vrijdag 25 februari 2011

Mijn geheim wapen voor de Zweedse scherentuin

Een aantal jaren terug vroeg Meindert, een Hollandse visfanatic die ik regelmatig op de grote plas ontmoette, of ik geen zin had met hem en nog twee andere visgekke Hollanders mee te gaan naar Vastervik om in de scherentuin op snoek te vissen. We zouden midden oktober gaan, niet meteen de beste periode. De meeste en grootste snoeken worden immers in het voorjaar na het verdwijnen van het ijs gevangen.
Ik had wel al een jarenlange ervaring in het buitenland, maar niet in Zweden en zeker niet met betrekking tot kunstaasvissen op snoek in zout water. Om me voor te bereiden heb ik dan maar wat artikels gelezen. Al vlug bleek dat overal Zalts, de Zweedse schoeploze pluggen, en jerkbaits aanbevolen werden. Blauw bleek de voorkeur te hebben omdat Zweedse scherentuinsnoeken vaak op haringen azen.
Met veel te veel kunstaas vertrok ik met mijn Nederlandse vismaten richting Zweden. Al vlug bleek dat mijn reisgezellen competitieminded waren en van plan waren die Belg eens een kunstaaslesje te leren. Ikzelf ben helemaal niet wedstrijdgericht en zei in al mijn nederigheid dat ik nu al mijn meerderen moest erkennen in mijn Nederlandse vrienden, te meer ik nog nooit in Zweden was geweest en zij des te meer.
Eénmaal met de boot op het water was ik direct onder de indruk van de uitgestrekheid van de scheren en de ruwe natuur. Twintig kilometer varen om een stek te bereiken was normaal. Hierbij was Ierland een lachertje. Overal rotsen, zowel boven als onder water, wat het navigeren tot een gevaarlijke klus maakte. Gelukkig hadden we bijstand van de GPS die ons bijna altijd veilig doorheen de vele onderwaterrotsen loodste. Eénmaal zijn we wel met een behoorlijke vaart tegen een onderwaterrots gebotst wat ons één blad van de propellor kostte. Consequent als Meidert was, duwde hij 's avonds op zijn GPS "omgekeerde route" wat ons opnieuw tegen dezelfde rots deed knallen. Die Hollanders toch. Met anderhalf blad aan de propellor geraakten we toch nog in Vastervik. Gelukkig konden we de dag nadien een nieuwe schroef kopen zodat we verder konden vissen.
Aangezien het laat in oktober was, begon het 's nachts al te vriezen. Bovendien was er weinig wind. Quasi windstil weer en een eerste vorstperiode maakten het kunstaasvissen in dit superheldere water extra moeilijk. Zoals mijn medevissers startte ik ook met een jerkbait. Toen ik echter na drie uur vissen nog niets gezien had, net als mijn vismaten trouwens, hing ik er op goed geluk een Smithwick suspending limited Rogue aan. Een halfuur later had ik al een eerste negentiger in de boot.
Boven de Rapala Husky Jerk, onder het origineel :
 de Smithwick suspending limited Rogue 
Dit kunstaas bleek zo goed dat het, samen met zijn Rapala-imitatie de Husky Jerk, die week in Zweden niet meer van mijn lijn geweest is. Van de 202 snoeken die we met zijn vieren vingen, had ik er 71 op de Smithwick en de Husky Jerk en 1 op een shad. Ik lachte wel in mijn vuistje dat ik als Belg de drie zelfbewuste  Hollanders verslagen had. "Goed hè voor een beginneling", zei ik tegen hen.
Sindsdien heb ik heel veel met de Smithwick limited Rogue gevist. De suspenderende, zwevende versie is niet alleen een zeer goed kunstaas bij koud weer, maar ook bij andere omstandigheden. Het is een plug die altijd vis over de streep weet te trekken. Het geheim zit in de manier van binnenvissen. Je werpt de plug uit, laat de Rogue tot op de gewenste diepte zakken en je maakt een voorwaardse beweging met je hengeltop van tussen de 50 cm en de meter. Daarna stop je en laat je de plug een seconde of twee zweven, waarna je de stop and go- manier van binnenvissen herhaalt. Deze methode is dodelijk in omstandigheden dat de snoek niet los is en ander kunstaas faalt.  De roofvis zal de plug volgen en op het moment dat de plug stil hangt en je met een haal alles in beweging brengt, zal hij vaak toehappen.Ook snoekbaars is op deze manier heel goed te vangen.
Ik verkies de Smithwick suspending limited Rogue boven de suspending Husky Jerk. De Husky Jerk is uitstekend, maar de Smitwick is net iets beter. Hij werpt gemakkelijker, gaat iets dieper en vist vlotter. De Smithwick Lure Company, een Amerikaanse firma die hier quasi niet bekend is, produceert floating, suspending, deep diving en walleye rogues maar het is de grootste suspending (!!!) limited (!!!) Rogue  van 5 1/2 inch en 1/2 oz (14cm en 14 gram) die je nodig hebt. Topper is de lichtblauwe uitvoering. Ik kocht ze in de USA bij Bass Pro Shops en Cabelas.  De Rapala Husky Jerk in de grootste maat is een goede tweede maar heeft toch een ietsje minder vangkracht. Bovendien heeft de Smithwickplug zeer fijne, scherpe en roestbestendige dreggen, wat van de Husky Jerk niet kan gezegd worden. Ook verleden jaar was de limited Rogue in Zweden terug goed voor 90 % van de vangsten. Op de foto zie je zowel de Smithwick limited suspending Rogue, als de Rapala Husky Jerk. Deze beide afgebeelde pluggen waren samen reeds goed voor 300 snoeken. Doe er dus je voordeel mee.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten