zondag 6 mei 2012

Brasem !

Ook in de gesloten tijd vissen we onverminderd verder.
Aanvankelijk waren we van plan om te gepen en/of te zeebaarzen maar de tijdingen van bevriende hengelaars waren zo slecht dat we besloten te witvissen op het immer snelstromende kanaal. Paul met de bolognaisehengel met werpmolen en ikzelf met de matchhengel met centerpin.
Reeds twintig jaar heb ik een Adcock Stanton centerpin in mijn bezit maar ik heb er echt nooit veel mee gevist omwille van twee redenen. Niettegenstaande het een uitstekende kwaliteitsreel is, heeft deze reel geen antiretour wat heel vervelend is bij het beazen van de haak en alle andere zaken waarvoor je twee handen nodig hebt. Zonder antiretour draait de spoel direct in het wilde weg rond met de meest ingewikkelde pruiken tot gevolg. Dit probleem heb ik kunnen ondervangen door een elastiekje dat langs de ene kant rond mijn hengel zit en waarmee ik langs de andere zijde via het handvat de reel vastzet. Verder ontbreekt op deze reel een lijngeleider. Dit euvel heb ik nog niet kunnen oplossen zodat ik, zeker bij harde wind, geconfronteerd wordt met lijn die zich rond de reelvoet vastzet. Mijn centerpin is dus heel rudimentair maar langs de andere kant is het een plezier om er mee op stromend water te vissen en er vis mee te drillen. Geen enkele molen laat een zo geperfectioneerde manier van driftend vissen toe. Geen enkele molen heeft zo een direct contact bij het drillen van de vis.
De eerste van de dag. Er zouden er nog veel volgen.
Zaterdag was het rotweer. Koude wind en regenvlagen verplichtten ons onze herfstkledij aan te trekken. Om acht uur waren we aan de waterkant. Er was veel afvoer zodat het kanaal pittig stroomde.Onze taktiek bestaat uit heel frequent voeren met heel zwaar lokaas. De stroming neemt het voer mee en verspreidt het langzaam langsheen het traject dat de strommdobber volgt. Op het einde van een vijf uur durende sessie worden dan ook vaak de vissen op 15 meter afstand van de oorspronkelijke voerplaats gevangen. Aan de lijn een drie grams dobber van het Avontype. Op stromend water met veel bodemvuil verkies ik een dikke balsa antenne omdat die niet bij het geringste bodemcontact ondergaat.Dit scheelt een hele hoop valse aanbeten. Het eerste uur kregen we de vis niet op de plek. Daaran ging het behoorlijk. Althans voor mij maar spijtige genoeg niet voor Paul die zich met vijf vissen moest tevreden stellen. Toen we kort na de middag stopten telden we zes blankvoorns en vijftien brasems, waarvan de grootste de tweekilogrens overschreden.
Aangezien ik nog behoorlijk wat voer en maden over had ben ik deze morgen terug gereden. Pech. Twee extreem uitgeruste witvissers zaten op mijn gebruikelijke plek met de vaste hengel te vissen.  Ik moet  een sjofele indruk gegeven hebben toen ik met mijn oude rieten viskist, versleten schepnet en één hengel in de hand aan kwam. Desalniettemin had ik er vertrouwen in. Mijn medehengelaars minder. Ik hoorde aan hun wederzijds gepraat dat het hen niet mee zat. Ze waren voor de tiende maal in twee jaar aan dit kanaal en hadden nog nooit behoorlijk gevangen. Dat verwonderde me niet. Op dit snelstromende water visten ze met 1 grams dobbers en een vaste hengel met een korte opslag waardoor ze hun aas niet over het voer konden laten drijven. Mij zat het wel mee. Het ging zelfs nog beter dan gisteren. Reeds na tien minuten had ik mijn eerste blankvoorns en brasems binnen. Eigenlijk stopten de aanbeten niet gedurende de volledige sessie van vier uur. De brasems beten echter wel heel voorzichtig zodat ik zeker acht exemplaren tijdens het drillen kwijt raakte wegens te licht gehaakt. Na twee uur vissen zag ik mijn medevissers schoorvoetend naderen. Ze begrepen niet waarom zij niet en ik wel vis kon vangen."Of ik soms een wondervoer of -aas gebruikte", vroegen ze me. Ik stelde hun gerust. Niets van dit alles. Ik gebruik gewone witte maden als aas en paneermeel, polenta, beschuitmeel en collant als voer. Dit alles was zeker tien keer eenvoudiger dan alle geheime recepten die zij als wedstrijdvisser gebruikten. Ze knikten. "Wil je ons dan vertellen hoe het komt dat jij vangt en wij niet", vroegen ze vertwijfeld. "Geen probleem", zei ik. "Het ligt gewoon aan jullie techniek. Op  stromend water vis je nu éénmaal best trottend met zware dobbers en zwaar lokaas dat is alles."
Om twaalf uur ben ik gestopt. Het was terug een goede sessie met enkele mooie blankvoorns en vijftien brasems. Ook mijn medevissers van de dag stopten. Ze vertrokken, echter niet zonder mij te danken voor de tips. Ik hoop dat zij nu ook mooie dagen aan het kanaal mogen beleven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten