zondag 30 oktober 2011

Het haasje

Vlaanderen is het landsdeel waar de meest gebrekkige ruimtelijke ordening genadeloos toegeslagen heeft. Eindeloze lintbebouwing heeft bijna overal de open ruimte doen verloren gaan. Velden en akkers zijn op veel plaatsen ingesloten door rijen huizen zodat men vaak de indruk heeft in tuinen te jagen. Massale ruilverkavelingen uit het verleden hebben kleine, met riet en bomen afgezoomde percelen in grote vegetatieloze zones voor agrarische massaproductie veranderd.
Ondanks de vaak weinig aantrekkelijke biotopen en de lelijke landschappen blijven we jagen. Je moet jager of drijver zijn om dit te begrijpen. Jagen is immers veel meer dan schieten. Het zijn voor ons wekelijkse bijeenkomsten onder vrienden, waarbij gegrapt en gegrold wordt, lol getrapt en zeker niet voorbij gegaan wordt aan culinair plezier.Ondanks de omstandigheden trachten we er gewoonweg het beste van te maken. Nu hebben we wel het geluk in nog min of meer landelijke jachtrevieren te jagen. Jachtterreinen die we al bij al zo goed mogelijk trachten te beheren.
Zonder goede en enthousiaste drijvers geen wild.
 Een borrel (of twee) hadden ze meer dan verdiend. 
Gisteren kwam een buitenstedelijk gebied aan bod. Het was zeer mooi weer, te warm voor de tijd van het jaar. Geen echt jachtweer, maar meer weer zoals het vroeger tijdens de patrijzenjacht was. De warme temperaturen zouden ons evenwel noodzaken geschoten wild zo vlug mogelijk te koelen. Om negen uur stipt was er iedereen klaar voor, behalve de geweren blijkbaar. Zowel Herman, als ikzelf, wisten op de meest klungelige manier de enige eend, die de vijver afvloog, te missen.  Bij de eerste drift op een oud weiland wisten drie hazen voortijdig het welbekende pad te kiezen. De hazen lagen zeer los en liepen vroegtijdig en buiten schot het perceel af. Eén haas was blijkbaar niet zo snugger als zijn kompanen en liep recht op de geweren af maar werd gemist. Hij had het ongeluk mij binnen schootsafstand te passeren. Mijn tweede schot bracht een zware haas binnen. Tijdens het afjagen van een bietenperceel ging terug een haas op de lopers. Met één welgemikt schot ging deze haas morsdood over de kop. Vervolgens werden achtereenvolgens bosjes, rietkanten, grotere maïsstoppels en graspercelen bejaagd. Het niveau van schieten was ondertusen steil omhoog geklommen. Iedereen was aandachtig en dat liet zich merken. In de loop van de dag werden nog 8 hazen aan het tableau toegevoegd.  In totaal waren dus tien hazen het haasje. Tijd om te stoppen. Een hazenbestand is immers zeer gevoelig voor voor bejaging. We oogsten nooit meer dan dertig à veertig procent van het hazenbestand zodat er een voldoende groot bestand overblijft voor voortplanting en als buffer tegen ziektes, stroperij en roadkills. We waren bijzonder tevreden. Geen enkele haas werd te ver of te dicht aangesproken, geen enkele haas werd gekwetst. Minstens evenveel hazen konden tijdig ontsnappen zodat ook het nageslacht verzekerd blijft. Ook wisten een tiental fazanten de dans te ontspringen. Vaak waren ze ons veel te snel af door vroeg en onder bescherming van dekking weg te vliegen. Ook konden ze niet altijd aangesproken worden omdat ze te laag op de vleugels gingen zodat een veilig schot niet mogelijk was. Toch konden we nog één haan en drie hennen aan ons totaal toevoegen. Twee konijnen en een wilde eend vervolledigden het tableau. Het was een zeer mooie jachtdag met een mooi resultaat maar bovenal gekenmerkt door jacht met respect voor het wild. Van ziek geschoten of onoordeelkundig aangesproken wild daar balen we immers van.
Het zal jullie dan ook niet verwonderen dat tijdens het diner met mooie gerechten en heerlijke wijn, deze jachtdag en vele andere uit het verleden nog lang besproken werden. En natuurlijk werden zoals altijd (heel) oude koeien uit de gracht gehaald en oude jachthistories opgedist. Moe door de vele kilometers ploeteren door het land maar tevreden, reden we 's avonds laat naar huis. Dat ik thuis direct als een blok in slaap zou vallen, stond nu al vast.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten