woensdag 4 december 2013

Na een lange pauze terug

De laatste maanden was het me niet gelukt om tijd te besteden aan mijn blog wat niet wegneemt dat er ondertussen toch behoorlijk wat gevist en gejaagd werd.
Mijn visboot staat terug op stal waardoor het visseizoen op de grote rivieren voor mij tot juni volgend jaar afgesloten is.
Waren de voorgaande jaren op de rivier eigenlijk slecht te noemen, dit jaar was er een kentering. Qua snoekbaars zal het door het steeds helder wordende water waarschijnlijk nooit meer zijn wat het geweest is, toch konden we de eerste maanden na de opening niet veel maar grote en zware snoekbaarzen vangen. Regelmatig kregen we terug grote baarzen aan de haak en Paul wist met metersnoek op een baarsplugje het baarsseizoen af te sluiten.
Maar de grootste verrassing was dat de roofbleien terug van de partij waren. Grote, snelle en krachtige roofbleien die we de voorbije twee jaren node moesten missen. We mogen dit jaar echt niet klagen met meer dan zestig roofbleien in de boot waarvan verschillende de 80 cm-grens benaderden. Op een avond waren ze echt los en wisten we er op een goed uur tijd 29 te landen. Roland wist na vier vruchteloze trips zijn eerste roofbleien te vangen, de ban was gebroken.
Dit jaar heb ik veel met oppervlaktekunstaas op roofblei gevist. Een fantastische visserij waarbij men over goed hart en stalen zenuwen dient te beschikken. De roofbleien nemen immers vaak de popper vaak met een enorme kolk aan de oppervlakte. Hierbij is het belangrijk niet op zicht aan te slaan maar pas wanneer je de vis voelt, anders ben je immers te vroeg. Alhoewel elk oppervlakte kunstaas met een walking-the-dog-actie, zoals de Heddon Super Spook, vangt, gaat mijn uitgesproken voorkeur sinds dit jaar naar de Lucky Craft Gunfish 115 uit.
Deze relatief grote oppervlakte plug die een combinatie tussen een plug, jerkbait en popper is, werpt immers als een speer, heeft een onnavolgbare actie en verleidelijke ratel die roofbleien zelfs vanuit 3 meter diep water naar boven haalt. In ieder geval was de Gunfish verantwoordelijk voor bloedstollende aanbeten van grote en snelle roofbleien, waaronder mijn grootste roofblei die de 80 cm benaderde.
Dit jaar was voor mij ook de terugkeer van de vliegenhengel. Aangemoedigd door Roland nam ik opnieuw de vliegenhengel meer in de hand. Na een eerste succes op het OVM, ben ik terug op diverse reservoirs beginnen vissen. En dat ging veel beter dan dat ik ooit verwacht had. Eén dag ving ik zelfs de limiet van 15 forellen, een paar andere dagen zat ik er dicht bij.
Roland in zijn nopjes met één van de vier
 grote roofbleien, die hij die avond ving
Alhoewel initieel mijn voorkeur uitging naar het vissen met streamers vaak met (traag)zinkende lijnen had ik mijn mooiste momenten bij het vissen met de droge vlieg. Slecht drie van de vijftien dagen, dat ik op reservoir viste, had ik het geluk dat de forel steeg en droge vliegen nam. De eerste maal had ik geen droge vliegen bij, maar kon ik toch op een droog geviste muddler minnow vier forellen verschalken. Een volgende keer had ik er drie, o.a op een sedge en floating f'ry. Maar het meest van al staat me een warme augustusdag bij waarop de forel weinig bijtlustig was. Na drie uur streameren had ik met moeite een licht aanbeet gehad. Dobberend in de bellyboot in het midden van het reservoir besloot  ik aan de punt een zwarte goddard sedge op haak 10 aan te knopen en op de dropper een klein minimaal nimfje van hazenoor. Ik wierp de vliegenlijn zo ver ik kon en liet me in het rustige weer dobberen ondertussen op een koek knabbelend. Af en toe haalde ik heel voorzichtig de vlieg naar mij toe om ze terug een poos te laten liggen. Na een half uur had ik nog helemaal niets gezien en was mijn vertrouwen naar een dieptepunt gezakt. Totdat ik de sedge terug een twintigtal centimeter voorzichtig binnen stripte. Vijf meter van de sedge vandaan zag ik plots een grote forel in de oppervlakte  met een grote  boeggolf naar mijn vlieg toezwemmen. In een grote kolk verdween de sedge. Door eerdere fouten wijzer geworden wachtte ik totdat ik vis voelde en sloeg aan. Na een dril van ettelijke minuten op een lichte leaderpunt kon ik  een regenboog van over de vijftig centimeter landen. Mijn onverwachte successen bij het vliegvissen hebben Paul en ik er van overtuigd vanaf nu veel vaker met de vliegenhengel op andere soorten dan snoek te vissen. Volgend jaar doen we verder met het vissen op reservoir en zijn we van plan (terug) op de rivieren te beginnen. In eigen land maar ook In Ierland, Oostenrijk of Tsjechië. Om een keuze te maken in eigen land wachten we de release van de dvd-set van Luc Buelens, Vissen in de Belgische Ardennen, af (zie : http://www.flyfishingpassion.net/ ).
De polder in Nederland, waar we steeds goed snoek vingen, daarentegen, zullen we spijtig genorg niet vaak meer bevissen. Ook deze unieke plaats werd ontdekt en blijkbaar op het internet te grabbel gegooid met alle gevolgen van dien. Populaire polders in het Groen Hart bezoeken we al lang niet meer wegens te druk, overbevist , te veel beperkingen (natuurgebied !) en steeds minder en ondieper, verland water. We zullen op zoek moeten gaan naar ander locaties om te streameren op snoek. Maar die plaatsen worden steeds zeldzamer.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten