zaterdag 24 december 2011

Het hart van in

Persoonlijk heb ik geen problemen met het doden van dieren, tenminste als het op een correcte wijze gebeurt. Anders zou ik niet jagen of vissen en was ik een vegetariër of veganist. Terwijl men bij hengelen de keuze heeft tussen meenemen  en terugzetten, kan bij de jacht enkel gekozen worden tussen niet schieten of doden. Belangrijk is steeds dat men een dier zo snel en humaan (beetje eigenaardig woord in deze context, vind je niet) mogelijk doodt. Een dier laten lijden is geen optie. In de jacht probeert men zo efficiënt en snel mogelijk te doden door het gebruik van het juiste kaliber of grootte hagelkorrel, het respecteren van schootsafstanden en het juist aanspreken van het wild. Niemand is echter perfect. De omstandigheden zijn ook niet altijd optimaal. Dus komt het voor dat wild enkel gekwetst is. Het is dan voor alles de taak van de jager gekwetst wild zo vlug mogelijk na te zoeken en zo snel mogelijk te doden. 
Wanneer je bij het vissen voor catch and release kiest, zoals ik in 95 procent van de gevallen (ik mag graag eens enkele malen per jaar een snoekbaars eten en ook een gulletje, tong of zeebaars op tijd en stond sla ik niet af), dan is het maar normaal dat je alle voorzorgen neemt opdat de vis zo optimaal mogelijk kan terug gezet worden. Daar ben ik nogal fanatiek in. Het heeft immers geen zin catch and release toe te passen als de teruggezette vis weinig kans op overleven heeft. Dus zorg ik ervoor dat ik weerhaakloos vis en dat onthaakmaterieel steeds stand-by ligt. Wanneer ik met doodaas vis, sla ik quasi direct aan om slikken te vermijden. Uitputtende drils beperk ik tot een minimum door met lijnen met hoge trekkracht en stevige hengels te vissen.  Wanneer ik een kieuwgreep bij een snoek toepas, zorg ik ervoor dat deze correct is en niet dat in de kieuwen zelf van de vis gegrepen wordt, zoals ik nogal eens zie.  Bij een kieuwgreep is het trouwens ook belangrijk middels je duim een goede grip op de snoek te hebben en grote snoeken voldoende te ondersteunen om te voorkomen dat snoeken wild beginnen te spartelen of rond hun as beginnen te draaien.  Ik houd snoeken steeds nat maar een onthaakmat  gebruik ik niet wetens niet praktisch. Wel leg ik geen snoek op aarde of een ruwe stenen ondergrond en probeer ik zoveel mogelijk in het water zelf te onthaken.  Verder ligt in de boot alles steeds klaar om de vis zo snel mogelijk te onthaken en terug te zetten. Voor mij geen eindeloze fotosessies. Hoogstens één enkele foto als aandenken. Dit verklaart meteen ook waarom mijn foto’s meestal niet van goede kwaliteit zijn. Het moet snel gaan, het welzijn van de vis staat voorop. Meer dan eens was ik getuige van reanimatiepogingen van meestal grote  snoeken die minutenlang tot meerdere eer en glorie van hun vanger in allerlei posities gefotografeerd werden. Of die snoeken,die uiteindelijk met verdroogde huid wegzwemmen, veel kans hebben te overleven, vraag ik me dikwijls af. Heeft het op die manier dan nog zin om catch and release te beoefenen ?
Toch gebeuren buiten je wil om toch soms nog dingen die je droevig stemmen. Dit mocht ik vandaag ervaren.
Aangezien ik vlak bij de Nederlandse grens woon,heb ik behoorlijk wat viswater op betrekkelijk korte afstand. Voor het feestgedruis losbreekt ben ik er vandaag met de boot op uit geweest. Een kleine aluminium roeiboot trailert immers vlug en gemakkelijk. 
Een vismaat van mij vindt de Salmo Warrior 15 S de beste jerkbait ook. Alhoewel ik reeds mooie vangsten boekte op de Salmo Warrior Crank, de versie van de Warrior die met een duiklip voorzien is, heb ik nog nooit met de jerkbaitversie gevist. Maar aan zoveel lovende woorden van mijn vismaat over dit stukje kunstaas kan ik toch niet anders dan gehoor geven. Zo bestelde ik naast een voorraad Salmo Hornets, ook een Salmo Warrior 15 bij de internetwinkel Fishing Mart (http://www.fishing-mart.com.pl/sklep/pl/index.html) in Polen. “In Polen ?”, zul je zeggen. Inderdaad een internetwinkel in Polen. Niet alleen heeft deze shop een immens aanbod kunstaas, waaronder veel “speciallekes” voor roofblei, bovendien hanteren ze uiterst competitieve prijzen en verloopt de verzending steeds probleemloos.
Vandaag ging ik sinds lang dus nog eens aan de slag met mijn eendelige jerkbaithengel van CJW met Shimano Calcutte 251 reel en 50 ponds oranjegekleurd dyneema, Torx van Waterqueen. Aan de jerkbaitstang de pas gekochte langzaam zinkende Warrior van 80 gram met baarsprint.
Eerst eens wat proefworpjes gemaakt. Meteen valt op dat deze jerkbait gemakkelijk ondiep, maar ook relatief eenvoudig diep te vissen en te houden is. Dit is een groot voordeel want veel jerkbaits hebben de neiging in het verloop van de worp te klimmen waardoor vaak te hoog gevist wordt. Het water dat ik bevis is tot 15 meter diep. Ik vis langs de taluds die toch gemakkelijk tot 6 à 8 meter diep uitlopen. In deze omstandigheden wil ik toch minstens een drietal meter diep vissen en dit lukt wonderwel met deze jerkbait.
Deze jerkbait is geen glider en slaat dan ook niet uitbundig van links naar rechts. Na wat geëxperimenteer hou ik op  een afwisseling van korte rukjes en langere halen waarbij de jerkbait niet meer dan een verleidelijk wiebeltje laat zien.  In tegenstelling tot veel andere hengelaars, hou ik van deze bescheiden actie. Zeker op drukbevist water, ben ik er van overtuigd dat plug met weinig trillingen en jerkbaits met en minieme actie vaak de beste vangers zijn. Ik besluit te jerkbaiten langs de randen van de zandplaten, daar waar het ondiepe in het diepe overgaat  
Salmo Warrior jerkbait
Nu de werkwijze bekend is, is het een kwestie van volhouden. Een eerst aanbeet zou een flinke aanmoediging zijn en vertrouwen schenken.   Na een uur stug doorwerpen is het zover. Plots voelt het alsof de jerkbait in het vuil vastloopt. Na tientallen jaren kunstaasvissen weet ik wel beter en sla hard aan. Een trage, doch zwaar vechtende vis hangt aan de steeds dieper doorbuigende jerkbaithengel. Gedurende twee à drie minuten krijg ik niets van de vis te zien, om dan plots een kanjer van een snoek juist onder het wateroppervlak  op haar zij te zien rollen. De snoek is met het extra grote schepnet vlug geland en binnen enkele seconden onthaakt. De lintmeter geeft 1,10 meter aan. Een foto kan niet, want de camera ben ik vergeten. Vlug teruggezet. direct gaat de snoek er als een speer vandoor.   Zo’n grote snoek hadden we zelfs dit jaar in Ierland niet. Direct heb ik er een favoriete jerkbait bij. Nu begrijp ik het superenthousiasme van mijn vismaat.
Het vertrouwen is er helemaal dus vis ik supergeconcentreerd verder. Drie uur lang blijven aanbeten uit totdat ik een grote snoek de jerkbait zie volgen tot aan de boot. Bij een volgende worp schiet de snoek onder de boot vandaan om met veel geweld de jerkbait te nemen.  Aangezien het vlakbij de boot gebeurt en ik bijna geen lijn uitstaan heb,  wordt het materiaal tot op het bot uitgetest. En dan gebeurt het. Ik voel de jerkbait losschieten om even vlug terug vast te geraken. Tot mijn verwondering schep ik een minuut later de snoek, die vijfennegentig centimeter lang is. En dan zie ik wat er gebeurt is. De haak is uit snoekenmuil los geschoten om vervolgens de snoek in de flank te haken. Door de korte en extreem hevige dril heeft de haak de flank van densoek opengereten. Ik sta versteld naar een wonde tot een halve centimeter diep en vijftien centimeter lang te kijken. Ik ben er het hart van in. Dit kon nooit de bedoeling zijn maar het onheil is geschied. Zo snel en voorzichtig mogelijk zet ik de snoek terug die vlot wegzwemt maar dit is geen garantie. Infecties liggen immers op de loer. Duizenden snoeken heb ik al gevangen maar dit heb ik nooit meegemaakt. Ik hoop het beste voor de snoek en stop met vissen. Ik heb er geen zin meer in. Dat dit me nu uitgerekend vandaag moet overkomen.         
 

vrijdag 23 december 2011

400 - 2


Meer dan 400 km hebben Paul en ik gisteren gereden om in het Groene Hart te gaan kunstaasvissen.
Gelukkig viel het verkeer mee. Het weer was heel wat minder. Toen we over de Moerdijk reden sloeg het om van droog naar miezerig regenweer. Dit zou zo blijven tot in de late namiddag.
We hadden uit de vergunning van de ’s Gravenhaagse hengelsportvereniging twee polderwaters uitgekozen waar we anders niet aan vissen toekomen. We wisten helemaal niet wat we mochten verwachten. Maar we experimenteren graag en we zouden wel zien.
Paul besloot met een tweedelige ABU Terminator jerkbait te vissen. Hij heeft deze jerkbait zelf gemaakt van een tweedelige ABU-plug, waarvan de lip afgebroken was. Bij mij ging een Strike Pro Baby Buster in een speciale Wolfpackkleur, groen-geel met paarse stippen en oranje buik, aan de onderlijn.  Echt een jerkbait voor een hengelaar die aan de juiste kleurkeuze twijfelt. Met deze mengelmoes aan kleuren kan je immers niets verkeerd doen. Aangezien vertrouwen nog steeds een belangrijk gegeven in kunstaasvissen is, besloot ik de gehele dag niet te wisselen van kunstaas.
De eerste polder leverde ons nier het verhoopte resultaat. We kregen in meer dan drie uur vissen slechts één aanbeet. Paul was de gelukkige met een poldersnoek. Inderdaad op zijn zelfgemaakte Terminator jerkbait.  Dit polderwater was pas onlangs gebaggerd. Misschien lag het daar aan. Ondertussen waren nog twee Hollandse kunstaasvissers in deze polder aan de slag gegaan. Ook zij vingen slecht.
Op weg naar een volgende polder waagden we nog vlug onze kans in een jachthaven die in verbinding stond met een groot water. Het water was glashelder met hier en daar nog restanten van plompebladeren en andere planten.  Helaas, ook hier blonken de snoeken uit in afwezigheid.
We besloten de dag af te sluiten langsheen een hoofdwetering doorheen de polder. Een prachtig stukje water, voldoende diep met hier en daar plukken riet en behoorlijk wat kruisingen. Het rook er naar snoek.
Na een half uur kreeg ik midden in de kruising van twee weteringen een heel voorzichtig tikje op mijn jerkbait. Ik viste aandachtig verder. Plots zag ik enkele meters voor mijn voeten een behoorlijk grote snoek volgen. Ik was dermate gefixeerd op deze snoek dat ik mij bijna dood schrok toen vanuit een andere richting mijn jerkbait genomen werd door een snoekje van zo’n zestig centimeter. Dit kleinere exemplaar was zowaar zijn grotere zus te vlug af. Maar ja, beter dan niks.
Een vijftal kruisingen verder kreeg ik heel ver in de overliggende dwarswetering opnieuw een aanbeet. Een grote kolk, maar de snoek hangt niet. Een tiental worpen in dezelfde zone, leveren niets meer op.

Pauls enige snoek van de dag
 op een Abu Terminator jerkbait

Ondertussen en luide kreet van Paul die in een ondiepe wetering naast de hoofdwetering vist. Ik zie nog net een heel grote kolk uitdeinen.  “Dat was een heel grote”, roept Paul me toe. Hij toont me zijn Salmo Warrior Crank, een grote maar ondiep duikende plug die het vaak heel goed doet in de polder. Er is zowaar een groot stuk verf uit de plug gebeten. Meer dan twintig worpen op dezelfde plek tonen geen enkel activiteit van de snoek meer.
Aangezien her bijna donker is wordt besloten de terugweg aan te vatten. Zoals gewoonlijk doen we nog enkele worpen op de plekken waar we aanbeten kregen en misten. Echter zonder succes.
De enige beet die ik nog krijg is van een uitgelaten Weimaraner die door zijn baasje uitgelaten wordt. Tot mijn grote verbazing komt deze hond op mij toegehold en springt dit superactieve dier op tot op de hoogte van mijn bovenarm om me daar onverwacht een beet te geven. Aangezien ik goed aangekleed ben, dringt de hondenbeet niet door maar het is wel even schrikken. Ook voor het baasje dat stamelt dat zij hond dit anders nooit doet. Waar hebben we dit nog gehoord ?
Met een klein vangstresultaat, maar zoals steeds tevreden met een dag in de natuur, rijden we naar huis. Zonder files , een luxe. En aangezien het lang geleden is verwennen we onszelf met een Big Macmenu  in de Mc Donalds aan de grensovergang te Meer.   

zaterdag 17 december 2011

Met dank aan de Aruku Shad 85

Om halfacht stipt komt Nico me afhalen. Het is al een tijdje geleden dat we samen uit gingen vissen, maar we besluiten er vandaag voor te gaan. Bootvissen op een 50 ha grote zandwinningsplas staat op het programma. We besluiten ons elk tot een hengel te beperken. We nemen beiden onze zware vertikaalstok. Die laat ons niet alleen toe vertikaal op snoekbaars te vissen , maar ook met grotere shads en ander kunstaas op snoek. Ikzelf vis met een vertikaalhengel van Cor Spinhoven die gemakkelijk 35 gram aan kan. Een gewicht dat ik op snelstromende rivieren vaak nodig heb om goed tegen de bodem aan te kunnen blijven vissen.
Na de zware regenbuien en windstoten van gisteren, is het vandaag op de plas heel rustig. Grote groepen eenden vliegen voor de boot weg. Een ijsvogeltje zoeft ons langsheen de oever voorbij. Het vissen start zeer traag. Na een uur stug doorvissen met de shad hebben we nog geen stootje gezien. Misschien hebben de plotse koude en de vele regenval de snoek en snoekbaars passief gemaakt. We hebben er het raden naar. Ondertussen heb ik mijn snoekbaarsshadje vervangen door een iets grotere Foxshad in regenboogforelkleur. Na ettelijke worpen krijg ik een zeer aarzelende aanbeet en is de eerste vis van de dag een feit. Een snoekje van een goede zestig centimeter ziet kortstondig de buitenlucht.
De dag gaat voorbij zonder aanbeten. Diep of ondiep, shad, plug, jerkbait of lepel, alles wordt straal genegeerd. Sommige windstille en dus heel moeilijke visdagen in Ierland indachtig, besluit ik een grote Arukushad van 28 gram in een vale bruin-witte kleur aan de stalen onderlijn te hangen. Soms weet immers een luid ratelende plug snoek of snoekbaar los te maken. In Ierland is het me in ieder geval op deze manier reeds enkele malen gelukt om heel slechte visdagen alsnog met een paar snoeken af te sluiten. Op de plas weet ik nog een heel mooi langzaam afhellend talud van vier naar tien meter. Daar zal het moeten gebeuren. Ik werp de ratelplug naar de ondiepe zijde en laat de ratelplug afzinken tot de bodem omdat ik vermoed dat de snoek vandaag wel heel diep ligt. Daarna probeer ik langzaam en met rukjes binnenvissend zo goed mogelijk het afgaand talud te volgen. Zelfs met een 28 zware ratelplug is het zeker niet eenvoudig goed contact met de bodem te houden zonder dat de lijn al te veel slap valt. Na enkele malen lukt het vissen met de Aruku langs het talud steeds beter. Ik begin er zowaar zin in te krijgen. Misschien lukt het me op deze manier wel.  Ik besluit halsstarrig op deze gekende hotspot vol te houden. En ja, plots krijg  ik een zeer geniepige aanbeet. Op mijn aanslag buigt mijn hengel zwaar door. De vis vecht hard op een meter of tien diepte. Door het stompen van de vis denk ik eerst aan een grote snoekbaars. Maar als het een snoekbaars is, is het wel een hele grote want na drie minuten heb ik de vis nog niet van de bodem gekregen.  Plots verandert de vis van strategie en komt plots naar de oppervlakte. In de enorme kolk zie ik de contouren van een grote snoek. Geen snoekbaars dus. De snoek probeert nog enkele ontsnappingspogingen onder de boot, maar zonder resultaat.   Een paar minuten later ligt een behoorlijke dikke kanjer, de Aruku dwars in de bek, in de boot.   Even nameten leert ons dat deze moddervette snoek 102 cm lang is.   Mijn dag is nu al geslaagd.  De volgende worp plaats ik een tiental meter verder. De Arukushad zinkt af tot de bodem. Na een vijftal meter binnenvissen langsheen  de bodem komt de ratelplug met een doffe dreun  tot stilstand. Opnieuw vecht diep een snoek. De hengel buigt opnieuw tot het handvat door. Na een hevige , doch korte dril, kan opnieuw een heel mooie snoek geschept worden.  99 centimeter meet ze, net geen meter. Wie durft nu nog te beweren dat grote snoeken buiten het paaiseizoen niet bij elkaar liggen. Wat als een heel moeilijke dag begon, is plots veranderd in een dag met een gouden randje.  Een volgende worp levert opnieuw een zeer harde klap op. De vis neemt direct 20 meter lijn van de spoel. Dit kan toch geen snoek zijn. Het is er ook geen, maar wel een twaalf kilo zware schubkarper die in buikvin gehaakt heb. Mooi, maar niet reglementair gevangen.
Omdat ik maar één Arukushad bij me heb voorzie ik Nico van een Rattlin’ Rapala in firetigerkleur. Deze ratelaar redt zijn dag met twee snoeken. Ook ikzelf weet nog een snoek te vangen zodat het eindtotaal op zes stuks komt.  Vaak ben ik het middelpunt van spot omdat ik een immens grote kunstaastas meezeul. Vandaag waren Nico en ik maar al te blij dat in de kunstaaswirwar toevallig twee ratelpluggen van de partij waren.        

vrijdag 16 december 2011

Twee doubletten

Na de laatste drift
De wonde in mijn voet heeft me er niet van weerhouden drie dagen te jagen. Moeilijk gaat immers ook. "Tenslotte is een kermis een geseling waard", zoals men hier in de volksmond zegt.
Zondag brachten we een halve dag in ons jachtrevier door op zoek naar fazanten die nog mochten geschoten worden zonder dat de totale populatie er onder kwam te lijden. Intensief zoekwerk langs bermen, in bosjes en rietkragen leverden ons nog drie fazantenhanen en drie hennen op. Gedurende de voormiddag konden bijkomend nog een konijn en een wilde eend gestrekt worden.
Maandag was ik uitgenodigd voor een fazantenjacht deels gedreven, deels voor de voet. Om de populatie op peil te houden mochten geen hazen meer geschoten worden. De week ervoor was voor de eerste maal op dit jachtterrein een vos gezien en ook  geschoten. Hij kwam uit de groenbemesting gelopen, juist binnen schot, met als gevolg dat een attente jager de vos dodelijk kon raken. Aangezien er nog vossen gesignaleerd waren, werd aan de drijvers en de geweren gevraagd extra attent te zijn. De eerste drie bossen, die bejaagd werden, leverden mooie schoten op verre fazanten op. Niettegenstaande er overal op het terrein verse vossensporen zichtbaar waren, waardoor de vossenkoorts bij iedereen steeg, liet Reintje zich niet zien. In de namiddag werd het stuk groenbemesting, zo'n 4 ha groot, waar verleden week de vos geschoten werd, bejaagd. Verse sporen van vossenpoten overal, maar eens te meer bleek de vos niet thuis. Dan maar naar een veel groter stuk mosterzaad. Vier geweren worden op de flanken en op kop geposteerd, twee geweren gingen mee in de drift. Marc stond pas op zijn plaats toen twee schoten weerklonken. Mis. Enkele seconden later zagen we een lichtgekleurde vos langs de zijkant en buiten schot de geweren ontvluchten. Die vos zagen we zeker niet meer terug. Paul en ik gingen ondertussen naar het begin van de drift. Plots was de hond aan onze aandacht ontsnapt. Hij moet wat op het spoor geweest zijn, want tot onze verbazing sprong totaal onverwacht, honderd meter verder en dus terug buiten schot een donkerkleurige, bijna zwarte, vos uit de groenbemesting op de vlucht. Terug een kans gemist. Hoe dan ook is het deze slimme rakkers gegund. Al vraag ik me af hoe uiteindelijk deze vossenhistorie gaat aflopen. Dit jaar ben ik immers bijna op geen enkel jachtterrein geweest zonder tijdens de jacht vossen te zien of zijn minst de sporen ervan. Het was een schitterende jachtdag op fazanten, opgesmukt met de plotse verschijning en verdwijning van twee vossen. Op het einde van de dag lagen op het tableau 30 mooie fazanten. In de jachthut werd natuurlijk uitvoerig nagepraat over de slimme vossen, die ons weer eens te vlug af waren.
Dinsdag zou besteed worden aan een gemengde jachtdag op eenden, Canadese ganzen, fazanten in de voormiddag en hazen in de namiddag. Het was zeer guur weer. De wind was stormachtig. Op mijn vraag kreeg ik een plaats aan de grote vijver toebedeeld waar normaal gezien de eenden en ganzen bijna nooit heen vliegen. De drijvers lieten de talrijke eenden en Canadese ganzen op de vleugels gaan. Twee wilde eenden zwaaiden af. Met twee opeenvolgende rake schoten vielen ze morsdood uit de lucht. Even later kwamen links, doch te ver van mij, een tiental Canadese ganzen aangevlogen. Ik wou juist de pas geschoten eenden oprapen maat toen ik de ganzen zag komen aanvliegen, kon ik me nog net in een bosrand verstoppen. En de ganzen kwamen terug, nu juist binnen schootsafstand. Met twee schoten, vielen twee ganzen met slappe nek en toegevouwen vleugels dood uit de lucht. Twee zware ploffen tegen de grond. Daarin was ik nog nooit geslaagd Tweemaal twee schoten in vijf minuten met 4 stukken wild als resultaat. Twee doubletten. De patronen Mirage steel nummer drie hadden terug hun werk naar behoren gedaan. De volgende twee bossen was het geluk minder aan mijn zijde. Ik miste een fazant die zeker niet te missen was. Te zelfzeker zeker ? Met een ver schot kon ik wel een houtduif binnenhalen. Mijn medejagers wisten nog enkele fazanten en een haas te bemachtigen. De gehele namiddag werd besteed aan gedreven hazenjacht. Een aantal hazen gingen reeds vroeg op de lopers en liepen naar achter en naar achter lopende hazen worden bij ons niet beschoten. Enkele hazen wisten tussen de geweren, die ver van elkaar geposteerd stonden, te ontsnappen  Geen probleem, zo blijft het hazenbestand voor volgend jaar gevrijwaard. De laatst drift stond ik opgesteld achter een rietkraag aan de zijkant van een maïsstoppel. Plots hoorde ik vlakbij het geroep van een patrijs. Voorzichtig keek ik door het riet en zie zowaar een klucht van acht patrijzen slecht enkele meters van mij verwijderd. Als ze me in het zicht krijgen, vliegen ze op over de andere geweren. Onbeschoten. Niet alleen is de jacht op patrijs gesloten, in dit revier worden ze beter gespaard. Nog maar net zijn de patrijzen verdwenen of met een tussentijd van een minuut komen twee hazen me toegelopen. Allebei binnen schot. Allebei met één schot dood. Een mooie afsluiter van een jachtdag met behoorlijk wat wild want ook de andere geweren weten nog een vijftal hazen te bemachtigen.

donderdag 15 december 2011

Gehaakt

Bij mij was het een dreg
Liefst vis ik weerhaakloos.  Alleen bij snoekstreamers met een enkele haak durf ik weleens een uitzondering te maken. Maar voor de rest, alleen maar weerhaakloos. Eerlijk is eerlijk, je mist weleens een snoek of baars maar voor het overige biedt weerhaakloos vissen alleen maar voordelen. Je onthaakt veel vlotter, zeker als de haken diep zitten. De vis raakt veel minder beschadigd en daar streef je als visser die zijn buit terug zet toch naar. Maar ook zelfbehoud noopt me tot het vissen met weerhaakloze haken. Tot zaterdag ll. belandde ik vier maal in het ziekenhuis in de spoedeisende hulp. Vier maal had ik een dreg in een lichaamsdeel en die koppige haak kreeg ik er niet uit. Niet dat de behandelende artsen er goed raad mee wisten want in drie van de vier gevallen heb ik na verdoving de haak er zelf moeten uit prutsen.
Verleden zaterdag had ik een doosje vlijmscherpe dreggen nr.4 gekocht. Toen ik de verpakking opende, verloor ik prompt een dreg die ik zelfs na lang zoeken niet terug vond. Een halve dag later was ik de verloren dreg al lang vergeten totdat ik op mijn kousenvoeten erin trapte. Hoera, ik had de dreg terug gevonden ! Spijtig genoeg zat de haak tot aan de haaksteel in mijn voetzool. Ik voelde de punt tegen mijn bot prikken. Lekker is anders. En spijtig genoeg zat aan de haak nog een weerhaak waardoor de haak werkelijk muurvast zat. Om mijn huisgenoten, die reeds in bed lagen, niet te verontrusten, besloot ik mezelf te onthaken. Heen en weer wrikken en gelijktijdig terugduwen, zoals je bij het onthaken van een snoek doet, hielp me niet verder. Dan maar met de dreg in de voetzool Youtube geraadpleegd. Al vlug vond ik een filmpje (http://www.youtube.com/watch?v=nSm1BmnkB5c) met aanwijzingen. De truuk bestaat erin de haaksteel naar beneden te drukken terwijl je tegelijkertijd met een stuk draad aan de haakbocht trekt. Op film ziet het er mooi uit en gaat het heel vlot. Wat dacht je ? Bij mij zelf lukte het voor geen millimeter.
Dan maar op de tanden gebeten en nogmaals geprobeerd de haak uit mijn eeltige voetzool te halen. Wat me uiteindelijk met behulp van een zware onthaaktang gelukt is. Wat een opluchting. Na een ontsmettend voetbadje met Neosabenyl  nog even ontsmetten met Isobetadine. Een tetanusprik hoeft niet, want ik zorg er steeds voor dat ik tijdig de herhaalinjecties krijg. Niet voor niets waarschuwt de verpakking van de dreggen voor gevaren, heb ik aan den lijve ondervonden. Moge het voor jullie een waarschuwing wezen.       

woensdag 7 december 2011

Zes-nul in mijn nadeel

Mijn vismaten en ik houden van storm. Hoe harder de wind, hoe beter snoekweer. Zeker als die wind uit het zuidwesten komt.
Toen ik zag dat het woensdag ging stormen uit het zuidwesten was de afspraak met mijn vismaat Paul vlug gemaakt. We zouden in de polder gaan kunstaasvissen op snoek. Streameren zou immers moeilijk zijn. Voor het gemak werd doodaas thuis gelaten. Dat sparen we voor als het echt koud is en de snoeken trager worden. Als het hard waait, is de snoek los en dan steekt het niet zo nauw, denken we graag. Ons kunstaas zouden ze zeker niet voorbij laten gaan.
Dus vandaag op naar dat vergeten Hollands poldertje, waarvan we nog altijd menen dat we het voor ons alleen hebben. Of toch bijna. De plaatselijke veehouder, die na al die jaren nog steeds verbaasd is dat we uit België komen om daar "of all places" te vissen, weet ons toch te bevestigen dat hij op zijn weilanden zelden of nooit vissers ziet. En dat vinden zeker niet erg.
Harde wind, grote poldersnoek
Om elf uur wordt met vissen gestart. We gaan de polder in. Twee buizerds, achterna gezeten door evenveel kolerieke zwarte kraaien, zweven boven de weiden op zoek naar een prooi, net als wij. Een dertigtal smienten zijn verrast door onze aanwezigheid en slaan op de vlucht. Ook de honderden grauwe ganzen die op het weiland aan het foerageren zijn, zien onze aanwezigheid niet zitten en vliegen op. In de verte hoor ik geweerschoten. Een hazenjacht is aan de gang. Maar we zijn hier echter niet om te jagen. Ik knoop er een drijvende rood-witte Bill Lewis Ratl'n'trap, een miskende topper uitermate geschikt voor poldervissen, aan. Paul een 15 cm lange shad. Al na een kwartier dien ik de ratelplug te wisselen. De harde wind maakt het vissen ermee quasi onmogelijk. Steeds slaan de dreggen rond de onderlijn. Ik verwissel voor een geel-groene Strike Pro Babybuster. Na een halfuurtje krijg ik op zes worpen zes aanbeten van dezelfde snoek. De zevende worp krijg ik opnieuw een aanbeet  Hij hangt even, maar is even vlug weer los. Paul heeft ondertussen gewisseld voor een oranje tweedelige Fox Micro Dolphin. Een klein jerkbaitje met een weinig zeggende actie, vind ik. Een kwartiertje later krijg ik op de Babybuster opnieuw een heel lichte aanbeet. Ik sla en zie nog net een snoek van rond de zeventig centimeter los schieten. Zo gaat het bij mij de gehele namiddag door. Ik krijg nog zeker tien aanbeten, enkele van heel mooie snoeken. Helaas, ik krijg geen enkele snoek in handen. Ik breng het niet verder dan twee snoeken die vlak voor het landen de haak weten te lossen. Bij zoveel tegenslag moet ik denken aan het laatste verhaal van Geert Vandeplancke (http://www.fishtic.com/) waarbij hij bij zijn laatste vissessie ook bijna geen snoek kon haken. Maar hij scoort toch nog altijd beter dan ik. Kan ik het niet, Paul kan het des te beter. Met zijn micro Dolphin weet hij bijna al zijn aanbeten te verzilveren. Zes snoeken vangt hij met een kunstaasje dat ik tot vandaag nooit aan mijn onderlijn zou gehangen hebben. Maar nu wel. De laatste snoek van de dag is net geen meter. Hij vangt haar op dezelfde plek waar ik verleden jaar een exemplaar van 92 cm ving. Zou het dezelfde zijn ? Met een twintigtal aanbeten en zes effectief gevangen snoeken sluiten we dag af. Mooi toch ? Goed gedaan Paul. En dat meen ik. Al doet de nul wel een heel klein beetje zeer.

dinsdag 6 december 2011

Afgepeigerd

De combinatie werken, vissen, jagen en een aanslepende bronchitis hebben ervoor gezorgd dat ik nog steeds behoorlijk moe rondloop en moeilijk recupereer. Ik sleep me zowat een beetje door de dag heen. Maar opgeven, neen hoor.
Zo ben ik verleden week zaterdag en woensdag het jachtterrein in geweest.
De jacht op haas en fazant loopt voor ons al op een einde. Voorzichtig met de wildstand omspringen is het devies. Zaterdag was het de laatste jachtdag in het kleinste van onze jachtrevieren. We zijn steeds zeer voorzichtig wat het hazenbestand betreft. Daarom bejagen we nooit het volledige jachtterrein en leggen we ons zelf een maximumnorm van te oogsten hazen op.  Het maximale aantal hazen was sinds  de voorgaande jachtdag reeds bereikt. Deze dag zou dan ook besteed worden aan het bejagen van eenden en fazanten, maar ook aan een tocht doorheen het grootste deel van het revier om de wildstand eens van dichterbij te bekijken. Een geruststelling : het hazenbestand leek ons nog goed in orde. Her en der gingen voldoende hazen op de lopers. Als de natuur ons goed gezind is en we gespaard blijven van verkeersslachtoffers en stropers, belooft volgend jaar terug een goed jaar te worden.  Een dertigtal eenden, die op een nat weiland aan het foerageren waren, vlogen te vroeg en te ver op en bleven buiten schot  Enkele fazanten wisten ons te verrassen en de dans te ontspringen. 's Namiddags sloten we af met twee fazanten. Het was genoeg voor dit jaar. Het was hier mooi geweest. We eindigden allen samen met Sinterklaas en zijn Pieten, die op doortocht waren, in het dorpscafé.
Verleden woensdag was ik geïnviteerd voor een jachtpartij in een revier met bosjes, weilanden en vijvers. Het zou een jachtdag met een "mixed bag", zoals de Engelsen zeggen, worden. Het weer was prachtig en alles zat die dag voor mij mee. Zelden heb ik zo goed geschoten met staalhagel.
Sinds staalhagel verplicht geworden is, heb ik er nooit vertrouwen in gehad. Met lood was ik een behoorlijke schutter. Ik vind het als jager immers je plicht het wild zo goed mogelijk (niet te ver, niet te dicht, met de juiste patronen, enz.) aan te spreken om het zo snel en humaan mogelijk te doden. Staalhagel heeft volgens mij de weidelijkheid in de jacht naar beneden gehaald. De slagkracht van staal is niet zo groot als van lood waardoor wild vaak niet direct dood is door het schokeffect, maar slechts gekwetst.Hier heb ik het nog altijd moeilijk mee. Nazoeken is veel meer dan vroeger nodig. Aangezien de slagkracht van staalhagel aanzienlijk minder is dan van lood zie je ook soms niet dat wild gekwetst is. Verschillende keren zijn we reeds verrast door fazanten en eenden, die schijnbaar niet getroffen waren, enkele honderden meters ver plots dood uit de lucht vielen. Blijven nakijken is dus noodzakelijk. Een ander nadeel is dat staalhagel veel meer interne schade aan het wildbraad toebrengt en het wild veel meer bloedt. Schiettechnisch spreidt staalhagel niet zo goed als lood en is de weidelijke schootsafstand minder ver dan vroeger. Door een combinatie van weinig vertrouwen en het verschil in ballistische eigenschappen, zijn mijn schietprestaties met staalhagel veel minder consistent dan vroeger met loodhagel. Aangezien ik in het verleden steeds met loodhagel nr. 5 schoot, schiet ik nu met staalhagel nr. 3. De literatuur stelt immers dat staalhagels steeds twee nummers kleiner dient genomen te worden om in overeenstemming te zijn met loodhagel. De laatste jaren gebruik ik patronen Mirage soft steel (what's in a name, de korrels zijn nog met geen voorhamer te pletten), cal. 12, 32 gram, nr. 3. Ik geraak er meer en meer aan gewoon, maar het zal nooit mijn voorkeur wegdragen.

 De jachtdag startte aan een grote vijver waar de drijvers tientallen wilde eenden en Canadese ganzen deden opvliegen. Het grootste deel had de geposteerde jagers opgemerkt en ontweek ons op een behendige manier. Ik zag twee eenden plots afwijken en mijn richting uitvliegen. Twee schoten en daar lagen twee wilde eenden, die de hond direct apporteerde. Een goed begin. en zo ging de gehele dag op hetzelfde elan verder. Twee Canadese ganzen wist ik met evenveel schoten uit de lucht te plukken. Ze kwamen met twee harde ploffen, gelukkig maar, juist naast de drijvers neer. Bij het bos slaagden de faznten er niet in aan mijn schoten te ontkomen. Het einde van de jachtdag was een drift over circa 40 hectaren akker, maïsstoppel en weiland waar ik langs de zijkant in een gracht geposteerd stond. Normaal gezien niet de beste plaats. Maar het geluk zat me mee. Drie hazen liepen op tien minuten tijd mijn richting uit. Ik hield me doodstil om telkens maar aan te leggen als ze binnen schot waren. Mijn taktiek had resultaat. Ik kon de dag afsluiten met drie hazen. In totaal 11 stuks wild met 12 patronen. Ik was echt tevreden met mezelf, maar toch ook een beetje verveeld omdat ik als gast het merendeel geschoten had. Zoals altijd kwam mijn voldoening niet uit het aantal, maar uit de manier waarop.  En die was vandaag meer dan ok.

donderdag 1 december 2011

Kleine dingen die het doen (7) - Spro Shad Stinger Spike

Spro Stinger Spikes
Bij het vertikalen vind ik het noodzakelijk alle snoekbaarsshads van een extra dregje te voorzien. Driekwart van de snoekbaarzen vang ik immers aan deze stingerhaak zodat zonder dit geniepig bijkomende haakje heel wat vissen zouden gemist worden. Het kan aan mij liggen maar ik heb trouwens de indruk dat de aanbeten van snoekbaars op heel wat waters veel minder hard dan vroeger zijn. Waarschijnlijk maakt de hengeldruk de vissen voorzichtiger. Als je het geluk hebt op niet of heel weinig bevist snoekbaarswater te kunnen vertikalen, zul je waarschijnlijk net als mij ervaren dat op die plaatsen snoekbaarsaanbeten vaak snoeihard zijn. Het extra dregje, meestal een Gamakatsu 13B, maat 6, bevestig ik aan eindje dacron van 15 pond.  Ik doe het nog steeds zoals in het prille begin : ik bevestig het dregje zo dicht mogelijk bij de staart van de shad en fleur het onderlijntje door de shad heen. Het lusje van het onderlijntje komt over het oogje van de haak te liggen. Let wel op dat het dregje voldoende ver weg van de shadstaart blijft want anders slaat de staart constant over het dregje heen en dat is heel vervelend. Voor kleine shads vind ik deze bevestigingmethode nog steeds de beste. Ik vind het meer effïciënt en gestroomlijnd dan zomaar de stingerhaak in de rug van de shad te prikken. Het zou echter te mooi zijn, mochten er geen nadelen zijn. Zo vangt de buikdreg beduidend meer vuil, hang je vlugger vast en scheurt de shad gemakkelijker uit. Bij heel zachte shads (zoals de Dull Shad van Spro) en bij al mijn grotere (snoek)shads bevestigde ik mijn dreggen tot voor kort via korte rvs staafjes die ik zelf ineen knutselde. Voor dit doe-het-zelf werk heeft Spro ondertussen een oplossing gevonden in de vorm van Stinger Spikes : 2 cm lange pennetjes voor de snelle bevestiging van stingerhaken in shads. Bovendien zorgt deze bevestiging ervoor dat de dreggen steeds vrij hangen waardoor de inhakingskans aanzienlijk vergroot en  dat bij het haken van een vis het pennetje uit de shad schiet waardoor de shad los van de dreg (met vis) komt. Echt een zeer praktische oplossing die door Spro geboden wordt. Ik ben er zeer tevreden mee. Gedaan met knutselen.

dinsdag 29 november 2011

Poging in de polder

Deze voormiddag had ik wat tijd over. Wat doe je dan ? Juist, de Nederlandse grens over en de polder in.
Vandaag had ik een kilometer lange kaarsrechte wetering op het oog, een polderwater waarin ik tot nu toe nog maar één maal gevist had. Met resultaat, herinner ik me echter nog.
Er stond een behoorlijke wind dwars over het water. Echt snoekweer. Dit zou het worden.
Spijtig genoeg is het waterpeil in deze polder de laatste maand bijna een halve meter gezakt waardoor er op veel plaatsen met moeite 40 cm water staat.  Op zich geen beletsel voor grote snoek. Welke snoek wordt immers 40 cm hoog ?  In ondiep water vissen is, mits gebruik van het juiste kunstaas, geen enkel probleem. Maar als datzelfde water ook nog op veel plaatsen overwoekerd is door een soort draadalg, dan is kunstaasvissen plots niet meer zo leuk. Ik startte met een Foxshad in forelkleur, voorzien van twee weerhaakloze dreggen en lichtjes verzwaard. Forellen hadden de snoeken in deze polder zeker nog niet gezien, maar het is en blijft een vangerige kleur. Het lukte wonderwel om boven de bodem te vissen, al diende ik om drie worpen die vervelende draadalgen te verwijderen. Het begon me na een tijdje steeds meer te ergeren.  Een uurtje stug doorvissen leverde niets op. Tijd om de shad te wisselen voor een originele, 15 cm lange, geel-oranje Grandmaplug. Een plug die heel traag te vissen is en daarbij een heel mooie slangachtige flankende actie heeft. Juist toen ik opnieuw wilde starten stopte de rattenvanger bij mij voor een praatje. Hij was juist zijn ronde aan het doen. Klemmen controleren.
Een plug mag groot zijn
Het bleek ook een visser en jager te zijn. Zijn voorkeur ging uit naar zeebaarsvissen ("het is toch veel minder dan vroeger hé", wist hij) en hazenjacht in de polder. Ik kon alleen maar beamen dat het zeebaarsvissen niet meer is wat het was en dat de hazen- en fazantenstand de laatste jaren met rasse schreden achteruit gaat. Zoals altijd kregen de vossen de schuld. Voor een deel terecht, antwoordde ik, maar er spelen nog veel andere factoren zoals de grootschalige landbouw. 
De rattenvanger reed weg, ik kon opnieuw aan de slag. Na een kwartiertje kreeg ik een voorzichtige aanbeet en kon dra een snoekje onthaken. Daarna bleef het stil. Het laatste uur wisselde ik voor een Baby Buster van Strike Pro. zoals ik reeds schreef mijn favoriete jerkbait voor de polder. Klein, niet te zwaar en mits op de goede manier binnen getikt, vol van actie. Een vanger van jewelste, wijd uitslaand met een verleidelijk wiebeltje. Een schril contract met de Strike Pro Buster Jerk 2, ook geschikt voor de polder maar waarin veel moeilijker actie te krijgen is. Althans ik kan er niet goed mee vissen. Er zijn blijkbaar een schare vissers die dit wel kunnen en dan ook goed vangen met de Buster Jerk 2. De Baby Buster deed zijn naam eer aan en leverde me een babysnoek van 30 cm op en een volger die vlak voor mijn voeten een grote kolk sloeg. Langzaam begon het te druppelen. Tijd om te stoppen. Naar huis waar een hoop administratie op me wachtte. Ook dit moet gebeuren.

Nog eens een update

Door drukke werkzaamheden was ik nog niet aan het verslag van het afgelopen weekend toegekomen.
Visdag gered met een Dullshad van Spro 
Zaterdag ging ik terug op mijn ééntje met de roeiboot erop uit. Mijn vismaten daarentegen verkozen een clubwedstrijd in de Hollandse polder. Ikzelf voel niet zoveel voor wedstrijden en dat weten en respecteren mijn vrienden. Dus bleef ik alleen achter.
Maar af en toe eens enkele uren voor jezelf hebben, is ook niet mis. Om negen uur dobberde ik al rond op de zandwinningsplas. Mijn ene (snoek)hengel voorzien van een Foxshad van 17 cm, mijn andere (snoekbaars)vertikaalhengel voorzien van een kleine geel-groene Dullshad. Drie uur werpend vissen op snoek met grote shads, jerkbaits, lepels en pluggen bracht geen enkele actie teweeg. Een getakelde dode vis op een drachkovitztakel leverde me welgeteld één volger van een piepklein snoekje op. Ondertussen was de zuidenwind, nochtans een goede windrichting, dermate aangewakkerd dat ik steeds weer honderden meters tegenwind diende te roeien om dan te snelle driftjes te kunnen maken.  Heel veel inspanning voor weinig effectieve vistijd. Aangezien het succes uitbleef, was ik dan maar overgeschakeld op de hengel met de kleine shad. Misschien zou het me wel lukken een snoekbaars te vangen. Na tien minuten diagonalen - door de strakke wind lukte vertikalen al lang niet meer - kreeg ik op zo'n 10 meter diepte alsnog een korte droge tik op de shad. Wat geeft die dunne gevlochten lijn toch de aanbeten goed door. Aanslaan en hangen. Enkele minuten later lag een snoek(je) in de boot. De Dullshad was, zoals gewoonlijk, volledig kapot gescheurd. Goede vangers deze shads van Spro, maar degelijk ? Vergeet het maar. Bijna elke vis kost je een shad.  Even later begint het dermate te  waaien dat roeiend vissen met mijn aluminiumboot niet langer gaat. Zo komt vroeger dan verwacht een einde aan deze visdag.
De zondagvoormiddag brengen we door in het jachtrevier. Het plan is honderden meters lange en brede rietkragen te bejagen op zoek naar fazanten. We weten dat er een behoorlijk aantal fazanten aanwezig is, maar deze wilde vogels zijn ware meesters in het zich verschuilen in de dekking. Bovendien gaan deze fazanten, zeker de hanen, bij het minste gerucht op de loop en geven ze je het nakijken. De wind wakkert aan tot stormachtig wat het jagen en schieten er zeker niet gemakkelijker op zal maken. En zo geschiedt het inderdaad. Fazanten gaan plots en totaal onverwacht op uit de dekking, keren zich snel om en vliegen plots pijlsnel achteruit. Pang, pang. Mis natuurlijk. Fazanten gaan ver en buiten schot op. Terug een kans gemist. We lachen erom. Geen vuiltje aan de lucht zolang de fazant maar heel goed gemist wordt en niet gekwetst.  Qua schietkunsten moeten we op deze  winderige dag voor elkaar niet onderdoen. We krijgen zeker kans op vijftien fazanten, maar halen uiteindelijk maar twee hanen en vijf hennen binnen. Het tableau wordt vervolledigd met een konijn en een bosduif. Onze drijvers zijn eerst verbaasd en daarna lichtjes kwaad. Moeten zij zoveel moeite doen opdat wij telkenmale zouden missen ? We sluiten de jachtdag af met de belofte volgende zaterdag beter te presteren. Meer kunnen we niet beloven. Gelukkig maken een stevige maaltijd en enkele glazen uitstekende wijn uiteindelijk veel goed.

woensdag 23 november 2011

Wellicht de mooiste jachtdag van het jaar

Zowel in het hengelen, als in het jagen, is mijn vreugde niet afhankelijk van het aantal geschoten stukken wild of een fantastisch grote visvangst. Ik laat me niet leiden door het getal. Competitiedrang zit sowieso al niet in mij.
Veel meer tellen de natuurbeleving, het aangename gezelschap, de kameraadschap, de fijne maar ook soms grove humor, de nostalgische verhalen, de borrel of het biertje tussendoor, een ree of een vos die plots uit de dekking springt, de vangst van een snoek met een nooit gebruikt en zelf gemaakt kunstaasje na uren vruchteloos vissen of een aartsmoeilijk, doch zuiver schot op een verre bosduif. 
Reeds tien jaar heb ik geluk om éénmaal per jaar voor een jachtdag in één van de mooiste jachtrevieren van Vlaanderen uitgenodigd te worden. Een jachtterrein met een prachtig en gevarieerd biotoop met volop open ruimte die toch zo zeldzaam geworden is in Vlaanderen. Een jachtveld vol natuurlijk wild waaraan de jachtheer dagelijks veel zorg besteedt om uiteindelijk maar slechts tweemaal per jaar te jagen. Een plezier dat hij voornamelijk zijn vrienden gunt. Het zijn er maar twee, maar wat een prachtige jachtdagen zijn dat dan wel steeds.
Het begint reeds 's morgens met de meest hartelijke en gemeende ontvangst door de jachtheer en zijn ravissante echtgenote. Die dag zien oude jachtvrienden elkaar. Bij een verse tas geurende koffie of thee wordt het verloop van de dag besproken en worden strenge consignes meegegeven over wat wel, wat niet en wanneer mag geschoten worden, waar ieder geweer zijn plaats is, alles wat noodzakelijk is voor een goed en veilig verloop. Na een gezamenlijk waidmansheil kan de jacht van start gaan. Er hangt een plezierige spanning. De acht geweren staan op scherp. Tien drijvers staan te popelen om eraan te beginnen. Onderling geven ze commentaar op de schieykunsten van de jagers. Het zou me niet verwonderen dat ze wedden welke jager eerst zal missen.  Na al die jaren kent iedereen iedereen door en door. Jagers, hun gezelschap (enkele vrouwen en kinderen gaan immers ook mee) en drijvers vormen samen één geolied geheel.
Vandaag wordt afwisselend voor de voet en geposteerd gejaagd. Zeven driften vinden plaats in de voormiddag, drie in de namiddag.
Tijdens de eerste drift sta ik geposteerd op nummer één, aan de zijkant van een lang bos. Al van bij het begin vliegt een houtsnip op. Het zal de enige zijn, die we deze dag zullen zien.  Wat een mooie en mysterieuze vogels zijn deze langbekken toch. Spijtig genoeg niet langer meer bejaagbaar in Vlaanderen door een op zijn minst weinig wetenschappelijk onderbouwde en betwistbare politieke beslissing. Overigens mogen houtsnippen in Wallonië wel legaal bejaagd worden. Twee diametraal verschillende regelingen in zo'n klein landje. Wie snapt dit nu ?
Verschillende fazanten vliegen achtereenvolgens pijlsnel op. Te ver voor mij zodat ik geen geen kans voor een schot krijg. Mijn buur, vijftig meter verder, weet er evenwel twee uit de lucht te plukken.
Bij de volgende drift worden een haas en enkele fazanten gestrekt. Een bosduif, die bij het overvliegen van het bos bij het zien van de geweren plots van koers verandert en me te dicht benadert, weet ik met een voltreffer kikdood uit de lucht te halen.
De volgende traque jagen geweren en drijvers, afwisselend zij aan zij, voor de voet doorheen zo'n 10 ha groenbemesting. Verschillende fazenten vliegen uit de dekking op en kunnen binnengehaald worden. Hazen en konijnen worden in het hoge mosterzaadveld opgemerkt maar zijn zo slim de dekking niet te verlaten en buiten schot te blijven. De volgende drift sta ik op het einde van een bos. Ik kan  na elkaar en telkens met één schot een bosduif, een fazantenhen en een konijn schieten. Er volgen nog enkele driften voor het middageten. De jachtgoden zijn me vandaag goed gezind. Op een kwartier tijd vliegen drie fazantenhennen in mijn buurt uit het riet op. Met evenveel schoten vallen ze neer.
's Middags wordt het eten, een assortiment van belegde broodjes, erwtensoep, een biertje en een borreltje toe, geserveerd in een rustieke koeienstal midden in het jachtveld. Na aanvankelijk mistig weer, is het een prachtige jachtdag met mooi zonnig weer zonder enige bewolking geworden. Na het eten keuvelen we wat na, waarna een intensieve wandeling door een tien hectare groot veld met hoog opgeschoten mosterzaad, dat kris kras door elkaar ligt, voor de spijsvertering zal zorgen.
Allen samen door de groenbemesting
Wanneer we een meter of honderd gevorderd zijn, veert plots de groenbemesting op. Met rustige sprongen verlaat een reegeit het veld, waarna nog een geit, een reebok en een reekits volgen. Een prachtig zicht waarnaar drijvers en geweren vol bewondering staan te kijken. Wie had tien jaar geleden kunnen denken dat Vlaanderen ooit zoveel reeën zou herbergen ? Het veld levert een zestal fazanten op. Als deze drift afgeblazen is en iedereen samen het resultaat staat te bespreken, merkt één van de geweren plots een vos op die achter onze rug het veld mosterdzaad verlaten heeft. Hij is reeds ver buiten schot als deze sluwe rekel even stopt en omkijkt. Vervolgens worden op een groot blok akkerland nog vier hazen geschoten. Afgesloten wordt met een laatste traque doorheen een bosperceel. Twee fazantenhanen weten te ontkomen door achteruit te vliegen. Enkele andere fazanten en een haas lopen naar de geweren toe en worden geoogst. Ikzelf kan met een vlug schot nog een konijn binnen halen.
We sluiten deze prachtige dag met en tableau van 32 stuks, hoofdzakelijk fazanten, maar ook vijf hazen, drie konijnen en twee duiven. Iedereen is het erover eens : er is zeer goed en zuiver geschoten. Er was weinig nazoeken nodig en weinig of geen wild werd ziek geschoten. We kunnen ons allen verfrissen en klaar maken voor het traditionele afsluitende jachtsouper. Volgend jaar ontmoeten we elkaar hopelijk opnieuw.
  

zaterdag 19 november 2011

Alleen snoeken in de mist

Zelden vis ik alleen. Met twee vind ik het leukst, met drie gaat ook. Maar toch, met drie in de polder wil het nog wel lukken, maar met drie in de boot is al veel, soms te veel om gemakkelijk te kunnen hengelen. Als het niet goed wil gaan, heb je aan je vismaat niet alleen een gesprekspartner. Als het een beetje meezit, vindt je vismaat het vangende kunstaas van de dag, waar jij natuurlijk je profijt mee kan doen. Al moet ik zeggen dat ik om één van mijn vismaten een beetje op stang te jagen, ik vaak met onbekend kunstaas vis. Kunstaas waarvan ik weet dat hij het niet (bij zich) heeft. Toen de Illex Freddy juist op de markt was, ving ik in Ierland op een moeilijke dag met een exemplaar in de firetigerkleur in 8 worpen 8 snoeken boven en naast een bed fonteinkruid. Direct zag ik teleurstelling op het gelaat van mijn vismakker. Hij had immers dit kunstaas niet. En ik had maar één exemplaar en hij was te fier om mijn kunstaas te vragen. Ik wist toen al, dat, éénmaal hij terug in België zou zijn, direct een heleboel Freddy's in alle kleuren zou inslaan. Het jaar daarvoor had hij immers al de volledige voorraad Abu Atoms opgekocht.
Vandaag ging ik er alleen op uit. Op een zandwinningsplas met de roeiboot en zonder elektronische apparatuur. Zuiver op het gevoel en op de kennis, die ik de laatste jaren over dit water opdeed. In de mist, aanvankelijk geen meter zicht. Zuidoostenwind. Laat ik dit nu samen met mist slechte visomstandigheden vinden.
Op mijn eentje roeide ik dus door de dikke mist de plas op. Luid hoestend omwille van een hardnekkige bronchitis. In de boot een 10 voets Orvis-streamerhengel en een CJW 30 gramsvertikaalstok, die ik ook vaak als plug- en jerkbaithengel gebruik.
Een uurtje streameren leverde geen enkel aanbeet op zodat ik op deze meer dan 10 meter diepe plas, die zowel snoek als snoekbaars bevat, met shads en jerkbaits aan de slag ging. Alhoewel dit meer niet zo intensief bevist wordt, is het ook bij gunstige weersomstandigheden een moeilijk water waar evenwel kanjers van snoeken en snoekbaarzen te vangen zijn. Spijtig genoeg nooit veel. Maar de voldoening is des te groter wanneer je er één aan de haak kunt slaan.
Werpend vissen met het oude model Fox Proshad leverde niets op. Als dat al niet lukte. Had ik het niet gedacht, zo'n slechte visomstandigheden. Ik had beter thuis gebleven en wat achterstallige huishoudelijke klusjes gedaan, mopperde ik inwendig. Maar neen, ik moest zo nodig er op uit. Alleen dan nog, op deze koude en mistige plas.
Aangezien het visbestand op dit water behoorlijk is en volhardend vissen vaak verrassingen oplevert, besloot ik het toch nog niet op te geven. Wellicht zou wat muziek de moed er in houden. Ipod op shuffle, oortjes ingeplugd. En laat nu net het eerste nummer Video Games van Lana Del Rey ( http://www.youtube.com/watch?v=fPb6O52_rYU ) zijn. Momenteel mijn lievelingsnummer van hét talent van 2011. Een betoverende klassieke schoonheid met een fantastische stem. Oneindig mooi om te horen en te zien, alhoewel dit laatste nu spijtig genoeg niet aan de orde was.
Diverse soorten kunstaas hang ik achtereenvolgens aan de speld. Van Pakolepels, tot Uto's, Zalts, Salmo Fatso (die ik prompt aan een obstakel verlies. Balen !) en Saltshakers.
Na meer dan drie uur volharden krijg ik op een zinkende knaloranje Salmo Slider vlak aan de boot mijn eerste aanbeet. Een harde aanbeet waarop ik keurig op tijd aansla. De snoek, die ik zo'n 80 cm raam, schiet echter los. Blijkbaar wil er toch iets bijten. Uren verstrijken zonder aanbeet. Gelukkig houden ook de kuifeenden me gezelschap. Langs de oever zie ik de blauwe schicht van een ijsvogeltje. Altijd blij als ik een ijsvogel zie. Dat maakt steevast mijn dag goed.
Boven de gele Reins Fat Rockvibe

Wanneer de zon doorbreekt, besluit ik het in het diepe te gaan zoeken. Met een kleine groen-gele dullshad proberen snoekbaars vangen. Ik laat deze shad op diep water aan een kop van 21 gram begeleid afzinken om daarna tergend langzaam terug te vissen tot aan de boot.  Bij mijn zoveelste worp wordt de shad in het afzinken heel hard gegrepen. Ik sla tijdig en goed aan. Een vis vecht hard bonkend in de diepte. Ik twijfel tussen een snoek en een snoekbaars. Even later ligt een 80 cm lange snoek in het net. Vlug onthaken en terug zetten. Zou de shad, gevist op diep water, dé oplossing zijn ? Ik besluit te veranderen van kunstaas. Ik besluit eens iets nieuws de kans te geven. Onlangs heb ik 5" Fat Rockvibe Shads van Reins aangekocht. Dit kunstaas met zijn schoepvormige staart houdt het midden tussen een shad en een twister . Ik hang een 28 grams roadrunner jigkop met koperkleurig spinnerblad en gele Fat Rockvibeshad aan mij gevlochten lijn met staaldraad. Ik voorzie de shad bovendien van een stinger met als haak een Mustaddreg nr. 4. Eens kijken wat dit geeft. Al bij de eerste meters binnenvissen na mijn eerste worp wordt dit kunstaas met veel enthousiasme gegrepen door een hardknokkende vis. Na een mooie dril mag ik een dikke gedrongen snoek van terug zo'n 80 cm scheppen in mijn zalmschepnet, dat me reeds meer dan 20 jaar op mijn vistochten vergezelt. Enkel worpen later mis nog een aanbeet. Daarna echter niets meer. De vis lag blijkbaar diep op deze aanvankelijk mistige, maar daarna toch zonnige dag. Gelet op de allesbehalve gemakkelijke hengelomstandigheden ben ik verheugd. Het volharden heeft geloond. Blij terug naar huis. Mijn warme slofjes aan en lekker opwarmen bij een glas rode Bordeauxwijn.  

dinsdag 15 november 2011

Berekoud

Zaterdag was het heel mooi weer
Aangezien vandaag onverwacht een jachtdag niet doorging hebben we van de gelegenheid gebruik gemaakt om mijn boot uit de haven weg te halen voor winterberging bij een bevriende landbouwer. Het vissen op de rivier ging de laatste weken toch niet meer zoals het moet zijn, het was maar beter dat de boot thuis was vooraleer het vriesweer toeslaat en schade berokkent. 
De terughaaloperatie is wel niet zo evident aangezien ik mijn boot niet in de directe omgeving van de haven kan traileren. Het komt er op neer dat ik zo'n vijfentwintig kilometer moet varen en Paul zo'n veertig kilometer met de trailer moet omrijden om de boot op het droge te krijgen. Gelukkig zijn mijn vismaten steeds paraat om me bij te staan. Nico en ik stapten in de boot en Paul reed met de trailer naar de helling. Het was echt berekoud. Het ijs lag milimeters dik op mijn boot die zo glad als een ijspiste was. Bovendien was de mist zo dik, bijna te snijden, dat varen allesbehalve gemakkelijk was. Bij mist moet je altijd extra aandachtig zijn voor andere scheepvaart en obstakels. Ik hou er dan ook niet zo van. Traag varen en goed uitkijken blijf het devies.
Niettegenstaande gps en ingeval van nood, het aloude kompas, je feilloos naar de haven leiden, blijft varen in dikke mist, zonder enig zicht, toch nog altijd wat van een avontuur. Ik was dan ook blij dat we een drie kwartier later veilig de trailerhelling bereikten zodat we de tocht huiswaarts konden aanvatten.
Het weer vandaag was in schril contrast met dat van zaterdag toen we een zonovergoten jachtdag hadden met redelijk wat hazen en fazanten.
Verleden zondag daarentegen was het de volledige donker en mistig weer. Voor de tweede en waarschijnlijk laatste maal dit jaar was ik aanwezig op een jachtdag van een oude adellijke familie. Niet om te schieten, maar om te drijven. De geweren waren uit alle streken van België en Frankrijk gekomen maar het zat hen niet mee. Het tableau bleef beperkt tot drie hazen, een eend en een bescheiden aantal fazanten. 
Toch was er één opmerkelijk feit. Niettegenstaande er heel wat vossen in dit revier voorkomen, was het tot op heden nog steeds niet gelukt gedurende een jachtdag een vos te zien, laat staan er één te strekken. Reeds bij het begin van de jachtdag, in één van de met riet omzoomde dreven, roken we het al. Onmiskenbaar de geur van een vos. De geursporen waren zo sterk dat de vos waarschijnlijk pas enkele uren geleden door het jachtterrein gelopen had. Aangezien een naburig, met bramen dicht begroeid bos bejaagd zou worden, leek het me niet onwaarschijnlijk dat de vos zich daarin zou bevinden. De geweren werden verwittigd zich klaar te houden.   
We hadden pas enkele stappen in het bos gezet toen één van de geweren riep dat hij een vos naar het einde van het bos zag lopen. We hoorden twee schoten waarna het stil bleef. Was het de vos, was hij geraakt ? Hat antwoord werd ons gegeven door één van de Springerspaniëls die met alle kracht een vos doorheen het zwaar begroeide bos naar ons toe sleepte. De vos was binnen. Een zware rekel die later rond de 10 kg bleek te wegen. Al bij al toch een geslaagde jachtdag met een opmerkelijk resultaat.
      

vrijdag 11 november 2011

Indian summer

We beleven de laatste tijd een echte Indian Summer.
Verleden zaterdag was het weer terug heel mooi, eigenlijk te mooi voor de tijd van het jaar en zeker om te jagen. De zon scheen volop zodat in hemdsmouwen kon gejaagd worden en dan nog liep het zweet over mijn rug. Dit laatste was trouwens nog steeds deels te wijten aan mijn verkoudheid, waarvan ik nog behoorlijk last  had.
Tijdens de eerste drift zag ik plots voor mij twee fazantenhennen het riet inlopen. Ondanks allerlei pogingen van de drijvers om ze uit de dekking te verdrijven, lieten ze zich niet meer zien en bleven dus buiten schot.
Een viertal weilanden werden afgelopen. Geen enkele haas bleek thuis. Plots zagen we een koe naast het weiland lopen. We stelden vast dat een hekken opengemaakt was en volledig los stond, tevens waren  sporen van een terreinwagen zichtbaar. Het leek ons niet onwaarschijnlijk dat er stropers aan het werk waren geweest. Ook het dramatisch laag hazenbestand in dit deel van het revier kon wel eens in deze richting wijzen. Maar ja, het is onmogellijk om een jachtveld dag en nacht te bewaken.
Met veel moeite kregen we de ontsnapte koe terug het weiland op. Groot was onze verbazing toen nog zeven andere koeien van uit een nabijgelegen bos kwamen aangehold. Dankzij de inspanningen van drie man kregen we ze na lange tijd over en weer hollen ook achter de afsluiting.
Ondanks de slechte start gaven we de moed niet op. Achtereenvolgens werden bosjes, rietkanten en dreven afgejaagd op zoek naar wild. De tijd ging vlug. De inspanningen van de drijvers begonnen echter vruchten af te werpen. Regelmatig vlogen fazanten uit de dekking van rietkragen en bosjes. Iedereen was behoorlijk bij schot zodat op het einde van deze warme dag 15 fazanten op het tableau lagen.
Verleden woensdag gingen we voor de laatste maal dit jaar terug de rivier op. Binnenkort haal ik immers mijn boot uit het water om in winterstalling te gaan. Het was terug een heel mooie warme dag, spijtig genoeg met weinig visbevorderende zuidoostenwind. Over de resultaten kan ik heel kort zijn. Vertikalen en dropshotten brachten geen enkele aanbeet. Niet aflatend trollen bracht ons uiteindelijk twee baarzen van de rond de 35 cm op.  Zeven uur later en 22 liter benzine later was dit het pover eindresultaat.
Gisteren was het vijftien graden. De zon scheen zo dapper dat het eerder prachtig voorjaars- dan najaarsweer leek. Met drie geweren en vier drijvers stonden we klaar om 's namiddag een vijftig hectaren weiland, rietkragen en kleine bosjes te bejagen. Al van in het begin vloog een fazantenhen laag vanuit de dekking maar vooraleer ik het geweer schietensklaar geschouderd had, was ze al te ver weg om nog een correct schot te kunnen plaatsen. Ook de hazen lagen los en gingen te ver voor de voet weg. Een fazantenhaan, die vlak voor mijn voeten opvloog, was wel het slachtoffer van zijn onoplettendheid. Met één schot viel hij morsdood neer.
Eventjes later was een fazantenhaan ons te vlug af en wisten twee konijnen net op tijd in de dekking te springen.
Door het warme weer werd op tijd en stond gestopt om een drankje te nuttigen.  Daarna werd er met goede moed weer tegenaan gegaan. En het werd voor allen een heel mooie namiddag met plots opvliegende fazanten, die de geweren verrasten en hazen, die vlug het naar hen genoemde pad kozen. Toch werd behoorlijk goed geschoten. Op het einde van de namiddag kon, mede door de inzet van de drijvers, afgesloten worden met 7 fazanten en 7 hazen. Mooi, natuurlijk en gezond wild. 

woensdag 2 november 2011

Brute pech

Vandaag stond een dag hazenjacht op het programma, uitgerekend in het beste gedeelte van het jachtgebied.
Het heeft voor mij niet mogen zijn. Een banale verkoudheid is uitgegroeid tot een zware griep met koortspieken tot 40,5 graden. Ik heb eerst nog getwijfeld om toch nog een stap in het veld te zetten, maar mijn toestand was te belabberd zodat er geen andere optie dan bedrust was.  Een handvol koortsremmers maken dat mijn temperatuur nu toch enkele graden gezakt is waardoor ik in staat ben jullie in het kort op de hoogte te houden.
Klaar voor de volgende drift
De voorbije dagen heb ik de mooie polder, waarover ik reeds verschillende malen berichtte, voor de derde maal een snoekkans gegeven. Het was terug helemaal niets. Verleden jaar ving ik hier nog regelmatig een snoekje, dit jaar lijkt alle snoek afwezig. Het is misschien beter dat ik er in dit water gewoonweg mee ophou.
Gisteren was ik naar jaarlijkse gewoonte aanwezig op een adellijke jachtpartij. Niet om te schieten, maar om mijn vriend de jachtwachter een handje toe te steken. Ik heb een grote band met deze familie, aangezien mijn grootmoeder gouvernante op dit kasteeltje was. Van kinds af aan liep in het kasteelpark rond en kwam hierbij al heel vroeg in aanraking met het jachtgebeuren. Tot op de dag van vandaag is jacht bij deze famile een familiegebeuren waarbij ook de vrouwen en de kinderen van jongsafaan direct  bij het gebeuren betrokken worden. Iedereen gaat dus mee op jacht. Er wordt een echte familiedag van gemaakt. Mooi toch. Op het einde van de dag lagen een vos, vier fazantenhanen, zeven -hennen, een duif en drie hazen op het tableau. Een bescheiden resultaat als mooie afsluiter van deze jachtdag. 

zondag 30 oktober 2011

Het haasje

Vlaanderen is het landsdeel waar de meest gebrekkige ruimtelijke ordening genadeloos toegeslagen heeft. Eindeloze lintbebouwing heeft bijna overal de open ruimte doen verloren gaan. Velden en akkers zijn op veel plaatsen ingesloten door rijen huizen zodat men vaak de indruk heeft in tuinen te jagen. Massale ruilverkavelingen uit het verleden hebben kleine, met riet en bomen afgezoomde percelen in grote vegetatieloze zones voor agrarische massaproductie veranderd.
Ondanks de vaak weinig aantrekkelijke biotopen en de lelijke landschappen blijven we jagen. Je moet jager of drijver zijn om dit te begrijpen. Jagen is immers veel meer dan schieten. Het zijn voor ons wekelijkse bijeenkomsten onder vrienden, waarbij gegrapt en gegrold wordt, lol getrapt en zeker niet voorbij gegaan wordt aan culinair plezier.Ondanks de omstandigheden trachten we er gewoonweg het beste van te maken. Nu hebben we wel het geluk in nog min of meer landelijke jachtrevieren te jagen. Jachtterreinen die we al bij al zo goed mogelijk trachten te beheren.
Zonder goede en enthousiaste drijvers geen wild.
 Een borrel (of twee) hadden ze meer dan verdiend. 
Gisteren kwam een buitenstedelijk gebied aan bod. Het was zeer mooi weer, te warm voor de tijd van het jaar. Geen echt jachtweer, maar meer weer zoals het vroeger tijdens de patrijzenjacht was. De warme temperaturen zouden ons evenwel noodzaken geschoten wild zo vlug mogelijk te koelen. Om negen uur stipt was er iedereen klaar voor, behalve de geweren blijkbaar. Zowel Herman, als ikzelf, wisten op de meest klungelige manier de enige eend, die de vijver afvloog, te missen.  Bij de eerste drift op een oud weiland wisten drie hazen voortijdig het welbekende pad te kiezen. De hazen lagen zeer los en liepen vroegtijdig en buiten schot het perceel af. Eén haas was blijkbaar niet zo snugger als zijn kompanen en liep recht op de geweren af maar werd gemist. Hij had het ongeluk mij binnen schootsafstand te passeren. Mijn tweede schot bracht een zware haas binnen. Tijdens het afjagen van een bietenperceel ging terug een haas op de lopers. Met één welgemikt schot ging deze haas morsdood over de kop. Vervolgens werden achtereenvolgens bosjes, rietkanten, grotere maïsstoppels en graspercelen bejaagd. Het niveau van schieten was ondertusen steil omhoog geklommen. Iedereen was aandachtig en dat liet zich merken. In de loop van de dag werden nog 8 hazen aan het tableau toegevoegd.  In totaal waren dus tien hazen het haasje. Tijd om te stoppen. Een hazenbestand is immers zeer gevoelig voor voor bejaging. We oogsten nooit meer dan dertig à veertig procent van het hazenbestand zodat er een voldoende groot bestand overblijft voor voortplanting en als buffer tegen ziektes, stroperij en roadkills. We waren bijzonder tevreden. Geen enkele haas werd te ver of te dicht aangesproken, geen enkele haas werd gekwetst. Minstens evenveel hazen konden tijdig ontsnappen zodat ook het nageslacht verzekerd blijft. Ook wisten een tiental fazanten de dans te ontspringen. Vaak waren ze ons veel te snel af door vroeg en onder bescherming van dekking weg te vliegen. Ook konden ze niet altijd aangesproken worden omdat ze te laag op de vleugels gingen zodat een veilig schot niet mogelijk was. Toch konden we nog één haan en drie hennen aan ons totaal toevoegen. Twee konijnen en een wilde eend vervolledigden het tableau. Het was een zeer mooie jachtdag met een mooi resultaat maar bovenal gekenmerkt door jacht met respect voor het wild. Van ziek geschoten of onoordeelkundig aangesproken wild daar balen we immers van.
Het zal jullie dan ook niet verwonderen dat tijdens het diner met mooie gerechten en heerlijke wijn, deze jachtdag en vele andere uit het verleden nog lang besproken werden. En natuurlijk werden zoals altijd (heel) oude koeien uit de gracht gehaald en oude jachthistories opgedist. Moe door de vele kilometers ploeteren door het land maar tevreden, reden we 's avonds laat naar huis. Dat ik thuis direct als een blok in slaap zou vallen, stond nu al vast.

vrijdag 28 oktober 2011

Wees tevreden met weinig

Met ozo-wind, zon, geen bewolking, superhelder water en weinig stroming een rivier bevissen, lijkt op voorhand een kansloze missie. Maar dit weet je echter maar nadat je, tegen alle kansen in, een poging ondernomen hebt.  
Frank had sinds lang nog eens vrijaf, Paul was zoals altijd van de partij en ik geniet in de herfst van mijn doorheen het jaar opgespaarde verlofdagen, zodat we met ons drieën met mijn boot de rivier op konden. 
Frank  wist vandaag toch nog een snoekbaars te vangen
Zoals altijd werd rond de middag gestart. Ditmaal met een ietwat valse start want we waren nog maar enkele minuten aan het vissen toen de Rijkspolitie kwam aanvaren voor een uitgebreide documentencontrole.  Na veel zoekwerk vond ik uiteindelijk mijn algemeen stuurbrevet (vaarbewijs in Nederland). Eerst dacht ik nog dat het thuis lag, want ik had het onlangs nodig gehad om mijn internationaal vaarbewijs aan te vragen, maar gelukkig bleek dit niet zo. Alle papieren waren bij iedereen in orde zodat we tot de orde van de dag konden overgaan. En dat was afwisselend vertikalen en trollen met kleine pluggen.  Noch het één, noch het ander, bleek vandaag succesvol zodat we na uren vissen nog steeds tegen de nul aankeken. Gelukkig hadden we honderden ganzen, enkele kiekendieven en grote zilverreigers die ons gezelschap hielden. De vis daarentegen liet ons in de steek. Enkel het laatste uur wist Frank nog twee baarzen en een mooie snoekbaars op een HT-Sneakyshad te vangen. Paul en ik bleven visloos. Voor mij was dit de eerste maal in vijfentwintig jaar op mijn thuiswater. Voor alles moet een eerste keer zijn, nietwaar ?  Vanavond vlug nog jachtgerei en catering (ketel soep, wijn, bier, beleg, enz.) klaar zetten want morgen gaan we nog eens op hazenjacht. Had ik al gezegd dat het najaar een drukke periode voor mij is ?    

donderdag 27 oktober 2011

Het heet vissen

Onze passie heet vissen en niet vangen. En dat heb ik deze voormiddag opnieuw mogen ervaren.
Voor de tweede maal dit najaar was ik in de polder. Een heel mooie polder, die helaas heel wat (veel ?) te lijden gehad heeft. Hengelaars,die het niet zo goed meenden met de snoek, kwamen deze polder op het spoor. Enkele maanden vissen en meenemen waren voldoende om het bestand te decimeren. Niets is zo gemakkelijk als een water van snoek ontdoen.
Toch geef ik de moed niet op. Er moeten er toch nog minstens een paar zitten. 
Deze morgen was ik bij het ochtendgloren paraat. Het water stond niet alleen heel laag, maar stroomde ook behoorlijk. Het gemaal was in werking. Waarom ze nu juist de waterstand verlagen, is me een raadsel. Bovendien was het ondiepe water zeer helder en kwam de wind uit oostelijke richting. Geen al te goede omstandigheden.
Werkloos vandaag

Daar stond ik aan de waterkant vol verwachting, mijn 25 jaar oude streamerhengel in de hand. Ik vis in de polder steeds met een ietwat onorthodoxe streamerhengel, namelijk een driedelige Loomis European single hand Salmonrod geschikt voor een aftma 9 lijn. Ik hou enorm van deze 3,30 meter lange hengel die me toelaat met alle gemak over brede rietkragen te vissen. Op mijn Hardy Marquis multiplier reel zit een Cortland WF 9 floating. Als leader een meter 50/100 en een meter 40/100. Mijn streamer hangt aan een spinstang van zo'n 15 cm.
Na twee uur intensief streameren langsheen rietkragen en kruidbedden, wist ik het. Het zou niets worden. In twee uur tijd zelfs niets gezien, laat staan een aanbeet gekregen. Toch zou ik nog niet opgeven. De volgende drie uur ging ik met de spinhengel aan de slag. Achtereenvolgens hingen een 15 cm lange shad, de kleinste maat Cranebait, een authentieke Grandmaplug in opgewekte kleuren (wat een actie hebben die pluggen toch), een paars/gele Cormoran Belly Dog (een knaller van een plug, een aanrader) en een Babybuster aan de speld. Het was echter een maat voor niets. Het resultaat bleef nul. Vijf uur vissen zonder enige actie. Zelfs de ijsvogels, die normaal gezien altijd mijn pad kruisen, waren niet op het appel. Langzaam begint de twijfel toch de overhand te krijgen. Zou het echt zo zijn dat in deze eens zo goede polder er (bijna) geen snoek meer zit. Ik weet het niet. De omstandigheden waren niet zo goed dus neem ik me voor het er nog een keer (of twee) op te wagen maar dan bij harde zuidwestenwind. Als dan de aanbeten uitblijven dan weet ik het wel, denk ik. 

woensdag 26 oktober 2011

Eén en één blijft twee

Een mooie baars van 40 cm en een snoekbaars van 60 cm was het resultaat van zes uur vissen op een snelstromende rivier die door een harde zuidoostenwind tot windkracht zes opgezweept werd. Ook de buienrader had het mis. In plaats van droog weer regende het onophoudelijk en soms heel hard. Ook de politie te water vond het blijkbaar verdacht dat we in dergelijke omstandigheden aan het vissen waren want ze kwamen spontaan bij ons informeren of we soms in moeilijheden waren. Wat gelukkig niet het geval was. Ik hou er eigenlijk wel van om in avontuurlijke omstandigheden rond te varen. In feite waren de omstandigheden te ruw om goed te kunnen vissen. Maar we hadden zo ver gereden, waarom het niet proberen  ?
De baars werd al trollend gevangen op een Hornet SDR5 in firetigerkleur, de snoekbaars greep een schoeploos zwart/witshadje. Op het einde van dag waren al het materieel en wijzelf door en door nat. Gelukkig konden we alsnog twee vissen aan ons totaal toevoegen. Beter dan niks.  

maandag 24 oktober 2011

Reins ultralicht hengeltje uitgetest

Eén op de dropshot en één op de twister
Ik berichtte al over de aankoop van een ultralicht hengeltje van het merk Reins. Dit fluogroenhengeltje met wit topdeel is een eigenaardig hebbedingetje. Het heeft een zeer dunne soepele top en een zeer strak tweede deel waardoor het redelijk wat body heeft. Volgens mijn info wordt dit hengeltje vaak gebruikt bij het vissen op kleinere zeevissen die zich tussen de rotsen bevinden. Voor het betere peuterwerk dus. Het strak onderdeel laat toe met dit lichte hengeltje toch redelijk zware vissen te drillen. Ik zou er mee aan de slag gaan op zoetwater.
Gisteren waren Nico en ik aan het kanaal. Een goede gelegenheid om mijn nieuwe aankoop te testen. Nico ging met zijn lichte dropshothengel aan de slag, ikzelf met het Reinshengeltje en 5 cm lange twisterjes op tweegramskopjes. En ja hoor voor het zeer lichte peuterwerk is dit een uitstekend stokje. Maar toch vind ik nog steeds aan de dure kant. Maar het moet gezegd worden : voor de ultralichte visseij op baars, snoekbaars en dit geval voornamelijk zwartbekgrondel doet het zijn werk uitstekend.  Trouwens met de vangst van zwartbekgrondels op minitwisters heb ik een nieuwe visserij ontdekt. De grondels zijn vaak klein, maar wat een aanbeten geven die toch.  Al moet gezegd worden dat je maar één op de vijf à tien aanbeten kunt verzilveren.
Op het einde van de voromiddag hadden we beiden samen vijf baarzen en vijftig zwartbekgrondels, waarvan een vijftiental gevangen op kunstaas. En neem van me aan : een grote zwartbekgrondel op licht materiaal geeft nog behoorlijk wat strijd ook. Van de nood een deugd maken, noem ik dit.