Ik blijf het benadrukken.
De hoeveelheid reclame die gevoerd wordt voor hengelen in het algemeen en kunstaasvissen in het bijzonder en de massa's artikelen en websites staan in schril contrast met de vangsten. Die gaan er op de grote rivieren en de deltameren in Nederland alleen maar (sterk) op achteruit.Ware het niet dat we occasioneel nog goede roofbleivangsten beleven, zou ik er sterk aan twijfelen de toch wel dure bootvisserij te blijven beoefenen.
Ik blijf het herhalen.
Volgens mij liggen de oorzaken bij het steeds zuiver wordende en dus minder voedselrijke water met minder biomassa per hectare, gecombineerd met de overbevissing, in de eerste instantie door de beroepsvisserij, niet te verwaarlozen de ontelbare aalscholvers en de explosieve toename van allerlei exoten , zoals de zwartbekgrondel, die er met de kuit van vele vissen vandoor gaan.
En op enig verzet of positieve actie tegen deze gang van zaken hoop ik wel, maar reken ik al lang niet meer. Niet van de sportvissers samen, noch van de hengelsportwinkeliers en - industrie, noch van Sportvisserij Nederland. En al helemaal niet uit politieke hoek. Wat kan het die dames en heren verdommen.
Zwarte Piet veroorzaakt blijkbaar veel meer commotie dan een steeds slechter wordende visstand. Het is maar waar je belang aan hecht.
De snoekbaarsvisserij gaat jaar na jaar achteruit. Pijlsnel.Om nog een paar van die (kleine) glasogen te vangen ben ik bijna verplicht onze levens op het spel te zetten op de snelstromende snelwegen van het scheepvaartverkeer waar gekoppelde duwbakstellen met metershoge golven hengelen vaak tot een hel maken. Die snoekbaarskanjers van weleer, tot 90 cm groot en groter, door ons steeds met liefde terug gezet zijn er lang niet meer.
Waar die goede baarsstand de laatste jaren gebleven is, God only knows.
En de vele windes die we tussendoor aan klein kunstaas vingen, die zijn er ook bijna niet meer. Deze zomer kwam op een twaalftal trips zelfs geen enkele snoek in de boot.
Gelukkig is er nog die ene exoot, die ondertussen behoorlijk ingeburgerd is, die onze dagen soms nog wat weet op te fleuren.
Alhoewel dit seizoen anders dan anders verliep. Omgekeerd . Normaal ligt het zwaartepunt van de vangsten in het tweede deel van ons seizoen, vanaf september tot medio oktober. Nu was het eerder tegenover gesteld met topvangsten vanaf juni om later af te zwakken. Waarschijnlijk was de reden een totaal gebrek aan speldaas op de rivier in september-oktober.
Zowel oppervlaktekunstaas, als ondiep en dieplopende pluggen, vingen naargelang de omstandigheden goed. We ontdekten zwart als een zeer goede kleur voor topwater lures.
We moeten dit jaar in totaal met z'n drieën tussen de 40 à 50 roofbleien gevangen hebben, gemiddeld tussen de 60 à 70 cm in lengte. Al zaten er ook redelijk wat vissen van rond de 80 cm en 10 pond zwaar bij. De laatste van het visseizoen was meteen ook de grootste. 84 cm. En net zoals al onze grote roofbleien trollend
op grote diepte gevangen met een suspending Cotton Cordell Wally Diver
Geen opmerkingen:
Een reactie posten