zaterdag 4 februari 2012

Overpeinzingen gedurende vriesweer

Februari is één van mijn lievelingsmaanden.
Vooreerst hou ik niet zo van de warmte. In mijn jeugd mocht ik dikwijls vertoeven aan de Côte D'Azur. Mooie jeugdherinneringen vol van tjirpende krekels, zonnige terrasjes en schaars geklede meisjes, dat wel. Maar warm dat het was. Hengelen op de plage Tahiti te Saint-Tropez. Met zicht op zonnebadende schonen in monokini. Wat wil een jonge jongen nog meer ? Maar dat maakte het alleen maar heter. Om mijn bewondering voor vrouwelijk schoon en mijn hengelpassie succesvol te combineren, dreef ik het zover dat ik naakt op een nudistenstand uit vissen ging. Enigszins gevaarlijk dat wel. Je mag niet dromen dat je haak in de verkeerde worm terecht komt.
Neen, het hoeft niet zo warm voor mij. Ik hou van koude en gematigde temperaturen. Verkies Zweden, Noorwegen, Ierland en IJsland boven alle zuiderse streken. Liever koud, dan warm. Maar liefst geen regen.
Februari is ook één van mijn lievelingsmaanden omdat het dé topmaand voor grote dikke snoeken en voor houtduivenjacht is. Maart is op zijn beurt dan één van mijn favorieten voor wat de vangst van mooie snoekbaarzen betreft. En zo heeft iedere maand wel iets.
Snoekvissen zit er momenteel niet in. Dat zal jullie zeker niet verwonderen. Vannacht was het immers min dertien. Vissen zou enkel kunnen via een wak in het ijs en dat gaat me net iets te ver. Trouwens zo'n klein pimpelhengeltje, dat staat toch niet. Bovendien ben ik nog altijd aan het bekomen van mijn trip naar Nederland, Venlo meer bepaald, gisteren. Ik was nog net aan het nakeuvelen met een fabrikant in het Van der Valk Hotel te Venlo, toen ik de eerste sneeuwvlokken zag neerdwarrelen. Het sein om direct de auto in te springen en huiswaarts te rijden. Wat gelukkig gelukt is, weliswaar in een reistijd van meer dan zes uur voor een goede 200 kilometer. En dat is me nog altijd niet goed bekomen.
En jagen zal ook voorlopig niet lukken. Alle terreinen liggen bedekt met een dikke laag sneeuw en de Vlaamse regelgeving verbiedt jacht bij sneeuw wat de hoeveelheid ook moge zijn.
Mijn computer staat in wat mijn gezinsleden na al die jaren de vis- en jachtkamer zijn gaan noemen. Ja, ik heb het geluk zo'n 20 m² ruimte voor mij alleen te hebben. Een plaats waar een groot deel van mijn visliteratuur en materieel verzameld staat. Mijn persoonlijk hengelsportschrijn. Kortom een plaats waar het goed toeven is voor een hengelaar. Immers het grootste deel van het plezier bij het vissen bestaat voor mij uit de voorbereiding. Hengelboeken doornemen, informatie zoeken op het internet, vliegen binden en eigenhandig kunstaas ineen knutselen, doen je dromen van de komende visdagen en de grote vangsten die je zeker zal maken. En als je visdag dan lukt, is het plezier dubbel.
Het zal wel één van mijn vele afwijkignen zijn, maar ik heb een voorliefde voor oude kunstaasdozen in aluminium, liefst met de gedateerde inhoud er nog in. En dat terwijl ik mijn hedendaags kunstaas meestal in oude sigarenkistjes bewaar. Kistjes die zelfs durf oplappen met plakband. Mijn visvrienden begrijpen niet dat ik geld kan uitgeven aan een mooie hengel, maar verder wat aanklooi met aftandse doosjes. Maar je moet ergens besparen, nietwaar ?
Nog een beetje loom van gisteren zat ik vandaag wat doelloos in de laden van de kasten in mijn viskamer te rommelen. Plots stond ik met een antieke kunstaasdoos met inhoud in mijn handen. Ik was bijna al vergeten dat ik die had. Een groen/bruine geschilderde aluminium doos met zes vakken. Deels met oorspronkelijke inhoud, deels aangevuld met spinners die ik nog liggen had. Gekocht op een antiekbeurs vele jaren terug.
De binnenzijde van de doos vermeldt nog het adres van de vorige eigenaar. Zijn naam is nauwelijks te lezen maar het adres is rue F. Pelletier, Bruxelles. Zou deze visser veel succes gehad hebben ? De doos leert me niet alleen hoe degelijk dergelijke zaken destijds gefabriceerd werden, maar ook dat kunstaasvissen vijftig jaren terug zich hoofdzakelijk beperkte tot het vissen met spinners.
Ik vind in de doos dan ook Arc en Ciel-spinners in de maten twee en drie terug, maar ook Tourbillons made in France bij Th. Joly en Rublex Ondex-spinners in de maten drie en vijf. De Mepps Lusox-spinners zijn er overigens door mezelf aan toegevoegd. In die tijd waren dat de beste onverzwaarde spinners op de markt.  De vorige eigenaar was wellicht een kenner.
Verouderd kunstaas ? Niet meer van deze tijd ? Volgens mij helemaal niet. De Arc en Ciel nr. 2  in goudkleur was tot eind jaren tachtig het favoriete kunstaas van mijn vrienden en mezelf. Mijn beste visdag in Wilnis had ik aan deze onverzwaarde spinner te danken. De Tourbillon deed daar helemaal niet voor onder. Alleen op de Ondex had ik het niet zo begrepen. Iedereen viste er mee in de polder, dus wij niet. Maar uit de vangsten van anderen af te leiden is het voorzeker ook een knaller.
Mischien moet ik, zodra het water zijn vloeibare vorm aangenomen heeft, weer eens een Arc en Ciel of een Tourbillon aanknopen. Wedden dat de vangsten nog steeds even goed zijn ?   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten