zondag 8 mei 2011

Er even tussenuit

Als ik vandaag, na een snelle tussendoor feedersessie van zo'n vier uur, naar huis toe rij, overvalt me terug een nostalgische bui. De autoradio staat aan en op Joe Fm geven ze de top 30 van 1977. Nummers zoals "Sound and Vision" van David Bowie, "Go your Own Way" van Fleetwood Mac en "What can I say ?" van Boz Scaggs komen achtereenvolgens aan bod. Genoeg om me met een zalig gevoel terug te brengen naar mijn onbezorgde jeugdjaren die ik voor een groot deel aan de waterkant doorbracht (en een ander groot deel in de jeugdclub achter de draaitafels). Er was niet veel hengelwater in mijn dorp, doch enkele vissvijvers binnen fietsafstand volstonden voor mijn bijna dagelijkse vissessies. Aanvankelijk viste ik op blankvoorn, brasem en karper, maar al vlug schakelde ik over op roofvis. Eerst met levend aas. Hiervoor ving ik dagelijks zo'n tien grondels, ijzersterke aasvisjes, waarmee ik actief slepend behoorlijk wat snoek wist te vangen. Na een korte levendaasperiode kwam al vlug kunstaas aan bod. Kunstaasvissen heeft me sindsdien niet meer los geleten.
Ik kon het vandaag niet laten om mijn Peter Van De Willik Short Distance Feeder 320, die ik onlangs kocht voor het lichte werk op kleine kanalen en vijvers, uit te proberen op een kanaal in mijn buurt. Dus deze morgen vroeg was ik al op post.
Spijtig genoeg begon de dag al met ergernis. Aan een zitbank nabij het kanaal had men het gisteren blijkbaar nodig gevonden uitgebreid te barbecuen en daarbij al de rotzooi achter te laten. Het jaagpad ligt bezaaid met lege verpakkingen, tientallen lege flessen, etensresten , tot een weggeworpen stoel en tafel toe. Hier zal de milieudienst blij mee zijn.
Feederen zou vandaag niet gemakkelijk worden. Het kanaal is omgeven door populieren die momenteel in bloei staan zodat het water vol met witte pluizen drijft. En die pluizen blijven in je hoofdlijn hangen of zijn op sommige momenten zo overvloedig aanwezig dat vissen onmogelijk wordt. Bovendien stroomt het kanaal soms wel, soms niet. Is bovendien het water helder en ondiep en passeren er regelmatig plezierbootjes die het voer van je voerplek verspreiden zodat je opnieuw kan beginnen.
Van de zes bijgeleverde toppen, kies ik de 1 oz. glasvezel top. Dit is het op één na lichtste topje dat garant staat voor een optimale beetregistratie. Aan mijn gevlochten hoofdlijn gaat opwille van de stroming noodgedwongen een Fox-voerkorf van 28 gram. Als onderlijn 12/100 G-line en een haakje nr. 16 van Drennan. Mijn voer is zoals zo vaak vaak een basissamenstelling van broodmeel, polenta, biscuit, gemalen hennep en enkele additieven. Aan de haak twee maden.
De beet zit er op dit moeilijk water niet goed in. Gelukkig krijg ik achtereenvolgens gezelschap van een moedereend met kuikens, enkele agressieve meerkoeten en een hyperactieve waterrat. Aangezien ik langs het jaadpad zit, krijg ik bovendien de kans uitgebreid de principes van het feederhengelen aan een vijftal passanten nader te verklaren. 
In de vier uur vissen krijg ik een tiental aanbeten,waarvan ik er slechts vier weet te verzilveren. Ik vang achtereenvolgens een grote blankvoorn en twee kleine brasems. Voor een vierde brasem heb ik de hulp van mijn nieuw schepnet nodig. Ik kocht me onlangs een ovalen Korum barbeelschepnet met mazen die omgeven zijn door een rubbercoating. Nu al vind ik het een handig schepnet.
Een laatste brasem, de grootste van de dag, heb ik ongeveer dertig seconden aan de lijn, waarna hij los schiet. Als de zon door de wolken breekt, stoppen de aanbeten en is het tijd om naar huis te gaan. Daar wachten immers andere verplichtingen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten