donderdag 10 maart 2011

De laatste doet het licht uit

Reeds geruime tijd laait op diverse websites, waaronder Total Fishing, de discussie omtrent de beroepsvisserij in Nederland regelmatig op en ik kan het begrijpen. Nu bekend raakte dat in grote delen van Nederland vanaf 1 april geen paling meer mag gevangen worden, waardoor de schubvisstand mogelijks in het gedrang komt, klinkt terug verontwaardiging over het beroep alom.
Als Vlaamse hengelaar, ben ik echt dankbaar dat ik al meer dan dertig jaar in Nederland kan hengelen. Niettegenstaande ik de ervaring heb dat de (roof)visstand ook in Holland  achteruit gaat, beleven we er nog steeds mooie hengeldagen.
Nederland, dat over alles een gefundeerde visie heeft, heeft die blijkbaar niet over de hengelsport. Het economische en sociale belang lijkt volledig aan de beleidslieden voorbij te gaan.
Hoe anders kan men het proces verklaren dat momenteel op gang is. Een evolutie waarbij er enkel verliezers zullen zijn.  Uiteindelijk zullen de beroepsvissers alle waardevolle vissen gevangen hebben en zullen alle hengelgroothandels en -winkeliers bij gebrek aan vis en vissers hun mooie hengelspullen niet meer kunnen slijten. Hengelaars zullen hun geliefde hobby verliezen en terug vol stress in het leven staan.
In een decennium, waarin ieder de mond vol heeft van duurzaamheid, is in de visserij de duurzaamheid wel erg ver weg. Alle vis is blijkbaar economisch te benutten en zo vinden zelfs vissoorten, die vroeger nooit bedreigd werden, zoals mooie blankvoorns, hun weg naar de vismeelsindustrie. 's Winters massaal weggevangen uit de havens waar ze vertoeven.  
Voor een buitenstaander is het op objectieve gronden heel moeilijk te begrijpen dat het beleid de beroepsvisserij zo voortrekt op de hengelsport. Economisch scoort de hengelsport immers ettelijke malen beter. En het is toch meestal de economie die op de eerste plaats telt, nietwaar ?Vissen brengt de mensen dichter bij de natuur op een niet vervuilende manier en wist alle dagelijkse zorgen weg. Kan het nog beter ?
Wat ook moeilijk te vatten is, is dat Nederland, dat zo gesteld is op regeltjes, de vrije hand aan de beroepsvisserij laat. Ik kan dan ook goed begrijpen dat een beroepsvisser niet graag stopt met zijn beroep. Men is immers vogelvrij en verkoopt een product dat naar aantal niet te controleren valt. Welke belastinginspecteur gaat nu afrekenen op een door hem bepaalde vangst. Lekker, zo kunnen schipperen. 
Er is maar één weg : kiezen voor het hogere en grotere belang, m.n. de sportvisserij. Aangezien de beroepsvisserij vaak bewezen heeft weinig betrouwbaar te zijn en veel van zijn kansen verspeeld heeft, lijkt het me dan ook logisch dat deze bedrijfstak zou geheroriënteerd worden. Ofwel de beroepsvisserij uitkopen en definitief, maar dan ook echt definitief, doen stoppen, ofwel de beroepsvisserij omvormen tot een bedrijf ten gunste van de sportvisserij. Op deze manier wist de USA zijn striperbestand te redden. Zelfs Ierland doet de laatste jaren zijn best om drijfnetten te verbieden en de zalmstand te redden. En noch de Amerikanen , noch de Ieren, doen dit op de eerste plaats uit liefdadigheid. Ze weten maart al te goed dat een vis gevangen door een hengelaar het meervoud opbrengt van één gevangen door een beroepsvisser. 
Was ik Nederlander, zocht ik gelijkgestemden, richtte ik een vereniging op en deed ik aan fondsenwerving.  Groot genoeg worden en dan druk uitoefenen op het beleid en lobbyen. Wees gerust politici kiezen steeds partij waar het meeste stemmen te rapen vallen. Dus dat kan moeilijk mis gaan.  Met al die gemotiveerde sportvissers, visgidsen, hengelsportwinkeliers en -groothandels moet dit toch kunnen. Wat in Frankrijk tot de partij Chasse, pêche, nature, traditions (CPNT) met politieke vertegenwoordiging geleid heeft, moet toch ook in Nederland mogelijk zijn. Handel dus nu het nog kan of het zal echt te laat zijn. Wie heeft de wil en de moed ?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten