vrijdag 26 augustus 2011

Kanjer roofblei,... bijna

Tijd, heel veel tijd, daar ontbreekt het me al maanden aan. Al weken niet meer op mijn boot geweest, laat staan gevist. Een occasioneel uurtje, waarin ik vijf zwartbekgrondels en een baars ving, niet te na gesproken.
Alle vistijd in rook op gegaan. Week na week evenementen georganiseerd en begeleid. Gemanaged en gevloekt.
Onthaasten is voor mij een loos begrip geworden. Helaas.
Na drie dagen hardcore techno, is vissen echter meer dan nodig voor een jonge ziel in een ouder lichaam.
Een mislukte poging tot bootvissen dinsdag. Storm, bliksem en regen laten immers verantwoord vissen niet toe.
Herkansing gisteren met Nico. Mijn boot lag nog in de haven. Altijd geruststellend dat hij niet gestolen is of dat er op zijn minst geen essentiële onderdelen van gedemonteerd en ontvreemd zijn. Een beetje verwaarloosd en vuil, maar wel volledig operationeel. En zonder meerkoetennest zoals ik enkele jaren geleden mocht ervaren na drie weken afwezigheid.
Beiden tuigden we een vertikaalhengel en een sleep/werphengel op. De rivier lag glashelder met een zichtdiepte van meer dan twee meter, met weinig of geen stroming en zo zou het toch wel de gehele dag blijven zeker. Jonge jeneverklaar water, met op momenten veel wind en immens grote wierbedden en drijvend vuil maakten het vissen er terug allesbehalve gemakkelijk op. En dan kwam ook nog eens die vervloekte zon op de proppen.
Toch waren vlug twee mooie baarzen al trollend gevangen. Een uurtje later kon Nico de grootste vis van de dag aan ons lijstje toevoegen : een mooie moddervette snoekbaars van 72 cm.
Maar dan was het dan ook helemaal gedaan. Fini. Schluss.Geen visplezier meer. Gedaan met de leute.
Vertikalen op betrouwbare stekken leverde helemaal niets op. We waren het dan ook vlug beu.
Onze succesdag van verleden jaar indachtig zei ik tegen Nico : "Laten we het eens op roofblei proberen, je weet nooit".
Nico op de traditionele manier met een ondiep duikend langwerping blauw plugje, een goedkope Frenzy Berkley met dito haken. Ikzelf ging het boven de kruidbedden met een oppervlakteplug proberen. Een al te dure Sammy van Luckycraft met waanzinnig scherpe dreggen. Ik had niet alleen mijn opblaasbare reddingsvest vergeten. Spijtig genoeg had ik me ook in mijn haast vergist en had ik alleen de grootste uitvoering Sammy's bij mij. Een uitstekende keuze voor snoek en zeebaars, maar niet voor roofblei zoals zou blijken. Lady Luck had een off-day.
Na uren werpen heb ik uiteindelijk vier aanbeten op de Sammy gehad, waarvan éénmaal een grote roofblei gedurende een paar seconden gehaakt werd en bijna even vlug los schoot. Indrukwekkende aanbeten dat wel. De Sammy leek te groot, de muil van de roofblei te klein of allebei.
Nico stak me vandaag de loef af.
Nico verspeelde twee roofbleien. De laatste, daar zullen we nog lang over spreken. Nico had na het inwerpen pas een metertje ingedraaid tot hij plots een enorme klap op zijn hengel kreeg. Ik zag en keek er naar. Zijn spinhengel plooide dubbel in een hoek van negentig graden, de slip krijste onheilspellend. Maar niet voor lang. Slechts een enorme kolk aan de oppervlakte was nog getuige van de massale roofblei die enkele seconden voorheen nog aan de haak hing, maar nu vanzelfsprekend niet meer. Teleurstelling alom. Een beetje geveinsd dat wel, want we zijn wel het één en het ander gewoon. Maar terug een visverhaal rijker.
Op mijn vraag controleerde Nico zijn dunne doch goedkope dreggen. Zoals ik vermoedde was de haakpunt volledig uitgebogen waardoor de roofblei zich van het kunstaas verlost had. Goedkoop bleek terug duurkoop.
Als er naast een meer dan behoorlijke viskunde iets is wat Nico heeft, is het een bovennatuurlijke aanleg voor het kwijtspelen van vis.
Een tiental jaren geleden raakte Nico na een dril van een kwartier vlak voor de boot een enorm grote zalm kwijt door een ietwat verouderde nylonlijn (10+ jaar oud volgens hem), twee jaar terug een massieve snoekbaars (waarschijnlijk onze grootste ooit) die na tien minuten erin slaagde zich te bevrijden door de lijn op de scherpe schelpjes aan de rand van het talud kapot te schuren en nu deze 80+ roofblei. Het geluk mag voor hem wel eens keren. Maar daar kan hij zelf wel een handje aan meewerken. Langzaam aan begint bij hem dit besef door te dringen. Ik probeer hem hierin te begeleiden. We komen er ooit wel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten