woensdag 5 januari 2011

Ik begrijp het (niet)

Ik heb mijn beroep gemist.
Was ik maar een echte beroepsvisser. Dan kon ik lekker mijn heerlijke, onvervreemdbare rechten te gelde maken. Dan viste ik op mijn exclusief domein er op los met alle mogelijke tuigen, zoveel ik er maar kon plaatsen. Lekker warrelnetten zetten op paaiplaatsen, dat vangt immers zo gemakkelijk weg. Denken aan de toekomst, dat is niet nodig. De almachtige Schepper zorgt immers altijd voor volle netten. Slechte vangsten zijn enkel de afvalligen hun deel. Ik moet niet vrezen. De SGP verdedigt mijn belangen en wie kan daar tegen in gaan ? De handel draait goed. Snoek en baars naar Frankrijk en Zwitserland. Snoekbaars her en der. Zelfs witvis is rendabel. Die Russen toch. Brasem en voorn naar betaalvijvers in België. Zij zijn toch direct tevreden daar. Rivierkreeften en wolhandkrabben vreet tegenwoordig iedereen. Af en toe pik ik een zalmpje, zeeforel of meerval mee. Ze moeten maar niet domgeweg in de netten zwemmen.  De laatste paling die vang ik wel, desnoods met het elektro-apparaat er nog eens tegenaan. En voor de rest alle overige visjes vangen. Alles is goed voor vismeel. Een goed inkomen, weinig belastingen. Voor de fiscus zijn de vangsten immers altijd slecht. Maar bovenal hou ik van mijn vrijheid. Mijn viswater is de laatste plek waar ik me nog eens echt kan uitleven en waar ik het voor het zeggen heb.
Dit moet mogelijk blijven !
Als Vlaming weet ik maar al te goed welk gezegend hengelland Nederland is of is het "was". In Vlaanderen is het immers, vooral op roofvisgebied, ellendig gesteld en dit zelfs zonder beroepsvisserij.  Ik ben dus steeds dankbaar geweest in Nederland te mogen vissen en heb steeds de visstand gerespecteerd. Daarom kan ik niet begrijpen waarom de sportvisserij en zijn belangenverdediger Sportvisserij Nederland, alsook de volledige hengelsportbranche weinig of niets doet om de ongelimiteerde en ongecontroleerde beroepsvisserij een halt toe te roepen. Economisch gezien en naar volksgezondheid toe (hengelen ontstresst, frisse lucht !) weegt de sportvisserij immers duizendmaal zwaarder dan de beroepsvisserij, waarvan algemeen geweten is dat zijn beoefenaars het als echte vrijbuiters vaak niet nauw met de regeltjes nemen. Het zit in hun genen.
Spijtig genoeg ontbreekt het velen nog steeds aan daadkracht om de sportvisserij te verdedigen. Zoals "Nederland nettenvrij" zouden er veel meer initiateiven moeten ondernomen worden. Inderdaad, wat hebben  catch and release nog voor zin als zo ongebreideld  in de visbestanden ingehakt wordt ? Waarom duurzaamheid nastreven als de beroepsvisserij het niet doet. Waarom naast aalscholvers, nog een grotere bedreiging als de hedendaagse beroepsvisserij tolereren ?
Daarom een oproep voor meer echte actie vooraleer de zaak reddeloos verloren is.
Koop beroepsvissers desnoods royaal uit op voorwaarde dat het hengelwater voor altijd beroepsvisservrij blijft. Laat zeker niet toe dat uitgekochte beroepsvissers, nu plots opnieuw naast aal ook roof-en witvis mogen vangen. Vorm beroepsvissers om tot goed betaalde beheerders van hengelwaters. Maak grote meren tot hengelreservaten, bijvoorbeeld middels een duurdere visvergunning, zodat ze kunnen uitgroeien tot ware hengelparadijzen waar prachtige vangsten te doen zijn.
Doe iets want zo kan echt niet verder, tenzij men tevreden zal zijn met het vangen van ondermaatse visjes. Handel, het zal de economie en toerisme veel meer ten goede komen. Neem een voorbeeld aan de Verenigde Staten (striped bass) of Ierland (zalm), om er maar een paar te noemen.  De argumenten zijn klaar en helder, doe dus iets in het belang van de sportvisserij.
Helaas gebeurt echter nog altijd weinig of niets, men blijft lijdzaam toekijken en, eerlijk gezegd, dat begrijp ik niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten