zaterdag 24 december 2011

Het hart van in

Persoonlijk heb ik geen problemen met het doden van dieren, tenminste als het op een correcte wijze gebeurt. Anders zou ik niet jagen of vissen en was ik een vegetariër of veganist. Terwijl men bij hengelen de keuze heeft tussen meenemen  en terugzetten, kan bij de jacht enkel gekozen worden tussen niet schieten of doden. Belangrijk is steeds dat men een dier zo snel en humaan (beetje eigenaardig woord in deze context, vind je niet) mogelijk doodt. Een dier laten lijden is geen optie. In de jacht probeert men zo efficiënt en snel mogelijk te doden door het gebruik van het juiste kaliber of grootte hagelkorrel, het respecteren van schootsafstanden en het juist aanspreken van het wild. Niemand is echter perfect. De omstandigheden zijn ook niet altijd optimaal. Dus komt het voor dat wild enkel gekwetst is. Het is dan voor alles de taak van de jager gekwetst wild zo vlug mogelijk na te zoeken en zo snel mogelijk te doden. 
Wanneer je bij het vissen voor catch and release kiest, zoals ik in 95 procent van de gevallen (ik mag graag eens enkele malen per jaar een snoekbaars eten en ook een gulletje, tong of zeebaars op tijd en stond sla ik niet af), dan is het maar normaal dat je alle voorzorgen neemt opdat de vis zo optimaal mogelijk kan terug gezet worden. Daar ben ik nogal fanatiek in. Het heeft immers geen zin catch and release toe te passen als de teruggezette vis weinig kans op overleven heeft. Dus zorg ik ervoor dat ik weerhaakloos vis en dat onthaakmaterieel steeds stand-by ligt. Wanneer ik met doodaas vis, sla ik quasi direct aan om slikken te vermijden. Uitputtende drils beperk ik tot een minimum door met lijnen met hoge trekkracht en stevige hengels te vissen.  Wanneer ik een kieuwgreep bij een snoek toepas, zorg ik ervoor dat deze correct is en niet dat in de kieuwen zelf van de vis gegrepen wordt, zoals ik nogal eens zie.  Bij een kieuwgreep is het trouwens ook belangrijk middels je duim een goede grip op de snoek te hebben en grote snoeken voldoende te ondersteunen om te voorkomen dat snoeken wild beginnen te spartelen of rond hun as beginnen te draaien.  Ik houd snoeken steeds nat maar een onthaakmat  gebruik ik niet wetens niet praktisch. Wel leg ik geen snoek op aarde of een ruwe stenen ondergrond en probeer ik zoveel mogelijk in het water zelf te onthaken.  Verder ligt in de boot alles steeds klaar om de vis zo snel mogelijk te onthaken en terug te zetten. Voor mij geen eindeloze fotosessies. Hoogstens één enkele foto als aandenken. Dit verklaart meteen ook waarom mijn foto’s meestal niet van goede kwaliteit zijn. Het moet snel gaan, het welzijn van de vis staat voorop. Meer dan eens was ik getuige van reanimatiepogingen van meestal grote  snoeken die minutenlang tot meerdere eer en glorie van hun vanger in allerlei posities gefotografeerd werden. Of die snoeken,die uiteindelijk met verdroogde huid wegzwemmen, veel kans hebben te overleven, vraag ik me dikwijls af. Heeft het op die manier dan nog zin om catch and release te beoefenen ?
Toch gebeuren buiten je wil om toch soms nog dingen die je droevig stemmen. Dit mocht ik vandaag ervaren.
Aangezien ik vlak bij de Nederlandse grens woon,heb ik behoorlijk wat viswater op betrekkelijk korte afstand. Voor het feestgedruis losbreekt ben ik er vandaag met de boot op uit geweest. Een kleine aluminium roeiboot trailert immers vlug en gemakkelijk. 
Een vismaat van mij vindt de Salmo Warrior 15 S de beste jerkbait ook. Alhoewel ik reeds mooie vangsten boekte op de Salmo Warrior Crank, de versie van de Warrior die met een duiklip voorzien is, heb ik nog nooit met de jerkbaitversie gevist. Maar aan zoveel lovende woorden van mijn vismaat over dit stukje kunstaas kan ik toch niet anders dan gehoor geven. Zo bestelde ik naast een voorraad Salmo Hornets, ook een Salmo Warrior 15 bij de internetwinkel Fishing Mart (http://www.fishing-mart.com.pl/sklep/pl/index.html) in Polen. “In Polen ?”, zul je zeggen. Inderdaad een internetwinkel in Polen. Niet alleen heeft deze shop een immens aanbod kunstaas, waaronder veel “speciallekes” voor roofblei, bovendien hanteren ze uiterst competitieve prijzen en verloopt de verzending steeds probleemloos.
Vandaag ging ik sinds lang dus nog eens aan de slag met mijn eendelige jerkbaithengel van CJW met Shimano Calcutte 251 reel en 50 ponds oranjegekleurd dyneema, Torx van Waterqueen. Aan de jerkbaitstang de pas gekochte langzaam zinkende Warrior van 80 gram met baarsprint.
Eerst eens wat proefworpjes gemaakt. Meteen valt op dat deze jerkbait gemakkelijk ondiep, maar ook relatief eenvoudig diep te vissen en te houden is. Dit is een groot voordeel want veel jerkbaits hebben de neiging in het verloop van de worp te klimmen waardoor vaak te hoog gevist wordt. Het water dat ik bevis is tot 15 meter diep. Ik vis langs de taluds die toch gemakkelijk tot 6 à 8 meter diep uitlopen. In deze omstandigheden wil ik toch minstens een drietal meter diep vissen en dit lukt wonderwel met deze jerkbait.
Deze jerkbait is geen glider en slaat dan ook niet uitbundig van links naar rechts. Na wat geëxperimenteer hou ik op  een afwisseling van korte rukjes en langere halen waarbij de jerkbait niet meer dan een verleidelijk wiebeltje laat zien.  In tegenstelling tot veel andere hengelaars, hou ik van deze bescheiden actie. Zeker op drukbevist water, ben ik er van overtuigd dat plug met weinig trillingen en jerkbaits met en minieme actie vaak de beste vangers zijn. Ik besluit te jerkbaiten langs de randen van de zandplaten, daar waar het ondiepe in het diepe overgaat  
Salmo Warrior jerkbait
Nu de werkwijze bekend is, is het een kwestie van volhouden. Een eerst aanbeet zou een flinke aanmoediging zijn en vertrouwen schenken.   Na een uur stug doorwerpen is het zover. Plots voelt het alsof de jerkbait in het vuil vastloopt. Na tientallen jaren kunstaasvissen weet ik wel beter en sla hard aan. Een trage, doch zwaar vechtende vis hangt aan de steeds dieper doorbuigende jerkbaithengel. Gedurende twee à drie minuten krijg ik niets van de vis te zien, om dan plots een kanjer van een snoek juist onder het wateroppervlak  op haar zij te zien rollen. De snoek is met het extra grote schepnet vlug geland en binnen enkele seconden onthaakt. De lintmeter geeft 1,10 meter aan. Een foto kan niet, want de camera ben ik vergeten. Vlug teruggezet. direct gaat de snoek er als een speer vandoor.   Zo’n grote snoek hadden we zelfs dit jaar in Ierland niet. Direct heb ik er een favoriete jerkbait bij. Nu begrijp ik het superenthousiasme van mijn vismaat.
Het vertrouwen is er helemaal dus vis ik supergeconcentreerd verder. Drie uur lang blijven aanbeten uit totdat ik een grote snoek de jerkbait zie volgen tot aan de boot. Bij een volgende worp schiet de snoek onder de boot vandaan om met veel geweld de jerkbait te nemen.  Aangezien het vlakbij de boot gebeurt en ik bijna geen lijn uitstaan heb,  wordt het materiaal tot op het bot uitgetest. En dan gebeurt het. Ik voel de jerkbait losschieten om even vlug terug vast te geraken. Tot mijn verwondering schep ik een minuut later de snoek, die vijfennegentig centimeter lang is. En dan zie ik wat er gebeurt is. De haak is uit snoekenmuil los geschoten om vervolgens de snoek in de flank te haken. Door de korte en extreem hevige dril heeft de haak de flank van densoek opengereten. Ik sta versteld naar een wonde tot een halve centimeter diep en vijftien centimeter lang te kijken. Ik ben er het hart van in. Dit kon nooit de bedoeling zijn maar het onheil is geschied. Zo snel en voorzichtig mogelijk zet ik de snoek terug die vlot wegzwemt maar dit is geen garantie. Infecties liggen immers op de loer. Duizenden snoeken heb ik al gevangen maar dit heb ik nooit meegemaakt. Ik hoop het beste voor de snoek en stop met vissen. Ik heb er geen zin meer in. Dat dit me nu uitgerekend vandaag moet overkomen.         
 

vrijdag 23 december 2011

400 - 2


Meer dan 400 km hebben Paul en ik gisteren gereden om in het Groene Hart te gaan kunstaasvissen.
Gelukkig viel het verkeer mee. Het weer was heel wat minder. Toen we over de Moerdijk reden sloeg het om van droog naar miezerig regenweer. Dit zou zo blijven tot in de late namiddag.
We hadden uit de vergunning van de ’s Gravenhaagse hengelsportvereniging twee polderwaters uitgekozen waar we anders niet aan vissen toekomen. We wisten helemaal niet wat we mochten verwachten. Maar we experimenteren graag en we zouden wel zien.
Paul besloot met een tweedelige ABU Terminator jerkbait te vissen. Hij heeft deze jerkbait zelf gemaakt van een tweedelige ABU-plug, waarvan de lip afgebroken was. Bij mij ging een Strike Pro Baby Buster in een speciale Wolfpackkleur, groen-geel met paarse stippen en oranje buik, aan de onderlijn.  Echt een jerkbait voor een hengelaar die aan de juiste kleurkeuze twijfelt. Met deze mengelmoes aan kleuren kan je immers niets verkeerd doen. Aangezien vertrouwen nog steeds een belangrijk gegeven in kunstaasvissen is, besloot ik de gehele dag niet te wisselen van kunstaas.
De eerste polder leverde ons nier het verhoopte resultaat. We kregen in meer dan drie uur vissen slechts één aanbeet. Paul was de gelukkige met een poldersnoek. Inderdaad op zijn zelfgemaakte Terminator jerkbait.  Dit polderwater was pas onlangs gebaggerd. Misschien lag het daar aan. Ondertussen waren nog twee Hollandse kunstaasvissers in deze polder aan de slag gegaan. Ook zij vingen slecht.
Op weg naar een volgende polder waagden we nog vlug onze kans in een jachthaven die in verbinding stond met een groot water. Het water was glashelder met hier en daar nog restanten van plompebladeren en andere planten.  Helaas, ook hier blonken de snoeken uit in afwezigheid.
We besloten de dag af te sluiten langsheen een hoofdwetering doorheen de polder. Een prachtig stukje water, voldoende diep met hier en daar plukken riet en behoorlijk wat kruisingen. Het rook er naar snoek.
Na een half uur kreeg ik midden in de kruising van twee weteringen een heel voorzichtig tikje op mijn jerkbait. Ik viste aandachtig verder. Plots zag ik enkele meters voor mijn voeten een behoorlijk grote snoek volgen. Ik was dermate gefixeerd op deze snoek dat ik mij bijna dood schrok toen vanuit een andere richting mijn jerkbait genomen werd door een snoekje van zo’n zestig centimeter. Dit kleinere exemplaar was zowaar zijn grotere zus te vlug af. Maar ja, beter dan niks.
Een vijftal kruisingen verder kreeg ik heel ver in de overliggende dwarswetering opnieuw een aanbeet. Een grote kolk, maar de snoek hangt niet. Een tiental worpen in dezelfde zone, leveren niets meer op.

Pauls enige snoek van de dag
 op een Abu Terminator jerkbait

Ondertussen en luide kreet van Paul die in een ondiepe wetering naast de hoofdwetering vist. Ik zie nog net een heel grote kolk uitdeinen.  “Dat was een heel grote”, roept Paul me toe. Hij toont me zijn Salmo Warrior Crank, een grote maar ondiep duikende plug die het vaak heel goed doet in de polder. Er is zowaar een groot stuk verf uit de plug gebeten. Meer dan twintig worpen op dezelfde plek tonen geen enkel activiteit van de snoek meer.
Aangezien her bijna donker is wordt besloten de terugweg aan te vatten. Zoals gewoonlijk doen we nog enkele worpen op de plekken waar we aanbeten kregen en misten. Echter zonder succes.
De enige beet die ik nog krijg is van een uitgelaten Weimaraner die door zijn baasje uitgelaten wordt. Tot mijn grote verbazing komt deze hond op mij toegehold en springt dit superactieve dier op tot op de hoogte van mijn bovenarm om me daar onverwacht een beet te geven. Aangezien ik goed aangekleed ben, dringt de hondenbeet niet door maar het is wel even schrikken. Ook voor het baasje dat stamelt dat zij hond dit anders nooit doet. Waar hebben we dit nog gehoord ?
Met een klein vangstresultaat, maar zoals steeds tevreden met een dag in de natuur, rijden we naar huis. Zonder files , een luxe. En aangezien het lang geleden is verwennen we onszelf met een Big Macmenu  in de Mc Donalds aan de grensovergang te Meer.   

zaterdag 17 december 2011

Met dank aan de Aruku Shad 85

Om halfacht stipt komt Nico me afhalen. Het is al een tijdje geleden dat we samen uit gingen vissen, maar we besluiten er vandaag voor te gaan. Bootvissen op een 50 ha grote zandwinningsplas staat op het programma. We besluiten ons elk tot een hengel te beperken. We nemen beiden onze zware vertikaalstok. Die laat ons niet alleen toe vertikaal op snoekbaars te vissen , maar ook met grotere shads en ander kunstaas op snoek. Ikzelf vis met een vertikaalhengel van Cor Spinhoven die gemakkelijk 35 gram aan kan. Een gewicht dat ik op snelstromende rivieren vaak nodig heb om goed tegen de bodem aan te kunnen blijven vissen.
Na de zware regenbuien en windstoten van gisteren, is het vandaag op de plas heel rustig. Grote groepen eenden vliegen voor de boot weg. Een ijsvogeltje zoeft ons langsheen de oever voorbij. Het vissen start zeer traag. Na een uur stug doorvissen met de shad hebben we nog geen stootje gezien. Misschien hebben de plotse koude en de vele regenval de snoek en snoekbaars passief gemaakt. We hebben er het raden naar. Ondertussen heb ik mijn snoekbaarsshadje vervangen door een iets grotere Foxshad in regenboogforelkleur. Na ettelijke worpen krijg ik een zeer aarzelende aanbeet en is de eerste vis van de dag een feit. Een snoekje van een goede zestig centimeter ziet kortstondig de buitenlucht.
De dag gaat voorbij zonder aanbeten. Diep of ondiep, shad, plug, jerkbait of lepel, alles wordt straal genegeerd. Sommige windstille en dus heel moeilijke visdagen in Ierland indachtig, besluit ik een grote Arukushad van 28 gram in een vale bruin-witte kleur aan de stalen onderlijn te hangen. Soms weet immers een luid ratelende plug snoek of snoekbaar los te maken. In Ierland is het me in ieder geval op deze manier reeds enkele malen gelukt om heel slechte visdagen alsnog met een paar snoeken af te sluiten. Op de plas weet ik nog een heel mooi langzaam afhellend talud van vier naar tien meter. Daar zal het moeten gebeuren. Ik werp de ratelplug naar de ondiepe zijde en laat de ratelplug afzinken tot de bodem omdat ik vermoed dat de snoek vandaag wel heel diep ligt. Daarna probeer ik langzaam en met rukjes binnenvissend zo goed mogelijk het afgaand talud te volgen. Zelfs met een 28 zware ratelplug is het zeker niet eenvoudig goed contact met de bodem te houden zonder dat de lijn al te veel slap valt. Na enkele malen lukt het vissen met de Aruku langs het talud steeds beter. Ik begin er zowaar zin in te krijgen. Misschien lukt het me op deze manier wel.  Ik besluit halsstarrig op deze gekende hotspot vol te houden. En ja, plots krijg  ik een zeer geniepige aanbeet. Op mijn aanslag buigt mijn hengel zwaar door. De vis vecht hard op een meter of tien diepte. Door het stompen van de vis denk ik eerst aan een grote snoekbaars. Maar als het een snoekbaars is, is het wel een hele grote want na drie minuten heb ik de vis nog niet van de bodem gekregen.  Plots verandert de vis van strategie en komt plots naar de oppervlakte. In de enorme kolk zie ik de contouren van een grote snoek. Geen snoekbaars dus. De snoek probeert nog enkele ontsnappingspogingen onder de boot, maar zonder resultaat.   Een paar minuten later ligt een behoorlijke dikke kanjer, de Aruku dwars in de bek, in de boot.   Even nameten leert ons dat deze moddervette snoek 102 cm lang is.   Mijn dag is nu al geslaagd.  De volgende worp plaats ik een tiental meter verder. De Arukushad zinkt af tot de bodem. Na een vijftal meter binnenvissen langsheen  de bodem komt de ratelplug met een doffe dreun  tot stilstand. Opnieuw vecht diep een snoek. De hengel buigt opnieuw tot het handvat door. Na een hevige , doch korte dril, kan opnieuw een heel mooie snoek geschept worden.  99 centimeter meet ze, net geen meter. Wie durft nu nog te beweren dat grote snoeken buiten het paaiseizoen niet bij elkaar liggen. Wat als een heel moeilijke dag begon, is plots veranderd in een dag met een gouden randje.  Een volgende worp levert opnieuw een zeer harde klap op. De vis neemt direct 20 meter lijn van de spoel. Dit kan toch geen snoek zijn. Het is er ook geen, maar wel een twaalf kilo zware schubkarper die in buikvin gehaakt heb. Mooi, maar niet reglementair gevangen.
Omdat ik maar één Arukushad bij me heb voorzie ik Nico van een Rattlin’ Rapala in firetigerkleur. Deze ratelaar redt zijn dag met twee snoeken. Ook ikzelf weet nog een snoek te vangen zodat het eindtotaal op zes stuks komt.  Vaak ben ik het middelpunt van spot omdat ik een immens grote kunstaastas meezeul. Vandaag waren Nico en ik maar al te blij dat in de kunstaaswirwar toevallig twee ratelpluggen van de partij waren.        

vrijdag 16 december 2011

Twee doubletten

Na de laatste drift
De wonde in mijn voet heeft me er niet van weerhouden drie dagen te jagen. Moeilijk gaat immers ook. "Tenslotte is een kermis een geseling waard", zoals men hier in de volksmond zegt.
Zondag brachten we een halve dag in ons jachtrevier door op zoek naar fazanten die nog mochten geschoten worden zonder dat de totale populatie er onder kwam te lijden. Intensief zoekwerk langs bermen, in bosjes en rietkragen leverden ons nog drie fazantenhanen en drie hennen op. Gedurende de voormiddag konden bijkomend nog een konijn en een wilde eend gestrekt worden.
Maandag was ik uitgenodigd voor een fazantenjacht deels gedreven, deels voor de voet. Om de populatie op peil te houden mochten geen hazen meer geschoten worden. De week ervoor was voor de eerste maal op dit jachtterrein een vos gezien en ook  geschoten. Hij kwam uit de groenbemesting gelopen, juist binnen schot, met als gevolg dat een attente jager de vos dodelijk kon raken. Aangezien er nog vossen gesignaleerd waren, werd aan de drijvers en de geweren gevraagd extra attent te zijn. De eerste drie bossen, die bejaagd werden, leverden mooie schoten op verre fazanten op. Niettegenstaande er overal op het terrein verse vossensporen zichtbaar waren, waardoor de vossenkoorts bij iedereen steeg, liet Reintje zich niet zien. In de namiddag werd het stuk groenbemesting, zo'n 4 ha groot, waar verleden week de vos geschoten werd, bejaagd. Verse sporen van vossenpoten overal, maar eens te meer bleek de vos niet thuis. Dan maar naar een veel groter stuk mosterzaad. Vier geweren worden op de flanken en op kop geposteerd, twee geweren gingen mee in de drift. Marc stond pas op zijn plaats toen twee schoten weerklonken. Mis. Enkele seconden later zagen we een lichtgekleurde vos langs de zijkant en buiten schot de geweren ontvluchten. Die vos zagen we zeker niet meer terug. Paul en ik gingen ondertussen naar het begin van de drift. Plots was de hond aan onze aandacht ontsnapt. Hij moet wat op het spoor geweest zijn, want tot onze verbazing sprong totaal onverwacht, honderd meter verder en dus terug buiten schot een donkerkleurige, bijna zwarte, vos uit de groenbemesting op de vlucht. Terug een kans gemist. Hoe dan ook is het deze slimme rakkers gegund. Al vraag ik me af hoe uiteindelijk deze vossenhistorie gaat aflopen. Dit jaar ben ik immers bijna op geen enkel jachtterrein geweest zonder tijdens de jacht vossen te zien of zijn minst de sporen ervan. Het was een schitterende jachtdag op fazanten, opgesmukt met de plotse verschijning en verdwijning van twee vossen. Op het einde van de dag lagen op het tableau 30 mooie fazanten. In de jachthut werd natuurlijk uitvoerig nagepraat over de slimme vossen, die ons weer eens te vlug af waren.
Dinsdag zou besteed worden aan een gemengde jachtdag op eenden, Canadese ganzen, fazanten in de voormiddag en hazen in de namiddag. Het was zeer guur weer. De wind was stormachtig. Op mijn vraag kreeg ik een plaats aan de grote vijver toebedeeld waar normaal gezien de eenden en ganzen bijna nooit heen vliegen. De drijvers lieten de talrijke eenden en Canadese ganzen op de vleugels gaan. Twee wilde eenden zwaaiden af. Met twee opeenvolgende rake schoten vielen ze morsdood uit de lucht. Even later kwamen links, doch te ver van mij, een tiental Canadese ganzen aangevlogen. Ik wou juist de pas geschoten eenden oprapen maat toen ik de ganzen zag komen aanvliegen, kon ik me nog net in een bosrand verstoppen. En de ganzen kwamen terug, nu juist binnen schootsafstand. Met twee schoten, vielen twee ganzen met slappe nek en toegevouwen vleugels dood uit de lucht. Twee zware ploffen tegen de grond. Daarin was ik nog nooit geslaagd Tweemaal twee schoten in vijf minuten met 4 stukken wild als resultaat. Twee doubletten. De patronen Mirage steel nummer drie hadden terug hun werk naar behoren gedaan. De volgende twee bossen was het geluk minder aan mijn zijde. Ik miste een fazant die zeker niet te missen was. Te zelfzeker zeker ? Met een ver schot kon ik wel een houtduif binnenhalen. Mijn medejagers wisten nog enkele fazanten en een haas te bemachtigen. De gehele namiddag werd besteed aan gedreven hazenjacht. Een aantal hazen gingen reeds vroeg op de lopers en liepen naar achter en naar achter lopende hazen worden bij ons niet beschoten. Enkele hazen wisten tussen de geweren, die ver van elkaar geposteerd stonden, te ontsnappen  Geen probleem, zo blijft het hazenbestand voor volgend jaar gevrijwaard. De laatst drift stond ik opgesteld achter een rietkraag aan de zijkant van een maïsstoppel. Plots hoorde ik vlakbij het geroep van een patrijs. Voorzichtig keek ik door het riet en zie zowaar een klucht van acht patrijzen slecht enkele meters van mij verwijderd. Als ze me in het zicht krijgen, vliegen ze op over de andere geweren. Onbeschoten. Niet alleen is de jacht op patrijs gesloten, in dit revier worden ze beter gespaard. Nog maar net zijn de patrijzen verdwenen of met een tussentijd van een minuut komen twee hazen me toegelopen. Allebei binnen schot. Allebei met één schot dood. Een mooie afsluiter van een jachtdag met behoorlijk wat wild want ook de andere geweren weten nog een vijftal hazen te bemachtigen.

donderdag 15 december 2011

Gehaakt

Bij mij was het een dreg
Liefst vis ik weerhaakloos.  Alleen bij snoekstreamers met een enkele haak durf ik weleens een uitzondering te maken. Maar voor de rest, alleen maar weerhaakloos. Eerlijk is eerlijk, je mist weleens een snoek of baars maar voor het overige biedt weerhaakloos vissen alleen maar voordelen. Je onthaakt veel vlotter, zeker als de haken diep zitten. De vis raakt veel minder beschadigd en daar streef je als visser die zijn buit terug zet toch naar. Maar ook zelfbehoud noopt me tot het vissen met weerhaakloze haken. Tot zaterdag ll. belandde ik vier maal in het ziekenhuis in de spoedeisende hulp. Vier maal had ik een dreg in een lichaamsdeel en die koppige haak kreeg ik er niet uit. Niet dat de behandelende artsen er goed raad mee wisten want in drie van de vier gevallen heb ik na verdoving de haak er zelf moeten uit prutsen.
Verleden zaterdag had ik een doosje vlijmscherpe dreggen nr.4 gekocht. Toen ik de verpakking opende, verloor ik prompt een dreg die ik zelfs na lang zoeken niet terug vond. Een halve dag later was ik de verloren dreg al lang vergeten totdat ik op mijn kousenvoeten erin trapte. Hoera, ik had de dreg terug gevonden ! Spijtig genoeg zat de haak tot aan de haaksteel in mijn voetzool. Ik voelde de punt tegen mijn bot prikken. Lekker is anders. En spijtig genoeg zat aan de haak nog een weerhaak waardoor de haak werkelijk muurvast zat. Om mijn huisgenoten, die reeds in bed lagen, niet te verontrusten, besloot ik mezelf te onthaken. Heen en weer wrikken en gelijktijdig terugduwen, zoals je bij het onthaken van een snoek doet, hielp me niet verder. Dan maar met de dreg in de voetzool Youtube geraadpleegd. Al vlug vond ik een filmpje (http://www.youtube.com/watch?v=nSm1BmnkB5c) met aanwijzingen. De truuk bestaat erin de haaksteel naar beneden te drukken terwijl je tegelijkertijd met een stuk draad aan de haakbocht trekt. Op film ziet het er mooi uit en gaat het heel vlot. Wat dacht je ? Bij mij zelf lukte het voor geen millimeter.
Dan maar op de tanden gebeten en nogmaals geprobeerd de haak uit mijn eeltige voetzool te halen. Wat me uiteindelijk met behulp van een zware onthaaktang gelukt is. Wat een opluchting. Na een ontsmettend voetbadje met Neosabenyl  nog even ontsmetten met Isobetadine. Een tetanusprik hoeft niet, want ik zorg er steeds voor dat ik tijdig de herhaalinjecties krijg. Niet voor niets waarschuwt de verpakking van de dreggen voor gevaren, heb ik aan den lijve ondervonden. Moge het voor jullie een waarschuwing wezen.       

woensdag 7 december 2011

Zes-nul in mijn nadeel

Mijn vismaten en ik houden van storm. Hoe harder de wind, hoe beter snoekweer. Zeker als die wind uit het zuidwesten komt.
Toen ik zag dat het woensdag ging stormen uit het zuidwesten was de afspraak met mijn vismaat Paul vlug gemaakt. We zouden in de polder gaan kunstaasvissen op snoek. Streameren zou immers moeilijk zijn. Voor het gemak werd doodaas thuis gelaten. Dat sparen we voor als het echt koud is en de snoeken trager worden. Als het hard waait, is de snoek los en dan steekt het niet zo nauw, denken we graag. Ons kunstaas zouden ze zeker niet voorbij laten gaan.
Dus vandaag op naar dat vergeten Hollands poldertje, waarvan we nog altijd menen dat we het voor ons alleen hebben. Of toch bijna. De plaatselijke veehouder, die na al die jaren nog steeds verbaasd is dat we uit België komen om daar "of all places" te vissen, weet ons toch te bevestigen dat hij op zijn weilanden zelden of nooit vissers ziet. En dat vinden zeker niet erg.
Harde wind, grote poldersnoek
Om elf uur wordt met vissen gestart. We gaan de polder in. Twee buizerds, achterna gezeten door evenveel kolerieke zwarte kraaien, zweven boven de weiden op zoek naar een prooi, net als wij. Een dertigtal smienten zijn verrast door onze aanwezigheid en slaan op de vlucht. Ook de honderden grauwe ganzen die op het weiland aan het foerageren zijn, zien onze aanwezigheid niet zitten en vliegen op. In de verte hoor ik geweerschoten. Een hazenjacht is aan de gang. Maar we zijn hier echter niet om te jagen. Ik knoop er een drijvende rood-witte Bill Lewis Ratl'n'trap, een miskende topper uitermate geschikt voor poldervissen, aan. Paul een 15 cm lange shad. Al na een kwartier dien ik de ratelplug te wisselen. De harde wind maakt het vissen ermee quasi onmogelijk. Steeds slaan de dreggen rond de onderlijn. Ik verwissel voor een geel-groene Strike Pro Babybuster. Na een halfuurtje krijg ik op zes worpen zes aanbeten van dezelfde snoek. De zevende worp krijg ik opnieuw een aanbeet  Hij hangt even, maar is even vlug weer los. Paul heeft ondertussen gewisseld voor een oranje tweedelige Fox Micro Dolphin. Een klein jerkbaitje met een weinig zeggende actie, vind ik. Een kwartiertje later krijg ik op de Babybuster opnieuw een heel lichte aanbeet. Ik sla en zie nog net een snoek van rond de zeventig centimeter los schieten. Zo gaat het bij mij de gehele namiddag door. Ik krijg nog zeker tien aanbeten, enkele van heel mooie snoeken. Helaas, ik krijg geen enkele snoek in handen. Ik breng het niet verder dan twee snoeken die vlak voor het landen de haak weten te lossen. Bij zoveel tegenslag moet ik denken aan het laatste verhaal van Geert Vandeplancke (http://www.fishtic.com/) waarbij hij bij zijn laatste vissessie ook bijna geen snoek kon haken. Maar hij scoort toch nog altijd beter dan ik. Kan ik het niet, Paul kan het des te beter. Met zijn micro Dolphin weet hij bijna al zijn aanbeten te verzilveren. Zes snoeken vangt hij met een kunstaasje dat ik tot vandaag nooit aan mijn onderlijn zou gehangen hebben. Maar nu wel. De laatste snoek van de dag is net geen meter. Hij vangt haar op dezelfde plek waar ik verleden jaar een exemplaar van 92 cm ving. Zou het dezelfde zijn ? Met een twintigtal aanbeten en zes effectief gevangen snoeken sluiten we dag af. Mooi toch ? Goed gedaan Paul. En dat meen ik. Al doet de nul wel een heel klein beetje zeer.

dinsdag 6 december 2011

Afgepeigerd

De combinatie werken, vissen, jagen en een aanslepende bronchitis hebben ervoor gezorgd dat ik nog steeds behoorlijk moe rondloop en moeilijk recupereer. Ik sleep me zowat een beetje door de dag heen. Maar opgeven, neen hoor.
Zo ben ik verleden week zaterdag en woensdag het jachtterrein in geweest.
De jacht op haas en fazant loopt voor ons al op een einde. Voorzichtig met de wildstand omspringen is het devies. Zaterdag was het de laatste jachtdag in het kleinste van onze jachtrevieren. We zijn steeds zeer voorzichtig wat het hazenbestand betreft. Daarom bejagen we nooit het volledige jachtterrein en leggen we ons zelf een maximumnorm van te oogsten hazen op.  Het maximale aantal hazen was sinds  de voorgaande jachtdag reeds bereikt. Deze dag zou dan ook besteed worden aan het bejagen van eenden en fazanten, maar ook aan een tocht doorheen het grootste deel van het revier om de wildstand eens van dichterbij te bekijken. Een geruststelling : het hazenbestand leek ons nog goed in orde. Her en der gingen voldoende hazen op de lopers. Als de natuur ons goed gezind is en we gespaard blijven van verkeersslachtoffers en stropers, belooft volgend jaar terug een goed jaar te worden.  Een dertigtal eenden, die op een nat weiland aan het foerageren waren, vlogen te vroeg en te ver op en bleven buiten schot  Enkele fazanten wisten ons te verrassen en de dans te ontspringen. 's Namiddags sloten we af met twee fazanten. Het was genoeg voor dit jaar. Het was hier mooi geweest. We eindigden allen samen met Sinterklaas en zijn Pieten, die op doortocht waren, in het dorpscafé.
Verleden woensdag was ik geïnviteerd voor een jachtpartij in een revier met bosjes, weilanden en vijvers. Het zou een jachtdag met een "mixed bag", zoals de Engelsen zeggen, worden. Het weer was prachtig en alles zat die dag voor mij mee. Zelden heb ik zo goed geschoten met staalhagel.
Sinds staalhagel verplicht geworden is, heb ik er nooit vertrouwen in gehad. Met lood was ik een behoorlijke schutter. Ik vind het als jager immers je plicht het wild zo goed mogelijk (niet te ver, niet te dicht, met de juiste patronen, enz.) aan te spreken om het zo snel en humaan mogelijk te doden. Staalhagel heeft volgens mij de weidelijkheid in de jacht naar beneden gehaald. De slagkracht van staal is niet zo groot als van lood waardoor wild vaak niet direct dood is door het schokeffect, maar slechts gekwetst.Hier heb ik het nog altijd moeilijk mee. Nazoeken is veel meer dan vroeger nodig. Aangezien de slagkracht van staalhagel aanzienlijk minder is dan van lood zie je ook soms niet dat wild gekwetst is. Verschillende keren zijn we reeds verrast door fazanten en eenden, die schijnbaar niet getroffen waren, enkele honderden meters ver plots dood uit de lucht vielen. Blijven nakijken is dus noodzakelijk. Een ander nadeel is dat staalhagel veel meer interne schade aan het wildbraad toebrengt en het wild veel meer bloedt. Schiettechnisch spreidt staalhagel niet zo goed als lood en is de weidelijke schootsafstand minder ver dan vroeger. Door een combinatie van weinig vertrouwen en het verschil in ballistische eigenschappen, zijn mijn schietprestaties met staalhagel veel minder consistent dan vroeger met loodhagel. Aangezien ik in het verleden steeds met loodhagel nr. 5 schoot, schiet ik nu met staalhagel nr. 3. De literatuur stelt immers dat staalhagels steeds twee nummers kleiner dient genomen te worden om in overeenstemming te zijn met loodhagel. De laatste jaren gebruik ik patronen Mirage soft steel (what's in a name, de korrels zijn nog met geen voorhamer te pletten), cal. 12, 32 gram, nr. 3. Ik geraak er meer en meer aan gewoon, maar het zal nooit mijn voorkeur wegdragen.

 De jachtdag startte aan een grote vijver waar de drijvers tientallen wilde eenden en Canadese ganzen deden opvliegen. Het grootste deel had de geposteerde jagers opgemerkt en ontweek ons op een behendige manier. Ik zag twee eenden plots afwijken en mijn richting uitvliegen. Twee schoten en daar lagen twee wilde eenden, die de hond direct apporteerde. Een goed begin. en zo ging de gehele dag op hetzelfde elan verder. Twee Canadese ganzen wist ik met evenveel schoten uit de lucht te plukken. Ze kwamen met twee harde ploffen, gelukkig maar, juist naast de drijvers neer. Bij het bos slaagden de faznten er niet in aan mijn schoten te ontkomen. Het einde van de jachtdag was een drift over circa 40 hectaren akker, maïsstoppel en weiland waar ik langs de zijkant in een gracht geposteerd stond. Normaal gezien niet de beste plaats. Maar het geluk zat me mee. Drie hazen liepen op tien minuten tijd mijn richting uit. Ik hield me doodstil om telkens maar aan te leggen als ze binnen schot waren. Mijn taktiek had resultaat. Ik kon de dag afsluiten met drie hazen. In totaal 11 stuks wild met 12 patronen. Ik was echt tevreden met mezelf, maar toch ook een beetje verveeld omdat ik als gast het merendeel geschoten had. Zoals altijd kwam mijn voldoening niet uit het aantal, maar uit de manier waarop.  En die was vandaag meer dan ok.

donderdag 1 december 2011

Kleine dingen die het doen (7) - Spro Shad Stinger Spike

Spro Stinger Spikes
Bij het vertikalen vind ik het noodzakelijk alle snoekbaarsshads van een extra dregje te voorzien. Driekwart van de snoekbaarzen vang ik immers aan deze stingerhaak zodat zonder dit geniepig bijkomende haakje heel wat vissen zouden gemist worden. Het kan aan mij liggen maar ik heb trouwens de indruk dat de aanbeten van snoekbaars op heel wat waters veel minder hard dan vroeger zijn. Waarschijnlijk maakt de hengeldruk de vissen voorzichtiger. Als je het geluk hebt op niet of heel weinig bevist snoekbaarswater te kunnen vertikalen, zul je waarschijnlijk net als mij ervaren dat op die plaatsen snoekbaarsaanbeten vaak snoeihard zijn. Het extra dregje, meestal een Gamakatsu 13B, maat 6, bevestig ik aan eindje dacron van 15 pond.  Ik doe het nog steeds zoals in het prille begin : ik bevestig het dregje zo dicht mogelijk bij de staart van de shad en fleur het onderlijntje door de shad heen. Het lusje van het onderlijntje komt over het oogje van de haak te liggen. Let wel op dat het dregje voldoende ver weg van de shadstaart blijft want anders slaat de staart constant over het dregje heen en dat is heel vervelend. Voor kleine shads vind ik deze bevestigingmethode nog steeds de beste. Ik vind het meer effïciënt en gestroomlijnd dan zomaar de stingerhaak in de rug van de shad te prikken. Het zou echter te mooi zijn, mochten er geen nadelen zijn. Zo vangt de buikdreg beduidend meer vuil, hang je vlugger vast en scheurt de shad gemakkelijker uit. Bij heel zachte shads (zoals de Dull Shad van Spro) en bij al mijn grotere (snoek)shads bevestigde ik mijn dreggen tot voor kort via korte rvs staafjes die ik zelf ineen knutselde. Voor dit doe-het-zelf werk heeft Spro ondertussen een oplossing gevonden in de vorm van Stinger Spikes : 2 cm lange pennetjes voor de snelle bevestiging van stingerhaken in shads. Bovendien zorgt deze bevestiging ervoor dat de dreggen steeds vrij hangen waardoor de inhakingskans aanzienlijk vergroot en  dat bij het haken van een vis het pennetje uit de shad schiet waardoor de shad los van de dreg (met vis) komt. Echt een zeer praktische oplossing die door Spro geboden wordt. Ik ben er zeer tevreden mee. Gedaan met knutselen.