Ik was geenszins van plan op te geven vooraleer het pikdonker was. Tot half vier in de namiddag had ik op enkele halve en dus ook gemiste aanbeten echter geen succes meer. Daarna keerde het ij gelukkig toch nog. Met nog drie snoeken varierend tussen de 40 en 65 cm extra, kon ik vermoeid de dag afsluiten. Op de weg terug ontdekte ik opnieuw enkele onbekende vliegwerpspieren. Naar bed want morgen stond nog een visdag in de polder met Paul  op het programma.    

Drijfnat

De jachtdag, eigenlijk meer een gezondheidswandeling in de namiddag, weliswaar met geweer in geval van occasionele ontmoetingen met het wild, was omwille van de aanhoudende regenbuien reeds verlegd van woensdag naar vrijdag. Maar eigenlijk was het vrijdagnamiddag niet veel beter. Tientallen liters water per vierkante meter waren de afgelopen dagen gevallen waardoor een behoorlijk deel van de weilanden en akkers onder water stonden. Maar François stond erop. Er zou toch gejaagd worden.
Op de koop toe begon het opnieuw te regenen toen we startten. Naast onze reguliere drijvers was ook Paul van de partij om zijn nieuwe taak met glans te vervullen.
Zoals verwacht waren de hazen op de door en door natte terreinen niet meer aanwezig en wat er nog aan hazen over was, nam meer dan op tijd de lopers. Zoals iedere jager wel weet, liggen hazen niet vast als het aanhoudend regent. Eén haas was echter niet bij de les en bleef geruime tijd in zijn leger liggen om pas binnen schot op de vlucht te gaan. Het werd hem fataal. Eén schot en geveld.
Enkele minuten later vlogen plots twee fazantenhanen uit een rietkraag op. Dit leverde Thierry meteen een doublet op. Een puike prestatie.
In een gezapig tempo werden de meest droge weilanden en akkers bejaagd. Twee eenden die uit een watergang opvlogen konden ook geschoten worden wat meteen de labrador wat ver aporteerwerk bezorgde.
In een bosje stond Dominiques hond heel mooi een fazantenhaan voor. Pa na een minuut ging de fazant op de vleugels. Echter niet voor lang.
Bij de wandeling terug kon de hond nog een konijn uit het riet jagen. Nadat mijn eerste schot miste, bracht het tweede de buit binnen.
Al bij al was het mooie, doch drijfnatte namiddag. Eens temer werd bewezen dat ook degelijke en dure regenkleding na verloop van tijd water doorlaat. Meer dan tijd om te stoppen en een biertje te drinken.
      

vrijdag 28 december 2012

Een nieuw jaar komt er aan

Het mocht er niet aan ontbreken.
In deze tijd van wederzijdse nieuwjaarsgroeten, wens ik iedere lezer van deze blog, die ik niet persoonlijk ken (alhoewel ik af en toe steeds meer het genoegen heb er één te ontmoeten die ik nog niet kende) en mijn hengel-en jachtmakkers een vreugdevol en bovenal gezond 2013 toe. Ik hoop dat we steeds kunnen blijven vissen en jagen met respect voor elkaar en de vis en wild. Bovenal hoop ik dat iedereen veel plezier blijft beleven niet alleen aan deze buitenactiviteiten, maar ook aan de wederzijdse contacten.
Toen ik enkele jaren terug met deze blog startte, meer voor mezelf als een soort eigen dagboek en ter ontspanning tussen het werk door, had ik nooit kunnen vermoeden dat vandaag dagelijks tientallen lezers deze blog zouden bezoeken. Blijkbaar is de interesse groot, waarvoor mijn dank.Een reden te meer om er mee verder te gaan.    

woensdag 26 december 2012

Dodelijke paling

Zet http://www.youtube.com/watch?v=oTFvAvsHC_Y op, giet een trappist, bij voorkeur een Orval, uit (voor de Vlamingen gemakkelijker dan voor de Hollanders) en geniet. Dat doe ik ook na een dagje vissen in de drassige polder.
Vandaag werd na een lange rit gestart op de stek der stekken. Aan de lijn wel een heel speciaal stukje kunstrubber.
Gisteren vond ik tussen mijn hengelspullen een DeLong Kilr Eel, een jaloersmakende 20 cm lange nepaal uit stevige rubber, volgens de verpakking geheel handgemaakt en eigenhandig voorzien van een penetrante anijsgeur. En ik die dacht dat anijs een illegaal middel was om fazanten te lokken. Blijkbaar werkt het ook bij snoek en musky. Het ruikt in ieder geval beter dan de spiering waar mee ik occasioneel pleeg te vissen.
De Kilr Eel wordt door de firma DeLong (www.justmusky.com) sinds 1946 geproduceerd en bestaat in twee maten, de bescheiden 8 inch versie en voor wie het wat groter wil (en wie niet), de 13 inch  (meer dan 30 cm) versie in tal van kleuren. Volgens de fabrikant maakt deze soft jerkbait hele stammen snoek en musky niet alleen gek, maar ook behoorlijk woest zodat ze volkomen verdwaasd zich op deze ersatzpaling storten. De leuze van de firma is dan ook "Man... Do they catch fish". Zonder vraagteken weliswaar.  Naar Amerikaans gebruik is deze plastic paling voorzien van twee grote en vooral zware, dikdradige, enkele Mustadhaken die verbonden zij met een extra stevige 100 lbs. staaldraad. Breken zal het geheel waarschijnlijk nooit. Omdat ik de twee enkele haken qua inhakingskans maar weinig te vertrouwen vond, heb ik het geheel maar van een extra dreg voorzien.Volgens de instructies wordt de Kilr Eel best met een neerwaartse beweging binnen gejerkt waarbij hij een uitslaande en rollende actie zou vertonen.Interessant om te weten is ook dat deze superaal door het Duitse hengelsportwonder Uli Beijer geroemd wordt om zijn uitstekende vangsteigenschappen. Je hoort het hierbij ook eens van een echte expert.
Met de jerkbaithengel en de Kilr Eel ging ik dus aan de slag. De valse paling, die overigens van een uitdagende s-vormige kromming voorzien is, bleek goed op ondiep water te vissen zijn, maar van de beloofde en geroemde snoekverleidende actie viel niet veel te merken. Af en toe slaagde ik er in deze nepperd naar rechts, eigenaardig genoeg nooit naar links, te doen uitslaan en met veel geluk en intens armgezwier kreeg ik er soms een rollende actie uit.  Ware mijn kunstpaling niet geel geweest, was het eigenlijk meer een winterpeen die schokkend door het water ging. Maar aangezien dit kunstaas sinds 1946 bestaat en dit niet zonder reden kan zijn, hield ik, weliswaar steeds wanhopiger wordend, vol. En waarachtig. Ik kreeg een aanbeet. Van onder een rietpol kwam de razende roofvis toegeschoten, Spijtig genoeg raakte de snoek los. Dus een foto van snoek met bedrieglijke aal ontbreekt voorlopig nog. Aan het haaksysteem moet duidelijk nog gesleuteld worden. Aan mijn manier van binnenvissen ook, al betwijfel ik of ik ooit mee actie uit dit stuk plastic zal krijgen.
Ondertussen had Paul meer geluk met de Salmo Warrior Crank. Een mooie tachtiger werd zijn deel.
De rest van de dag gingen we op zoek naar nieuw viswater.Dat we ook vonden maar dat door het donkerbruine water niet te bevissen viel, maar dat komt later wel.
De dag ging snel voorbij. Veel (jagende) snoeken werden gezien, mar bijten, ho maar. Paul ving ondertussen wel nog een snoekje op "het bolletje", de Cormoran Belly Dog.
Afgesloten werd terug op de superstek. Maar nu ging ik met de streamerhengel (Sparton general flyrod aftma 9-11, Hardy Salmon 1 reel en Scientific Anglers Pike Taper WF10F) met een 25 cm lange geel-wit- oranje tandemstreamer aan de slag. Leuk dat deze uitrusting nog van onder het stof kon gehaald worden.En an een uurtje intens vlieghengelen werd ik beloond met mijn enige snoek van de dag. Paul had de aanbeet gezien. De snoek schoot vanonder een wilg vandaan om de streamer 4 meter verder weg volop te nemen. Eén snoek was meer dan voldoende om mijn dag goed te maken.      

dinsdag 25 december 2012

Aan de wilgen

Niet aan de wilgen maar aan
 een plataan. Let op het minuscule
Belgische vlaggetje boven het handvat
De  lichte baitcaster voor het wat grovere polderwerk met shads en lichte jerkbaitjes, die ik bij Cor Spinhoven naar mijn wensen heb laten maken, vind ik mijn beste koop in jaren. Steeds grijp ik terug naar deze, in mijn ogen, perfecte stok  van 2,30 meter lang (tegen rugklachten, je moet je immers niet zo buigen als bij korte spinhengels) en voorzien van een extra lang handvat dat steeds de nodige steun biedt. Met 40 gram werpgewicht is deze hengel niet te zwaar zodat je ook plezier beleeft aan de dril van een poldersnoek. Om Cor een heel klein beetje op stang te jagen is ook deze hengel van een Belgisch en geen Hollands vlaggetje voorzien. Natuurlijk vond Cor in zijn trots het wel nodig dit vlaggetje superklein te maken. Samen met een Shimano Calais vormt deze hengel een superteam.
Tussen het tafelen door heb ik vandaag enkele uren vrijgemaakt om op een Vlaams polderwatertje met shads en jerkbaits te proberen een snoek te vangen. Ik zeg wel proberen want het snoekvissen gebeurt voor een keer in Vlaanderen. Niettegenstaande dit water helder en vol waterplanten is, is het me terug niet gelukt. En dat ligt voor één maal niet aan mij. Dat ben ik zeker.
Een voorbijganger bevestigde mijn vermoedens. Niet de autochtonen maar andere nieuwe Europeanen hadden dit water vakkundig van roofvis ontdaan. Het is me toch wat.
Pas sinds kort is bij de Vlamingen het bewustzijn gekomen dat om snoek of snoekbaars te kunnen vangen, snoek best terug gezet wordt. En nu worden we toch wel terug met een mentaliteit, waarbij alle vis de pot in gekieperd wordt, geconfrontereed. Terug  bij af. Wat Vlaanderen betreft kan ik mijn spinhengel beter aan de wilgen hangen.  

maandag 24 december 2012

Kersttijd, knutseltijd

Als kind had ik al die momenten dat ik graag alleen was om te knutselen.
Zeker in de winter kroop ik bij oma gezellig op de zolder waar ik naast het kolenvuur urenlang modelvliegtuigjes en -tanks in elkaar kon lijmen. In feite heeft mijn zin in knutselen zich verder gezet op hengelvlak. Wat is er prettiger dan roofvis met zelf gemaakt kunstaas te misleiden en te vangen.
Waar er vroeger quasi niks van kunstaasonderdelen - op een paar losse spinnerbladen na - te verkrijgen was, zijn de mogelijkheden nu legio. De Nederlandse webshops www.pear.nl en www.lureparts.nl bieden een uitgebreide keuze aan onderdelen allerhande. Wie echt door de bomen het bos niet meer wil zien, kan terecht bij de Amerikaanse firma www.lakelandinc.com. Met een cataloog van 250 bladzijden is dit bedrijf uit Minnesota wel een heel grote speler op de kunstaasonderdelenmarkt. Lakeland Inc. richt zich als fabrikant op de eerste plaats op groot- en kleinhandels maar is tevens niet te beroerd ook aan particulieren kleine hoeveelheden te leveren. Deze firma, waar ik al vaak onderdelen aan kocht, munt uit in klantvriendelijkheid, is steeds bereid om direct info te verstrekken en zendt zelfs gratis stalen naar je toe.
Deze morgen zat ik wat in mijn zelfbouw- en vliegbindmateriaal te rommelen. Aangezien Paul gisteren een mooie snoek met een streamer-twistercombinatie van mij gevangen had, besloot ik met restjes bucktail en glitter voor mezelf enkele van deze supervangende kunstaasjes te maken. Mijn plan was die binnenkort met mijn oude splitcanehengel en Luxormolen te vissen.
De vliegbindvice werd op de eettafel gemonteerd, het bindmateriaal klaargelegd, Herman Broods lp "Shpritsz" (met de Brusselse virtuoos Dany Lademacher op gitaar)  opgelegd  en het binden kon beginnen.
De streamer-twistercombinatie bestaat uit een enkele haak Partridge Aberdeen perfect 6/0 of een Gamakatsu LS5013F 6/0  met daaraan, middels een rvs-stangetje van 80/100 mm verbonden, een Gamakatsu Worm 36 maat 5/0 of een F314 2/0. Een stukje siliconenslang zorgt voor een soepele, doch afdoende, verbinding. De streamer zelf wordt afwisselend met bucktail, fishhair, superflash en flashabou gebonden en afgewerkt met kettingoogjes of plakoogjes. Ik bind graag kettingoogjes in omdat ze de streamer een golvende gang door het water geven.
Ik was net Sweet Thing uit de lp David Bowie Live aan het beluisteren toen ik de laatste hand aan mijn derde streamercombinatie legde.  Hiernaast zie je het resultaat in verschillende kleuren. Het boek op de achtergrond is trouwens een klassieker van Barrie Rickards, een professor in de paleontologie maar bovenal een zeer enthousiast snoekvisser en gewezen voorzitter van de Lure Anglers' Society  van Engeland. Barrie Rickards overleed in 2009 op 71-jarige leeftijd en liet een erfenis van 700 hengelsportartikels en 30 boeken over (snoek)vissen na. Success with Pike is heel "British" in zijn benadering van het snoekvissen en besteedt zowel aandacht aan het vissen met dode en levende aasvis, als aan het kunstaasvissen, wat voor Engeland in 1992 (datum uitgifte boek) uitzonderlijk was. Barrie Rickards mag dan ook gezien worden als één van de eerste promotoren van het moderne kunstaasvissen in de UK, een discipline die nu steeds meer aan belang wint.

zondag 23 december 2012

Fantastische dag

De vrouw aan de tafel naast me in de Nederlandse McDonald's, waar we ondertussen traditiegetrouw de dag afsluiten, zei met luide en hyperenthousiaste stem tot haar familie : "Vandaag was het een reuze fantastische dag !". Hollandser kon het niet. Dat zal je een Vlaming nog niet te vlug op deze wijze horen zeggen. Daarvoor is de volksaard wat bedaarder.
Nummer één van de dag
Neemt niet weg dat we volop kunnen genieten van een mooie visdag. Met goed snoekweer, zuidwestenwind en een aangename temperatuur, voorspeld, vatten we de reis aan naar de verre Hollandse polder. De grote hoeveelheid regen, die het etmaal voordien gevallen waren, temperde evenwel voor een deel onze verwachtingen op een uitstekende snoekvangst. Veel weteringen waren dermate gezwollen dat ze over de oevers waren getreden, op veel plaatsen stond een sterke stroming en het water was door ingespoelde aarde dermate bruin dat het te troebel was voor kunstaasvissen. Een zichtdiepte van 5 cm kan bezwaarlijk ideaal genoemd worden.
De polder waren we normaal plegen te gaan was wel bevisbaar maar de helderheid van het water was dermate beperkt dat daar vissen weinig zin had.
Uiteindelijk kwamen we op drie verschillende locaties terecht. We konden meteen starten met vier mooie snoeken, qua aantallen netjes verdeeld tussen Paul en mij. De aanbeten waren onmiskenbaar. Geen enkele snoek werd gemist.  Ze werden gevangen op een Foxshad van 15 cm, een Cormoran Belly Dog in geel-paarse uitvoering en de Strike Pro Babybuster in oranje Nemokleur.
Het kleine bolvormige plugje van Cormoran met een gewicht van 24 gram is één van de favorieten van Paul , terwijl ik nog nooit het geluk had er ook maar één vis mee te vangen. Paul tunet wel de Belly Dog door de buikdreg te verwijderen om plaats te maken voor een klein spinnerblaadje dat bij het binnenvissen lustig onder de plug meetolt. Eén haak is immers op zo een kleine plug meer dan genoeg en weidelijker.
Stek twee bracht niet het verhoopte resultaat zodat verkast werd naar een wijde wetering met voldoende helder water. Een wetering waar ik steevast mijn snoeken weet te vangen, maar waar Paul nimmer goed succes had. Op zo'n twee uur vissen ving ik nog drie snoeken op de bruine Foxshad en miste ik er twee terwijl Paul de ban op dit water kon doorbreken met één snoek die gretig een creatie van mij, een tubefly met twisterstaart, nam.
Acht snoeken dus in totaal op zes uur vissen. We hebben al slechtere dagen gehad.

zaterdag 22 december 2012

Open hemelsluizen

Ik ken me best voorstellen dat ze in de Sahel vandaag heel blij zouden geweest zijn. Wij iets minder. Na de middag viel de jachtdag letterlijk en figuurlijk in het water. Echter helemaal niet zo erg. Bij nat weer vliegt en loopt het wild toch niet of niet goed, gaan hazen direct op de lopers (als we er al nog zouden willen schieten, want we zijn er zuinig op) en wordt als brildragende jager jouw gezichtsveld ten zeerste vertroebeld.
Het moest allemaal niet zo vlug gaan vandaag. Aangezien het al regende voor aanvang werd dan maar een borreltje extra genuttigd vooraleer te starten. Niet te veel natuurlijk, het moet veilig blijven.
Sjokkend door de polder
Hazen werden niet meer geschoten dus het jagen bleef beperkt tot fazanten, konijnen en eenden. Reeds vijf minuten na de start stond de Heidewachtel stokstijf aan een pluk riet. De fazantenhen die na enkele seconden plots opvloog werd vakkundig door Luc uit de lucht gehaald. Kort daarna spurtte een konijn voor zijn leven. Het sneuvelde net voor het de veiligheid van zijn pijp kon bereiken. Een volgend konijn gaf ons minder kans en werd gemist. Ondertussen viel de regen met bakken uit de lucht en begon stilletjes aan alles een beetje mis te gaan. Een drietal fazanten wist de dans te ontspringen. Noël en ikzelf wisten nog een fazantenhaan en twee hennen naar neer te halen. De haan was een prachtschot. Terwijl hij hoog boven de populieren vloog werd hij met één ver schot door Noël geraakt.
Net toen we helemaal doorweekt er de brui wilden aan geven, kwamen twee bewapende agenten van het Agentschap Natuur en Bos naar ons toegewandeld. De hevige regen deerde hen blijkbaar niet. Toen ze zich kenbaar gemaakt hadden, begon de routinecontrole van jachtverloven en van de gebruikte munitie. Enkele minuten later vroegen ze of ze autokoffer mochten controleren. Het geschoten wild werd door hen bekeken. Alles werd ok bevonden zodat we ze met een gerust gemoed prettige feesten konden toewensen.
Met een lunch van wildpaté, wild konijn met kroketjes en javanaisetaart werd de jacht voor dit seizoen in dit revier afgesloten. Morgen gaat de aandacht terug naar de polder uit. Streameren op snoek als het niet te veel waait tenminste.

donderdag 20 december 2012

Zuidoosten en lage temperatuur

Zware regenvlagen, komende uit het zuiden, in de namiddag in Nederland voorspeld. Krachtige zuidoostenwind.
Eigenlijk wisten we het al. Qua snoekvissen zou dit niet goed komen.
Maar we hadden onze zinnen gezet op een plassengebied in de buurt van Amsterdam en vissen zouden we. Te meer daar we onze trip combineerden met een bezoekje aan de bekende hengelbouwer Cor Spinhoven. Paul zou met de grote Foxshad aan de slag gaan, ikzelf zou een poging wagen het met een getakelde dode aasvis. Grote spieringen wel te verstaan waarvan ik er nog een voorraadje in de diepvrieskist herberg.  Met spiering vissen  is een goede zaak en niet alleen omdat het een topaas is. Bij iedere zakje spiering dat uit de diepvries haal, wordt immers de tevredenheid van mijn huisgenoten groter. Zij zijn het na al die jaren meer dan moe vanille-ijs met spieringsmaak te moeten eten. Zelfs de spieringkoteletjes, je raadt het al, smaken naar ...spiering.
Na een drie uur durende trip kwamen we bij de botenverhuur aan waar we zeer vriendelijk ontvangen en   verder geholpen werden. Om halfelf waren we klaar om te vissen. We besloten in de weteringen tussen de legakkers te vissen en niet op het grote open water omwille van de wind en de koude. De temperatuur bedroeg immers niet meer dan 3 graden.
Het viswater was in ieder geval veel belovend en de omringende natuur, diverse vervallen gebouwen op de eilandjes buiten beschouwing gelaten, best wel mooi. Een mooie biotoop met een rijkdom aan diverse vogelsoorten, waaronder een wel heel late boomvalk die op zoek naar prooi van eilandje naar eilandje vloog.
De uren gingen voorbij. Paul deed zich naam aan bekwaam schipper eer aan door nauwkeurig varend er voor te zorgen dat de mooiste plakjes met shad en dode aasvis konden bestookt worden. Spijtig genoeg mocht het niet veel baten. Na een dagje werpen en trollen kwam Paul niet verder dan een misser en een mooi gekleurde snoek van zo'n 80 cm. Een snoek met een afwijking want hij een eigenaardige kromming aan de ruggengraat maar dit deerde hem evenwel niet. Ikzelf zat er bij voor spek en bonen. maar ja, er zijn veel ergere dingen in het leven.
Goed natgeregend en redelijk verkleumd kwamen we aan bij de botenverhuur.
Op het einde van de visdag bleven we nog geruime tijd nakeuvelen. Uit de vangst van één van de  regelmatige snoekvissers bleek inderdaad dat het een sofdag was. Ook hij had maar één snoekje gevangen en hij kende het viswater als zijn broekzak.
De avond werd afgesloten in de hengelzaak van Cor Spinhoven. Paul had besloten een stevige vierdelige CJW kunstaashengel aan te schaffen zodat we van de gelegenheid gebruik maakten een bezoekje te brengen aan de plaats waar perfectie eindigt en Cor er pas mee begint.
Alhoewel Cor me al behoorlijk wat hengels bouwde, volgens sommigen zelfs té veel, had ik hem nog nooit in levende lijve ontmoet. De afstand tussen ons is letterlijk wat te groot. Wel onze ontmoeting viel heel goed mee. Cor deed zijn reputatie eer aan en al snel werd over van alles en nog wat gepraat rond het vuur. Zijn alom bekende kopjes koffie dienden we echter af te slaan. We hadden er immers al veel te veel op. Bovendien ontmoetten we enkele medebloggers. Peter en John, de ultralichte hengelaars wiens exploten te lezen vallen in de blog Struinen door de polder,een blog die ik ook al jaren volg. Altijd leuk om eens in real time kennis te maken. Met een order voor een nieuwe spinhengel konden we de verre terugreis aanvatten.    

dinsdag 18 december 2012

Speedia

Ik heb het altijd al moeilijk gehad om te kiezen. Toch op hengelgebied.
Na meer dan veertig jaar volg ik nog steeds zoveel mogelijk alle ontwikkelingen binnen de hengelsport op de voet en ik zal zeker niet nalaten moderne en vernieuwende zaken uit te proberen. Een mens moet met zijn tijd mee, vind ik.
Langs de andere kant heb ik echter ook te lijden onder relatief zware nostalgische trekken.  Een hang naar vroeger toen hengelen nog niet zo nodeloos gecompliceerd was als heden.
Eén zaak is zeker. Vroeger wisten ze ook uitstekend visgerei te maken en ermee te vangen. Materieel, zoals hengels in splitcane, dat zeker de tand des tijds doorstaan heeft en zijn kwaliteiten ruimschoots bewezen.
Websites over traditioneel hengelen zoals www.purepiscator.com , www.theintrepidpiscator.blogspot.be en www.traditionalfisherman.co.uk volg ik op de voet. Chris Yates bewonder ik voor zijn eigen stijl en flair. Zijn boeken, zoals The Deepening Pool, kan ik ten zeerste aanbevelen.
Links de Speedia Mk II met nauwe spoel, rechts het Deluxe
 model met wijde spoel  
Als ik terug zo'n nostalgische bui voel aankomen, grijp ik voor het spinvissen terug naar mijn splitcanehengels van Pezon et Michel. De Luxor Luxe 500 (een tiengrammer) en 1200 (een vijftiengrammer) zijn mijn uitverkoren spinhengels. Ze hebben naar splitcanenormen een relatief strakke actie en hebben een handige  lengte van 2,20 meter.
Voor het trottend vissen op blankvoorn, brasem en winde gebruik ik sinds enkele jaren intensief een centrepin. Ik had reeds lang een Adcock Stanton centrepin in mijn bezit maar het vissen ermee was toch nog niet zo gemakkelijk als ik me voorgesteld had. Te meer daar deze traditionele centrepin geen antiretour heeft wat telkens voor een overvloed van pruiken zorgde. Maar al doende leert men en, al zeg ik het zelf,  ik kan  nu behoorlijk met de centrepin overweg. Zelfs werpen met de Wallis cast lukt me, zij het maar af en toe.
Uit de lectuur van ettelijke Engelstalige artikels over het driftend vissen met de dobber op stromend water, kwam steeds een bepaald merk van centrepin naar voor. Een "budgetcentrepin" die natuurlijk al tientallen jaren niet meer gemaakt wordt  en ondertussen omwille van zijn kwaliteiten een hype geworden was. Een centrepin die in een normale en luxe versie geproduceerd werd en met een wijde of een smalle spoel. Een reel waarvan de geschiedenis in een waas van geheimzinnigheid gehuld  is.
Mijn nieuwsgierigheid was dermate aangewakkerd dat ik ook op zoek ging naar zo'n centrepin. Ik zou en moest er één hebben. Maar ik kwam ze, althans niet in goede staat, tegen op beurzen zoals de jaarlijkse verzamelaarsbeurs in het Van der Valk hotel te Eindhoven.
Maar vandaag kwam de post met een pakketje uit Engeland. Sinds deze morgen mag ik me, zoals dat heet,  de trotse eigenaar noemen van niet één maar twee Speedia's, een reel ooit geproduceerd door W.R. Products, Shepherd Bush te Londen.
De ene centrepin is de traditionele Speedia met smalle spoel, de andere het deluxe-model met wijde spoel. Beide centrepin hebben een diameter van 4 inch. Als toemaatje kreeg ik ook de originele dozen toegezonden. Over de prijs heb ik het liever niet.
Beide centrepins zijn oud. Ik schat zeker veertig à vijftig jaar. Ze missen hier en daar wat verf maar dat heeft zijn charme. Voor rest  functioneren ze zoals het hoort. En ze hebben een antiretour met een luide typerende ratel. Ik heb ze ondertussen een beetje opgepoetst en geolied. Nu nog nylon er op en zijn klaar voor de strijd.    

maandag 17 december 2012

Mooie dagen

Heel veel mensen eten met eindejaar wild maar toch blijven de meningen in Vlaanderen over de jacht uiterst verdeeld. Hoe het komt dat er een discrepantie is tussen degenen die wild eten maar toch tegen de jacht zijn, blijft voor mij een raadsel. Ook is er een groot verschil van opinie tussen stedelingen en inwoners van het platteland, voor zover er nog veel buitengebied resteert in Vlaanderen.
Nooit zal ik tegenstanders trachten te overtuigen van mijn passies. Langs de andere kant ben ik heel open over mijn jacht- en visactiviteiten. Ik schroom me er dan ook niet voor te zeggen dat ik veel plezier aan mijn activiteiten beleef. In mijn professionele omgeving weet iedereen dat ik jaag en vis en eerlijk gezegd, ik ervaar bijna geen negatieve kritiek.
De laatste tijd komt het ook meer en meer over dat men de wildstand zou moeten beheren met bij voorkeur een chagrijnige blik op het gelaat. Met de bureaucratisch regelneverij zullen we moeten leren leven, maar in feite komt alles toch neer op gezond verstand, respect voor elkaar en het wild, kameraadschap en plezier.
Het voorbije weekend werd intensief gejaagd enerzijds in ons jachtrevier, anderzijds in een uitgestrekt bos- en cultuurlandschap langsheen de grootste rivier van Vlaanderen.
Zaterdag werd voor de laatste maal een nog onbetreden deel van ons revier te bejaagd. Aangezien we ons zelf streng beperken qua hazenafschot teneinde het bestand op een gezond peil te houden, mochten nog twee hazen geschoten worden. Ik had er nog één nodig voor mijn vismaat, dus dat kwam goed uit. Op het einde van de namiddag kreeg ik mijn kans. Op zo'n vijfentwintig meter van mij dwarste een mooie haas het weiland. Dit zou de mijne worden .Eén schot in de flank en daar lag hij.  Niettegenstaande ik met zware staalhagel schiet en de haas vol geraakt was, was het dier terug niet direct dood zodat een tweede vangschot nodig was. Nog steeds krijg ik een heel wrang gevoel bij het verbod van het gebruik van loodhagel. Staalhagel  is omwille van zijn geringere slagkracht echt niet weidelijk in gebruik. Dieronvriendelijk, alhoewel misschien hier deze term ietwat misplaatst is. Bovendien maakt staalhagel van het wild een bloederig geheel wat opnieuw bleek toen ik 's avonds de haas stroopt en en schoon maakte. Voor volgend jaar neem ik me voor staalhagel nog enkel voor de jacht op houtduiven te gebruiken en voor de overige kleinwildjacht tungsten, hoe duur deze patronen ook mogen zijn.
Zondag was een heel intensieve en lange jachtdag waarbij het enkel de jacht op fazanten vrijgegeven was. De hazenstand liet geen verdere bejaging meer toe en op konijnen zou later met fretten gejaagd worden. Een achttal geweren met genoeg drijvers en vier honden waren enthousiast voor wat komen zou. De zon was van de partij en het bleef droog zodat een mooie dag in het verschiet lag. Bosperceel na bosperceel werd bejaagd in een gemengd systeem met geposteerde geweren en geweren in de trak voor terug vliegende fazanten te stoppen. Niettegenstaande de fazanten, mede door de wind, als raketten vlogen bleek iedereen zeer goed bij schot. Ook ikzelf had mijn oude vorm te pakken.  Over de middag werd kort onderbroken voor een glaasje en een hapje om daarna weer snel aan de slag te gaan. Supersnelle, superhoge fazanten en zeer bedreven schutters maakten deze dag tot één van de mooiste van het seizoen zodat we op het einde konden terug blikken op een totaal van 42 stuks. De ambiance achteraf was onovertroffen zodat iedereen met een goed gevoel naar huis kon terug rijden.  

donderdag 13 december 2012

De nagel op de kop

Bijna dagelijks bezoek ik gedurende mijn middagpauze het wonderlijke wereldwijde web, dat voor ons allen  toch wel regelmatig nieuwe inzichten te bieden heeft.
Ik neem meestal maar een half uurtje onderbreking tussen het werken door. Een tijdspanne waarin ik niet alleen vlug enkele dagbladsites bezoek, maar meestal ook een blik werp op vaak dezelfde hengelsites. Naast een aantal weblogs, behoren www.totalfishing.nl, www.baarsvissen.nl, www.chrismccully.co.uk,www.erikdenoorman.com, www.flyfever.nl en www.talesbytheriverbank.wordpress.com steevast tot mijn  favorieten.
Sinds de komst van het internet en vooral sinds het ontstaan van Facebook en Twitter wordt er wat afgehoerd in deze digitale wereld. Spijtig genoeg hebben velen vaak maar al te vlug hun hersenloze opinie klaar. Elkaar afbreken gaat blijkbaar vlugger of is aangenamer dan het geven van positieve feedback. Veel mensen drijven op negativisme.
Dit neemt niet weg dat op het internet ook vaak pareltjes van verhalen terug te vinden of onderbouwde kritiek.
Vandaag viel mijn oog op de bijdrage "Zelfreflectie", geschreven door ene Willem in de rubriek "Vraag en aanbod" van Total Fishing.
Met deze hengelaar ben ik het nu eens meer dan eens.
Hengelen is heden ten dage maar al te erg afgegleden naar platte commercie. Met "grote namen" die ons per se willen laten geloven dat de allernieuwste shad werkelijk véél, véél beter is dan onze oude modellen. Die zonder scrupules de laatste wonderplug in de bek van een megasnoek hangen. Een supervis, die echter wel voor dit doel in een privéwater met levend aas gevangen werd of zoiets. Het lijdt geen twijfel dat bij deze vormen van reclame het welzijn van de roofvis zeker niet op de eerste plaats staat.  Bovendien slaat de poserende superhengelaar met de onnatuurlijk bengelende plug toch maar een mal figuur.
Net zoals ik wedstrijdvissen, zeker op roofvis, niet passend vind, heb ik het evenmin voor deze bedriegelijke en snoekverprutsende handelspraktijken. Men doet de dingen goed of men nu terugzetten of opetenvan de vangst voor ogen heeft.
En wat ik ook al helemaal niet begrijp is waarom en hoe men door het vangen van een specimenvis of een groot aantal vissen, zich een uitzonderlijke hengelaarsstatus wil aanmeten. Doe toch eens normaal.
Geniet toch eens op een eenvoudig manier van hengelen. Zonder vangststress. Zonder commerciële verplichtingen.  Zonder opschepperij. Zonder nodeloze concurrentie en prestatiedrang. Maar met respect voor de natuur en vangst. Met plezier onder de vrienden. Met tijd voor een aangenaam gesprek. Mat aandacht voor het kleine. Vang ze volop maar vis bij voorkeur weerhaakloos en zet ze na eenvoudig fotootje zo vlug mogelijk terug. Of de enkele maal dat je vis op het menu zet, bestem ze direct met een harde klap tot de dis. Maar doe je omwille van de handel in ieder geval niet voor als sportvisser.

dinsdag 11 december 2012

High pheasants

Naar jaarlijkse gewoonte had Frans me uitgenodigd voor een dagje jagen in het prachtige beboste jachtrevier waar hij één van de vennoten is. We zien elkaar niet veel zodat het een hartelijk terugzien was, niet alleen van hem maar ook van de andere medejagers. Van 's morgens vroeg zat de ambiance er al goed in. Te goed zodat we lang aan tafel bleven zitten en pas na tien uur startten.
Meteen kregen we een zware regenvlaag over ons heen. Echter geen reden om niet door te zetten. De fazanten werden gedreven waarbij de vijf geweren telkenmale op kop en langs de zijkanten geposteerd stonden. Op deze manier werden vijf bosgebieden afgewerkt. De dag werd afgesloten met een uurtje jagen voor de voet langsheen rietkragen.
Vergis je niet : de reiger is wel degelijk van plastic
Terwijl mijn medejagers blijkbaar een goede nachtrust genoten hadden en goed bij schot waren, mocht het bij mij, zeker in het begin niet lukken. Op de me toegewezen  plaatsen kwamen aanvankelijk weinig fazanten over. De twee, die toch binnen schot kwamen, miste ik geen klein beetje. De fazanten waren zeer hoog. En snel. Boven de toppen van populieren vlogen ze. En vlug, gedreven door de wind. Maar toch binnen schot en ik had geen reden om te missen. Behalve dan de zware camojas die ik omwille van het koude weer aan had en me een toch beetje hinderde in mijn bewegingen.  
En zoals het onder jagers hoort, was ik natuurlijk het middelpunt van opmerkingen over mijn klungelige schietprestaties. Dat ze dit niet gewoon van mij waren. En dat het waarschijnlijk een teken was dat ik te oud voor de jacht geworden was. Ook dat ze nog een goede instructeur voor bijscholing kenden. Als jager moet je tegen dit soort goedmoedig gesar kunnen. En ik speelde het spelletje mee door de meest onmogelijke argumenten te verzinnen om mijn wanprestaties te vergoeilijken.
De dag, onderbroken door hete soep met broodjes, ging vlug voorbij. We kregen nog veel kansen op hoge en snelvliegende fazanten. En zowaar, na de lunch, miste ik geen enkele hoogvliegende fazant meer. Jagend voor de voet werd echter niets meer gestrekt. Ofwel vlogen de fazanten richting huizen zodat ze niet veilig konden beschoten worden, ofwel waren de konijnen ons in de groenbemesting te vlug af.
Met een mooi eindtotaal van 21 fazanten, 17 hennen en 4 hanen, kwam de dag tot een einde. Maar niet totdat nog enkel uren nagekaart was in het jachthuis waar bij een drankje steeds wilder wordende jachtverhalen opgedist werden.              
  

zondag 9 december 2012

Bedankt voor de compagnie

"Bedankt voor de compagnie" is een Vlaams gezegde waarmee men zijn gezelschap op het einde van een gezellig samenzijn, of het nu, ik zeg maar, een biljartpartijtje, kaartavond of jachtdag is, afscheid wenst.
Eerlijk gezegd, ik vond dit vroeger, toen ik nog jong was, een vreemde uitdrukking.  Goede vrienden en een goed gezelschap leken me immers zo vanzelfsprekend, dat ik het een beetje overdreven vond.  Nu en ouder geworden schat ik er de waarde veel beter van in. Het mag nog een rotdag zijn, een gezellig samenzijn onder vrienden met de het nodige eten, drinken en plezier tovert een baaldag om tot een topper.
De afgelopen dagen werd er gevist, zonder enig resultaat weliswaar en een paar maal gejaagd. Het seizoen loopt al een beetje op zijn einde en de resultaten zijn er ook naar. Een efficiënt wildbeheer noopt ons tot het beperken van het afschot zodat de laatst malen nog slechts 3 hazen, enkele konijnen en een vijftal fazanten gestrekt werden. Als verrassing bood zich plots een nijlgans, een in Vlaanderen ongewenste exoot en geheel het jaar bejaagbaar, zich aan. Dit leverde nog een mooi ver schot en een gelukkige schutter op. De nijlgans bleek echter oud en taai te zijn, zodat ze als voedsel voor de fretten bestemd werd.

maandag 26 november 2012

Riders on the storm

Weerbericht zaterdag : "Storm op komst". Excellent snoekweer in het verschiet. Voorspelbaar : zondag afgesproken met Paul om ons "geheim" poldertje nog eens met kunstaas te bestoken.
Terug was de bruin/witte Foxshad favoriet
Zaterdag was Paul reeds gaan vissen in het Groene Hart. Ikzelf was niet mee. Normaal gezien was het een jachtdag die echter niet doorging omwille van een overlijden van een familielid van één van mijn vrienden. Dus ontving ik een uitnodiging om mee uit vissen te gaan. Maar Paul vertrok om zes uur 's morgen en ik had nu eens geen zin om vroeg op te staan. Dus Paul was alleen op stap. In het kort zijn dag : veel mist,weinig wind, te veel hengelaars, aan het water palende eigenaars die de dagelijks terugkerende poldervissers die hun privacy storen meer dan beu zijn, niet aflatende internetberichten over steeds dezelfde schaarder wordende polderstekken met overbevissing tot gevolg en als vangst één snoek.
Van volharding gesproken. Zondag was Paul terug op pad. Niet alleen, maar met mij als chauffeur, op voorwaarde dat pas om acht uur vertrokken werd. CD-lader vol met Tom Waits, Neil Young, Stones en Doors. Muzikaal terug in de tijd. L.A. Woman, Riders on the storm. Voor de hand liggend weliswaar, maar het heeft wat als je op dit nummer moeizaam en tegen de windstoten in de grote rivieren over rijdt.
Streameren zat er spijtig genoeg niet in. Dan maar de lichte baitcaster genomen met het nieuwe model Foxshad voorzien van 5 gram lood en 2 weerhaakloze Gamakatsu dreggen nummer 2.
Ondanks het goede snoekweer was het niet fameus. Onze goede stekken leverden niks op. De ganzen en smienten waren wel overvloedig aanwezig. Ze vlogen met tegenzin op en hadden de grootste moeite vooruit te geraken. De hazen lieten zich dan weer minder zien. Na een dag ploeteren had ik vijf snoeken en Paul er slechts één. Het is wat, maar niet super, het weer indachtig. 
Het  nieuwste model Foxshad mag er wezen : stevig met lekker flankende actie. Wel te duur voor een stukje plastic, vind ik.  Maar ze vangen wel. Geef me maar de bruin/witte versie met de oranje staart. Een topper.  

donderdag 22 november 2012

Veel streamers, geen vis

Nu we toch bezig zijn, laat ons maar even verder gaan met pessimistische berichten.
Ook vandaag bleven deze streamers onaangeroerd 
Jarenlang heb ik bijna uitsluitend met de streamer snoek en snoekbaars belaagd. Nu komt het er niet meer zo van. Dit neemt niet weg dat ik het niet kan laten af en toe achter de vice plaats te nemen om terug enkele snoekstreamers te binden om aan mijn verzameling toe te voegen. Als haak gebruik ik meestal een langstelige Gamakatsu LS-5013F in de maat 6/0 of de kortstelige F314 in de maat 2/0, die zeer bruikbaar is bij de bouw van tandemstreamers. Verder zijn ook de Kamasan Aberdeen B940,  Partridge Aberdeen Perfect en de TMC (Buyan) 96P in de supergrote maat 9/0 bruikbaar. Van de veel gebruikte Ad Swier pikestreamerhooks daarentegen ben ik niet zo gecharmeerd. Ik vind ze een beetje lomp en vaak onscherp. Ik weet het, velen denken hier totaal anders over.
Qua bindmateriaal gebruik ik steeds minder bucktail en dan nog hoofdzakelijk als versteviging, bijvoorbeeld ter ondersteuning van de staart van de streamer. De laatste jaren ben ik immer  steeds meer overgeschakeld op synthetisch bindmateriaal zoals diverse soorten lureflash en EP-fibers. Mits op de juiste manier ingebonden, hebben synthetische materialen een zeer goede mobiliteit zonder de streamer nodeloos te verzwaren. Niet-natuurlijke materialen maken grote, lichte en dus gemakkelijk te werpen streamers mogelijk.
Alhoewel ik een voorkeur heb voor grote, lange en veelal tandemgebonden streamers tot 30 cm lang, moet ik toegeven dat er toch vaak momenten zijn dat de snoek kleiner streamers tot zo'n 15 cm verkiest. Verder bind ik bijna steeds kettingoogjes in omdat die de streamer een jigachtige actie geven.
Mijn streamers bewaar ik in zelfgemaakte wikkelmappen uit leer waarbij ik de snoekvliegen op schapenvacht prik. In de handel zijn deze opbergsystemen, bij mijn weten niet verkrijgbaar.Vele, vele jaren geleden heeft mijn moeder deze mappen voor mij samengeknutseld, zodat ze een blijvende herinnering aan haar zijn..
Gisteren vond ik in een hoek van mijn viskamer een vierdelige 10 voets vliegenhengel  gemaakt uit een Engelse Harrisonblank door Steve Parton. Qua esthetiek kan deze hengel zeker niet wedijveren met een handgebouwde Cor Spinhoven, maar werpen doet deze hengel als de beste. Deze Sparton vliegenhengel is geschikt voor een lijn aftma 9 tot 11. Ik had deze hengel aangeschaft voor het vissen op reservoir Northamptonstyle.  Aangezien het er niet van kwam, zet ik deze hengel ook in voor het snoekstreameren met een Rio Piketaper 10F en als reel een oude Hardy Marquis Salmon. Een beetje zwaar, ik weet het, maar ik hou van oude reels.
Deze namiddag had ik een aantal uren uitgetrokken voor het snoekstreameren in een Vlaamse polder waar enkele jaren geleden onze snoekmeenemende medemens nogal goed had huis gehouden. Maar het kan toch niet dat in de totaal 15 kilometer lange weteringen niets meer zit ?   Tegen beter weten in hoopte ik nog steeds op succes. Niettegenstaande het goede snoekweer kwam ik opnieuw van een koude kermis thuis. Drie uur gezwiep in de harde wind brachten me niks. Eén zaak staat vast. Al word ik 120, zonder streamers raak ik nooit.

woensdag 21 november 2012

Wie vist, vangt graag eens wat

Zeker als je reeds lang vist, deel je waarschijnlijk dezelfde mening. Ook moet je er maar eens de diverse hengelsportsites op na lezen. Of de persoonlijke weblogs en fora. Overal vind je dezelfde teneur. De roofvisvangsten verminderen jaar na jaar, terwijl het aantal roofvissers groeit en het (illegaal) meenemen toeneemt. En over de beroepsvisserij in Nederland wil ik het helemaal niet hebben. Daar word ik helemaal depressief van. Dit terwijl de handel in hengelmaterieel en het aanbod nimmer zo groot was. En de sterhengelaars ons topvangsten beloven met flitsende promofilmpjes. Makkelijk zat als je op een privéwater kunt vissen of een anders gevangen roofvis een aangeprezen kunstaasje in de bek kunt hangen.
"Ga weg met je nonsens middeloude pessimist", hoor ik je al denken. Toch heb ik, denk ik, een punt. Ik ben immers wat gewoon wat slechte vangsten betreft. Uit Vlaanderen ben ik immers afkomstig, een landsgedeelte dat onder andere bekend staat om zijn plezier, bier en frieten, maar zeker niet om zijn goede roofvisstand. Een streek waar kunstaasvissen aanleren zeer moeilijk is omdat je maar eens om de tien visbeurten een aanbeet krijgt, die je dan vervolgens uit verrassing mist.
In de Hollandse polder heb ik leren kunstaasvissen, op de grote rivieren leren vertikalen en reeds lang voor streetfishing zo nodig populair moest worden waren we al in diverse Nederlandse steden actief.  Ik overdrijf niet : in al die jaren  hebben we duizenden en duizenden snoeken, snoekbaarzen en baarzen gevangen en terug gezet, weliswaar op enkele tientallen snoekbaarzen na die voor een feestelijk maal bestemd waren. Aan ons zal het dus niet liggen dat de roofvisstand afneemt. We hebben heel veel (vis)plezier gehad in Nederland en nu nog af en toe een beetje. De horeca heeft er steeds wel bij gevaren én de hengelsportwinkeliers.
De laatste jaren vangen we echter op jaarbasis nog niet wat we vroeger in enkele weken konden vangen. De grote rivieren zijn glashelder geworden en lijken in grote mate ontdaan van roofvis, de steeds kleiner en ondieper wordende Hollandse polders worden overspoeld met hengelaars terwijl de snoekstand verder afneemt. Slecht, zou je denken. maar nog altijd niet zo slecht als in Vlaanderen.  Het bekendste snoekbaarskanaal van Vlaanderen wordt momenteel vakkundig naar de knoppen geholpen. Maar de snoekstand is nog meer om van te huilen. Aangezien we, vaak tegen beter weten in, toch niet willen opgeven werden op maandag en dinsdag twee prachtige Vlaamse openbare hengelwaters zowel vanaf de oever, als vanaf de boot, met kunstaas bevist. Het resultaat was zero of te nul. We kregen zelfs geen enkele aanbeet. Op zich waren we niet echt verrast want deze hengelwaters werden reeds enkele jaren terug vakkundig door hengelaars van snoek ontdaan. Onmogelijk ? Ons moet je al lang niet meer wijs maken dat je een water niet van roofvis kunt ontdoen. We hebben het maar al te vaak meegemaakt.
Over de diverse oorzaken van de teloorgang van de roofvisstand werd reeds veel geschreven en ik laat het er ook bij. Maar ik kan nog altijd niet begrijpen dat noch de hengelsportindustrie, noch de overheid, moeite doet voor een goede visstand. Zonder vis geen verkoop of toerisme. Wie vist, vangt graag eens wat. Voor een natuurwandeling, heb ik geen visgerei nodig.  Iemand op termijn soms geïnteresseerd in een pak hengels of een gigantische kunstaasverzameling ? Echter nu nog niet, voorlopig kijk ik nog even de kat uit de boom. Misschien keert het tij alsnog.

vrijdag 16 november 2012

Strangers in the night

Ongelooflijk hoeveel mensen en wie er allemaal 's nachts momenteel langs de Zeeuwse stranden terug te vinden zijn. Overigens niet zo abnormaal. Sinds enkele weken zijn de vangsten vanaf het strand minstens goed te noemen. Tenminste als je de juiste stekken kent en niet veroordeeld wordt tot de traditionele plekken waar men schouder aan schouder staat.  Dit is niets voor ons. Liever wat minder en rustiger.
Aliens from outer space discovered ?
Spijtig genoeg behoren de goede gulvangsten tot het verleden. Niets was mooier dan met licht materiaal vanaf het strand gullen vangen. Alhoewel de meeste hengelaars anders denken, een technische visserij ook waarbij we gebruik maakten van allerlei onderlijnsystemen met clips om toch maar vijf meter verder te kunnen gooien. Want maar al te vaak was het zo dat enkel een heel verre worp vis opleverde. Speciaal voor de gulvisserij, maar in de zomer ook voor de zeebaars, hadden we een unieke schuivende onderlijn met impact shield ontwikkeld waarbij het aas boven het lood aangeboden wordt, maar de vis bij het drillen onder het lood komt waardoor de kans op vastzitten verkleind wordt en rechtstreeks op de vis kon gedrild worden. Voor de moeilijk stekken met geulen en kleiranden maakten we steeds gebruik van breakaway loodlifters. We kochten ons speciale Zziplexhengels bij Leeuwlantsport te Antwerpen om toch maar verder te kunnen werpen. Heel stevige verwerpkanonnen, die ik tot op heden nog steeds gebruik en waarover ik nog altijd uiterst tevreden ben. Ik zou geen andere hengels willen voor de strandvisserij.
Aan gulvissen komen we de laatste jaren echter niet meer toe aangezien de vangstkansen te klein geworden zijn. Hopelijk komt men eens tot het besef dat de commerciële visserij moet afgeremd worden zodat de kabeljauwstand zich kan herstellen. Laat ons hopen dat we nog eens de vangsten van twintig jaar of meer geleden mogen meemaken. Toen vingen we op een tij regelmatig tot tien gullen, met uitschieters tot 4 à 5 kilogram. Dit is overigens niks in vergelijking tot de kabeljauwen die ik zag begin jaren zeventig en die als kind een enorme indruk op me gemaakt hebben. In de winter gingen mijn vader en ik regelmatig wandelen langsheen de Zeeuwse stranden waar in november en december tientallen hengelaars met poken van zeehengels voorzien van kilozware Luxormolens, gevuld met  50/100 nylon, toch enorme grote kabeljauwen vingen. Trots werden tot 10 kilogram zware kabeljauwen geëtaleerd op het strand. Toen al nam ik me voor dat ik ooit vanaf het strand zulke monstervissen zou vangen. Vanaf de oever heb ik later nooit zwaardere gullen dan vijf kilogram gevangen maar daar was ik al meer dan tevreden mee. Het was steeds opwindend om een zwaar op de hengel beukende gul te kunnen drillen en landen.
Aangezien er dus heel wat vis langs de kust binnen werpafstand zit en deze week de weersomstandigheden en het tij optimaal waren, werden drie namiddagen en avonden vrijgemaakt voor de strandvisserij. Niet op gul, maar op schar, wijting en alles wat maar bijten wilde. Veel hengelaars hadden hetzelfde idee want vanop de dijk konden we tientallen lichtjes van petroleumvergassers zien.
Drie avonden werden uitgetrokken voor het strandhengelen over laag water en we hebben goed gevangen. Doubletten schar, puitaal, spiering, zeedonderpadden, meuntjes en wijting, zij het van kleine afmeting. Drie avonden stonden de toppen van onze zeehengels niet stil. Anderhalve kilogram zeepieren werd opgevist. In totaal kregen we tussen rond de 175 vissen op de oever.  
De twee avond viel plots mijn lijn slap. Een goed teken want enkel grote vissen kunnen het ankerlood los trekken waardoor de spanning op de lijn verdwijnt. Het bonken verried een gul en dat was het uiteindelijk ook. Na vele jaren kon ik nog eens vanaf het strand een gulletje van zo'n twee kilogram landen. Een bezoeker die die avond heel wat nachtvissers bezocht had, wist me te vertellen dat dit de eerste gul dit seizoen was, waar hij weet van had. Deze toch niet zo spectaculaire vangst was zelfs doorgedrongen tot de hengelsportzaak waar men mij wist te vertellen dat een Belgische hengelaar een avond voordien een gul had gevangen. Naar aloude visserstraditie was de gul echter al in grootte en gewicht toegenomen.

dinsdag 13 november 2012

Stram

Mijn uiterst stramme en stijve benen herinneren me tot vandaag niet alleen aan het feit dat ik geen twintig meer ben, maar ook aan het afgelopen weekend. Drie verschillende jachtpartijen stonden immers op het programma. Aangezien ik zelden geposteerd sta en dus meestal met de drijvers meega heb ik zaterdag en zondag heel wat kilometers afgelegd
Prachtig jachtrevier in een dichtbevolkt land
Het weekend werd gekenmerkt door ups and downs. Op één van de jachtdagen was, zoals nog wel eens voorkomt, een behoorlijk egoïstische genodigde aanwezig die zijn buren weinig jachtplezier gunde door steeds heel vroeg en voor de anderen uit te schieten.  Een beetje hoffelijker zou wel mogen. Vervelend, maar wat doe je er aan ?
Met Roland werd in een prachtig meersengebied gejaagd, om 's namiddags verder te doen in een oud bosgebied. Het volledige weekend was ik niet goed bij schot, zeker niet wat hazen betrof. Niettegenstaande ik er vijftal wist te schieten, miste ik er bijna evenveel. Het verwondert me echter niet zo. Mijn zwak punt blijven hazen. Met konijnen en vliegend wild heb ik echter nooit problemen gehad. Tot mijn troost werden ook door de medejagers behoorlijk wat hazen gemist zodat ik niet alleen met beschaamde kaken stond. Eén van de drijvers was niet tevreden dat zijn inzet door ons niet met meer hazen gehonoreerd werd.
Gelukkig kon ik  mezelf troosten met enkel mooie verre schoten op duiven en fazanten.
Eén zaak is zeker. Alhoewel dat heel tijd en moeite naar het beheer van het jachtrevier gaat, vermindert de wildstand jaar na jaar. Niet dat we niet tevreden zijn met een bescheiden tableau maar met zulke grote inspanningen er zou gewoonweg meer wild moeten zijn. Toegenomen predatiedruk en biotoopverlies beslissen er echter anders over.  We dienden dan ook over het volledige weekend tevreden te zijn met een twaalftal hazen, een tiental fazanten en enkele wilde eenden.

dinsdag 6 november 2012

De laatste jacht

Het voorbije weekend werd terug tijd gemaakt voor onze jachtpassie.
Zaterdag werd een halve dag besteed aan wat wij een "wandeling" doorheen het jachtterrein plegen te noemen. Gewoon uitwaaien, weliswaar met enkele drijvers, het geweer en de hond. Het weer zat niet echt mee met bij wijlen hevige wind en enkele stevige regenbuien.  Ook het wild is in dit revier zeker niet overvloedig aanwezig. Verleden jaar hadden we nogal wat fazanten, nu blijken die plots verdwenen. Nochtans resteerden er op het einde van het jachtseizoen nog een behoorlijk aantal. 's Morgens hadden we bij een brede, met riet omzoomde, wetering het geluk dat een aantal wilde eenden opvlogen. We konden er zes van schieten. De rest van de dag ging de aandacht uit naar weiden en akkerland waar we nog vier hazen aan het tableau konden toevoegen. Voor het overige viel er weinig wild te bespeuren met uitzondering van twee houtsnippen die door de hond vanuit een bosje opgejaagd werden. Zelfs houtduiven blijken momenteel niet aanwezig. Waarschijnlijk naar het zuiden getrokken, terwijl de duiven uit het noorden nog niet aangekomen zijn. Niettegenstaande de eerder zwakke voormiddag was de namiddag een culinaire topper. Noël zorgde voor een heerlijke zelfgemaakte soep met reuzenballen die door iedereen gesmaakt werd. Bij Marc, een bevriende jager en chef-kok, gingen we huisbereide stoverij en frieten afhalen en als afsluiter zelfbereide rijstpap. Alsof dit nog niet genoeg was, was het tweede dessert een overheerlijke bavarois van passievrucht.  Maar ook de wijn, een oude chateau Margaux en de Armagnac mocht er best wezen.
Drijvers en jagers, allen samen de groenbemesting in
Zondag was een dag van vreugdevol weerzien van bevriende jagers maar ook een dag van afscheid. Luc stopt na vijfenveertig jaar met de jacht in zijn wonderbaarlijk revier. Een natuurlijk beheerd en uiterst wildrijk revier waar hoogstens tweemaal per jaar zorgzaam gejaagd werd en waar het een waar voorrecht was uitgenodigd te worden. Wij mochten deel uitmaken van de laatste jachtpartij daar ooit door hem georganiseerd. Ik moest direct terugdenken aan de documentaire die een vijftal jaren geleden gemaakt is over de laatste jacht in Schiermonnikoog (zie hiervoor Youtube : http://www.youtube.com/watch?v=7_roJlhHQjQ ) en de sfeer die daar weergegeven werd. Plezier gemengd met verdriet om wat niet meer komen zal. Wat hebben we mooie jachtdagen beleefd in Lucs revier waar weidelijkheid en natuurlijke jacht op de eerste plaats kwamen. Waar etiquette diende nageleefd te worden tot in de puntjes en waar wild met diep respect bejegend werd. Waar zorgzaam met de natuur omgegaan werd. Dankbaar om de vele jaren dat wij bij Luc konden jagen werd na een hartelijke ontvangst in het jachthuis, maar toch wel een beetje met de krop in de keel, de laatste jachtdag aangevat. In het verleden waren de weergoden ons altijd goed gezind geweest maar deze maal toch iets minder, getuige de pittige regenvlagen vergezeld van hevige windstoten. Met deskundigheid werden een vijftiental drijvers en tien geweren gedirigeerd en geposteerd. De dag ging in een ijltempo voorbij. Het wild vloog door de vele regen niet altijd naar behoren, maar het kon ons niet deren. We genoten van de laatste jachtdag samen. Het tableau was door de weersomstandigheden qua grootte niet naar vroegere normen, maar daar ging het niet om. We konden de laatste jachtpartij afsluiten met een twintigtal fazanten, een handvol konijnen en enkele hazen.Het diner 's avonds verliep in opperbeste stemming. Desalniettemin kreeg onze jachtheer het bij de gebruikelijke toespraak en dankbetuiging door één van de genodigden het heel even moeilijk. Zeer begrijpelijk nu aan dit hoofdstuk een einde komt. Al de jachtdagen, die we dankzij de gastvrijheid van Luc in dit revier mochten beleven, staan voor altijd in ons geheugen gegrift.                          

vrijdag 2 november 2012

Snoeken en hazen kijken in de polder

Paul kon zoals gewoonlijk wel wat tijd vrijmaken, ikzelf had verlof en de wind zou hard waaien. Tijd om eens af te zakken naar een Hollandse polder waar wij blijkbaar de enige hengelaars zijn die er regelmatig komen. Een polder, bijna voor ons alleen, daar houden wij van.
De plaatselijke landbouwer, een heel vriendelijke man op leeftijd, en zijn zoon zijn nog steeds heel verwonderd dat wij honderden kilometers rijden om een uur of vijf-zes te komen kunstaasvissen. Het zal wel dat wij een beetje gek zijn maar bij gebrek aan betere alternatieven zijn we het al jaren zo gewoon.
Toen we  na een twee uur durende rit de de deuren van de Jeep openden waren wij toch wel verrast door de gure,heel harde wind. We waren van plan van te streameren maar daar waaide het echt wel te hard voor. Niet alleen is het dan heel moeilijk de streamer goed te plaatsen maar het is bovendien gevaarlijk jezelf of je vismaat te haken. Daarenboven was het polderwater behoorlijk bruin. Ook geen goede omstandigheid als het op streameren aankomt. Gelukkig regende het toen nog niet.
Mijn keuze viel vandaag op een 50 grams baitcaster die ik begin dit jaar door Cor Spinhoven speciaal voor mij op maat liet maken. Een lichte baitcaster voor het betere polderwerk, 2,30 m lang zo dat ik me niet teveel naar het water moet buigen (rugsparend dus) en voorzien van een lang kurken handvat, warm bij koudere dagen. Als reel werd een Shimano Calais opgetuigd. Aan de spinstang kwam een oude Foxshad van 15 cm in de regenboogforeluitvoering te hangen.
We beperkten ons vandaag tot de hoofd- en zijsloten van deze grote polder zodat we niet te veel van hier naar daar dienden te rijden.
Uit iedere wetering, die ietwat uit de wind gelegen was, gingen tientallen wilde eenden en smienten op de vleugels. Een voortdurend gesnater van ganzen maakte er ons op attent dat de vogeltrek in volle gang was.
Het mag duidelijk zijn dat we graag in deze polder vissen, niet alleen omdat er een redelijk snoekbestand aanwezig is en we het rijk bijna voor ons alleen hebben, maar ook omdat deze polder bijzonder wildrijk is.
Naast grote aantallen waterwild komen er nogal wat hazen voor. En mag ik nu juist een zwak hebben voor deze dieren. Niet zozeer om ze te bejagen, maar veeleer om ze te bewonderen. Nog steeds ben ik blij als plots een haas uit zijn leger veert en op de vlucht slaat. Nog steeds verwonderd aangezien het lijkt alsof deze haas plots uit de grond te voorschijn komt gekropen. En nog mooier is hazen te spotten in hun leger. Vandaag vond ik er twee in hun leger. Ik kon Paul er telkenmale op attent maken. En tweemaal zijn we erin geslaagd deze hazen ook niet uit hun leger te laten schrikken. Belangrijk hierbij is steeds in beweging te blijven en niet te blijven stilstaan want daar kan een haas echt niet tegen. Immers, wanneer je stilstaat en een haas in zijn leger bekijkt, zie je dit dier steeds maar zenuwachtiger worden tot op het moment dat de haas op de vlucht slaat En we laten hazen liever liggen waar ze liggen.  Ook wanneer we jagen laat ik hazen in hun leger steeds ongemoeid.
En vissen deden we ook natuurlijk. Op het einde van de dag hadden we elk vier snoeken en een snoek gemist. Mijn laatste snoek moet zowat een 85 cm lang geweest zijn, nam de shad keihard en gaf bovendien nog een behoorlijke dril. De baitcaster deed zoals verwacht zijn werk uitstekend. Uitgewaaid en nat, want droog was het toch niet gebleven, konden we langs pikdonkere wegen de weg naar huis aanvatten.  

zondag 28 oktober 2012

Hazen jagen

Iedereen heeft goede en slechte momenten in het leven. Op sommige vlakken zit het je mee. Andere zaken dan weer vallen behoorlijk tegen. Ook ik bleef niet gespaard van tegenspoed. Gelukkig heb ik een goede vriendenkring waarop ik steeds kan terug vallen en steunen : een deel ervan zijn verwoede vissers, andere dan weer echte jagers. Weinigen onder hen echter vissen én jagen, zoals ik doe.
Het was gisteren dat samen met mijn jachtvrienden het jachtseizoen gestart werd. Sommige van mijn medejagers en drijvers had ik bijna een jaar niet gezien. De samenkomst aan het jachtveld 's morgens was dan ook allerhartelijkst. Er werd tijd genomen om wat bij te keuvelen. De jachtdrang is na al die jaren niet meer zo hevig dat we direct aan de slag willen gaan. Er was dus tijd voor een praatje en ook, zoals de traditie het vereist, een borrel voor aanvang. We zouden een halve dag hazen jagen om daarna naar gewoonte met een gezellig maal af te sluiten.
Er zouden nog twee hazen meer volgen
Iedereen zat vlug in de jachtkleren. Nog vlug mijn jachtgeweer, een oude Perazzi MX12, waarmee ik al tienduizenden patronen verschoten heb en die enkele jaren terug door Pletsers gereviseerd werd, opgehaald en mijn patronenriem omgord en we konden aan de slag. In de loop gingen vandaag Mirage patronen 32 gram, staal nr.3, een "goede" staalpatroon in zoverre dat die al zouden bestaan.
Zoals gewoonlijk was de groep beperkt tot vier geweren en enkele drijvers. Het weer zag er goed uit. Desalniettemin zouden we in de loop van de voormiddag toch een regenbui te verduren krijgen.
Jagen zien we als een vorm van natuurbeleving. We jagen dan ook met respect. Hazen die te ver lopen of niet goed kunnen aangesproken, worden niet beschoten. Zeker nu we al jaren verplicht worden met die verdomde staalhagelpatronen te schieten. Nog jonge, te kleine haasjes laten we lopen.
Afwisselend werden oude oneffen weilanden, maïsstoppels en enkele bietenvelden bejaagd. Na al die jaren zijn we goed op elkaar ingespeeld zodat alles vlot verloopt.
Al vanaf de start verliep de jacht voorspoedig. In een perceel groenbemesting kwamen twee hazen onder schot en ook binnen. Een derde haas zag de bui hangen en ging er reeds van ver vandoor zodat hij de dans kon ontspringen. Een volgend perceel leverde een konijn op. Een oude fazantenhaan ging reeds heel vroeg op de vleugels en kon ontkomen. Een wilde eend, die van op een vijver opvloog, kon ook binnen gehaald worden. Zo werd tot twee uur in de namiddag perceel na perceel afgejaagd, af en toe met een korte tussenpauze om een drankje te nuttigen. We sloten af met acht mooie hazen, een konijn en een eend. Een hoger aantal hazen gingen er vandoor of lieten we lopen en zo hoort het ook als je een goede hazenstand wil behouden. Geen echt spectaculair resultaat wat getallen betreft maar dar doen we het ook niet voor. Het is immers de totaalbeleving die telt. Op een stuk na kon alles, wat beschoten werd, binnen gebracht worden. We waren dan ook tevreden en konden goedgeluimd het middagmaal aanvatten.
    

vrijdag 26 oktober 2012

Op zoek naar andere horizonten

Eerlijk gezegd : ik ben dit jaar een tijdje behoorlijk uitgekeken geweest op het vissen. Dit is voor mij niets nieuw. Af en toe overvalt me dit wel eens. Ik heb jaren gehad dat ik op een jaar maar een keer of vijf aan vissen toe kwam. Maar steeds begon ik opnieuw met vernieuwd enthousiasme.
Een mooi maal gezonde zeevis voor ons drie.
Samen met mijn vismaten vraag ik me af of het nog wel de moeite is op de grote rivieren te blijven vissen. In die 25 jaar dat we er actief zijn hebben we de vangsten alleen maar zien slinken. Dit jaar was een echt dieptepunt met heel weinig baars, roofblei en snoekbaars. Zeer helder water maar weinig vis. Op sommige rivieren is nog wel een roofvis te vangen, maar daar is de scheepvaart zo toegenomen dat het echt niet meer leuk meer is, meer nog het is zelfs soms behoorlijk gevaarlijk geworden. Steeds meer en grotere duwbakcombinaties maken het vissen er niet plezieriger op.  Tegen de gewoonte in, is de boot reeds weken uit de haven en is hij nu al gestald in de schuur van bevriende landbouwers. Of ik volgend jaar mijn ligplaats opzeg in de haven waar ik al tientallen jaren kom, daar wil ik nog wel eens nog wat nachtjes over slapen. Enerzijds kunnen we maar niet geloven dat eens zo goede viswaters sinds enkele jaren bijna niks meer geven en hopen dus nog steeds op beterschap. Anderzijds worden de inspanningen zowel materieel als financieel (alhoewel dit laatste steeds de minste rol gespeeld heeft, voor een hobby heeft een mans wat over nietwaar ?) zo groot en de beloning zo klein dat we ons terecht afvragen of het nog wel zin heeft.
Maar we geven het vissen en het jagen daarom nog niet op. Vanaf morgen start voor mij het jachtseizoen en het poldersnoeken, dit jaar liefst zoveel mogelijk met de streamer, komt er aan. En ondertussen hebben we de strandhengels terug van onder het stof gehaald.
Tot tien jaar terug vond je me vaak terug aan de Zeeuwse stranden. In de zomer vissend op tong en paling, in de winter op wijting en gul. Fantastische vangsten hebben we gehad. Constante aanbeten en tientallen wijtingen zodat we voortijdig wegen gebrek aan aas dienden te stoppen. 15 gullen op een tij zodat we geladen met vis, hengels, materiaalkisten en petroleumvergassers ons een weg dienden te ploegen door het mulle zand en ons daarna door de duinen dienden te slepen. Wie zegt dat vissen geen sport is, slaat hier de bal wel mis.
Aangezien Paul tijdelijk in Nederland vlakbij het strand verblijft waren de plannen vlug gemaakt om het strandvissen terug op te nemen. Zeker toen Paul me zei dat er af en toe wel redelijk goed gevangen werd. Nog geen wijting of gul, maar wel schar in redelijke aantallen.
Zo stonden Paul, Nico en ikzelf verleden week 's nachts tweemaal op een verlaten strand met vier hengels. Gisteravond vond ook nog eens een sessie plaats. En het is ons niet slecht bevallen. Van gul mag er dan wel geen sprake zijn maar we zijn nog steeds even enthousiast als vroeger , zeker als we regelmatig beet krijgen. En nog steeds, soms kinderlijk, benieuwd om te weten wat er nu weer aan de haken hangt.
Gedurende de drie sessies werd gekozen voor een verwerponderlijn met twee zijlijnen van zo'n 50 cm, aasclips, haken Kamasan Aberdeen nr. 2 en als lood 170 grams longtail beachbombs. We wisten over drie beurten zo'n 80 vissen te vangen van diverse soorten zoals puitaal, wijting, zeebaars, bot en voornamelijk schar. Zeebaarsjes en kleine wijting ging terug. Wat restte was meer dan genoeg voor een mooi maal schar voor ons allen. Een strandvisser is herboren. Hopelijk vangen we in november mooie wijting en is de gul een beetje van de partij.      

zondag 16 september 2012

Wordt het beter dit najaar ?

Weken zijn voorbij gegaan zonder te bloggen. Mijn tijd werd opgeslorpt door werk en familie. 's Avonds was het te vaak te laat en de zin om te schrijven te klein .
Niet dat we ondertussen niet gevist hebben. Maar de visbeurten waren eerder kort en over het algemeen zeer teleurstellend.
Drie vistrips op Vlaamse kanalen brachten dertig baarsjes, waarvan slechts een paar twintig centimeter of meer waren en twee snoekjes in de boot. Het best vingen we met de kleinere maten Salmo Hornets en met Reins Palpuntin pilkertjes. Kilometers oever werden met jerkbaits en softbaits bestookt. Gericht vissen op snoek leverde niks op.
Een vijftal malen hebben we op de grote rivieren gevist. Eén maal zijn we voortijdig moeten stoppen omdat een duwbakcombinatie zoveel en zulke hoge golven maakte, dat we totaal onvermijdelijk zoveel water binnen kregen dat we kletsnat waren. Het wordt me eerlijk gezegd op bepaalde rivieren, en het zijn juist die waar nog wat snoekbaars en baars zit, te druk en te gevaarlijk om er nog rustig te kunnen vissen. Ik heb het er niet meer voor over. Als we gedurende de overige visbeurten in totaal zo'n vijftien roofvissen (snoekbaars, baars en roofblei) vingen zal het veel zijn. We geven niet vlug op maar als het zo blijft duren zullen we wel genoodzaakt zijn om te stoppen. Het sop is de kool bijna niet meer waard.
Deze morgen was ik van plan om op een kanaal dichtbij te gaan trotten op brasem. Alles stond al klaar. Alleen had ik er plots geen zin meer in.Vandaag blijft dus een visloze dag.
Wel maak ik deze namdiddaa een uurtje vrij om twee rugzakjes voor het poldervissen dit najaar klaar te maken. Eén vul ik op met streamermateriaal : reels en reservespoelen met drijvende en traagzinkende lijnen aftma 9, leadermateriaal in de vorm van 40 en 45/100 nylmon, spinstangen en allerlei soorten streamers met de voorkeur voor 25 tot 30 cm lange tandemstreamers. Mijn ander rugzakje bevat werpmolens (Shimano Stradic 2500 en Luxor 100) met reservespoeln voorzien van gevlochten lijn, reels (Shimano Calcutta en Calais), jerkbaits (Strike Pro Babybusters, Salmo Sliders en Fatso 10), Pakolepels, shads, edm.
Zoal jullie zien, we stoppen nog niet met vissen, hoe slecht het ook gaat. Maar ik hoop wel in de komende maanden wel wat meer opbeurende vangstresultaten mee te delen.  

dinsdag 24 juli 2012

Zondagse riviertrip

Mijn vismaat Frank, waarmee ik vroeger quasi wekelijks uit vissen ging, had ik door allerlei omstandigheden bijna een jaar niet gezien. Niet gelijklopende werkroosters en activiteiten hadden ervoor gezorgd dat we geruime tijd samen niet aan vissen toegekomen waren.
Verleden zondag hadden we echter samen nog eens de gelegenheid de roofvis op de grote rivieren te belagen. Ik had extra benzine ingeslagen om de actieradius te verhogen. Door de steeds maar tegenvallende vangsten probeer ik roofblei, baars en snoekbaars steeds verder en verder te zoeken op nieuwe stekken. We startten de dag dan ook met eerst een twintig kilometer te varen.
Het was zondag en mooi weer. Dus op het water was het superdruk. Ook de duwbakken hadden nog geen verlof genomen. Wat een rotgolven produceren die vaartuigen toch. Vooral de Veerhavens in diverse nummers zijn te duchten. Afstand houden is de boodschap om niet in de problemen te komen.
Vlugge foto van zeer mooie baars
De stroming was zwak aanwezig. De namiddag verstreek met trollend vissen over de ondiepere stukken tot zo'n vijf meter, afgewisseld met vertikalen op de taluds tot tien meter.
De eerste aanbeten kregen we vlug. Ik was de eerste gelukkige. Plots voelde het alsof mijn dieplopende Salmo Hornet tegen een obstakel vastgelopen was. Mijn sleephengel plooide steeds verder door. Ik vreesde reeds voor terug een verloren plug. Totdat er beweging in kwam. Traag stampend vocht een vis tegen de bodem aan. Een minuut later lag een mooie snoekbaars van tegen de 70 cm in het schepnet. Tien minuten later voltrok zich het zelfde scenario. Zo lang het zachtjes stroomde gingen we verder met trollen om nog een baars van 45 cm en een snoekbaarsje te vangen.
Na het overschakelen naar het vertikaalvissen wist Frank nog enkele snoekbaarzen te missen en er drie te vangen. Bij mezelf bleef het bij twee gemiste aanbeten. Langzaam werd het avond. Het ogenblik om de roofblei achter de schubben te zitten. Er was al heel wat speldaas op de rivier aanwezig zodat de roofblei zeker moest aanwezig zijn. Stek na stek leverde echter terug niets op.
Vanuit een grote kruidplek kreeg ik plots wel een fantastisch harde aanbeet op een ondiep duikende Rapala Shadrap. Ik zag een gouden flits de plug nemen. Eerst dacht ik aan een grote winde, een vissoort die we wat later in het seizoen regelmatig aan klein kunstaas vangen. Maar na een mooie dril bleek het over een heel dikke, bronskleurige baars van 47 cm te gaan. Echt een prachtvis waar geen schubje verkeerd aan was. Zo kon de visdag toch nog mooi afgesloten worden  

zaterdag 21 juli 2012

Zeven



Stilaan ziet het er wat beter uit op de rivier. Althans op de dieptemeter. Waar we enkele weken terug weinig of zelfs geen vissymbolen zagen, bespeuren we er nu meer.
Ik weet wel, het beeld op het schermpje van de visvinder is niet zaligmakend, maar ik zie toch liever her en der signalen dan helemaal niets
Ook de echo's, tegen de bodem aangeplakt, zijn hoopgevend. Zeker als het groepjes van drie of meer zijn. Dat zou wel eens snoekbaars kunnen zijn.
Dus gaan Paul en ik er met nieuwe moed tegen aan.
De rivier stroomt redelijk. Dat zit dus wel goed.
We starten met vertikalen op enkele bekende plekken. In het eerste halfuur vang ik een mooie snoekbaars en een kleiner exemplaar op een gele Nitro Soft jerk 110 van Illex op een dertig grams loodkop. Veel lichter ga ik meestal niet meer op stromend water. Spijtig genoeg vind ik deze, door vele hengelaars, miskende softbaits niet meer in de handel.
Een goed begin maar daarna blijft het spijtig genoeg terug uren stil. Om echt wanhopig van te worden. Zeker als je weet hoe het vroeger was  Oeps daar begin ik terug, maar ik kan het niet laten. Zoveel verschil, hoe is het mogelijk.
Ondertussen zijn we al dertig kilometer verder gevaren, nog steeds zonder resultaat.
Op de getijderivier worden we voorbij gestoken door twee sportvissers  in een snelle aluminium boot. Ik herken ze van de foto's op hun website. Uit de snelle wijze waarop ze vanhier naar daar varen, menen we af te lezen dat zij ook niet veel vangen.
We besluiten enkele kilometers te trollen op zo'n vijf meter diepte. Paul met de Rapala Shad rap van 9 cm, ikzelf met een Salmo Hornet 5 SDR. Al vlug vang ik een snoekbaarsje en een baars. Paul weet twee baarzen te vangen waaronder een mooie van 45 cm.
Het einde van de stroming betekent ook meteen het einde van de aanbeten.
We zijn inmiddels zo'n veertig kilometer van mijn ligplaats verwijderd en besluiten langzaam al trollend terug te varen. Zoals verwacht in deze slechte omstandigheden vangen we niets meer.
Na anderhalf uur komt de vloedstroom er terug in. Tijd om de bekende roofbleistekken af te varen en te bevissen. In een snel tempo wordt zo'n twintig kilometer rivier afgehaspeld. Op één plek duiken de sternen. Ik meen ook een kolk van een roofblei in de oppervlakte zien. Direct werpen Paul en ik naar de stek. Op vijf minuten tijd krijg ik twee keiharde aanbeten maar ze hangen niet. Vertwijfeld controleer ik mijn haken, maar daar is niets mis mee. Na een kwartiertje vissen krijgen we geen enkel respons meer. We besluiten voor donker en terwijl het nog wat stroomt nog twee stekken bevissen. Op en ervan mis ik een derde roofblei en weet ik nog ééntje van zo'n 45 centimeter te verschalken. Na zeven uur vissen komt de teller dus op zeven te staan. Het blijft echter maar een pover resultaat, vinden we allebei. Zeker als je weet dat we zo'n tachtig kilometer gevaren hebben en tal ven bekende en supergoede stekken bevist hebben.
Volgende keer beter, zeker ? Je leest het hier

woensdag 11 juli 2012

Zes

We weten echt niet goed wat er de laatste twee jaar aan de hand is met onze "thuiswaters" die we inmiddels al zo'n kleine dertig jaar in de zomer en herfst met de boot bevissen.
We hebben in al die jaren eerst de snoekstand zien afnemen ten gunste van de snoekbaars. Om daarna door het meer helder worden van het water de snoekstand terug te zien toenemen en de snoekbaarstand drastisch te zien afnemen.
Meer dan tien jaar terug vingen we onze eerste roofblei die we nog aan de hand van de zoetwatervissengids van de toenmalige OVB dienden te determineren. We dachten dat het een toevalstreffer was. Maar ondertussen hebben we al heel veel roofbleien gevangen waarvan verschillende boven de 80 cm.  En we hebben ons echt gespecialiseerd op de roofbleivisserij. De snoeiharde aanbeten zijn immers overgelijkbaar. Speciaal roofbleikunstaas werd aangekocht in Oost-Europese landen omdat ze daar van oudsher vertrouwd zijn met de visserij op deze voor hen inheemse vis, die tot mijn verwondering op de IUCN rode lijst van bedreigde soorten staat. Ondertussen hebben we met vallen en opstaand de goede stekken en tijden, alsook de meest lonende vistechnieken leren kennen. Nu we de visserij toch wel behoorlijk onder de knie hebben, hebben we evenwel de indruk dat de roofbleistand terug afneemt want we vangen er steeds minder en minder. Ofwel zijn ze zo gedresseerd of snugger geworden dat ze zich niet meer met kunstaas laten verleiden. Maar het zal wel niet want we zien er bijna ook geen meer jagen. Ook niet 's avonds laat wat over het algemeen het beste tijdstip is om roofblei te belagen.
Tot drie jaar terug vingen we veel en soms heel veel baars. We hebben dagen gekend met tientallen baarzen aan de shad en de plug. En bovenal was het voornamelijk heel grove baars, zelfs tot 53 cm toe, die we vingen. Dit jaar staat de teller op één baars. Nu zijn we beschaamd dat we in de "goede" tijd soms stopten met baarsvissen omdat we ze te gemakkelijk en te veel vingen.
De grootste van de dag op een Salmo Hornet 5 SDR
Ook de witvisstand, en zeker het aantal windes, is afgenomen. De zwartbekgrondel daarentegen kent sinds enkele jaren een  enorme groei. Hopelijk stabiliseert zich deze situatie op een aanvaardbaar peil want deze en andere exotische grondels zijn enorme kuitvreters zodat voor de reproductie van de inheemse vissoorten valt te vrezen.
We zijn niet alleen vissers maar ook natuurliefhebbers zodat de totale beleving primeert op het aantal gevangen vissen. Maar steeds weer vanuit België al die kilometers rijden om bijna niets te vangen terwijl we vroeger regelmatig de pannen van het dak visten, is ook niet leuk meer. We hebben daarom sinds gisteren het roer drastisch omgegooid en varen nu, voor dat we maar aan vissen beginnen te denken, eerst zo'n veertig kilometer de grote rivier op. Tussen de vele duwbakcombinaties en grote vrachtschepen door. Echt rustig vissen is het niet. Bovendien is waakzaamheid steeds geboden. Zeker de duwbakken veroorzaken immens hoge golven. Gelukkig is de Boston Whaler tegen een stootje bestand maar soms heb je wel een licht onveilig gevoel.
Niettegenstaande het behoorlijk waait zitten we op de zuidelijke oever van de rivier in de luwte zodat we mooi kunnen vissen. Het stroomt, maar niet te hard. Dat is ook mooi meegenomen. Tot de avond valt combineren we trollen op de stukken met een min of meer egale diepte met vertikalen op de plekken waar er taluds zijn.
Sinds lang is nog wat actie. Niet overdreven veel maar toch genoeg om ons terug wat moed te geven. Samen krijgen we in totaal een tiental aanbeten waarvan we er zes weten te verzilveren. De grootste snoekbaars van de dag, 67 centimeter lang, vang ik al trollend met een Salmo Hornet 5 SDR firetiger. Een tiental minuten later parkeer ik dit plugje voor eens en altijd op de bodem zodat mijn lijstje met verloren kunstaas dit jaar terug aangroeit. Ik hou immers op mijn prikbord een dergelijk lijstje bij. Zo weet ik direct wat ik op het einde van het jaar moet bijbestellen om mijn voorraad op peil te houden.
Tegen de avond varen we terug naar de haven, niet zonder honderden Canadese, grauwe en nijlganzen te passeren. Zeker het bestand van nijlganzen wordt best beperkt want deze exoten staan er om bekend inheemse soorten eenden en ganzen te verjagen. Een aalscholver duikt en komt even later met een polsdikke paling boven. Hij stikt bijna als hij de paling met heel veel moeite naar binnen wurmt. Mooi zijn ook de lepelaars die ons hoog in de lucht statig tegemoet vliegen.
Op de terugweg worden nog een drietal roofbleistekken afgevist. Spijtig genoeg geven deze rovers terug niet thuis. Na middernacht komen we uiteindelijk thuis aan. Als de  situatie zo blijft, zijn we in het vervolg verplicht vele kilometers te varen om nog een visje te vangen. Het zij dan maar zo. We denken nog niet aan stoppen.